Bronnen bij Neurologie, neurotransmitters: oxytocine

Oxytocine is een tertiaire neurotransmitter, komende na de primaire of schakelende (glutamaat, GABA) al aanwezig in het ruggemerg, en de secundaire (dopamine enzovoort) die de werking van de eerste moduleren, komende van de hersenstam. De tertiaire neurotransmitters, opgewekt in de emotie-organen, hebben dus een functie op nog hogere niveaus van organisatie en integratie. De tertiaire neurotranmsitters staan al redelijk dicht bij het niveau waarop men spreekt van "menselijk gedrag", de psychologie, zij het de meer dierlijke aspecten ervan, want de emotie-organen en bijbehorende neurotransmitters deelt de mens bijvoorbeeld met alle zoogdieren.

Op deze website is oxytocine dan ook eerder geïntroduceerd vanuit de kant van de psychologie, als eerste stof waarvan de invloed op bijna directe manier merkbaar was. In een tijd waarin de uitlopers van de ideologie van "De menselijke ziel is uniek streep goddelijk en onanalyseerbaar" nog duidelijk voelbaar was. Ten behoeve van deze achtergrond zijn de erdere "psychologische" artikelen deels gereproduceerd, gevolgd door latere ontwikkelingen.

Het eerste artikel gebruikt nog de oude onderzoeksmethode: de effecten van extreme omstandigheden (de Volkskrant, 26-11-2005, door Simone de Schipper):
  Opvoeding | Onderzoek aan weeskinderen toont aan dat koestering van baby's belangrijk voor de ontwikkeling van bindingshormonen

Gebrek aan liefde tekent de hersenen van het weeskind

Geadopteerde Roemeense weeskinderen hechten zich gemiddeld minder snel en voelen zich vaker angstig dan kinderen die opgevoed worden door hun natuurlijke ouders. De sporen van verwaarlozing blijven in het brein nog lang aanwezig.


Vitamine L wordt het op afdelingen neonatologie wel genoemd; de liefde, aandacht en aanraking die voor couveusekindjes even onmisbaar blijken als het infuus en de warmtelamp. Voor de lichamelijke groei, maar ook voor de emotionele ontwikkeling en de bijbehorende hersensystemen wordt koestering tegenwoordig essentieel geacht. Bewijzen is echter moeilijk, want zie aanleg en opvoeding maar eens afzonderlijk te beschouwen.
    De twee zijn wél afzonderlijk opgetreden in het jonge leven van voorheen verwaarloosde kinderen, beseften de psychologen Seth Pollak en Alison Wismer Fries van de Universiteit van Wisconsin in Madison. Zij onderzochten achttien kinderen die de eerste zes maanden tot drieëneenhalf jaar na hun geboorte leefden in een Roemeens weeshuis - een van die instellingen die de wereld schokten, toen na de dood van dictator Ceaucescu bleek wat zich achter de deuren afspeelde. Kinderen lagen vastgebonden en in hun eigen uitwerpselen te wachten op basale verzorging die zelden kwam. Velen overleefden de tehuizen niet.
    De achttien onderzochte kinderen, inmiddels vier jaar, zijn nu geruime tijd opgenomen in een zorgzaam Amerikaans gezin. Ook al herinneren de meeste kinderen zich niets van het weeshuis, die periode heeft wel zijn sporen getrokken in hun hersenen, schrijven de onderzoekers deze week in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.    ...
    Van het bindingshormoon oxytocine was het basisniveau niet anders, wel de manier waarop het vrijkwam bij aanrakingen door de moeder. Om dat gestructureerd te onderzoeken, bezochten de onderzoekers de kinderen thuis. Ze vroegen hen om de ene keer bij hun moeder, de andere keer bij een vreemde vrouw op schoot te zitten, en samen een computerspelletje van een halfuur te spelen waarbij ze elkaar op positieve manier aanraakten: in het oor fluisteren, kietelen, over het hoofd aaien, of op elkaars vingers tellen.
    Bij zowel volwassenen als kinderen, hoort oxytocine vrij te komen bij liefdevolle aanrakingen; dat wekt dan een gevoel van liefde, bescherming en vertrouwen, en smeedt een band. Net als vasopressine is oxytocine daarom essentieel bij het aangaan van sociale relaties en emotionele intimiteit.
    De kinderen die bij hun biologische ouders opgroeiden, reageerden op een gebruikelijke manier op het aanraakspelletje. Het hormoon oxytocine steeg door de aanrakingen van de eigen moeder en niet door die van de onbekende vrouw. Maar bij de adoptiekinderen verzuimde het bindingshormoon in beide gevallen om toe te nemen.
    Dit gebrek aan hormonale troost en veiligheid verklaart mogelijk waarom veel verwaarloosde kinderen zich nog lang angstig en onveilig lijken te voelen, ook als ze al jaren in een warm gezin wonen.  ...

Oftewel: het primitieve oorzaak-gevolg mechnisme gaat nietop. Dat komt omdat (vrijwel) alle neurologische processen evenwichtsprocessen zijn, hier bestaande uit evenwichten van op zijn minst twee maar vermoedelijk meer neurotransmitter-niveaus. Op zijn minst is hier ook het al genoemde vasopressine bij betrokken, dat in dit geval zelfs makkelijker te correleren valt met de waargenomen fenomenen:
  ... produceren de adoptiekinderen duidelijk minder van het hormoon vasopressine, dan 21 leeftijdgenootjes die bij hun biologische ouders opgroeien in verder vergelijkbare Amerikaanse gezinnen. Vasopressine is essentieel om vertrouwde mensen te herkennen, en kennelijk ontwikkelt dat hormoonsysteem zich gebrekkig door het vroege gebrek aan aandacht. Dat lijkt bij voorheen verwaarloosde kinderen inderdaad een probleem. Terwijl andere kinderen bij gevaar meteen naar hun vader of moeder rennen, kiezen zij de dichtsbijzijnde volwassene, ook als hun adoptieouder vlakbij staat.

Oftewel: oxytocine regelt binding in het algemeen, en vasopressine meer speciaal die met de ouders. Welke meer specialistische rol nog een keer terugkomt, in dat vasopressine ook de partnerbinding bij de mannen regelt uitleg of detail .

Het tweede "oude" artikel, waarin het nog gaat om de oude rol van oxytocine: als "liefdes"-hormoon (de Volkskrant, 08-12-2007, door Jorien de Lege):
  Knuffelen als primaire levensbehoefte

Ons lichaam is steeds meer een privézaak, en dat heeft gevolgen, stelt de Zweedse hoogleraar fysiologie Kerstin Moberg. Onze huid heeft het nodig aangeraakt te worden.


Tussentitel: ‘Wie veel oxytocine aanmaakt, geniet meer’

Er is een middel, dat ons aardig maakt. Het zorgt ervoor dat we ons tevreden en rustig voelen, en dat we meer behoefte hebben aan gezelligheid en contact. Het smeedt een band tussen moeders en hun kinderen en het verzacht pijn. Bij langdurig gebruik gaan we ervan groeien en er zelfs beter van leren. Het laat onze bloeddruk dalen en we ervaren minder stress. We krijgen een blozende huid en effectievere spijsvertering en zelfs ons libido wordt groter.
    Geen drugs, medicijnen of benevelende substanties zijn nodig. Ons lichaam maakt dit wondermiddel zelf aan. Oxytocine heet het, het is een hormoon, en volgens de Zweedse hoogleraar fysiologie Kerstin Uvnäs Moberg hoeven we maar één ding te doen om de heilzame effecten te voelen: elkaar aanraken. Moberg is auteur van het vorige week verschenen boek De oxytocinefactor.
    Onze huid is niet alleen het grootste, maar ook een van de gevoeligste organen van ons lichaam. ... De huid is er om contact te maken, zodat we onze omgeving in kaart kunnen brengen. Via datzelfde huidcontact wordt volgens Moberg de aanmaak van oxytocine gestimuleerd.
    Oxytocine staat vooral bekend als een mamahormoon. Het komt vrij tijdens een bevalling en is verantwoordelijk voor het toeschieten van moedermelk als een baby wil drinken. Tijdens het voeden wordt de moeder er bovendien rustig van, evenals de baby. Moberg besloot om meer onderzoek te doen naar de functie van oxytocine. Zij kwam tot de conclusie dat het knuffelhormoon zeker niet is voorbehouden aan moeders, maar dat iedereen het aanmaakt en dat iedereen de voordelen ervan kan ondervinden. Wie veel oxytocine produceert, ontspant zich en geniet van ‘vrouwelijke’ eigenschappen als rust en verbondenheid.   ...

Allemaal dus alleen gaande over het aspect van binding.

In het derde "oude" artikel van een paar jaar later is men weer een stapje verder (de Volkskrant, 12-06-2010, door Malou van Hintum):
  Knuffelhormoon is helemaal zo lief niet

Het hormoon oxytocine maakt knuffelig, is een populaire gedachte. Maar vergeet vooral de bijwerkingen niet.

Oxytocine, het hormoon dat tot nu toe altijd in verband werd gebracht met positieve dingen als aanraken, knuffelen, een onderlinge band hebben en elkaar vertrouwen, blijkt een onvermoede kant te hebben: het zet ook aan tot agressie. Onderzoekers onder leiding van hoogleraar psychologie Carsten de Dreu (Universiteit van Amsterdam) hebben het als eerste aangetoond.
    De Dreu en de zijnen, die hun onderzoek The neuropeptide oxytocin regulates parochial altruism in intergroup conflict among humans gisteren publiceerden in Science, ontlenen hun inzicht aan drie experimenten waarin mannen werd gevraagd op verschillende manieren geld te verdelen, al dan niet onder invloed van het (kunstmatig toegediende) hormoon oxytocine.
     Vergeleken met de placebogroep handelden de oxytocine-proefpersonen minder egoïstisch en meer in het belang van de groep. Ze waren ook agressiever naar buitenstaanders dan mensen uit de placebogroep, met name wanneer die buitenstaanders een grotere bedreiging vormden voor de eigen groep.   ...

Dat laatste resultaat is te veel voor de zeer multiculturalistische en politiek-correcte auteur Malou van Hintum  . Vandaar ook de terminologie in de kop van het artikel. De professor legt het allemaal nog een keertje geduldig uit:
  Hoe kan dat? ‘Mensen hebben altijd in kleine groepen geopereerd,’ zegt Carsten de Dreu.
    ‘Binnen de groep kreeg het individu bescherming, en de samenwerking tussen groepsleden zorgde ervoor dat iedereen altijd te eten had. Samenwerking was ook nodig om bedreigingen van buiten beter het hoofd te kunnen bieden. Samen sta je sterker.
    ‘Als concurrerende groepen op jouw territorium, voedsel en vrouwen uit waren, was samenwerking binnen de groep het beste manier om dat te voorkomen. Je kunt samenwerking binnen de groep dan ook niet los zien van eventuele agressie naar andere groepen toe.’

Een open deur: Een groep bestaat per definitie bij het bestaan van niet-groepsleden - bij insluiting hoort per definitie uitsluiting, al dan niet actief:
  Opmerkelijk was bovendien dat oxytocine vooral verdedigende agressie opriep; aanvallende agressie die puur gericht was op het uitbuiten van een andere groep werd niet door oxytocine beïnvloed. Het gaat dus echt om het beschermen van de groep.’
    De bevindingen van De Dreu c.s. zijn in lijn met de theorie van Charles Darwin, die stelde dat groepen waarvan de leden onderling altruïstisch zijn en agressief tegenover andere groepen, een grotere kans hebben om te overleven dan groepen die intern niet altruïstisch zijn.
    De Dreu: ‘Als hij gelijk zou hebben, moesten er in het brein mechanismen zijn die tegelijk altruïsme en agressie aansturen. Dat is precies wat oxytocine doet.’

Allemaal zeer voor de hand liggend voor iedereen die wel eens water, dat een sterke onderlinge binding heeft, gemengd heeft met olie, met een iets minder sterke doch ook aanzienlijke binding, en geconstateerd dat die twee elkaar afstoten. Dt het hier expliciet verteld en herhaalt moet worden, komt door de aanvankelijke ontdekking van oxytocine als "liefdeshormoon", en de ideologie van de politieke-correctheid dat " alle mensen broeders zijn".

Dit wat betreft de oudere onderzoeken. Daaraan werde steeds nieue\we inzichten toegevoegd, door de redactie opgeslagen en nu toegevoegd(Telegraaf.nl, 16-11-2012):
  Knuffelhormoon houdt man op afstand

Wel eens jaloers geweest op die knappe, vrouwelijke collega van hem? Met het knuffelhormoon, oxytocine, houd je haar op een afstand. Het stofje oxytocine zorgt ervoor dat getrouwde mannen op een afstandje blijven van vrouwen die ze aantrekkelijk vinden. Dit blijkt uit onderzoek van René Hurlemann van de universiteit van Bonn.
    De onderzoekers dienden een deel van de proefpersonen met behulp van een neusspray oxytocine toe. Vervolgens werden ze benaderd door een vrouw die ze aantrekkelijk vonden. Wat bleek: de mannen die een vaste relatie hadden en oxytocine hadden toegediend gekregen, gaven aan dat ze zich ongemakkelijk voelden als de vrouw te dichtbij kwam. Op de mannen die single waren, had oxytocine geen enkel effect.    ...

Hier dus een omgekeerde relatie tussn vasopressine en oxytocine: normaliter zorgt vasopressine voor de monogame mannelijke binding aan de partner, maar nu wordt het in dit specifieke geval versterkt door oxytocine. Nogmaals aangevende: oxytocine zorgt voor de algemene binding, hier dus als versterking van de bestaande binding middels vasopressine. Het directe oorzaak-gevolgmodel werkt hier niet:
  “Omdat oxytocine ervoor zorgt dat mensen meer vertrouwen krijgen in anderen, verwachtten we dat mannen de vrouw onder invloed van het hormoon dichterbij zouden laten komen, maar het tegenovergestelde gebeurde”, aldus Hurlemann.

Dus.

Weer een jaar later (de Volkskrant, 10-08-2013, door Mark Mieras):
  Cupido's cocktail

Met de jaren sluipt bij veel relaties de sleur erin. Wellicht dat kennis over hormonen en genetica de hartstocht opnieuw kan aanwakkeren. ...


In 2009 kreeg in het Yerkes National Primate Research Center van de Amerikaanse Emory University een prairiewoelrat een injectie met de stof oxytocine. Het vrouwtje, want dat was het, merkte er weinig van. Nou ja, behalve dat ene: het wijfje hechtte zich daarna aan het eerste het beste mannetje dat het tegenkwam en bleef hem de rest van haar leven trouw.
    De injectiespuit als pijl van Cupido, de god van de liefde. Wat de leider van het experiment Larry Young betreft is het ook toepasbaar op mensen. ...
   Niet helemaal eerlijk - de prairiewoelrat is van nature veel monogamer dan de mens - maar het idee dat liefde misschien wel medisch afdwingbaar is, duikt de laatste tijd vaker op. ...
    Het draait in dat onderzoek om oxytocine, de stof uit de injectiespuit voor de prairiewoelrat, een neurohormoon dat ook mensen gevoelig maakt voor sociale prikkels. Oxytocine richt de aandacht op de ogen en lichaamshouding van de mensen om je heen. Het helpt partners om beter elkaars gedachten en verlangens te raden en maakt dat vader en moeder zorgzamer omgaan met hun kinderen. Na een extra dosis van de stof wordt er meer geknuffeld en gespeeld. Al die blije familie-ervaringen worden dankzij oxytocine bovendien extra goed opgeslagen in het geheugen.
    Oxytocine verhoogt ook het vertrouwen in elkaar. Proefpersonen die oxytocine toegediend kregen voorafgaande aan een onderhandelingsspel gedroegen zich veel soepeler. Ze waren ruimhartig en inschikkelijk. Oxytocine in het bloed stimuleert mensen ook om zich kwetsbaar op te stellen en elkaars steun te vragen, zo rapporteerden onderzoekers van de Concordia University in Montreal, eerder deze zomer. In een experiment werden studenten gekrenkt door ze in een discussie te interrumperen, tegen te spreken en daarna te negeren. Zij die geneigd waren zich in zo'n situatie stilletjes terug te trekken om de sociale pijn te verbijten, zochten na een dosis oxytocine juist de steun van andere studenten.
    De stroom aan vriendelijke eigenschappen die het oxytocineonderzoek oplepelt droogt maar niet op. Ideaal spul voor de bestrijding van relatieproblemen, lijkt het. Onderzoekers van de Universiteit van Zurich vroegen in 2008 aan 47 getrouwde heterostellen waar ze zoal ruzie over hadden. Zoals verwacht leidde dat snel tot gekibbel en oplopende emoties, en daar was het de onderzoekers om te doen. Stellen die vooraf een dosis oxytocine hadden opgesnoven, lieten het minder uit de hand lopen dan de anderen. Ze maakten geen vernederende opmerkingen, hadden meer oogcontact, interrumpeerde elkaar minder en luisterden beter naar elkaar. Ze produceerden ook minder van het stresshormoon cortisol, bleek uit de metingen. Precies wat een relatietherapeut - vaak tevergeefs - probeert te bereiken.
    Het probleem is alleen: doe dit maar eens thuis. Het Zwitserse onderzoek vond plaats onder gecontroleerde omstandigheden: stipt drie kwartier voor het uitgelokte conflict werd de oxytocine toegediend. Thuis is dat lastig te organiseren, want ruzies laten zich niet plannen. Echtgenoten in crisistijd permanent extra oxytocine toedienen is ook niet handig, want de stof beïnvloedt nu eenmaal het vertrouwen in iedereen: dus ook in zakenpartners, colporteurs en eventuele minnaars of minnaressen.    ...
    ... Maar alleen met oxytocine komen we er niet. Allereerst omdat de stof wordt afgebroken door het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Mannen zijn daarom deels afhankelijk van een ander bindingshormoon: vasopressine. ...

Waarna het in dit artikel verder gaat over vasopressine.

Nu ging het allemaal sneller (Telegraaf.nl, 07-11-2013, uitleg of detail ):
  Knuffelhormoon bepaalt gevoel

Pubermeisjes voelen zich vaker eenzaam als zij een bepaalde variant hebben van het gen dat in het brein regelt hoe oxytocine ontvangen wordt. ...
    Oxytocine is een hormoon dat een rol speelt in sociaal gedrag. ... Het gen dat reguleert hoe gevoelig je brein is voor oxytocine, is verschillend tussen mensen. Hierdoor kan het zijn dat sommige mensen minder gevoelig zijn voor oxytocine en mogelijk daarom meer risico lopen op eenzaamheid. Er zijn wisselende aanwijzingen dat dat inderdaad zo is. Reden voor een groep Nijmeegse gedragsonderzoekers om op een nieuwe, grondige manier te kijken naar de effecten bij een groep waarbij'‘erbij horen' extreem belangrijk is: jonge adolescenten. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift PlosONE.
    Er deden 278 pubers mee aan het onderzoek, waarvan 58 procent meisjes. Zes dagen lang werden ze negen keer per dag op een smartphone gevraagd in te vullen hoe ze zich voelden en in welk gezelschap ze waren. Bovendien werd de variant van het oxytocine gen OXTR bepaald.     ...
    Het belangrijkste effect dat de onderzoekers vonden was dat meisjes die drager zijn van een bepaalde variant van het knuffelhormoon zich eenzamer voelen dan meisjes zonder deze variant. Ook worden jongeren met deze variant negatiever beïnvloed door negatief gezelschap in het weekend: hun eenzaamheid nam sterker toe naarmate ze in negatiever gezelschap waren, terwijl jongeren zonder deze variant niet beïnvloed werden door negatief gezelschap.
    De gemeten effecten zijn klein, maar toch relevant, vindt Van Roekel: "Onze resultaten laten zien dat genen gerelateerd kunnen zijn aan dagelijkse gevoelens van eenzaamheid, dat is nog nog niet eerder aangetoond op deze manier."

Een correctie: het onderzoek laat van de werking van oxytocine zien als functie van genetisch bepaaldheid, dat wil zeggen: het meer globale of gemiddelde niveau ervan. Wat hier beschreven wordt als de tweede variant van oxytocine, is mogelijk vasopressine. En in iedeer geval blijkt nog eens dat het een subtiel evenwichtspel is.

Nog een voorbeeld daarvan (de Volkskrant, 14-06-2014, door Ianthe Sahadat):
  Het brein van pap

Huilen, troosten, knuffelen: veel mannen herkennen zichzelf niet meer terug na hun geboorte als vader. Wat gebeurt er volgens wetenschappers in hun hoofd? En wat volgens de verse pappa's zelf?


Als ergens een baby begint te huilen, draaien velen geïrriteerd hun hoofd om. Zo niet Pieter Rijlaarsdam (42). Hij veert op, wil iets doen, vraagt zich hardop af: komt er al iemand om te troosten? Rijlaarsdam werd bijna vier jaar geleden vader van Tobias. Sindsdien bestaat de wereld voor een groot deel uit kinderen, wezens die tot die tijd vrijwel non-existent waren in zijn beleving. 'Ik had gewoon niet door dat er kinderen waren en nu zie en hoor ik ze overal. Vooral als ze verdrietig zijn, dat gaat door merg en been.'    ...
    Vrouwen veranderen tijdens hun zwangerschap gemerkt of ongemerkt al in moeders, daar helpt de biologie hen een handje bij. Hormonen voor het aanmaken van melk, hormonen om te nestelen, om te zorgen - je zou haast zeggen dat een moeder het maar makkelijk heeft.
    Maar hoe zit dat eigenlijk bij mannen, hoe worden zij vader?
    Decennialang zeiden biologen dat de natuurlijke rol van de vader niet veel meer is dan die van zaadleverancier. ...
    Een van de eerste primatologen die zich tegen deze opvatting verzetten, was de Amerikaanse Sarah Blaffer Hrdy. Zij stelde in de jaren zeventig dat de mens de grote uitzondering van de zoogdieren is, met een biologische basis voor vaderliefde en een hormoonspiegel die helemaal niet zo veel van de vrouw verschilt.
    Veertig jaar later is de wetenschap er nog niet helemaal uit, maar het gedachtengoed van Blaffer Hrdy lijkt te hebben gewonnen. De hormoonspiegel van de man verandert inderdaad als hij vader wordt. Zelfs al voor de geboorte van zijn kind.
    Onlangs publiceerde een Israëlisch onderzoeksteam dat al jaren onderzoek doet naar het vaderbrein een opvallende studie in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS. De onderzoekers observeerden ouders met hun kind in de huiselijke omgeving, daar maakte zij opnames die zij later lieten terughoren aan de ouders terwijl ze in de MRI-scanner lagen. Ze bekeken de hersenactiviteit en maten het oxytocineniveau in het bloed en speeksel van de ouders.
    Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd. Lange tijd zagen wetenschappers het als een typisch vrouwelijk hormoon, dat bij verliefdheid maar ook bij de verzorging van kinderen een rol speelt. Maar mannen blijken het in gelijke mate aan te maken.
    Volgens de onderzoekers verandert het brein van de vader net zozeer als dat van de moeder. Zowel bij moeders als bij vaders worden bepaalde hersengebieden actief bij de komst van een kind. Een biologische verwantschap met het kind hoeft er niet eens te zijn; de onderzoekers bekeken ook de hersenen van homoseksuele adoptieparen, deze vaders veranderden even goed.    ...
    Overigens zagen de onderzoekers wel een klein verschil tussen het mannen- en vrouwenbrein. Bij de vaders werd een hersengebied actief dat een rol speelt bij sociale processen en het interpreteren van het gedrag van anderen. De onderzoekers concluderen hieruit dat vaders nog iets meer nadenken over de verzorging van hun kind, terwijl het bij moeders instinctiever zou gaan. Maar de verschillen zijn miniem en ze stellen vooral enthousiast vast hoe kneedbaar het brein is en hoe goed het zich aan omstandigheden (in dit geval een hulpbehoevend baby'tje) kan aanpassen.
    Hoogleraar gezinspedagogiek Rien van IJzendoorn van de Universiteit Leiden doet veel onderzoek naar de werking van het hormoon oxytocine. Hoe groot de invloed van hormonen op verzorgend gedrag is, is hem bekend. Zo liet hij vaders van peuters zichzelf via de neus pufjes oxytocine of een placebo toedienen, waarna zij met hun kind moesten spelen. 'Het spel na toediening van de oxytocine was beter en stimulerender, ze gingen gelijk op met het kind, voelden beter aan wanneer ze bijvoorbeeld even moesten wachten bij het bouwen van een toren of het maken van een puzzel', zegt Van IJzendoorn.
    Uit eerdere experimenten wist Van IJzendoorn al dat oxytocine de hersenactiviteit omlaag brengt in gebieden in het brein die opwinding of afkeer registreren en dat gebieden waar de emotionele waarde van prikkels wordt vastgelegd juist worden geactiveerd. 'Babygelach wordt dus belonender voor iemand die meer oxytocine beschikbaar heeft.'    ...

Enzovoort.

Iets dat al voorspeld was (KIJK, nr. 8-2014):
  Honden socialer door liefdeshormoon

Onze trouwe viervoeters worden socialer wanneer ze het hormoon oxytocine krijgen toegediend. ...
    Het was al bekend dat oxytocine, het 'knuffel hormoon', een rol speelt bij paarvorming tussen dieren. Onderzoekers van de Universiteit van Tokio hebben nu aangetoond dat het hormoon ook niet-seksuele banden kan versterken. Honden worden namelijk socialer als ze oxytocine krijgen.
    In het onderzoek werden twee groepen honden apart genomen. De ene helft kreeg oxytocine via de neus ingespoten, de andere helft kreeg een placebo. Vervolgens werden de trouwe viervoeters herenigd met hun baasjes, die niets mochten doen als de hond ze aandacht gaf. Voor de baasjes van de honden die het liefdeshormoon toegediend hadden gekregen, was dit een lastige opgave. De viervoeters met de oxytocine in hun neus snuffelden en likten namelijk meer aan hun baasjes en legden vaker hun poot op schoot. Hieruit concludeerden de wetenschappers dat oxytocine de sociale, niet-seksuele band tussen dieren stimuleert.    ...

Het werkt op dezelfde manier bij dieren..


Naar Psychologische krachten  , Psychologie lijst  , Psychologie overzicht  , of site home  .

 

 17 dec.2015