Neurologie, emotionele hersenen

Inleiding

Wat hier aangeduid wordt als de "emotie-organen" zijn in principe alle structuren liggende tussen hersenstam  en cortex  , de eerste associërende met het "mechanische" aansturen, en de tweede met het meer abstracte denken. Daarbij is de structurele overgang met de cortex helder: ertussen ligt de hersenbalk (geel boven), het grote gebied met verbindingen tussen de twee helften van de cortex. De overgang naar de hersenstam (bovenste deel: geel onder) is minder duidelijk. Een voor de hand liggende structurele grensmarkering is het punt waar de hersenstam zich splitst in een linker- en rechterdeel - in vaktermen: het diencephalon uitleg of detail .

Het punt met deze logisch lijkende indeling is dat ze niet overeenkomt met de meer gebruikelijke. Waarvan er meerdere zijn dus een keuze is sowieso noodzakelijk. Waarbij de keuze bemoeilijkt wordt door voortdurend veranderende want verbeterende kennis.

In de overzichten alhier wordt ook een ander keuze gemaakt aangaande de volgorde, namelijk die van beneden naar boven in plaats van het meer gebruikelijke omgekeerde. Daarom begint dit overzicht met een ruime herhaling van het eindpunt van de beschrijving van de hersenstam  , zodat dit verhaal ook zelfstandig gelezen kan worden. Net als voor dat eerste overzicht geldt ook hier dat het gaat om wat al deze structuren betekenen voor de mens die ze gebruikt - hoe het technisch allemaal werkt dient ter onderbouwing.

Indien voorkennis gewenst is, kan die gevonden worden in Neurologie, overzicht, globaal  voor de algemene structuur en Neurologie, neuronen, algemeen  voor de onderbouw. Neurologische begrippen die elders kort toegelicht worden, zijn vetgedrukt.

De naamgeving in de neurologie is traditioneel en voornamelijk gebaseerd op uiterlijk en locatie van structuren en heeft niets met functie te maken.

Hersenstam

De emotie-organen bouwen voort op het werk van de hersenstam. Samen met het ruggemerg bestuurt die laatste de beweging van het lichaam, op basis van informatie van de waarnemingsorganen, en zorgen ze voor de aansturing van bijna alle "huishoudelijke" taken die onbewust worden uitgevoerd.

Dit is een ingewikkelde taak en moet goed georganiseerd worden. De natuur doet dat het liefst met per functie één structuur, vaak aangeduid met "kern". Moeten twee taken gecoördineerd worden, dan wordt het cooördineren gedaan door een aparte structuur. Als er meerdere taken gecoördineerd moeten worden, wordt dat ook liefst stap-voor-stap gedaan.
    De menselijke geest weet dat dit komt omdat het tussen twee systemen makkelijk tot een evenwicht komt, maar bij drie of meer is dat veel moeilijker. De evolutionaire reden is dat de nieuwe functionaliteit gebouwd moet worden bovenop de oude, omdat die oude moet blijven functioneren "tijdens de ombouw".
    Dit proces van "bouwen op" leidt tot een reeks van structuren in de hersenstam, zie onderstaande afbeelding, een aanzicht van achteren:

Deze afbeelding moet "gelezen" worden van onderen naar boven (!). Dus de eerste grotere structuur is de olivary nucleus, gevolgd door andere als het cerebellum en de red nucleus.

De olivary nucleus is ook de eerste met een zichtbare lagenstructuur, van het soort dat bekend staat als "neuraal netwerk"  , en met een uiterlijk als van de cortex. De olivary nucleus doet vermoedelijk het eerste grootschaliger coördinatiewerk.
    Het wordt gevolgd door het veel grotere cerebellum, dat vermoedelijk het werk doet van het "statistisch middelen" noodzakelijk voor het ontwikkelen van fijncoördinatie - daar wordt het "trainingswerk" opgeslagen en van geleerd uitleg of detail .
    De red nucleus is de laatste kern die nog onbetwist in de hersenstam ligt. Bij dieren verzorgt ze de grootschalige coördinatie van de ledematen bij de voortbeweging, wat in het Engels heet "gait".

De basis van al dit besturingswerk ligt in het "neuron", een cel gespecialiseerd in het doorgeven van signalen, die eruit zoiets als een draad met een schakelaar eraan:

In zijn primitieve en versimpelde vorm, met een beroemd voorbeeld, is ze aan de ene kant verbonden met tastsensoren in de knie, en aan de andere met spieren in het been. Tik met een hamertje op de knie, en het been strekt zich automatisch en onwillekeurig.

In het ruggemerg zijn al vele conglomeraten van neuronen, daar "ganglia" oftewel "knopen" geheten, die de verschillende onderdelen van een ledemaat coördineren, en de terugkoppelsignalen van het "spiergevoel" verwerken.

Voor al dit werk moeten de neuronen met elkaar communiceren, en dat doen ze door middel van stoffen genaamd "neurotransmitters"  . Degene betrokken bij de kniereflex is glutamaat, een stof die neuronen activeert - doet "afvuren".

Voor het coördinatiewerk is er ook een tweede stof: GABA, die de verbonden neuronen juist blokkeert, vaktechnisch geheten "inhiberen". De natuur werk het liefst in dit soort "kracht-tegenkracht" tweetallen, voor het vormen van stabiele evenwichten

De toestand van evenwicht heeft vele voordelen, onder andere dat de betrokken subsystemen de tijd krijgen zich te optimaliseren naar de geldende omstandigheden. Maar de natuur zorgt ook met regelmaat voor verrassingen, vele daarvan van de onplezierige soort, die onmiddellijke en snelle tegenmaatregelen vereisen, zoals het met grote spoed zich verplaatsen naar elders. Wat mensen een "noodsituatie" noemen. Die noodsituatie vereist extra snelheid van handelen en kracht, maar moet wel beperkt worden tot alleen de noodsituatie, want anders gaat dit te veel ten koste van de met veel moeite opgebouwde voorraden energie en grondstoffen.

Dit is één van de dingen die het midden van de hersenstam toevoegt aan het systeem: twee neurotransmitters die het systeem in staat van alarm brengen en weer terug naar rust. De eerste is noradrenaline (Amerikaans: norepinephrine), aangemaakt in de locus coeruleus ("blauwe plek"), de tweede serotonine, aangemaakt in de raphe nuclei ("randkernen"). Van die laatste zijn er zeven, die ieder een eigen deel van het hersenstelsel bedienen.

Waar glutamaat en GABA deel uitmaken van de neuronale verbindingen zelf, worden noradrenaline en serotonine door de specialiseerde neuronen in de genoemde kernen extern toegevoerd aan de andere neuronen (ze werken in de aanhechtingen van de neuronen, de synapsen ).

Dit dus allemaal samen te vatten als reactie op de situatie die bekend staat als "vechten of vluchten".

Eén van de manieren om energie en grondstoffen te sparen is om niet nodeloos gebruik te maken van de noodsituatie. Iets dat afhangt van de omgeving en in de natuur zal die met regelmaat variëren. Dit is dus iets dat het beste geleerd kan worden vanuit die omgeving. En "leren" is dat bepaalde reacties moeten gestimuleerd worden, en andere juist meer vermeden.

Ook daarvoor zijn al voorzieningen in de hersenstam. En weer via neurotransmitters. Als "weer bovenop" functie dus ook hoger in de hersenstam. De ene redelijk beroemd: dopamine, en eentje die in dit soort context meestal vergeten wordt: acetylcholine. Dopamine is beroemd omdat het je dingen laat doen. En nogal urgent. Vermoedelijk zijn alle vormen van verslaving uiteindelijk verslaving aan dopamine.
    Volgens het schema van "kracht-tegenkracht" zorgt acetylcholine dan voor de vermijding van gedrag uitleg of detail , wat een reden zou zijn dat het zo vaak over het hoofd wordt gezien: "geen gedrag" is gedrag dat je dus niet ziet. Wat als bekende emotie het dichtst in de buurt lijkt te komen is die van "walging".

Hier een overzicht van het betreffende deel van de hersenstam waar de vier modulerende neurotransmitters worden gemaakt - het groene gebied heet tegmentum en het voorste geel-gearceerde deel is het ventral tegmental area of VTA (originele illustratie van de site van Ben Best uitleg of detail ):

Substantia nigra ("zwarte stof") en locus coeruleus ("blauwe plek") worden ook wel eens bij de emotie-organen getrokken omdat ze de stoffen produceren die de emotie-organen gebruiken. Dit lijkt weinig zinvol (je moet dan eigenlijk ook de bronnen van de andere twee er bij trekken).

Er is één (soort) orgaan dat hier de omgekeerde behandeling krijgt: normaliter ingedeeld bij de emotie-organen zijn hypothalamus en hypofyse. Hier worden ze gezien als deel van de hersenstam, om de omgekeerde reden als men de neurotransmitters bij de emotie-organen trekt: de hypothalamus en hypofyse pompen neurotransmitters in de bloedbaan, die men dan "hormonen " noemt. En waar de neurotransmitters bij de hersenstam horen, dan de hormonen en hun structuren ook.
    En er is ook een anatomische reden. Gebruik je het criterium dat alles wat in zichtbare links-rechtsvariant komt hoort bij emotie-organen en hoger, en de enkelstuks bij de hersenstam, dan is dit reden voor herindeling want van hypothalamus en hypofyse is er maar één. Ze liggen in tussen de twee thalamussen, de eerste grote structuur die in tweeën voorkomt, zie de volgende illustratie:

De hypothalamus is het roodgekleurde element, en de hypofyse (Engels: pituitary gland of pituitary) is het grijze 'bolletje" dat eraan vastzit - de laatste vormt samen met de epifyse (Engels: pineal gland), die aan de achterkant van de thalamussen, de "klieren" (Eng.: glands).
    Dus waar het neurologische systeem in een staat van alarm wordt gebracht door het vrijmaken van noradrenaline, wordt dat voor de rest van het lichaam gedaan door het vrijmaken van adrenaline in de bloedbaan door de hypofyse. En iets soortgelijks geldt voor de overige neurotransmitters.

In dit verband moet de hersenstam dus steeds meer dingen doen die mensen "beslissingen" noemen. Die in verband met noodsituaties staat bekend als "vechten of  vluchten", maar in feite een wijdere keuze is: "vechten, vluchten, bevriezen of eropafgaan", zoals aangegeven dat er ook vier modulerende neurotransmitters bestaan (in de hersenstam).
    In de hersenstam moet dus ook structuren zitten die die beslissingen nemen, zoals bijvoorbeeld aangegeven door het fenomeen van "flauwvallen": als de stress op het systeem een kennelijke grenswaarde overschrijdt, wordt alles uitgeschakeld. En er is weinig twijfel dat dit in de hersenstam gebeurt, want het is instantaan en inclusief het hele bewegingsapparaat. Door welke structuren het gedaan wordt is onbekend, maar het zou het peri-aqueductal grey uitleg of detail kunnen zijn, of ergens hoog in de reticular formation uitleg of detail .

Zoals het "flauwvallen" voorbeeld aantoont, zijn deze beslissingen sterk "digitaal" van natuur: het is "aan" of "uit". Dus hier is ruimte voor verbetering. Waardoor de hogerliggende structuren zijn ontstaan. De eerste waarvan is de al ontmoette thalamus die tussen hersenstam en de rest van het brein en soort brugfunctie vervult, zoals ten eerste zien aan haar centrale positie:

En ten tweede uit het veeltal van verbinding erheen vanuit de hersenstam en ervandaan richting de rest van het brein, zie onderstaande afbeelding (van hier uitleg of detail ):

Er konden een paar onderdelen niet terecht in deze afbeelding, die ook nog eens belangrijk zijn: ongeveer tweederde van de thalamus is omhuld door een kern die er als een mantel omheen ligt en de kernen eronder kan activeren of deactiveren, en in het midden, te midden van een verder met verbindingen gevuld binnenste, liggen twee kernen in de lengterichting die dus vermoedelijk ook een centraliserende functie hebben, zie onderstaande afbeelding:

De grootste daarvan, de centromediane kern, is verbonden met basale ganglia, zie verderop.

De thalamus is de eerste plaats waar alle informatie van zowel bewegingsapparaat als waarnemingsorganen samenkomt, en zou dus ook de eerste plaats kunnen zijn waar een eerste compleet beeld van de realiteit, een "virtual reality" wordt gevormd. De brugfunctie zou dus best een latere ontwikkeling kunnen zijn, waar de thalamus oorspronkelijk de eerste structuur voorbij de hersenstam was die betere beslissingen nam.

Ook daarvoor zijn weer aanwijzingen uit het dagelijkse leven, die samenhangen met de rol van die omliggende reticulaire kern, die dus de eronderliggende primaire kernen kan deactiveren, al dan niet geheel. Inmiddels bekend is het experiment dat als je mensen bezighoudt met een balspel, ze weinig tot geen aandacht hebben voor andere aspecten in de betreffende ruimte - de illustratie toont een als gorilla verklede persoon die binnen komt wandelen:

Meer dan de helft van de deelnemers aan het balspel "ziet" hem niet:
    Dit voorbeeld, en er zijn uit het dagelijkse leven talloze andere bekend, laat zien dat het proces van de verdeling van aandacht op een bijzonder basaal moment in het neurologische proces plaatsvindt. Waarvoor de thalamus dus een goede kandidaat is, op zijn minst wat betreft uitvoering. En die dat dus al deed op een geleidelijkere basis dan de hersenstam.

De huidige brugfunctie van de thalamus blijkt onder andere uit die andere kern die niet in de eerste illustratie kon: de centromediane kern. Liggende midden in het binnenste van alle innerlijke verbindingen, mag je aannemen dat deze ook een centraliserende functie heeft. En wel naar buiten, omdat hij verbonden is met de eerste structuur die onbetwist buiten de hersenstam ligt: de basale ganglia, die deel uitmaken van het gebied van de emotie-organen. Van die laatste eerst een klein overzicht.

Emotie-organen, globaal

Voor de structuren die direct voorbij de hersenstam liggen bestaan diverse aanduidingen - in het Engels van de vakliteratuur: viscereal system, limbic system, basal ganglia, basal forebrain, die elkaar gedeeltelijk overlappen. En sommige daarvan trekken er de dopamine en soms ook andere modulerende neurotransmitter-producerende gebieden erbij. Wat inconsequent is want dan moet je ze allemaal nemen.

Hier wordt het dus anders gedaan en worden alle structuren voorbij de hersenstam bij elkaar getrokken als "emotie-organen", tot aangekomen bij de cortex, zie de volgende afbeelding:

De scherpgetrokken grenslijnen tussen de deelstructuren zijn alleen scherp voor de helderheid, want in feite zijn de overgangen soms redelijk vaag. Vroegere indelingen waren gebaseerd op uiterlijke kenmerken als kleur, terwijl er nu steeds meer overgegaan wordt op samenstelling van de soorten neuronen.

Er is echter weinig dispuut in de literatuur over welke structuren binnen deze ruimte de eerste zijn: de basale ganglia. Daarover nu dus verder.

Basale ganglia, deel een

De basale ganglia zijn de eerste structuren die je tegenkomt voorbij de hersenstam naar boven en zijwaarts gaande, als je de thalamus en een paar buren even apart houdt. Zoals gesteld, lijkt de thalamus het eerste geïntegreerde beeld van de buitenwereld te vormen, wat deze doorgeeft aan de basale ganglia.

Hier zijn drie van de wat duidelijkere pogingen tot schematische weergave ervan in het platte vlak (eerste origineel van hier  , tweede hier  , derde hier  ):
 

Deze zij-aanzichten zijn met de neus links. In dit soort plaatjes zijn de verbindingen, de axon-bundels, meestal weggelaten (hierboven wel schematisch zichtbaar tussen de basale ganglia) - deze vullen de ruimte tussen de verschillende onderdelen tot een compact geheel. Het volgende plaatje is een verticale dwarsdoorsnede door de scheiding van linker- en rechter hersenhelft, gezien van voren:

Dit laat de schilstructuur van de eerste onderdelen zien: eerst komt de thalamus, daaromheen ligt de globus pallidus ("bleke bol"- met een binnenste en een buitenste deel), dan volgt de putamen ("perzikpit") en deels daaromheen gedrapeerd ligt de caudate nucleus - die staart is natuurlijk begonnen als min om meer bolvormig met een geëvolueerde aangroei aan één enkele kant. De combinatie van deze laatste onderdelen wordt ook wel aangeduid als het striatum, naar het min of meer gestreepte uiterlijk dat ze hebben (op sommige plaatsen wordt dit "oude naamgeving" genoemd, en op andere is ze net weer "recente inzichten" geworden). De combinatie van globus pallidus en putamen heet ook wel lentiform nucleus ("lensvormige kern" - gebaseerd op horizontale doorsnedes, zie verderop). In het eerste plaatje is te zien hoe de caudate nucleus om dit alles heen ligt, en de binnenste structuren aan het oog onttrekken - voor een duidelijke blik op de caudate nucleus, zie de 3D-illustratie:

Uit de oriëntaties kan men al afleiden dat hier sterke functionele afhankelijkheden achter liggen, welke bevestigd wordt door de volgende illustratie, een vertikale dwarsdoorsnede (detail van Gray 742 - deze en volgende etsen uit anatomie-atlas van Gray uitleg of detail ):

Goed zichtbaar is hoe de axonen lopen van thalamus naar globus pallidus (net zichtbaar zijn de twee lagen ervan) naar putamen. Dit soort structuren zijn het natuurlijke gevolg van de structuur van de individuele neuronen, met een kern en een dunne uitgang - heb je er daar veel van, ontstaat automatisch een bolvormige structuur met de dunne uitgangen als stralen naar binnen.

Het nalopen van de verbindingen tussen de structuren is minstens zo belangrijk voor het begrijpen van de werking van de hersenen als die van de losse onderdelen, zoals al blijkt uit het feit dat de ruimte ingenomen door verbindingen die ingenomen door kernen overtreft, voor de cortex met een factor twee. Hierbij doet zich een fundamenteel probleem voor: wat men kan nalopen zijn de verbinding middels de axonen, die meestal bundels vormen en dan tezamen lichter zijn dan de omgeving en daarom soms "witte stof" heten (de neuronkernen zelf zijn "grijze stof").
    Wat men niet ziet is de informatiestroom die verloopt via neuronen die naburige neuronen verbinden, interneuronen, die geen zichtbaar axon hebben. Deze doen het meeste van het "reken"- en analyseer-werk, en transporteren dus ook informatie - binnen de structuren. En waar die direct aan elkaar grenzen, zoals globus pallidus internus, -externus en putamen, ook tussen structuren.

In de eerste twee van de overzichten is ook de subthalamic nucleus getekend, met ook een flink stel verbindingen naar de basale ganglia. Dit is dus ook een belangrijke structuur met een op hoger niveau onbekende functie. Maar hij is noodzakelijk voor het functioneren van de basale ganglia, omdat die laatste gekenmerkt worden door vrijwel uitsluitend elkaar blokkerende, inhiberende, neuron-verbindingen. De subthalamische kern stuurt signalen van de activerende soort naar de basale ganglia. Wat in computertermen vertaald zou worden als "het kloksysteem", met de basale ganglia als passieve informatie-elementen.

In de vakliteratuur wordt tegenwoordig ook een andere indeling gehanteerd, die in ventral en dorsal (voorkant en achterkant bij staande mens en in de afbeeldingen hier altijd links resp. rechts) striatum en ventral en dorsal pallidum. Het "striatum" en "pallidum" slaan op uiterlijk, zijnde "gestreept en wat donkerder" en "wat lichter", maar dat is een weerslag van onder andere het soort neuronen dat erin zit, dus ook van functie. Het "gestreept" slaat natuurlijk op een interne lagenstructuur.
    Het dorsal striatum is putamen plus caudate nucleus, het dorsal pallidum is de globus pallidus, het ventral striatum is de nucleus accumbens plus olfactory tubercle (de aansluiting naar het geurcentrum), en het ventral pallidum ligt onder het ventral striatum en richting substantia innominata, de bodem van de ruimte van emotie-organen, zie verder.
    Deze groepen werken nauw samen. Voor de dorsale is dat al getoond - het ventrale pallidum is de hoofdbestemming van de uitgangen van het ventrale striatum uitleg of detail .

Deze indeling suggereert reeds een ander indelingsprobleem: dat van de nucleus accumbens, ook in populair-wetenschappelijke literatuur bekend als het "genotscentrum". In illustraties van haar positie uitleg of detail heeft men er altijd grote moeite mee en komt men meestal niet veel verder als een vaag aangeduide vlek zoals in de figuur rechts. Die ook meestal gepresenteerd worden in de context van andere structuren dan die van de basale ganglia.
    De betere weergaves vindt men met de zoekcombinatie "nucleus accumbens caudate", waarvan onderstaande illustratie weer de beste weergave is als optelsom van alle overige pogingen (een edit uit de presentatie hier uitleg of detail , slide 6), de nucleus accumbens aangegeven met groen:

Zowel positie als structurele overeenkomst als "striatum"-achtige structuur maken een indeling tezamen met de basale ganglia al logischer. Onderstaand blijkt dit volledig overeen te komen met een nieuw te ontwikkelen indeling in functionaliteiten - daarover verderop meer.

Waarna zich onmiddelijk nog een andere structuur aandient, zijnde de tegenhanger van het genotscentrum, waarvoor men bijna hetzelfde verhaal kan houden: de amygdala - nog bekender als de nucleus accumbens, als het waarschuwings- en angst-centrum. Illustraties van haar positie tonen haar meestal óf los óf geassocieerd met de hippocampus. De werkelijkheid: twee van de drie overzichten van de basale ganglia boven laten zien dat de amygdala vastzit aan de staart van de caudate nucleus. Oftewel met een axonenbundel rechtstreeks verbonden is met de caudate nucleus. Maar die afbeeldingen zijn daarop geselecteerd - ook bij de basale ganglia wordt die verbinding meestal weggelaten. Waarvoor maar één reden bedacht kan worden: ze klopt niet met bestaande indelingen.
    Hier trekken we ons niets aan van die bestaande indelingen, en delen de amygdala op grond van die verbinding in bij de basale ganglia, plus nog een andere reden: de natuur werkt functionele laag voor functionele laag, en de natuur werkt liefst in "kracht-tegenkracht". De basale ganglia zijn een nieuwe functionele laag bovenop de hersenstam, en moeten een volledige functionaliteit verschaffen, ter aanvulling op wat de hersenstam doet. Die functionaliteit is betere beslissingen in reactie op de omgeving. Dat valt uiteen in twee dingen: betere voorkeuren, en betere "afkeuren". Het betrekken van de nucleus accumbens bij de basale ganglia verzorgt de betere voorkeuren - voeg daar de amygdala, het angst-centrum, bij voor de betere afkeuren.
    En ook dit blijkt te corresponderen met latere functionaliteiten, verderop.

Emotie-organen en geheugen

Bij de basale ganglia komen "emoties" zelden aan de orde - in de literatuur heeft men het voornamelijk over beweging. Wat men ziet als de echte emotie-organen liggen dus verderop. Hier een overzicht van een aantal structuren voorbij de basale ganglia:

De basale ganglia zitten hier in principe ook, in het midden, maar zijn voor de duidelijkheid weggelaten. Wat je ziet in de tekening, zit er omheen.

De centrale elementen in deze tekening zijn de amygdala en de hippocampal formation. De amygdala is boven ingedeeld bij de basale ganglia, maar dat is dus niet "normaal" en vandaar haar verschijnen hier. Dat kan op zich heel goed samen, daar hogere emoties hun signaal gewoon kunnen doorgeven aan de onderliggende amygdala, die het signaal dan eventueel aangepast verder doorgeeft - onder andere richting hersenstam.

De hippocampus wordt ook steeds bekender, als een centraal element van het geheugen. Daarover later meer.

In dit overzicht ontbreekt de nucleus accumbens, waar men dus geen goed raad mee weet, qua structurele indeling. Wel hier vertoond zijn de septal nuclei, het voorste element in deze ruimte. Deze hebben eenzelfde soort functie als de nucleus accumbens. De septal nuclei lijken dus de functionaliteit naar de nucleus accumbens uit te breiden, of er een brug naar te vormen. Maar weer: over die functies later. Eerst een nog wat uitgebreider overzicht (voor meer duidelijkheid, nog andere overzichten hier uitleg of detail ):

Een belangrijke rol qua indeling spelen de anterior commissure en de eraan hangende lamina terminalis. De anterior commissure is een bundel verbindingen tussen linker- en rechter hersenhelft los van het corpus callosum en lamina is de algemene term voor afscheidingslaag, hier dus tussen de ruimte voor de emotie-organen en datgene dat daar buiten valt. De boven- en achterafscheiding is de fornix, en eronder komt, in het midden, de hersenstam.
    Merk op: in de tweede illustratie staat iets dat gewoonlijk weggelaten wordt: de fornix heeft een aftakking naar vóór de anterior commissure, richting nucleus accumbens. En hetzelfde toont men voor de stria terminalis én de stria medullaris, verbindingen naar/van andere kernen, wat ook normaliter weggelaten wordt.

Ook hier enigszins duidelijk is dat de hippocampus de scheiding aan de zijkanten van binnen naar buiten vormt, met de buitenkant zijnde de cortex, en daartussen structuren als uncus, dentate gyrus, enzovoort. Onder ter verduidelijking een vertikale (coronale) dwarsdoorsnede midden door de thalamus (Gray 717):
Gray 717

De krul van de cortex onder wat aangegeven staat als "hippocampus" is de parahippocampal gyrus (eerste bocht) en entorhinal cortex (eronder). De windingen rechts daarvan zijn de optische cortex, met licht aangegeven middels stippellijnen de optic radiation, de bundels van komende van hersenstam en thalamus.
    Wat vertalingen: Nucleus of Luys is de subthalamische kern, Tænia hippocampi is wat nu heet de fimbria, de bundel axon-verbindingen van en naar de hippocampus.

Merk op dat dit soort doorsnedes sterk van elkaar verschillen afhankelijk van de plaats waar je ze neemt.

De rol van andere andere elementen wordt besproken tezamen met de functionaliteiten. Voorproefje: ze vormen de aansturing van de anderen.

Functionaliteiten

Dan nu: waar dient dit allemaal voor?

Het is op een fundamenteel vlak eigenlijk heel simpel: het is bij de hersenstam al gezegd dat deze beslissingen moet nemen, zoals die vier van "vechten enzovoort". De emotie-organen zijn net als de basale ganglia gereedschap voor het nemen van betere beslissingen. Niet meer en niet minder. Zie dit in werking in dit filmpje  , waar de oude beslissingsmethode (reflex "vlucht voor de leeuw") strijdt om de macht met de nieuwe (emotie "bescherm het jong"). 

Eerste vraag: definieer "beter". Antwoord: beter overleven. Volgende vraag: hoe overleef je beter? Antwoord: door je gedrag beter te kunnen aanpassen. Volgende vraag: Waaraan moet je je aanpassen? Antwoord: aan de voortdurend veranderende omgevende natuur. Volgende vraag: hoe doe je dat zonder die omgeving vooraf te kennen? Antwoord: door van het nabije en verdere verleden te leren hoe het met die omgeving zit. Clou-woord: "leren". De definitie van "leren" of "associatief leren": het verbinden van meer gedragingen bij een gegeven stimulus. Oftewel: "snelle beweger = roofdier = wegwezen" uitbreiden tot "snelle beweger = leeuw of paard = wegwezen of doorgaan met eten".

De hersenstam heeft een beperkt bereik qua leren, zoals al zit in de term "reflexen" - de emotie-organen breiden dat bereik sterk uit.

De globale lijst van benodigde onderdelen: een geheugen, een herkenner, en een evaluator.

Dit voor zover de logica en het gezonde verstand.

Nu de vertaling van het voorgaande in de al besproken reeks onderdelen. Daarover bestaat weinig consensus, dus vanaf dit punt is er minder sprake van reproductie van bestaande kennis, maar meer van eigen inbreng. De inbreng van de technicus.

De eerste stap is nog wel kennis, maar gebruikt op een nieuwe manier. Die kennis komt van een patiënt, bekend als "patient H.M.", bij wie de hippocampi verwijderd werden naar aanleiding van sterke epileptische aanvallen uitleg of detail . Het resultaat: hij verloor zijn vermogen tot het vormen van nieuw geheugen. Maar dus niet zijn bestaande geheugen. En ook niet zijn geheugen voor gedragingen. En, cruciaal, hij kon nieuwe gedragingen aanleren, hoewel hij die niet kon benoemen.

Conclusie nummer één: de hippocampus maakt geheugen maar is niet het geheugen zelf.

Conclusie nummer twee: er zijn twee soorten van geheugen. Hetgeen overigens al bekend was uitleg of detail . Het geheugen van de hippocampus is het declarative memory en dat van gedragingen is non-declarative memory. Declarative zijnde "uitspreekbaar". Meer over de geheugen-terminologie verderop.

Conclusie nummer drie: er zijn aparte onderdelen voor het declaratieve geheugen en het niet-declaratieve geheugen.

Voor deze laatste conclusie zijn veel meer aanwijzingen. Uit de pathologie is daar als eerste het Korsakov-syndroom uitleg of detail : het verlies van geheugen ten gevolge van beschadiging ten gevolge van alcohol-misbruik: dit tast de herinnering voor directe concrete gebeurtenissen aan, maar niet voor emoties en primitieve handelingspatronen. Als tweede de beschadigingen ten gevolgen van zuurstoftekort in het gebied waar al deze structuren liggen dat beschreven wordt als het basal forebrain  , het meest voorkomend ten gevolge van beschadigingen aan de anterior communicating artery (ACoAr) uitleg of detail : ook hier is er sprake van verlies van geheugen van feitelijkheden, maar veel minder of niet van andere dagelijkse emoties, patronen, enzovoort (zie de levensverhalen van slachtoffers hier uitleg of detail uitleg of detail ).

De vraag is dus: welke onderdelen zijn voor wat?

En terug naar de warboel van de fysiologie en anatomie.

Je zou verwachten dat twee systeem van geheugenvorming best zichtbaar moesten zijn. Net als in de hersenstam zal het waarschijnlijk een stap-voor-stap proces zijn, met verbindingen tussen de onderdelen. Nu is er van oudsher al een verbindingssysteem opgevallen, het naar de ontdekker genoemde Papez-circuit  (afbeelding onder links), of visceral brain  , maar het meest bekend geworden als het limbic system of limbische systeem  ("randsysteem", liggende aan de rand van de cortex - afbeelding onder rechts - van hier uitleg of detail ):
Papex circuit Limbische systeem

Het "limbische systeem" is wat de standaardliteratuur gebruikt als equivalent van "emotie-organen". In beide illustraties is de cingulate cortex bij het limbische systeem getrokken. Als Papez-circuit wordt het uitgewerkt als  (Wikipedia):
  hippocampal formation (subiculum) → fornix → mammillary bodies → mammillothalamic tract → anterior thalamic nucleus → cingulum → entorhinal cortex → hippocampal formation.

Voor de locatie van deze onderdelen, zie de boven gegeven overzichten. Normaliter niet benoemd in die overzichten is het cingulum - dit is geen kern (net als de fornix) maar een verzameling verbindingen in het gebied liggende tussen cingulate cortex en corpus callosum (hersenbalk, de verbindingen tussen linker- en rechterhelft van de cortex) maar ook met neuronkernen, daarom ook wel aangeduid met als het indusium griseum (Gray 751):
Cingulum

Het cingulum verbindt met meer structuren, onder ander ook de dentate gyrus, oftewel direct naar het hippocampus-complex, zoals al eerder gezien.
    De verbinding van thalamus naar cingulum maakt deel uit van de internal capsule (niet afgebeeld), de bundel van verbindingen tussen hersenstam en thalamus en cortex die tussen de emotie-organen door loopt.
    Afgekort wordt het circuit:
  hippocampus  → fornix → mammillary bodies → mammillothalamic tract → thalamus → cingulum → (entorhinal cortex →) hippocampus.

Hierin is de thalamus is de structuur het dichtst bij de hersenstam, en die waarin vermoedelijk de virtual reality van het brein het eerst wordt geconstrueerd. Dus die is het logische uitgangspunt bij het proces van de vorming van geheugen - en omdat het circuit een cirkel is, kan je dat uitgangspunt gewoon verschuiven, gevende ...:
  thalamus → cingulum → (entorhinal cortex →) hippocampus → fornix → mammillary bodies → mammillothalamic tract → thalamus

... hebbende de vorm: structuur 1 - verbinding 1 - structuur 2 - verbinding 2 - structuur 3 - verbinding 3 - structuur 1.

Van de tweede structuur, de hippocampus, kennen we al de rol als essentieel element in de vorming van declaratief geheugen, en het gevolg dat schade eraan leidt tot anterograde amnesie.
    Maar anterograde amnesie treedt ook bij het syndroom van Korsakov uitleg of detail , en er is vastgesteld dat komt door schade aan de anterieure thalamische kern. En iets dergelijks geldt voor schade aan de fornix en de mammilary bodies.

Oftewel: het Papez-circuit is dat van vorming van nieuw declaratief geheugen.

Maar wat is nu de rol van de hippocampus in de vorming van geheugen? Een eerste aanwijzing zit in de globale vorm, zichtbaar in schematische plaatjes zoals deze (van hier uitleg of detail ):
Hippocampus, aanzicht

Die toelopende vorm doet een technicus denken een soort filter-functie, met het eindproduct afgevoerd via de staart (de fornix) naar andere kernen (de mammilairy bodies).

Bevestiging kwam ook weer bij de behandeling van epilepsie. Gebruik makende van naaldtechnieken waardoor men de toestanden van losse neuronen kon volgen, ontdekte men dat individuele neuronen afvuurden bij het zien van afbeeldingen, wat bekend werd als het "Jennifer Aniston-neuron" uitleg of detail , naar de actrice wier afbeelding gebruikt was. Waarna er al snel andere "persoons"-neuronen "ontdekt" werden.

Latere experimenten wezen uit dat in feite bij het plaatje van de actrice een hele serie neuronen afvuurden, overeenkomende met diverse concepten zoals "blond", "vrouw", enzovoort. Een specifieke persoon komt overeen met een specifieke combinatie van algemenere concepten.

Logisch, achteraf. Net zoals de volgende veronderstelling, namelijk dat die concepten hiërarchisch georganiseerd zijn. Op het meest basale niveau: als een afgetekend contour zichtbaar is in een beeld, gaat de herkenning als volgt: voorwerp - beweger - mens - man/vrouw - ... uitleg of detail
    En dit is natuurlijk een vertakkingproces: uitgaande van een mannelijk subject, volgt er op de identificatie "vrouw" en andere reeks dan op de identificatie "man". Het vrouwen-alternatief: ... jong - blond - borsten - ... enzovoort. Heel seksistisch ook, allemaal ("seksistisch" = "gericht op succesvolle voortplanting").
    Het "man"-alternatief: lang - zwaar - atletisch - ... enzovoort. Ook allemaal heel seksistisch, maar dan uit oogpunt van "veiligheid" en "sociale positie".
    En iets dergelijks maar dan omgekeerd als het subject vrouwelijk is ...

De toelopende vorm van de hippocampus correspondeert met het steeds algemener en abstracter worden van begrippen, waarvan er dus steeds minder zijn om te filteren. De hoogste abstractie zit in de punt.

Dit is niet een functie van het hogere denken, zoals men zou kunnen veronderstellen. De hippocampus is een oud deel van de hersenen, dat al voorkomt bij vissen. De veel oudere overlevings- of evolutionaire waarde van het ontwikkelen van een systeem van abstracties zit in het voordeel dat een vis niet iedere andere vis apart hoeft te beoordelen, maar aan algemene kenmerken zoals vin-vorm kan bepalen: "Roofvis of niet?"

Bij de bewuste mens is het abstraheren zoals dat van het hippocampus-systeem het eerst bekend geraakt in taalkundige kringen, door de linguïsten A Korzybski uitleg of detail en  S.I. Hayakawa uitleg of detail , als de "abstractieladder", zijnde doodgewoon een weergave van het idee dat abstracties van laag tot hoog gestapeld kunnen worden, met dit als basisschema:

Wat dus ook uitgebeeld kan worden in de van andere hiërarchische systemen bekende "boomstructuur":

Waarbij de werkelijkheid onderaan staat en daarboven de steeds abstracter wordende begrippen - en ook doen denkend aan de spits toelopende filter-vorm.

Dit is een idee van hoe de hippocampus werkt. We hebben dus nu kennis over het circuit van de geheugenvorming, en van de analyse- of filterfunctie, maar nog niet van het geheugen zelf. Daarbij komt meer gedetailleerde informatie over de structuur van de hippocampus zelf en zijn omgeving te hulp. Onderstaande illustratie is een doorsnede van hippocampus en omgeving loodrecht op de lengte-as zoals in de vorige illustratie, globaal al zichtbaar in doorsnede Gray 717 boven en in meer detail hier (een schematische versie van hier uitleg of detail ):
Hippocampus, doorsnede

Een duidelijke van "binnen naar buiten"-structuur met de fimbria als aanvoerlijnen (ook is meteen duidelijk waarom de hippocampus zo heet: naar de uiterlijke vorm van het zeepaardje). De zones aangeduid met CA1-3 zijn gebieden waar neuronen op sequentiële wijze aan elkaar verbonden zijn, duidelijk ook één of andere filterfunctie vervullend.

Van experimenten is bekend dat datgene wat er uit de hippocampus zelf komt, in de vervolgstructuren wordt aangevuld, bijvoorbeeld uit experimenten met muizen dat de entorhinal cortex de ruimte-ervaringen koppelt aan de beelden. Dat is dus verderop in het hippocampal complex, suggererend een sequentieel proces.
    En aan het punt waar de afbeelding is "afgeknipt", zit dit geheel vast aan de rest van cortex, ter hoogte van slaap ("temporaal"). Dit geeft een informatietechnicus het beeld dat hier de informatie sequentieel het systeem wordt "uitgeschoven".

Wat dan weer bevestigd wordt door ervaringen uit het dagelijkse leven: bekend genoeg is de situatie dat als iemand een plotseling verkeersongeluk krijgt, het voorkomt dat het geheugen van het direct eraan voorafgaande volledig is gewist, met een redelijk te definiëren duur van het gat: ongeveer twintig minuten. Waaraan met het voorgaande een fraaie invulling kan worden gegeven: de pijplijn van primaire waarnemingen, eerste verwerking en filtering, tot en met het toevoegen van verdere informatie, duurt ongeveer twintig minuten. Pas waarna het geheel het permanente geheugen bereikt.

Dat permanente geheugen voor zaken die door de hippocampus gaan dus zijnde de neocortex die vastzit aan de entorhinal cortex.

De details van dit proces worden uitgewerkt elders uitleg of detail .

Dit wat betreft het declaratieve geheugen en het bijbehorende systeem, het deel dat patiënt H.M. en soortgelijke gevallen kwijtraakt. Daarbij verder wel de dagelijkse routines kunnen vervullend en zelfs nieuwe kunnen lerend. Dat geheugen voor dagelijkse routines en bijbehorende structuren loopt dus (grotendeels) los van dat van het declaratieve proces. Dat is dus het doel van de volgende zoektocht. Waarmee begonnen wordt met een overzicht van wat al bekend is van de diverse soorten geheugen

Geheugen

Er zijn diverse aanduidingen voor geheugen, waarvan hier al gebruikt de tweedeling declaratief en niet-declaratief. De voorgaande beschrijving komt niet helemaal overeen met de gebruikelijke manier waarop die tweedeling wordt gemaakt, en daarom een overzicht van de diverse bekende soorten van geheugen, waarbij de definities zoals gehanteerd in Wikipedia gevolgd worden, omdat als "men" gaat zoeken daar toch snel al eerste terecht komt:
Naam Subnaam Inhoud
declaratief, of
expliciet
episodisch waarnemingen horende bij ervaringen aan den lijve of in directe omgeving - met besef van tijd. Vooral in combinaties.
semantisch kennis - feiten, ideeën, meningen, concepten.
niet-declaratief, of
impliciet, of
procedureel
onbewuste acties, onbewust gedrag. Ook in combinaties.

Lees de wat uitgebreidere beschrijvingen, en proef de verwarring.

Alhier wordt een nieuwe indeling gemaakt. Een vraag daarbij is: nieuwe namen of nieuwe definities? Er is gekozen voor een mix.

Eén ding is duidelijk is uit de bovenstaande beschrijvingen: procedureel en episodisch horen samen. En tezamen met de beschrijvingen verder boven: het semantische geheugen is datgene betrokken bij de hippocampus.

Omdat bij het ontwikkelen van de naamgeving de preciezere werking van de hippocampus niet bekend was, en je dat toch eigenlijk wel in de naam wenst, is gekozen voor "conceptueel geheugen" - "declaratief" is als synoniem behouden.

Voor de vorm die met de dagelijkse gang van zaken werkt, is gekozen voor "episodisch geheugen" omdat het wat specifieker is dan "procedureel".

Wat nu bijna volautomatisch samenvalt met het intuïtieve onderscheid tussen bewust en onbewust. Patiënt H.M. was zijn vermogen tot opslag van conceptueel geheugen en bewuste herinneringen kwijt, maar kon nog wel episodische of procedurele of onbewuste taken leren.

Basale ganglia, deel twee

Het declaratieve of conceptuele geheugen is behandeld voor het non-declaratieve of episodische niet omdat dat belangrijker is of primitiever, maar omdat het als "uitspreekbaar"-zijnde gepaard gaat met verbale uitingen, wat veel makkelijker te volgen is qua structuren in combinatie met uitval door beschadiging.

Maar met de reeds verworven kennis en de suggestie dat er vermoedelijk toch enige gelijkenis is, is het episodische nu makkelijker te traceren.

Ten eerste: vermoedelijk is het ook een circuit met diverse onderdelen. Ten tweede: vermoedelijk zit er ook een soort filter in om het belangrijkere van het onbelangrijkere te kunnen scheiden. Ten derde: uit het feit dat de hippocampusloze patiënt toch een redelijk normaal leven kon leiden, kan je concluderen dat het episodische geheugen primitiever en in zekere zin essentiëler is.

Dus zit het vermoedelijk dichter bij de hersenstam, en dan is het antwoord niet ver weg meer: dit zijn doodgewoon de basale ganglia. Die we dus opnieuw gaan langslopen.

Het logische startpunt is de thalamus, het doorgeefcentrum van hersenstam naar de rest van het brein, zie boven. Verbaal aangegeven is dat deze een verbinding heeft naar de basale ganglia, vanuit de centromediane kern. Dat is niet zomaar een kern, zie onderstaande afbeelding:

Hij ligt midden in het gebied van verbindingen binnen de thalamus, in het midden van de thalamus, en heeft dus vermoedelijk ook een centraliserende functie. En verbindt dus met voornamelijk de interne globus pallidus, de binnenste van de reeks van de basale ganglia.

Daarna is er weer veel bekend, zoals volgt uit deze horizontale doorsnede ter hoogte van de thalamus (van hier uitleg of detail ):

Hierin is maar één interpretatie zinvol (zie rechterhelft): van de thalamus gaat het van binnen naar buiten naar interne globus pallidus internus naar externe globus pallidus naar putamen - en voor wie voorbij de emotie-organen kijkt: naar claustrum (heel dun) naar insula (uitstekend deel van de cortex). En zo wordt dit ook vaak gepresenteerd bij academische inleidingen in de neurologie. De vermoedelijk reden dat dit niet zichtbaar is al vermeld: omdat dit gaat via interneuronen, die geen zichtbaar axon hebben.

Boven al gezien zit, binnen de emotie-organen blijvende, aan de putamen vast de kop van de caudate nucleus, die uitloopt in de staart van de caudate nucleus. Dat laatste het soort vorm die, van buiten gezien, ook de hippocampus heeft.

De caudate nucleus is in nog meer opzichten een apart geval, volgende uit structurele eigenschappen. Meer gedetailleerde schema's ervan laten twee dingen zien die de meer globale weglaten, zie onderstaande illustratie (aangepast van hier uitleg of detail ):

Zichtbaar is een aantal op regelmatige afstand liggende bruggen tussen caudate nucleus en putamen. Nu denk je als technicus bij die staartvorm dus al één-of-andere filterfunctie - die bruggen op regelmatige afstand staande, versterkt dat idee: ze staan op specifieke punten in het filterproces om iets te signaleren.

Met daarbij: als je uitgaat van een informatiestroom van putamen naar caudate-kop naar caudate-staart enzovoort, dan zijn die bruggen ook een vorm van terugkoppeling uitleg of detail (normaliter is zoiets tegenkoppeling, maar de gezien gevoeligheid van de mens voor epileptische verschijnselen zou dit ook wel eens een vorm van meekoppeling kunnen zijn).

De caudate nucleus heeft dus duidelijk en filterende én regulerende functie.

Met nog een tweede ding, vaak foutief weergegeven, en daarvoor moest bovenstaande illustratie gecorrigeerd worden: de caudate nucleus eindigt in amygdala. Het centrum voor waarschuwingen van allerlei soort.

Dit lijkt duidelijk op een filter- en beoordelingssysteem. Zoals al eerder opgemerkt: de basale ganglia hebben alleen interne blokkerende verbindingen, maar die kunnen wel informatie bevatten als je het blokkeren ziet als informatie, en er signalen doorheen stuurt, omdat twee achtereenvolgende blokkeringen tezamen fungeren als één activering, wiskundig volgens het schema  -1 * -1 = +1 , en iets dergelijks in de logica en logische schakelingen uitleg of detail , en hier rechts waar blauwe pijlen blokkeren en rode activeren.

Dit geeft ook nog een reden om te vermoeden dat dit het meer primitieve systeem is, komende voor de evaluatie in het hippocampus-circuit: afhandeling van gevaar komt eerst.

Maar dit is dus net als het hippocampus-circuit een herkennings- en beoordelingssysteem. Dus ook hier de vraag: waar zit dan het geheugen zelf?

Ook weer naar analogie: iets dat lijkt op de de hippocampus volgende neocortex? Met het onmiddellijke antwoord voor iedereen die al iets wist over neurologie: de cingulate cortex, zie de afbeelding hieronder met de cingulate cortex in geel en de neocortex in groen:

Het grote verschil tussen mensen en mensapen en apen is niet de cingulate cortex, die ruwweg hetzelfde is gebleven, maar de neocortex, die bij de mens ontzettend is gegroeid. En als men schrijft "cortex" bedoelt men normaliter "neocortex", zoals in de voorlaatste illustratie.

Gepaard gaande met een belangrijk verschil in structuur: de cingulate cortex is vijflagig, de neocortex heeft er zes. Dat wil zeggen: de neocortex heeft een extra functionaliteit.

Combineer dit met ervaringen uit het dagelijkse leven waarin mensen hele reeksen van handelingen lijken te verrichten "op de automatische piloot", en het vermoeden is dat wat er in basale ganglia rondgaat en in de cingulate cortex opgeslagen wordt, combinaties van acties, gedragingen zijn, waarvoor de taal de term "scenario's" heeft, en die dus vermoedelijk datgene zijn dat opgeslagen wordt in het episodische geheugen - "episode" ook nog eens zijnde een wat zwakker synoniem van "scenario". Eenmaal op "bekend terrein" draait het systeem het bekende scenario af, zijn aandacht verleggende naar andere zaken. Het gaat bijvoorbeeld "nadenken" over het volgende dat het gaat doen. En, omgekeerd, zie bijvoorbeeld de pianospeler: als die gaat "nadenken" over wat hij met zijn middelvinger gaat doen, raakt hij hopeloos in de knoop met zijn automatismes die hij aanleert als "grepen".

Oftewel: er blijkt een groot verschil te bestaan tussen het circuit van de basale ganglia en dat van de hippocampus: het eerste wordt gestart en loopt daarna automatisch verder, het tweede kan naar willekeur onderbroken worden. Met bijbehorende ervaringen aangaande het geheugen: het is bijna tot geheel onmogelijk om je achteraf de tussenstappen van een automatisme te herinneren - het standaard-advies is: probeer het begin te vinden en loop daarna alles opnieuw af. Terwijl zaken uit het tweede circuit (relatief) makkelijk opgeroepen kunnen worden. Vandaar ook dat dat laatste heet "declaratief".

En voor dat willekeurig kunnen oproepen dient vermoedelijk die extra laag in de neocortex!

Nu blijft er nog één raadsel in de puzzel over: hoe heeft men dit kunnen missen?

Nou, dat was het dus niet, eigenlijk. Het werd alleen niet opgemerkt. Hier is nogmaals het limbische systeem:
Papex ​​circuit limbic system

Dus inclusief de cingulate cortex. En hier is het bijbehorende pad:
thalamus → cingulum (entorhinal cortex →) hippocampus, fornix → mammillary bodies → mammillothalamic tract → thalamus

Met hierin het cingulum. En hier is het cingulum:
cingulum

Dus er is een direct pad van thalamus naar cingulate cortex - dat wil zeggen: het is directer dan dat naar de hippocampus.

Dat sluit niet uit dat er ook een pad is naar de hippocampus, maar dat hoeft niet het primaire pad te zijn.

Dus het resultaat tot dusver is: er zijn twee manieren om met de realiteit om te gaan: een primaire die het doet via vaste scenario's, en eentje die de realiteit eerst analyseert in groepen van de abstractere soort. Of in dagelijkse taal: er is een methode van "handelen" en een methode van "denken". Eigenlijk allang bekend, zie bijvoorbeeld deze afbeelding (van het internet, auteur onbekend - aanzienlijk gewijzigd):

Het abstraherende gedeelte van de passend blauw-grijzig gemaakte hokjes aan de linkerkant hebben we dus al gehad als het hippocampus-systeem. Het systeem van de basale ganglia is datgene dat de gang van zaken in de bontgekleurde speelse wijze aan de rechterkant afhandelt.

Het systeem van de scenario's of het "handelende" systeem kan makkelijker dan dat van de hippocampus uitgebeeld worden. En kan ook uitstekend geïmiteerd kan worden, zelfs met puur mechanische middelen en dus nog voor de komst van de computer, met het zogenaamde "automaton" uitleg of detail uitleg of detail (onder links):
 

Zijnde een pop (of dier) die stelsels opdrachten achter elkaar afloopt, die zijn vastgelegd bijvoorbeeld op of in papier (rechts). En daarbij heel menselijk kan lijken, deze "schrijvende een boek". En dat is dus niet toevallig: ook in levende wezens dus ook de mens zitten automatismen.

De volgende illustratie laat zien hoe dat in de praktijk te werk gaat: bovenin weergegeven is de werkelijkheid; daaronder het handel-schema met eerst een reeks waarnemingstoestanden, daaraan gekoppeld triggers, die leiden naar een reeks scenario's van een vaste reeks handelingen die verder automatisch afgewerkt worden:

De groene, het uitlaten van de hond, is één van handel-schema's waaruit gekozen wordt, op afroep van externe signalen zoals dat van de hond die aan je broekspijp trekt als zijn reguliere tijdstip is aangebroken. Waarna je je vaste rondje loopt (ook de hond is heel verbaasd als je dat niet doet). En aan het einde, onderin, heb je je van je taak gekweten. Zonder het energie-verslindende van er bij na te moeten denken (of met een strofe van een liedje over het leven uitleg of detail "Wie laat wie nu uit?"). uitleg of detail

En wat dus ook meteen het nut van het bestaan van twee gescheiden systemen, met ieder hun eigen toepassingsterreinen, laat zien. Met dus vermoedelijk nog een belangrijk verschil: van ervaringen opgeslagen via de basale ganglia zijn de losse onderdelen niet als "geheugen" beschikbaar, en die via de hippocampus wel.
    Dat gescheiden zijn is ook de reden dat de patiënten met ernstige schade aan het hippocampus-circuit, in vele opzichten normaal lijken te functioneren, en bijvoorbeeld de vaardigheid van het pianospelen behouden, en kunnen uitbreiden.

Maar er is natuurlijk wel een heel groot verschil tussen het automaton en de menselijke automatismes: die laatste moeten geleerd worden. Net als voor het hippocampus-systeem, natuurlijk. Maar voor dat behandeld gaat worden, eerst nog een andere zaak: de afhandeling van noodsituaties.

Zoals de zaken nu staan, wordt dat nog steeds gedaan door de hersenstam, met zijn abrupte "aan" en "uit" neigingen. Ook daarin zouden de basale ganglia verbetering moeten brengen.

Al genoemd en belang gegeven zijn de bruggen tussen de staart van de caudate nucleus en de putamen. Deze zijn vermoedelijk een vorm van tegen- of meekoppeling. Wat dan ook: ze kunnen ook gebruikt worden om de gang van zaken te versnellen, als je aanneemt dat het doorlopen van de hele staart van de caudate de normale gang van zaken is.

Zo'n veronderstelling is alleen zinvol als ze overeenkomt met de dagelijkse ervaringen.
    En dat doet ze. Kijk maar naar uw eigen leven.
    Een bekend aspect daarvan: gedurende een noodgeval verandert de tijdsbeleving. En niet een beetje maar nogal dramatisch. Voor de tijd van de moderne instrumentatie vertrouwde men wat betreft het testen van nieuw vliegtuigen op de ervaringen van de testpiloten. "Hoe lang duurde het noodgeval?", vroegen de ingenieurs dan. En de testpiloten, sowieso al de beste en koelbloedigsten, gaven antwoord zo goed als ze konden. Zodra men het allemaal beter kon vastleggen, bleek dat ze er een factor drie en meer naast zaten. In een noodgeval draait het menselijke observatiesysteem kennelijk veel en veel sneller.

Dit kan in het model ingebouwd worden door een tweede, en dit keer ononderbouwd lijkende, aanname. Neem aan dat die informatiestroom niet continu verloopt, maar in "frames" - net als bij film (18 frames per seconde) en televisie (25 of 30 frames per seconde):

Als dat zo zou zijn, zou de menselijke geest er, net als bij film of televisie, niets van merken.

En als dat idee eenmaal is opschreven, zijn er allerlei aanwijzingen voor.

-  Daar is het technische argument: een continue stroom informatie is moeilijk te analyseren en besturen. De observatie-gegevens moet eerst geanalyseerd worden, dan gaat er signaal naar de hersenstam voor de productie van de modulerende neurotransmitters, die productie moet gestart worden, enzovoort. Bij een continue gegevensstroom lopen die beoordelingen uit de pas met de binnenkomende gegevens.

-  Daar is de pathologische onderbouwing: de meest voorkomende soort neurologische kwaal is epilepsie, in zijn diverse vormen. Epilepsie kan in normale maar ervoor gevoelige mensen worden opgewekt door snel achtereenvolgende lichtflitsen - de Britse televisie waarschuwt kijkers voor "flash photography". Natuurkundigen weten dat dat betekent dat er een soortgelijk sequentieel proces moet spelen in de hersenen (het samen oplopen ervan heet "resonantie"). Dit innerlijke proces is dus vermoedelijk het frame-proces. De frequenties waarbij het optreedt zijn in het bereik van 10 tot 30 flitsen per seconde.

-  Daar is het verschijnsel van de "dode tijd": één van de methodieken van goochelaars met bijvoorbeeld kaarten is de "vingervlugheid" zoals "palmeren": de goochelaar doet de dingen zo snel dat de toeschouwer het niet waarneemt - het gebeuren valt in een "dode tijd"- oftewel: binnen de tijdsduur van een frame.
    In de ICT speelt dit ook: ontwerpers van gebruikersbeelden bij een computerprogramma moeten de overgang van één beeld op een ander zelf vertragen (de computer doet alles zo snel dat het voor mensen instantaan is). Doet men dat niet en is het verschil in beeld niet groot, wordt het aanvankelijk niet opgemerkt. De noodzakelijke vertragingstijd, ook voor het "vloeiend" laten verlopen van zo'n overgang, is vrij precies bekend: 0,12 seconde of meer. Neem aan dat er drie beelden gebruikt worden, en de bijbehorende frequentie is 25 beelden per seconde, midden in het al genoemde bereik.

-  En reeds opgemerkt is het tijdsuitrekking fenomeen. Neem aan dat het de caudate nucleus is die de frame-frequentie bepaalt. Dan betekent een afkorting van het pad door de staart via één van zijn bruggen dat de frames elkaar sneller opvolgen. En de frame-frequentie bepaalt volkomen het tijdsgevoel, omdat er geen (andere) maatstaf voor tijd bestaat (nergens, in het hele universum niet), en het alleen afgemeten wordt aan "verandering".

Zo dat het hele proces nu wordt: de caudate nucleus filtert en analyseert de observatie-gegevens en vergelijkt die aan de hand van bekende beelden. Wanneer iets herkend wordt dat opgeslagen staat als "te vermijden", wordt het circuit "kortgesloten", de frame-frequentie gaat omhoog, en er gaat een noodsignaal naar amygdala en vandaar naar de hersenstam om het systeem in verdere staat van alarm te brengen.

Precies wat je verwacht van een systeem gericht op overleven.

Een systeem op een plaats waar je het verwacht: direct volgende op de hersenstam. En redelijk continu instelbaar in plaats van "aan" of "uit".

Het hippocampus-circuit is vermoedelijk wel gekoppeld hieraan, maar gedraagt zich, en "voelt" voor de mens, als een "onschuldige omstander en waarnemer".

Op welk punt aangekomen er nog opgemerkt kan worden dat er in het gebied van de "emotie-organen" tot nu toe weinig langs is gekomen aangaande emoties - zaken verwant met dopamine enzovoort hebben toch meer weg van reflexen. Dus voor dat het leren aan de beurt komt, eerst iets over echte emoties.

Hogere emoties

Een meer geleidelijke reactie op gebeurtenissen en het ontwikkelen van een geheugen leidt tot een veel groter aantal beschikbare gedragingen, en dus is er ruimte voor meer subtielere keuzes. En merk op: de voorgaande structuren en dus processen zijn ook al te vinden bij reptielen.

De vermoedelijk eerstvolgende stap is meer zorg voor het nageslacht. Het leggen van eitjes in een kuiltje gevolgd door een ruime hoeveelheid sperma eroverheen, zoals vissen doen, mag misschien werken voor onder water, maar op droge land met haar veel sterker wisselende omgeving is meer zorg voor het nageslacht een groot voordeel: de nieuwe generatie hoeft niet iedere keer alles opnieuw te leren, maar kan effectief gebleken gedrag overnemen van de ouders. Bij mensen heet dat "cultuur". Alweer zo'n ding waarvan iedereen dacht dat het puur menselijk was, maar, net als bijna alle soortgelijke uitspraken, gewoon dus pure "Heren van de Schepping" of "monotheïstische" of Oudtestamentische of Joodse onzin is.

Dit uitbreidende naar wijdere kring krijg je de groepsvorming en samenwerking. Dat wil zeggen: groepen voor meer dan alleen passieve bescherming middels zwermgedrag. Het leven in groepen heeft diverse voordelen die het ontstaan ervan verklaren: meer ogen dus eerder waarschuwingen voor gevaar, meer neuzen, dus eerder de geur van voedsel, enzovoort. In een verdere fase het delen van voedsel: het individu houdt beschikbaar voedsel niet meer alleen voor zichzelf, maar laat dit deels over aan een groepsgenoot die er meer mee gediend is. Zodat deze overleeft en later jou weer kan helpen, zodat de nettosom voor beiden over langere tijden positief is.

Ook dit gedrag wordt aangestuurd door neurotransmitters (de tertiaire), de twee hier behandelde zijnde oxytocine en vasopressine, beide ook werkzaam zijnde als hormoon, dat wil zeggen: in de bloedbaan.

Oxytocine  , is de eerste en bekendste van de tertiaire neurotransmitters, en aanvankelijk gedoopt tot "knuffelhormoon". Dat was omdat aangetoond werd dat het knuffelen van baby's door de moeder dit hormoon vrijmaakt. Wat vermoedelijk dus, net als bij angst en de uitspraak daarover van William James ("Je loopt niet weg omdat je bang bent, maar je bent bang omdat je wegloopt"), andersom ligt: omdat het hormoon wordt vrijgemaakt, knuffelt de moeder de baby. Iets dat dus ook zal gelden voor alle andere emotie-neurotransmitters/-hormonen.

Deze eerste eigenschap van oxytocine paste uitstekend bij het "linksig" politiek-correcte en christelijke standpunt dat "alle mensen broeders zijn en van elkaar houden". Relatief kort na de benoeming van oxytocine tot "knuffelhormoon", en op het moment schrijven (in eerste versie: 2013-2014) zeer recent, kwam er een correctie in dat oxytocine ook actief bleek bij het optreden van conflicten tussen groepen. Waarop de rationele conclusie kan worden getrokken dat oxytocine doodgewoon de neuromodulator is betrokken bij het proces van "binding tot" - moeder tot kind, voetbalsupporter tot club en supportersvereniging, enzovoort.

Oxytocine is de neurotransmitter en hormoon betrokken bij groepsvorming binnen een soort.

En het bestaan van groepen houdt automatisch het bestaan van niet-leden van de groep in. Die dus geen deel hebben aan de binding. En waarvoor dus de primitievere impulsen gelden: "onbekend" is "(potentieel) gevaar". Experimenten gericht om aan te tonen dat mensen naargeestig tegen elkaar kunnen gaan doen als je ze indeelt in zichtbaar onderscheidbare groepen, met gekleurde petjes of naar oogkleur  , gaan in feite over de werking van oxytocine.

Meer hierover beneden, in Neurologie → sociologie.

De tweede hier behandelde emotie-neurotransmitter, vasopressine  , is nauw verwant, biochemisch en qua functie, met oxytocine - het wordt ook wel "de mannelijke variant van oxytocine" genoemd. Vasopressine wordt geassocieerd met monogamie, mede naar aanleiding van onderzoek aan de prairie vole (prairie woelmuis)  , een knaagdiersoort uit Amerika, die zich onderscheidt van nauwe verwanten door monogamie. Onderzoeken hebben beide kanten op aangetoond de relatie tussen de werking van vasopressine en monogamie. Het betrokken emotie-orgaan wordt genoemd als (hoogstwaarschijnlijk) het ventral pallidum (zie boven  ).

De uitkomst van die experimenten is samen te vatten als "Er is een directe connectie tussen monogamie en een prominente rol van vasopressine". Aangezien dit deel van de hersenen een grote overeenkomst vertoont binnen alle zoogdieren, zal dat ook gelden voor de toepasbaarheid en de uitkomsten van dit soort experimenten. Ook daarover meer in Neurologie → sociologie.

Oxytocine en vasopressine gaan duidelijk nog over de meer primaire emoties waar een mens (en dier!) aan onderhevig is. In ieder geval bij de mens zijn er meer, of veel meer, en ook wat subtielere emoties. De uitgebreide behandeling daarvan neigt naar de psychologie in plaats van de neurologie, en zal hier verder overgeslagen worden. Nog even aangestipt wordt de vraag van een mogelijke één-op-één relatie: het zou een aantrekkelijke want versimpelende zaak zijn als de (basis)emoties één-op-één verbonden konden worden aan ieder hun eigen neurotransmitter. Het is vooralsnog onduidelijk of dit zo is.

Leren

Eindelijk is het punt bereikt waarop volgens weer grote groepen mensen het verschil ligt tussen mens en dier: de capaciteit tot leren. En alweer is men ook daar volledig bezijden de waarheid. Inmiddels redelijk bekend zijn de beelden van vele soorten vogels die binnen enkele generaties geleerd hebben dat, sinds men gestopt is met jagen, de menselijke omgeving meer voedsel verschaft dan de natuur, met Amsterdamse reigers voor de deur van de snackbar uitleg of detail :

In Amerika is men opnieuw gestart met het schieten van beren, omdat de beren, een generatie of twee na het stoppen ervan, hetzelfde ontdekt hebben en in de buitenwijken op speurtocht gingen in en naar vuilnisbakken. En misschien ook wat erbij loslopende huisdieren.

Dat leren moet natuurlijk gedaan worden door dezelfde structuren die het filteren en vergelijken doen, en wat betreft het analyserende deel van de emotie organen is dat de hippocampus. Maar hoe doet die dat?

Nu is zowel in de techniek als de natuur een soort structuur ontdekt die kan leren: het neurale netwerk. De definitie van een neuraal netwerk ter onderscheid met andere structuren is "een structuur bestaande uit lagen met neuronen, afgewisseld met lagen verbindingen".
    Wat onmiddellijk ook de definitie geeft van het simpelste neurale netwerk, maar die slaan we even over en gaan direct door naar het volgende niveau, omdat daar een mooi voorbeeld van is: het neurale netwerk van het oog. Hieronder een levende en een schematische versie ervan:

Het neurale netwerk van het oog doet relatief simpele dingen, zoals het omvormen van het continue beeld van de buitenwereld in contouren, lijnen, vlakken, enzovoort, oftewel: concepten. Dit om de boodschap over de beperkte hoeveelheid verbinding bestaande uit een paar zenuwen naar de hersenstam te kunnen sturen.
    Daarmee voert het een simpele vorm uit van de soort taken die ook de hippocampus vervult. Die dan ook een soortgelijke netwerkstrucuur heeft. Hier is een afbeelding ervan, dat wil zeggen van de kop ervan:
Hippocampus, intern

Dit is duidelijk ook een gelaagd netwerk, hoewel met meer lagen en in verband met zijn omvang in een compacte vorm opgerold.

Het punt van het neurale netwerk is dat het getraind kan worden, of zichzelf trainen, en dat doet het door het versterken (activeren) van sommige verbindingen, en verzwakken (inhiberen) van andere. Hoe dat precies gaat vergt te veel detail, maar één globaler ding is wel bekend en moet behandeld worden: dat trainen gebeurt in twee fasen: trainen op "false negatives" en op "false positives" uitleg of detail , oftewel "Uitvinden wat wel geldt", en "Uitvinden wat niet geldt".

Dit zijn strevingen met een tegengestelde trend: trainen op false negatives probeert zo veel mogelijk in te sluiten - het trainen op false positives probeert zo veel mogelijk uit te sluiten. Hier is een voorbeeld van de gemeten hersenactiviteit tijdens de slaap, een zogenaamde slaap-cyclus (van hier uitleg of detail ):

Met daarin de diepe slaap en REM-slaap, of slaap met Rapid Eye Movements, de tijd wanneer mensen, indien wakker gemaakt, blijken te dromen.

Van dromen is ook bekend wat hun hoofdkarakteristiek is: ze tonen onrealistische tot absurde vervormingen van de werkelijkheid. Dingen die niet gebeurd zijn.

Het heeft er er dus aan alle kanten weg van dat tijdens de slaap het neurale netwerk dat is de hippocampus getraind wordt in het goed herkennen en associëren, door achtereenvolgens werkelijke beelden en niet-bestaande beelden.

Die niet-bestaande beelden moet dan ook nog wel gemaakt worden, en dat is dus vermoedelijk ook iets dat gebeurt in de ruimte van wat heet de emotie-organen. Nogmaals die ruimte (van hier uitleg of detail ):

Op de boden van die ruimte bevindt zich, in het donkerbruin, een zeer onregelmatig gebied met een functie zo duister dat het gebied ook niet benoemd is: substantia innominata (Latijn voor "stof zonder naam") - ook hier is het, zeer toepasselijk, niet benoemd. Hier een illustratie waarin dat wel het geval was (van hier uitleg of detail ):

Dit is een (zeldzame) frontale doorsnede, ter hoogte van het basal forebrain  - zichtbaar als bovenste groene gebied de caudate nucleus, groen daaronder: putamen en daarbinnen globus pallidus. Andere en deels nieuwe dingen zijn in het geel: de septal nuclei, (een deel van het beloningscircuit), de witte bundels daarheen: de anterior commissure (de voorste bundel verbindingen tussen linker- en rechterhelft van de cortex), paars: basal nucleus region, rood: amygdala, en tenslotte in het blauw (rechts deels weggesneden): substantia innominata.

Naast deze functionele zijn er ook hier weer aanwijzingen uit de neuropathologie. Een veelvoorkomende bron van hersenkwalen zijn herseninfarcten, en voor deze functionaliteiten specifiek die aan de anterior communicating artery (ACoA). Er zijn twee effecten (van: memorylossonline.com uitleg of detail ):
  The patients that DeLuca works with confabulate because of a rupture in a tiny blood vessel in the brain called the anterior communicating artery (ACoA). The rupture of this tiny artery temporarily cuts off the normal flow of oxygenated blood to areas of the brain that are essential to the proper recall of memories. The damage caused by an ACoA rupture can vary from one person to another, both in the location and the degree of damage. And the symptoms are also diverse: the person can suffer memory impairment alone, or memory impairment accompanied by confabulation.

Het geheugenverlies laat zien dat de getroffen gebieden in de informatiestroom naar het declaratieve of conceptuele geheugen liggen:
  For reasons not entirely clear, damage to the basal forebrain can impair the ability to form lasting memories from recent experiences ...

Het basal forebrain is het gebied waar we het hier over hebben.

Dit onderzoek meldt twee verschijnselen: anterograde amnesie en confabulatie. De anterograde amnesie is hier al genoemd als aanwijzing dat behoort tot het circuit van het declaratieve of conceptuele geheugen.

Confabuleren uitleg of detail is het vertellen van verhalen over gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden, voorzien van alle mogelijke details die dus ook verzonnen  zijn. Dit is niet "liegen" of "fantaseren", want die beide veronderstellen een vorm van bewustzijn dat er iets niet-reëels verteld wordt. Bij confabulatie is ieder besef daarvan afwezig - het slachtoffer vertelt de zaken zoals ze zich daadwerkelijk aan zijn geest voordoen. oftewel: iets in de hersenen gooit de normale gang van zaken door elkaar, en verhindert de controle op de juistheid van gemaakte scenario's, en dat iets zit ook in het hippocampal circuit.

En niet alleen bij ACoA-infracten treedt het verschijnsel van confabulatie op, dat is ook het geval bij Korsakov-schade.

Oftewel: dit alles wijst erop dat er binnen de ruimte voor de emotie-organen een structuur zit die ervaringen verhakselt en op andere manieren vervormt. Een structuur die dus vermoedelijk bedoeld is voor gebruik tijdens de slaap, maar door diverse vormen van beschadiging binnen die ruimte ook tijdens het waken actief kan worden. Waarbij de evaluatie via de hippocampus dan geheel of gedeeltelijk uitgeschakeld is.

Dit soort neuropathologische storingen komen er in meer varianten. Het kan ook zijn dat het controle-mechanisme nog wel actief is, terwijl er toch in het systeem sterk vervormde scenario's uit de verhakselmodule binnenkomen. Deze mensen moeten bijzonder eigenaardige gewaarwordingen krijgen. Die voor hen op dat moment even reëel zijn als daadwerkelijke gewaarwordingen, omdat daadwerkelijke gewaarwordingen ook niets meer zijn dan stromen informatie in het brein. Dit komt overeen met de bekende verschijnselen van psychose en schizofrenie.

Hiermee staat wel min-of-meer vast dat de hippocampus twee hoofdfuncties heeft: filteren en analyseren overdag, en getrained worden 's nachts. Dat zijn twee verschillende informatiestromen en bijbehorende paden bijvoorbeeld van en naar geheugen. Dan zou op zijn minst een flink deel van de structuren rond de hippocampus, dat wil zeggen: binnen de ruimte van de emotie-organen, gewijd zijn aan het omschakelen van deze paden.

Conclusie van deze sectie: net als de eerste laag van structuren in het gebied van de emotie-organen, heeft ook dit weinig met emoties in de dagelijkse-leven zin te maken. Alles wijst erop dat tijdens de slaap de hippocampus getraind wordt, en dit mogelijk maken de tweede hoofdfunctie is, naast het vormen van geheugen en herkenning, van de onderdelen in de ruimte benoemd als die van de emotie-organen.

Inbouw

De emotie-organen bestaan dus uit (minstens) twee hoofdsecties: de basale ganglia die de dagelijkse routines afhandelen, en het hippocampus-circuit dat het analyseren doet. Komende bovenop de bekende structuren van ruggemerg plus hersenstam en cortex.

Al die zaken moeten natuurlijk soepel samenwerken, om een evolutionaire vooruitgang te betekenen. Net zoals de betere technicus doet de natuur dat niet volgens het schema systeem 1 vertelt 2 en die 3 enzovoort, maar in een combinatie van terugkoppellussen, vormende een gezamenlijk evenwicht. De emotie-organen vertellen normaliter de hersenstam wat ze moet doen, en die rapporteert terug als het klaar is, maar als er sprake is van een noodsituatie, sluit de hersenstam de emotie-organen buiten en handelt direct. Enzovoort.

Hieronder een illustratie die hoort bij een uitleg van wat er misgaat als iemand lijdt aan de ziekte van Parkinson (origineel van hier uitleg of detail uitleg of detail (daar vervangen) - ontwikkeling hier uitleg of detail ):

De samenwerking die begint met het voornemen tot bewegen van zeg een arm begint in de cortex, en gaat middels een veelvoud van terugkoppellussen (Engels: feedback loops) naar de andere structuren die gezamenlijk de uitkomst bepalen - rode pijlen zijn de activerende verbindingen, blauw de inhiberende. Het gaat om de paarse pijl die staat voor het dopamine door de substantia nigra compacta (SNc) afgegeven aan het striatum waardoor het SNc de lus aanzet tot meer activiteit - moduleert. Niet in deze tekening weergegeven maar vermoedelijk wel een rol spelende is ook de remmende modulerende neurotransmitter: acetylcholine.

Iedereen kent het belangrijkste verschijnsel van Parkinson: trillende handen en dergelijke. En iedere (regel-)technicus weet wat de oorzaak is van oscillaties of trillingen: verstoring van een evenwicht geregeld door een terugkoppelcircuit. Wat er misgaat bij Parkinson is een verlies van de capaciteit tot het produceren van (voldoende) dopamine, met als gevolg dat de getoonde terugkoppellussen gaan oscilleren. Hier de bijbehorende afbeelding met een meer realistische weergave van het circuit (van hier uitleg of detail ):

Zichtbaar gemaakt zijn beide hersenhelften, met aan de linkerkant de normale situatie van een gezond persoon als alles redelijk in evenwicht is. De rechter komt overeen met een tekort aan dopamine, leidende tot een onderstimulering van één deel van het circuit, wat weer leidt tot een overstimulering van een ander deel. Tenslotte leidende tot de fysiologische verschijnselen van de ziekte van Parkinson: trillingen in de beweging.

Ontbrekend in al dit soort schema's en bijbehorende teksten is het onderscheid tussen hoofdstroom en besturing, zie het archetypische voorbeeld van de regeling van een stoommachine (van hier uitleg of detail ):
Terugkoppleing

De hoofdstroom is de energie zittende in de stoom komende uit de boiler via de cilinder ("engine") gaande naar het vliegwiel met een dikke stang - de besturing gaat over een dunne snaar naar de "governor" die het toerental bepaalt en bijregelt via een dun stangetje aan een klep ("steam valve") in de stoomleiding.
    Al deze onderdelen zitten ook in iedere loop van de hersenwerking - zonder begrip van hoofdstroom en bijsturing is dit volkomen onoverzichtelijk. Een groot deel van de onderdelen in "emotie-organen" heeft "besturing"- alleen is onbekend welke dat zijn en welke wat doet. Ze kunnen dus voor een deel herkend worden aan hun "omvang".

Het geval van de ziekte van Parkinson ligt duidelijk binnen het episodische systeem. Dat kan gebruikt worden als aanzet voor een schema van het episodische systeem, met de volledige terugkoppeling zoals noodzakelijk voor het leren, dat wil zeggen: met de neurotransmitter-aansturende systemen: nucleus accumbens en amygdala - en met de tegenpool van dopamine: acetylcholine:
Episodic memory system of basal ganglia

De verbindingen van amygdala (Amy) en nucleus accumbens (NAcc) naar de hersenstam zijn hun functionele kleur gegeven (die van de bijbehorende neurotransmitters), maar zijn in feite gewone activerende (glutamaat dus rode) verbindingen die de synthetiserende kernen in de hersenstam (substantia nigra en pontopendicular nucleus of PPN) aansturen. De paarse staan voor dopamine, de "positieve" en zijn overgenomen uit het terugkoppelschema. Toegevoegd zijn de corresponderende "negatieve" (in lichtblauw) van acetylcholine. Niet weergegeven zijn de aan de andere modulerende verbindingen parellel lopende verbindingen vanuit de hersenstam omhoog van noradrenaline en serotonine, de "aanjager" en "tot rust brenger" (in de hersenstam: locus coeruleus en raphe nuclei). Het leidt geen twijfel dat die een minstens even belangrijke rol spelen.

De clou van de globale opbouw van het totale brein is dat het verbindingssysteem tussen de drie lagen wordt gebouwd met primaire neurotransmitters, zodat zowel emotie-organen als cortex direct kunnen aansturen met modulerende neurotransmitters, en ook de hersenstam de zaak, in geval van nood, de zaak kan overnemen door de signalen van die kant te blokkeren. Fysiek ziet dat er zo uit wat (een vertikaal (en voor/achter-) aanzicht met onderin de hersenstam (Gray 764):
Gray 764

De grijze bolletjes bovenin zijn de thalamussen en de grijze driehoeken ernaast een deel van de putamen en omgeving. De getekende verbindingen zijn die van ruggemerg direct naar het motorische deel van de cortex, en via de hersenstam naar de cortex. De ook bestaande naar cerebellum, thalamus, enzovoort zijn weggelaten.

Dit is dus vermoedelijk de manier waarop de meeste communicatie en samenwerking tussen de drie hoofdonderdelen van de hersenen verloopt, met voor ieder van de specifieke functionaliteiten specifieke onderdelen uit de drie lagen geselecteerd. Het meest essentieel voor de bewust denkende mens is vermoedelijk de manier waarop de toestand van met name het analyse- en filterproces van het hippocampal complex het beeld van de werkelijkheid in het bewustzijn beïnvloedt en bepaalt, en, als hoopvolle mogelijkheid: andersom.

Het voorgaande is in feite een zeer beperkte hoeveelheid informatie, al dan niet correct, staande tegenover eindeloos veel onbekends. Eén klein deeltje daarvan wordt nog apart genoemd: de structuren langs de breedte-as, hier in de eerder gebruikte afbeelding Gray 717:
Gray 717

Van thalamus gaande naar buiten krijg je eerst de globus pallidus en dan de putamen. Vervolgens een relatief nauw kanaal van witte stof (axonen) gevuld met een dun laagje grijze stof genaamd claustrum - letterlijk: "kloostergang". En meteen daarna een sterk uitstekend deel van de cortex: de insula - letterlijk "eiland". Er worden vele opmerkingen gemaakt over deze constructie en het belang van bijvoorbeeld het claustrum. Er zou het bewustzijn kunnen zetelen. Maar dat heeft de status van speculaties.

Afronding

Hier is gepoogd enige orde te scheppen in het totaal van de beschrijvingen in de neurologische wetenschap, dat toch in vrij ruime mate een rommeltje is. Het centraal uitgangspunt was de evolutionaire benadering  , aangevuld met wat het meest logisch lijkt vanuit het oogpunt van het organiseren van een complexe structuur zoals dat nu door de mens zelf in de techniek gebeurt  .

De belangrijkste les uit de evolutie dienaangaande is dat ze gewoonlijk voortbouwt op bestaande structuren, omdat het bestaan van die structuren, op langere termijn, bewijst dat ze functioneren. En de natuur selecteert van de mogelijke nieuwe structuren voor nieuwe functionaliteiten weer diegene die zo goed mogelijk functioneert. Zo ontstaan ketens van functionaliteiten waarvan de serie ruggemerg hersenstam emotie-organen een voorbeeld is.
    Merk op dat dit beslist niet de meest optimale oplossing hoeft te zijn - door iets van begin tot eind te ontwerpen, kan een beter functionerend geheel mogelijk zijn. Maar de natuur kan niet van begin tot eind ontwerpen omdat de natuur niet ontwerpt. De natuur heeft niet het wiel uitgevonden, veruit de meest efficiënte vorm van voortbeweging, want een wiel vergt ontwerp.

Natuurlijk kunnen er ook andere verklaringen zijn dan het in dit artikel geschetste model. Het uitgangspunt van die andere verklaringen moet dan wel leiden tot minstens net zo veel samenhang tussen de diverse bekende waargenomen fenomenen als het hier geschetste model.

De hier beschreven werking van het neurologische systeem heeft verregaande weerslag op het menselijke gedrag. De rest van deze website, voor het overgrote deel eerder geschreven dan het bovenstaande, bevat al heel veel van die gevolgen. De verbinding daarmee is gegeven in de beschrijving van uitwassen van het abstractiessysteem van hippocampus enzovoort, hier  . Onderstaand, voor de continue leesbaarheid, een samenvatting van die gevolgen.

Neurologie → taal

Van de aanverwante velden die beïnvloed worden door de neurologie is er eentje al vaak genoemd: dat van de linguïstiek. De naam alleen al van "declaratief geheugen" oftewel "uitgesproken geheugen" zegt dat het alles met taaluitingen te maken heeft. Taal is zeer verweven met denken, of zoals opgevangen van een kind: "Denken, dat is praten in je hoofd". Misschien wel niet helemaal, maar waar in vele opzichten.

Hoewel het onderzoek dat het proces van abstraheren ontdekte gebruik maakte van afbeeldingen, is er geen enkele reden om te denken dat het bij het herkennen van taal anders in zijn werk gaat. Niet alleen het geheugen is "declaratief", maar het hele proces. Zoals blijkt uit de eindeloze stroom woorden die degenen die denken dat ze goed zijn in "begrijpen" en "denken" demonstreert.

Dat laatste, en vooral het misbruik eran, is niet geheel onopgemerkt gebleven, bijvoorbeeld aangaande het gebruik van woorden om andere mensen te misleiden. Zo heeft George Orwell het aangekaart in zijn boeken, maar er ook een serieuze verhandeling over geschreven  .

De meest omvattende verhandeling hierover komt echter van de al genoemde linguist Alfred Korzybski  , die zijn werk "algemene semantiek"  doopte. Lang voor de ontdekking van de relaties tussen hippocampus en abstracties, begon hij met het beschrijven van de laatste met wat hij noemde de "structural differential", wat in feite een model was van hoe mensen abstracties maken vanuit hun waarnemingservaringen. Later werd dit door een andere linguïst, S.I. Hayakawa, enigszins versimpeld tot de al getoonde "abstractieladder",  de stapeling van abstracties:

In welke vorm het de laatste decennia in Amerika enige bekendheid heeft gekregen vooral op het veld van opleiding in "kreatief schrijven".

Natuurlijk is wat hier is uitgebeeld, precies wat er ontdekt werd met het "Jennifer Aniston"-neuron.

Vanuit dit punt had men ook terug kunnen werken naar de neurologie erachter, hetgeen ook precies is wat Korzybski probeerde in zijn hoofdwerk Science and Sanity, maar niet ver mee kon komen door de gebrekkige neurologische kennis van die tijd (hij probeerde te werken met losse neuronen als schakelaar). Een nieuwe poging is gedaan hier  , waar met name blijkt dat bij het leren van abstracties, net als bij alle andere leren, dopamine vrijkomt, hetgeen het proces gevoelig maakt voor verslaving. Het blijkt dat de fouten in taal en menswetenschappen die Korzybski en Hayakawa wilden bestrijden, voor een groot deel toe te schrijven zijn aan het verschijnsel van verslaving aan hogere abstracties.

Neurologie → psychologie

Net zoals veel sociologisch gedrag verklaard kan worden vanuit psychologische processen, kan veel psychologisch gedrag dat worden vanuit neurologische - iets dat je dan neuro-psychologie zou kunnen noemen. Dus ook uit het voorgaande.

Het allereerste is iets dat iedereen uit de dagelijkse praktijk ook wel had kunnen afleiden: dat er twee manieren zijn om de werkelijkheid te beoordelen: de "dagelijkse", "directe waarneembare", "gezond verstand", "intuïtieve", "holistische" en misschien ook wel mystieke manier die met complete reeksen gebeurtenissen werkt, en de analytische die eerst de werkelijkheid in concepten uit elkaar haalt. Waarbij beide merites moeten hebben, anders had de natuur niet dit dubbele systeem ontwikkeld. Met dit als, reeds gebruikte, illustratie:


Waarin het abstracte deel enigzins boven het dagelijkse is getild (tenslotte heeft het bewezen extra waarde), enigszins oplopend naar steeds abstracter oftewel naar links (hoe algemener een regel, des te groter de voorspellende waarde), en het aantal hokjes kleiner en de omvang groter (want meer omvattend) gemaakt overeenkomend met de abstractieladder.

Natuurlijk hebben beide systemen hun eigen waarde, anders zou één ervan allang verdwenen zijn. Die (relatieve) waarde verschilt over het algemeen in verschillende omstandigheden, waarbij de natuur heel vaak de 80-20 regel hanteert: 80 procent van de mezen is van de voorzichtige soort, die overleeft in tijden van veel katten, en 20 procent van de brutale, die overleeft in tijden van schaarste. Bij mensen is 80 procent (of zoiets) van de "voornamelijk handelende, procedurele en intuïtieve" soort, en 20 procent van de "voornamelijk analytische" soort. In de omgangstaal af te korten tot "alfa's" en "bèta's" (officieel heb je ook nog gamma's, maar die blijken in de praktijk vrijwel volledig op de alfa-manier te denken).

Met voor iedereen die het wil zien duidelijk: de alfa's zorgen voor de "zang en dans" en dat de wereld blijft draaien (beweren mensen zoals politici, dat laatste), en de bèta's zorgen voor de vooruitgang (als je wetenschap en techniek ziet als vooruitgang).

Dit verschil is op deze website al eerder geconstateerd en beschreven als alfa- en bèta-denken  .

Een ander op vele plaatsen geconstateerd psychologisch fenomeen is dat mensen aan verlies meer belang hechten dan aan winst, en soortgelijke zaken. Dit is een afgeleide van het feit dat de amygdala eerder in de beoordelingscyclus zit dan de nucleus accumbens (en septal nuclei). Wat een weerslag is van het evolutionaire feit dat gevaar belangrijker is dan genot.

Naast deze direct vertaalbare neuro-psychologische begrippen, zijn er in de psychologische bovenbouw vele nieuwe interacties mogelijk met bijbehorende nieuwe begrippen  - wat natuurkundigen noem een "faseovergang"  . Daarover meer vanaf de bijpassende verzameling Psychologische begrippen  .

Neurologie → psycho-sociologie

De volgende stap is die naar de sociologie, dat wil zeggen: in eerste instantie die begrippen die direct vertaalbaar zijn van psychologie naar sociologie als je begint met één individu en dan een grote groep neemt. In dit geval is er al een naam voor, de "sociaal-psychologie", maar wat consequenter "psycho-sociologie" zou zijn. Neem je ook nog alleen die psychologische begrippen die stammen van de neurologie, dan krijg je "neuro-psycho-sociologie".

Het belangrijkste geval daarvan is al langsgekomen, want dat is nog steeds de taal. Taal is zinloos zonder groep, en is dus groepsinteractie. Nu hebben dieren ook een "taal", te beginnen met gebarentaal (de manier waarop zwermgedrag van bijvoorbeeld vogels ontstaat), maar in dit geval lijkt de menselijke taal toch een bijzonder grote extra stap te doen, en dat is dat ze ook de begrippen uit het abstraherende deel van het brein kan communiceren.

De essentie daarvan is deze: iedere individu, met zijn eigen neurologische opbouw en zijn eigen overige kenmerken, bouwt een eigen kaart van de wereld - het begin van het verhaal over de abstractieladder, zie rechts. Met dus ieder zijn eigen hiaten en onzorgvuldigheden.

Taal in de menselijke zin faciliteert het communiceren over elkaars kaart van de wereld, met de mogelijkheid om wederzijdse hiaten aan te vullen en onjuistheden te verbeteren.

Dit staat in een aparte alinea omdat het belang ervan niet genoeg benadrukt kan worden. Het betekent dat een belangrijke toevoeging aan die kaart, uitgevonden door een enkeling, met allen die dezelfde taal spreken gedeeld kan worden.

Dus waar in ieder individu apart de kaart tot stand komt door een proces van leren van de eigen ervaringen, oftewel: wat werkt wordt versterkt en wat niet werkt wordt verzwakt, biedt taal een extra correctie daarop.

Oftewel in systeemtechnische taal: de kaart komt tot stand door terugkoppelcirkels tijdens het trainen van de hippocampus, en taal biedt een extra terugkoppeling daarop.

Nu staat in het voorgaande telkens "terugkoppeling" uitleg of detail , wat in principe een algemene term is voor zowel "tegenkoppeling"als "meekoppeling". Het "tegen" in de eerste versie staat voor: "tegen de afwijking van het evenwicht in", dat wil zeggen: wat je doet om een rechte koers te varen, en het tweede met de afwijking mee, oftewel: in steeds nauwere cirkels te gaan varen (de vakterm voor de theorie van de terugkoppeling is "cybernetica" oftewel "stuurmanskunst").
    Hoe het proces van "met de afwijking mee sturen" tot stand komt staat beschreven hier uitleg of detail , leidende tot "cognitieve dementie".

Het middels taal elkaar corrigeren op de wederzijdse wereldkaart is dus tegenkoppeling, met als tegenpool het versterken van elkaars afwijkingen van de kaart, wat is meekoppeling.

Daar waar al verklapt is wat het voornaamste product is van terugkoppeling op elkaars wereldkaart, namelijk wetenschap en techniek, is het niet moeilijk raden wat het quivalent in de maatschappij is van "het versterken van elkaars afwijkingen van de wereldkaart": religie. Of meer in het algemeen: ideologie.

"Ideologie" is, zoals de term als zegt: het aanhangen van ideeën. Nu doet dat iedereen die zijn analytische deel van de hersenen gebruikt, want "ideeën" zijn natuurlijk ook abstracties. Daar waar de term gebruikt wordt, doelt men dus op nadrukkelijk, overdadig of dwangmatig gebruik (afhankelijk van de ernst) van ideeën of abstracties.

Ook dit is weer allemaal pure neurologie. Het gebruik van abstracties is voordelig want stelt in staat tot betere voorspellingen (vis X is "roofvis"  dus "gevaarlijk" dus "wegwezen"). Dus het vinden van abstracties (bij het leren) moet versterkt worden, en "versterkt worden" in de neurologie betekent: er komt dopamine bij vrij. Afgekort: bij het vinden van abstracties komt dopamine vrij, en natuurlijk: hoe hoger de abstractie, hoe meer dopamine.

En daar staat het reeds. In het individu zorgt de dopamine in de leercirkels voor het aanleren van de abstracties. In het geval van extra terugkoppeling via taal leidt dat dus net zo makkelijk tot meekoppeling, zoals bij het toedienen van heroïne: er komt bij nog hogere abstracties en nog nadrukkelijker abstraheren nog meer dopamine vrij. Marietje ziet "Een wezen met vleugels op zijn rug en een halo boven zijn hoofd", en Marietje krijgt de (verbale geuite!) bewondering van de groep om haar heen (= extra dopamine). Gevolg: Marietje ziet nog meer van zulke wezens en Pietje nu ook. Met inmiddels volledig voorbijgaan aan de werkelijkheid.
    Neem bijvoorbeeld deze werkelijkheid:
Moskee tsunami 

Dit is de aanblik van Atjeh na de tsunami van 2004, waarbij alles verwoest is op één ding na: een gebouw gewijd aan het idee van de "De Machtige en Goedertierige Allah".
    Stel nu dat iemand op die foto wijst en zegt: "Die verwoesting laat zien dat het idee van 'De Machtige en Goedertierige Allah' niet overeenkomt met de werkelijkheid". Zoals een moeder zegt tegen een kind dat net een blauwe auto met ladder heeft benoemd als "Brandweerauto!": "Nee, dat is geen brandweerauto, brandweerauto's zijn rood".

Waarna in het brein van het kind de hippocampus wordt aangepast zodanig dat aan het concept "brandweerauto" het concept "rood" wordt gekoppeld.

In het brein van de ideoloog is alles wat niet deel uitmaakt van de ideologie losgekoppeld van de waarnemingsketen. Zoals in meer detail uitgelegd in Abstractieladder, kort . In de hippocampus van mensen die religie aanhangen zit een aanpassing aan concept "Er is een Machtige en Goedertierige Allah/God/Jahweh en die is altijd juist ongeacht welke andere factoren dan ook".

Het is dus niet "Religie is opium van het volk", het is: "Religie is dopamine van het volk" - met voor het hoger opgeleide deel van het volk: "Ideologie is dopamine van de elite".
    Met bijna alle bijbehorende verschijnselen, zoals het vrijwel onmogelijk er van af komen. Voor religie en een bovengemiddeld intelligent individu in een daartoe tolerante sociale omgeving kost het afkomen van religie gemiddeld rond de vijf jaar  . Het veranderen van de hele sociale omgeving duurde in Noordwest-Europa rond de`1000 jaar (500 tot 1500 AD) aan tevergeefs de relatie met de werkelijkheid ervan zien ("Bestaat God?"), plus 500 jaar om er als meerderheidsstandpunt vanaf te komen.

Dat was de dopamine. Een andere "verslaving" die op optreedt bij beelden en concepten die declaratieve wijze overgebracht kan worden, is die van adrenaline. Adrenaline wordt vrijgemaakt tezamen met het opjagen van het hele neurosysteem tot hogere snelheden van verwerking, en daardoor tot meer en scherpere waarneming. Dat is bedoeld voor hogere waakzaamheid en snellere reacties, maar verandert en "verbetert" dus ook de hele perceptie van de wereld. Dat heeft dus ook "aangename" want positief gewaardeerde bijeffecten. Het opzoeken van spannende situaties (bergbeklimmen, skydiven, enzovoort) is dus doodgewoon een stimulans van dit proces. Hetzelfde geldt voor passieve opname dit soort beleving via beelden (griezelfilms) en boeken (thrillers). Allemaal simpel: adrenalineverslaving.

En sommige drugs zijn extra verslavend. Dat zijn die drugs die zowel het dopamine- als adrenaline-gehalte stimuleren.

Conclusie van deze sectie: het kunnen gebruiken van taal is een fantastische "uitvinding" van de natuur, want het maakt het mogelijk dat een kleine minderheidsgroep, die 20 en minder procent van de mensheid die het analytische deel an het brein wat meer gebruikt (weet uw wel: de bèta's van de wetenschap en techniek), de vooruitgang van de wereld kan bepalen, zelfs daar waar de alfa's de macht hebben. En dat konden ze omdat het communiceren via taal ook buiten de maatschappelijke macht om kan - de moderne wetenschap heeft kunnen ontstaan omdat men, via taal, met elkaar kon communiceren buiten macht en tegenwoordig media om. Het internet is fysiek ontstaan als communicatiemiddel voor natuurkundigen (het ARPANET uitleg of detail ), en de gebruiksvriendelijke versie het world wide web idem uitleg of detail .
    De reguliere media en de elite, beheerst door de alfa's, zijn dan ook universeel vijandig ten opzichte van het internet als informatiemiddel uitleg of detail , omdat daar hun politiek-correcte censuur wordt doorbroken uitleg of detail .

De uitvinding van de taal is dus fantastisch, maar heeft dus ook best wel grote en in ieder geval erg diepe valkuilen.

Neurologie → sociologie

De voorgaande zaken hebben effecten op het menselijke sociologische gedrag via de tussenstap van het individu. Het derde aspect van het boven beschrevene slaat direct op de sociologie, namelijk daar waar het gaat over de hogere emoties en de groepsvorming. oftewel: de werking van oxytocine en vasopressine.

Het bestaan van groepen houdt logischerwijs in het bestaan van "leden van de groep". Het houdt even logischerwijs in het bestaan van "niet-leden van de groep". Indien geformuleerd in actieve termen, is het eerste "het binden van leden aan de groep". En het tweede" het afstoten van niet-leden uit de groep". Zoals ook hier al vaak gebleken: de natuur werkt bijna altijd met twee kanten.
    Het tweede komt ook eenvoudig tot stand: een niet-lid is onbekend, en onbekend is "potentieel gevaar". Experimenten tonen aan dat als je mensen indeelt in zichtbaar onderscheidbare groepen, met gekleurde petjes of naar oogkleur  , ze razendsnel "afstotend" gedrag naar elkaar kunnen ontwikkelen.

De groepsaantrekking is de werking van oxytocine. De buiten-groeps afstoting evenzeer.

Dus dit stukje neuro-sociologie leert twee dingen. Ten eerste: theorieën als zou de mens zijn een "(puur) individueel wezen" of terminologie van gelijke strekking, zijn onzin.

Ten tweede: theorieën als zouden "alle mensen zijn broeders van elkaar", of terminologie van gelijke strekking, zijn evenzeer onzin.

Niettemin is in de praktische maatschappij de eerste theorie uiterst populair, onder diverse namen en de laatste decennia van  jaren 2000 en de eerste van de jaren 2100 onder die van "neoliberalisme".

Ook is in grote delen van de westerse wereld de tweede theorie uiterst populair, met twee hoofdgroepen: de aanhangers van het christendom, en de aanhangers van het "multiculturalisme" en "De Gelijkheid der Culturen".

Een zaak die ook slaat op de sociale toepassing van vasopressine. Bij woelratten is er dus een relatie gebleken tussen de hoeveelheid vasopressine en monogaam gedrag bij diverse ondersoorten. Ook bij de soort homo sapiens zijn er, net als voor alle andere menselijke eigenschappen, duidelijke verschillen tussen etnieën aangaande monogamie - met één van de zwakst scorende die van de creolen  . Deze ervaringen met de soort homo sapiens laten ook de overeenkomst zie tussen oxytocine en vasopresssine zien, omdat bij de groepen waar vasopressine minder actief lijkt, ook de groepsbinding en dus de oxytocine minder lijkt te werken  .

De ontkenning van het bestaan van direct waarneembare feiten als deze ten faveure van abstracties genoemd "ideeën", en de sterkte van de aanhang van de groepen die eraan lijden, komt dus allemaal door dat o zo bekende proces: dat van verslaving. In dit geval de verslaving aan de dopamine vrijkomende bij het abstraheren en het vinden van abstracties.

De leden van de beide groepen vertonen ook precies hetzelfde soort gedrag als verslaafden: bewijzen van de ineffectiviteit van hun opvattingen worden niet als zodanig gezien. Ze versterken elkaars van de realiteit afwijkende opvattingen. En de afwijkingen van de realiteit worden steeds erger - verslaving is een inwaards draaiende spiraal, in alle vormen, dus ook deze. In een al ernstig tussenstadium lijden deze mensen aan "cognitieve dementie" , de seculiere vorm van de religieuze "Tsunami oftewel God verwoest Atjeh"-ontkenning. Ze ontkennen bijvoorbeeld dat mensen uit slecht-functionerende culturen als groep slecht-functionerende mensen zijn. Met als generieke uitingsvorm: "Intolerantie, hoofddoek, vrouwenonderdrukking, besnijdenis, sharia, kalifaat, enzovoort, zijn niet zo erg. En eerwraak is vanuit de groep best wel begrijpelijk".
    Alle politiek-correcte columnisten en commentatoren en bijna de hele rest van de media zitten in dit stadium.
    Het stadium van cognitieve dementie noemt men ook het ook wel "politieke-correctheid".
    Voor een lijst van lijders eraan, zie hier uitleg of detail .
    In het eindstadium zijn de opvattingen van dit soort mensen van het niveau "cognitief psychopathisch". Mensen zoals bijvoorbeeld Arnon Grunberg uitleg of detail , Peter Middendorp uitleg of detail , en Francisco van Jole uitleg of detail hebben psychopatische opvattingen van de soort "Aanslagplegende moslims zijn geen moslims" erin resulterende dat de aanslagplegers gewoon door kunnen gaan. Het niveau: "Ik ben Napoleon", maar dan kwaadaardig. Nog wat meer van dit soort lieden en hun uitspraken zijn te vinden hier uitleg of detail .

Maar hun invloed op de maatschappij, net als die van religie, is dusdanig groot, dat bijvoorbeeld "De Gelijkheid der Culturen" bijna universeel als een algemeen leidend beginsel wordt gezien, en iedereen die iets zegt dat daar afbreuk aan doet, is bij de cognitief-dementerenden een "RACIST!!!", "FASCIST!!!", "NEONAZI!!!" enzovoort , gevolgd bij de psychopaten door "HITLER!!!", "HOLOCAUST!!!", en "ANNE FRANK!!!".

Voor een lijst van andere door hen geuite absurditeiten, zie hier uitleg of detail .

Vervolg

Het natuurlijke vervolg op deze beschrijving van de emotie-organen (en met de hersenstam  al gedaan) is de beschrijving van de cortex en de processen die daarin plaatsvinden, zie hier  .

Eén van de vervolgen van de beschrijving van het bestaan van twee paden van verwerking van de werkelijkheid, en het gebruik van abstracte concepten middels taal, is het leren omgaan met deze stand van zaken, als eerste in de taal. Dat begint in zijn volledigheid vanaf hier  , met een korte beschrijving van het centrale element: de reeksen van concepten oftewel de abstractieladder hier   .


Naar Neurologie, organisatie  , of site home  ·.

3 apr.2012; 8 okt.2014; 9 jul.2016; 14 jul.2016; 27 aug.2016; 27 okt.2017; 11 nov.2017; 26 jan.2018



Gray 717

Wat belangrijke en van onbekende naamgeving voorziene structuren. In volgorde van onder naar boven qua locatie en qua functionaliteit.

Pons - middenstuk van de hersenstam. Ter plekke liggen verbindingen naar kleine hersenen of cerebellum (niet weergegeven), genaamd lower, middle and upper peduncle. Verbindingen naar boven heten verderop "internal capsule".
Substantia nigra - bovenkant van de hersenstam (tegmentum). Bron van dopamine. Heeft veel verbindingen naar boven.
Red nucleus (rode kern) - bovenkant van de hersenstam - coördinatie van beweging (?). Met (?).
Nucleus of Luys - gewoonlijk genoemd "subthalamische kern" (STN). Direct onder thalamus.
Thalamus - het verzamel- en coördinatie-orgaan tussen hersenstam en emotie-organen en cortex.
Lentiform nucleus - of lensvormige kern: combinatie van globus pallidus en putamen, als tegenhanger van de caudate nucleus of staartvormige kern.
Hippocampus - centrale structuur in geheugenproces. Loopt over in dentate gyrus en dan verder in parahippocampal gyrus (de volgende lus, niet benoemd) en de rest van de cortex.
Tænia hippocampi - oude naam voor fimbria, aanloopstuk naar de fornix. Verbindingen van (naar?) hippocampus.
Claustrum - gebied van grijze stof (neuron-kernen) met onbekende functie. Qua locatie direct verwant aan putamen en insula, een duidelijk afgescheiden en basaal deel van de cortex. Merk op dat de natuur geen lange verbindingen gaat leggen als het met korte afkan (het verzenden van elektro-chemisch impulsen langs axon-uitgangen kost energie). De cortex-delen tussen hippocampus en insula verwerken met name de signalen van het oog-systeem (aldaar ligt de "optic radiation").