Neurologie, anatomisch schema
De
neocortex (groen en geel) bestaat uit een eenvormig vel gevuld met
zes lagen van verschillende neuronen ("grijze stof"), eronder opgevuld met verbindingen ertussen
("witte stof" - ongeveer tweederde van het volume).
Qua structurele verhouding tot de rest doet het denken
aan de rolverdeling in een computer: de onderliggende onregelmatig gevormde elementen zijn de CPU,
en de uiterst regelmatige en qua interne structuur rechtlijnige cortex is dan het geheugen.
De functies van de neocortex zijn verdeeld over de vele windingen, van basaal aan de achterkant
naar het meest abstract denkend aan de voorkant.
Het groene deel is de
orbifrontale cortex (boven de oogkas), de secties voor de allerhoogste van alle hoge functies van het denken.
De
neocortex (groen en geel) bestaat uit een eenvormig vel gevuld met
zes lagen van verschillende neuronen ("grijze stof"), eronder opgevuld met verbindingen ertussen
("witte stof" - ongeveer tweederde van het volume).
Qua structurele verhouding tot de rest doet het denken
aan de rolverdeling in een computer: de onderliggende onregelmatig gevormde elementen zijn de CPU,
en de uiterst regelmatige en qua interne structuur rechtlijnige cortex is dan het geheugen.
De functies van de neocortex zijn verdeeld over de vele windingen, van basaal aan de achterkant
naar het meest abstract denkend aan de voorkant.
Het groene deel (boven) is de
prefrontale cortex, de secties voor de hogere van alle hoge functies van het denken.
De
neocortex (groen en geel) bestaat uit een eenvormig vel gevuld met
zes lagen van verschillende neuronen ("grijze stof"), eronder opgevuld met verbindingen ertussen
("witte stof" - ongeveer tweederde van het volume).
Qua structurele verhouding tot de rest doet het denken
aan de rolverdeling in een computer: de onderliggende onregelmatig gevormde elementen zijn de CPU,
en de uiterst regelmatige en qua interne structuur rechtlijnige cortex is dan het geheugen.
De functies van de neocortex zijn verdeeld over de vele windingen, van basaal aan de achterkant
naar het meest abstract denkend aan de voorkant.
Het groene deel is de
frontale cortex, alle secties waar de hogere functies van het denken zich bevinden.
De locatie van de meer specifieke functies is slecht bekend, en de verdere indelingen zijn nogal variërend.
De
neocortex (groen en geel) bestaat uit een eenvormig vel gevuld met
zes lagen van verschillende neuronen ("grijze stof"), eronder opgevuld met verbindingen ertussen
("witte stof" - ongeveer tweederde van het volume).
Qua structurele verhouding tot de rest doet het denken
aan de rolverdeling in een computer: de onderliggende onregelmatig gevormde elementen zijn de CPU,
en de uiterst regelmatige en qua interne structuur rechtlijnige cortex is dan het geheugen.
De functies van de neocortex zijn verdeeld over de vele windingen, van basaal aan de achterkant
naar het meest abstract denkend aan de voorkant.
Het groene deel is de
pariëtale cortex bevat de gebieden voor de aansturing van de motorische functies en dergelijke.
De
neocortex (groen en geel) bestaat uit een eenvormig vel gevuld met
zes lagen van verschillende neuronen ("grijze stof"), eronder opgevuld met verbindingen ertussen
("witte stof" - ongeveer tweederde van het volume).
Qua structurele verhouding tot de rest doet het denken
aan de rolverdeling in een computer: de onderliggende onregelmatig gevormde elementen zijn de CPU,
en de uiterst regelmatige en qua interne structuur rechtlijnige cortex is dan het geheugen.
De functies van de neocortex zijn verdeeld over de vele windingen, van basaal aan de achterkant
naar het meest abstract denkend aan de voorkant.
Het groene deel is de
occipetale cortex, en
bevat de gebieden voor de interpretatie van de waarnemingsinformatie, met name die van het oog (de "visuele cortex").
De temporale cortex (groen) ligt aan de zijkant. Ze begint met de hippocampus,
blauw. Die analyseert de waarnemingen in reeksen steeds abstractere concepten, doorlopende de aansluitende
entorhinal cortex, zie de doorsnede:
Het resultaat wordt opgeslagen in het "verbale" geheugen - dit proces beslaat ongeveer 20 minuten aan
gebeurtenissen, zoals bekend van mensen die een plotseling (verkeers-) ongeluk meemaken - de eerst-bekende
taalmodule, die van Wernicke, ligt aan het einde van de temporale cortex.
Verlies van de hippocampus leidt tot verlies van het maken van nieuw
verbaal geheugen - het geheugen voor dagelijkse handelingen blijft bestaan. Het slachtoffer van het ongeluk
kan zich het ongeluk zelf niet meer herinneren, maar het kan wel doorrijden.
De cingulate cortex is het onderste en oudste gedeelte
van de cortex, en is grotendeels hetzelfde bij alle zoogdieren, en heeft vermoedelijk dus een
redelijk basale functie. Ze lijkt hier ten opzichte van de erboven liggende neocortex groter dan ze is,
omdat de cingulate cortex voornamelijk aan de bovenkant ligt, en de neocortex ook aan de
(hier niet zichtbare) zijkanten.
Hier wordt aangenomen dat het dient als (werk)geheugen voor de thalamus,
bij het samenstellen door die laatste van een compleet wereldbeeld - mogelijk dus de plaats
waar dat wereldbeeld echt huist.
De anterieure cingulate cortex (ACC), is naar men vermoedt
de plaats waar de hogere beslissingen in het emotie-systeem genomen worden, met ook input van het cognitieve-systeem.
Opgemerkt is dat de ACC met name extra actief is bij situaties met conflicterende
en pijn-signalen (oftewel: bepaalde neurotransmitter-combinaties).
De posterieure cingulate cortex, het geheugen van het emotie-systeem.
De waarnemingen worden hier opgeslagen als
complete scenario's, waarvan de onderdelen niet apart toegankelijk zijn - zie de bekende suggestie
bij onvindbare herinnering: "Probeer eens om helemaal terug te gaan naar waarmee je begonnen bent".
Dit heet het "episodische" geheugen - dat voor automatische handelingen.
Cingulum, dunne laag tussen hersenbalk en cingulate cortex, met voornamelijk verbindingen maar ook neuronen.
In die laatste context ook aangeduid als indusium griseum.
Corpus callosum of hersenbalk (in doorsnede, schematisch). Het gebied met het overgrote deel
van de verbindingen tussen linker- en rechter helft van de (neo)cortex, zie onderstaande doorsnede van achteren:
De witte ruimte waarin ze eindigt is in werkelijkheid propvol gevuld met verbindingen van en naar
de cortex.
Septum (-pellucidem), een dun vlies "gespannen" tussen fornix en hersenbalk
dat ook dient als scheiding tussen linker- en rechter hersenhelft, ter plaatse.
Heeft een neuronlaag met toe- en afvoerlijnen, dus mogelijk een schakelstation.
Het septum wordt ook wel gebruikt als plaatsaanduiding, als septal: "liggende
onder of in de buurt van het septum".
De mammilary body (groen, boven), liggend aan het eind van de fornix (geel),
via welk het signalen krijgt van de hippocampus (groen, onder). Wat het mammilary body
weer doorgeeft, onder andere weer terug naar de (voorste of anterieure kern van de) thalamus.
De mammilary bodies zorgen vermoedelijk voor de coördinatie tussen de
emotieve en de cognitieve geheugenvorming.
Een argument voor die suggestie is dat schade aan de mammilary bodies en
de rest van dit circuit, bijvoorbeeld door de ziekte van Korsakof, leidt tot het verlies van
het vermogen tot het maken van nieuw cognitief en verbaal geheugen.
En dat de hippocampus aan het begin staat van de vorming van dit soort
geheugen is één van de meest vaststaande feiten uit de neurologie, door de ervaringen met patiënt H.M.
De
fornix, de signaal- en controle-uitgang (en ingang?) van
de hippocampus. De lengte van de boog komt overeen met die van elementen van het emotie-circuit,
met name de caudate nucleus - die booglengte is dus vermoedelijk ter synchronisatie.
De fornix van linker- en rechter hersenhelft zijn met
elkaar verbonden, en vormen tezamen aan de bovenkant het dak van de
ruimte voor de emotie-organen:
De fornix eindigt in de mammilary bodies, die de signalen verder verdelen.
Schade aan dit circuit veroorzaakt het verlies van het vermogen tot het
maken van nieuw cognitief en verbaal geheugen ("anterograde amnesie"), terwijl het oude geheugen blijft en
en het maken van nieuw automatisme-geheugen ("episodisch"-) onaangetast is.
Habenula, en omgeving. Eén van de vele onderdelen waarvan de beschrijving
in de literatuur veel uitdrukkingen bevat van de soort "De klepstoter draagt bij aan de voortgang
van de auto".
De feiten: hier zichtbaar rond de kern zijn twee verbindingen - die van boven, de stria medullaris,
komt met een boog van links en is een aanvoerlijn, komende van hypothalamus en omgeving.
De verbinding naar onderen naar de hersenstam is een uitgaande lijn, naar onder andere de dopamine- en serotonine-gebieden.
Daarom wordt hier aangenomen: de habenula en omgeving is een terugkoppeling in het emotie-circuit,
wat een evenwicht handhaaft, en ervoor zorgt dat bepaalde emotie-niveaus niet worden overschreden.
Deze veronderstelling is mede een product van de zoektocht naar een mechaniek achter de
bekende verschijnselen van psychopathie en alexithymie (en hun variaties) - die dan dus een storing zijn in die terugkoppeling
van de "altijd aan" soort: de terugkoppeling is te sterk.
De omgekeerde storing leidt tot over-emotionaliteit of hypergevoeligheid.
Ook is aannemelijk dat zowel de emotie-signalen als de tegenkoppeling van de
soort "exponentieel" zijn, nodig om tot snelle recties te komen. De tegenhanger van psychopathie is dan het optreden
van plotselinge, snelle en extreme emotie-uitbarstingen zoals woede-aanvallen.
De mesolimbic pathway, de verbinding tussen de bovenkant van de hersenstam ("meso-" of middenbrein) en wat in standaardliteratuur heet
het "limbische systeem", en hier het emotieve systeem.
De hypofyse (Eng.: "pituitary gland"), het orgaan dat neurotransmitters
(dan hormonen genoemd) in de bloedbaan pompt, oftewel: de chemische communicatie tussen brein en
de rest van het lichaam verzorgt.
Het standaardvoorbeeld is dat van adrenaline: waar de hersenstam het zenuwstelsel in alarm-toestand brengt door noradrenaline af te scheiden vanuit de locus coeruleus,
gebeurt voor de rest van het lichaam via de hypofyse en de bloedstroom.
De primaire aansturing van de hypofyse is vanuit de hersenstam,
oftewel behorende tot het reflexensysteem, maar ze wordt ook aangestuurd vanuit de hypothalamus, oftewel het emotieve systeem.
Waar er van de meeste organen in deze buurt een linker en rechter is, is er maar één hypofyse,
liggend in het midden.
De anterior commissure (in doorsnede), de voorste van de kleinere verbindingen tussen linker-
en rechterhelft van de (neo)cortex. Samen met het aanliggende lamina terminalis een
anatomisch belangrijke scheidingslijn, die de ruimte van de emotie-organen scheidt van de omgeving.
Het lamina terminalis (in doorsnede), (een deel van) het vlies dat
dat de anatomische scheidslijn is tussen de ruimte waarin het emotie-systeem zich bevindt,
het "forebrain", en dat van de cortex. Structuren hier rechts ervan heten anatomisch dorsal of rug(vin)liggend,
links ventral of buikliggend. De nucleus accumbens wordt in vakliteratuur ook aangeduid als
ventral striatum, en de globus pallidus als dorsal pallidum.
Het optic chiasma (in doorsnede) is de structuur waarin de zenuwbundels komende
van het linker en rechter oog samenkomen, en elkaar deels kruisen, voor doorgave richting hersenstam.
Die kruising is voor het zien van diepte, een cruciaal overlevingsmechanisme.
De hypothalamus, het aansturingsorgaan voor de hypofyse, die de neurotransmitters,
dan hormonen genoemd, in het bloed pompt. Omdat dat ook al geldt voor het reflexen-systeem, is het logisch om
(in tegenstelling tot gebruikelijk) de hypothalamus daar in te delen.
De hypothalamus verzorgt de aansturing van bijna alle hormonen, ook de nieuwe geïntroduceerd
door het emotie-systeem.
Waar er van de meeste organen in deze buurt een linker en rechter is, is er maar één hypothamalus,
liggend tussen de thalamussen.
De nucleus accumbens, het centrum voor positieve signalen van emotie- en cognitieve systemen:
aantrekking, herhaling, beloning, extase, enzovoort. Lijkt hier in de cortex te liggen, maar ligt in feite meer naar binnen.
De nucleus accumbens gebruikt de neurotransmitters
van het reflexen-systeem, maar de emotie-en cognitieve systemen hebben (oneindig) veel
meer variatie - het reflexensysteem is min-of-meer aan-uit.
De nucleus accumbens is direct gekoppeld aan het emotie-systeem,
zijnde aangelegen aan de kop van de caudate nucleus (hier niet zichtbaar).
De amygdala (de ronde kern) is deel van het systeem van de basale ganglia,
het derde systeem in het brein na ruggemerg/hersenstam en thalamus.
In dit systeem (schematisch weergegeven) is de volgorde van binnen naar buiten: global pallidus
(binnen en buiten), putamen, caudate nucleus (de kern met de staart), amygdala en nucleus accumbens (links).
De caudate nucleus is vermoedelijk het centrale orgaan dat de
analyses doet - het is net als de hippocampus (de cognitieve analysator) omgeven door hersenvloeistof
(net als CPU en GPU in een computer).
De negatieve uitkomsten ("Gevaar!", en dergelijke) gaan naar de
amygdala, de positieve naar de nucleus accumbens, en van deze twee naar de neurotransmitterbronnen in de hersenstam.
Het verschil met de analyse gedaan in de hersenstam is dat de laatste
bijna puur van de aan/uit-soort is (zoals schakelaars), terwijl de basale ganglia meer werken als een analoge computer
en veel genuanceerder kan analyseren.
Dit wordt verder aangevuld met kernen die om de basale ganglia heen liggen,
en tezamen met emotieve systeem vormen. Dat zijnde dus de oordelen die de met het cognitieve brein
waarnemende mens "emoties" noemt.
De amygdala (hier de ronde kern) is deel van het systeem van de basale ganglia,
het derde systeem in het brein na ruggemerg/hersenstam en thalamus.
In dit systeem (schematisch weergegeven) is de volgorde van binnen naar buiten: global pallidus
(binnen en buiten), putamen, caudate nucleus (de kern met de staart), amygdala en nucleus accumbens (links).
De caudate nucleus is vermoedelijk het centrale orgaan dat de
analyses doet - het is net als de hippocampus (de cognitieve analysator) omgeven door hersenvloeistof
(net als CPU en GPU in een computer).
De negatieve uitkomsten ("Gevaar!", en dergelijke) gaan naar de
amygdala, de positieve naar de nucleus accumbens, en van deze twee naar de neurotransmitterbronnen in de hersenstam.
Het verschil met de analyse gedaan in de hersenstam is dat de laatste
bijna puur van de aan/uit-soort is (zoals schakelaars), terwijl de basale ganglia meer werken als een analoge computer
en veel genuanceerder kan analyseren.
Dit wordt verder aangevuld met kernen die om de basale ganglia heen liggen,
en tezamen met emotieve systeem vormen. Dat zijnde dus de oordelen die de met het cognitieve brein
waarnemende mens "emoties" noemt.
De thalamus bestaat op zich weer uit meerdere kernen gescheiden
door bundels verbindingen (de witte strepen),
en combineert informatie uit meerdere bronnen, zoals vele kernen in de hersenstam.
Zoals die kernen in de hersenstam (vermoedelijk) gebruik maken van het neurale netwerk
van de reticuliere formatie, maakt de thalamus (vermoedelijk) ook gebruik van een neuraal netwerk.
En omdat de thalamus de eerste kern buiten de "buis" van de hersenstam is,
kan dat neurale netwerk ook buiten die buis - dat is natuurlijk de cortex
die eromheen ligt. De volgende illustratie toont de verbindingen tussen de twee:
Het substantia nigra ("zwarte stof"), de plaats waar de neurotransmitter dopamine gesynthetiseerd wordt -
samen met het aanpalende VTA wat hier uit duidelijkheid als één gebied is getekend.
De werking van dopamine is bekend genoeg: het zorgt voor aantrekking tot en met extase,
en wel in die mate dat het de feitelijke bron is van alle vormen van verslaving - inclusief zaken als roken en winkelen.
En de vele foute oftewel verslavende gedachten.
De ponto-penduncular nucleus - de kern (en omgeving) waar de neurotransmitter
acetylcholine wordt gesynthetiseerd.
Acetylcholine wordt vaak over het hoofd gezien, maar is de tegenhanger van dopamine - de laatste zorgt voor aantrekking tot en met extase,
acetylcholine dus voor afstoting tot en met walging.
De raphe nuclei ("rand kernen") - de plaatsen waar de neurotransmitter serotonine gesynthetiseerd wordt.
Serotonine is neurologisch de tegenhanger van noradrenaline - waar de laatste het systeem opjaagt,
brengt serotonine dat weer snel tot rust - dat is wenselijk om het energie- en grondstoffengebruik te minimaliseren,
wat gunstig is voor overleven. Het is verdeeld over zeven kernen die verschillende delen van het brein bedienen.
Serotonine wordt wordt steeds bekender bij behandeling van diverse geestelijke problemen als de stof die zorgt voor rust.
Omdat de behandeling algemeen is en niet specifiek voor de plaats waar de problemen zich aandienen,
dient het beschouwd te worden als een paardenmiddel.
De locus coeruleus ("blauwe plek"), de plaats waar de neurotransmitter noradrenaline gesynthetiseerd wordt.
Noradrenaline is de variant in de hersenen van adrenaline dat bekend is als de stof die het lichaam opjaagt.
Noradrenaline doet dat in het zenuwstelsel en is dus eerder. En doet dit naar aanleiding van waargenomen gevaar,
wat al in de hersenstam herkend wordt en doorgegeven aan de rest van het brein -
en daarna aan het lichaam door de hypofyse opdracht te geven om adrenaline in het bloed te pompen.
Merk op hoe klein de locus coeruleus is - slechts enkele
tienduizenden neuronen verzorgen deze functie, en doen dit al in soorten als vissen. En kent geen opvolgers
in hogere organen in het brein.
Oftewel: de angstreflex is uiterst fundamenteel en kent weinig nuancering, wat betekent dat
het voor het overleven een functie is waar zeer goed naar geluisterd moet worden. Anders had de natuur
hem wel verbeterd of vervangen.
De hoofdzenuwen (totaal 12 stuks), brengen de signalen van de waarnemingsorganen naar het brein,
waar ze binnenkomen in de hersenstam. De hersenstam doet de eerste verwerking, analyse en interpretatie,
in diverse stappen.
Ieder waarnemingsorgaan heeft zijn eigen ontvangstkern in de hersenstam. Die informatie wordt gecombineerd
in weer andere kernen, bijvoorbeeld die van het oog en het evenwichtsorgaan om de juiste horizon te bepalen.
Het
cerebellum, het "rekenorgaan" voor de hersenstam, gebruikt voor de fijnbesturing.
Het "rekenen" in het cerebellum bestaat in eerste instantie uit het proces van middeling, over
eerder gebruikte bewegingspatronen. Topsporters doen eindeloos aan oefeningen, omdat iedere oefening,
met zijn eigen afwijkingen van het gewenste, bijdraagt aan een beter gemiddelde.
Dit wordt aangevuld met wat correlatietechnieken, wat het cerebellum maakt tot een zogenaamd
"neuraal netwerk".
In zekere zin is het cerebellum merkwaardig inefficiënt, in dat ongeveer de helft
van alle neuronen erin zit. Bovendien is het niet individueel levens-essentieel, want mensen die
zonder geboren worden, lijken een redelijk normaal bestaan te hebben, behalve problemen met fijnbewegingen.
Het cerebellum is vermoedelijk een uitgroeisel van de reticulaire formatie,
net als het eerdere uitgroeisel genaamd
olivary nucleus, dat te zien is als bobbel in de hersenstam, en
waarmee het cerebellum nauw communiceert.
Meer erover hier
De hersenstam, de eerste onderdelen van het apparaat voor de verwerking van de
waarnemingssignalen en de aansturing van de ledematen die te groot waren om nog in de bescherming van de ruggegraat
te passen.
De hersenstam is het fysiologische apparaat achter het reflexen-systeem, dat al ontwikkeld is bij
gewervelde dieren (vissen), en beslissingen maakt van de soort "vechten, vluchten, bevriezen of eropafgaan".
De hersenstam is aangevuld met emotie- en cognitieve-systemen, die meer genuanceerde
en gemiddeld dus betere beslissingen maken, maar dat duurt langer, en voor nood en dus snelle beslissingen
neemt de hersenstam het over, en heeft dus deels zijn oorspronkelijke functionaliteit behouden.
De hersenstam zorgt ook voor de aansturing van het "huishoudelijke apparaat" van het lichaam,
zoals ademhaling, hartslag, enzovoort
Het ruggemerg, het apparaat voor de aansturing van de ledematen, de allereerste stappen
op weg naar een bewegende levensvorm.
Vermoedelijk ontstaan als eerste reactie op het detecteren van gevaar,
waarvan er twee primaire soorten zijn: temperatuur en predatie. In beide gevallen is de primaire reactie: wegwezen.
Bij de detectie van temperatuur horen waarnemingsorganen in de huid, die
signalen afgeven van de soort die de mens noemt "pijn". Bij de waarneming van predatie hoort ook een waarnemingsorgaan
in de huid, genaamd "tast" ("betast worden: gevaar!"), en een eerste nieuwe los orgaan: de smaak (of later: geur):
bij predatie komen moleculen van de eigen soort in het water, en die werken als teken van gevaar.
Merk nogmaals op: alles wat wij als mensen te weten komen en met ons
bewustzijn over denken en praten, komt binnen via de hersenstam.
Het oog is als waarnemingssorgaan vermoedelijk later in de evolutie ontstaan, omdat in de oeroceaan
tast en gehoor belangrijker waren. Na het ontstaan en vooral aan land (lucht is tranparenter dan water)
nam het belang ervan toe, als afleesbaar uit het feit dat het bij verschillende soorten op verschillende
tijden en in verschillende uitvoeringen is ontstaan.
De smaak is nauw verwant aan de geur in dat het ook een chemisch proces is, maar het doel is anders,
namelijk het bepalen van voedingswaarde van opgenomen stoffen. Zaken met veel voedingswaarde
krijgen daarbij het oordeel van "lekker", en zaken waarvan bekend wordt (door ervaring) dat
ze weinig waarde hebben of schadelijk zijn heten dus "vies".
Deze waardeoordelen zijn in aanzienlijk mate geperverteerd door het in schier onbeperkte mate
beschikbaar gekomen zijn van vele voedingstoffen, terwijl de oorspronkelijke oordelen gebaseerd
zijn op aanzienlijke schaarste.
Dit is het eerste voorbeeld van het optreden van de neurotransmitter dopamine, die in het brein
gebruikt wordt om het individu tot herhaling van handelingen te stimuleren, en de oorzaak is
van de obesitas-pandemie in westerse en andere welvarende landen, en alle andere vormen van verslaving.
Samen met de huid/tast vecht de neus/geur om plaats als evolutionair eerste. Bij de neus zijn
de argumenten dat gevoeligheid voor de chemische omgeving nog voor tast komt omdat zelfs eencelligen
al een vorm van chemische gewaarwording lijken te hebben - niet onlogisch want een levende cel
is één grote en uiterst ingewikkelde chemische fabriek, inclusief een eigen soort stofwisseling.
Ook is geur (net als smaak) iets dat buiten het circuit van de bewuste herinneringen heen loopt -
in de slaap (een proces van de bewuste circuits) komen geen geur of smaak voor.
De tast is (vermoedelijk, net als de rest van het hier gestelde) ontstaan als aspect van de huid,
dat laatste zijnde de structuur om de diverse onderdelen van de eerste samengestelde levensvormen
bij elkaar te houden.
De tast is het natuurlijke antwoord op het fenomeen van predatie, waarvoor één van de bewijs van de vroege
onwikkeling is gelegen in de vele uitzinnige vormen van bepantsering tijdens de Cambrische explosie:
Betast worden is een onmiddelijke voorbode van gegrepen en opgegeten worden.
Er bestaat geen urgenter aanleiding voor de onwikkeling van een waarnemingsorgaan dan dat.
Een tweede factor is het meten van temperatuur, want een hoge temparatuur is ook
snel dodelijk voor het leven. Dit is dusdanig van belang dat er twee vormen zijn ontwikkeld:
een snelle en een langzame pijnsensatie.
De waarnemingsorganen zijn de poort naar de buitenwereld. Ze zijn ontstaan in de loop van de evolutie in dat
kennis van de buitenwereld meer kans op overleven biedt, dus langer kans op vermenigvuldiging, enzovoort.
De eerste vormen van "waarneming" zijn niet al te lang geleden ontdekt
als de reactie van cellen op bepaalde (schadelijke) chemicaliën in hun omgeving, mogelijk voorafgegaan door
een nog algemener iets: temperatuur.
Dat is de vermoedelijke origine van pijn, via de
huid
, en de geur (aanvankelijk in water) via de
neus
en de smaak via de
mond
. Van pijn zijn er twee soorten: een snelle en langzame. Via de neus is
er de gewone geur, en een speciale via feromonen die iets over het individuele immmuunstelsel zeggen.
Het verschijnsel van predatie oftewel het bestaan van roofdierschap,
mogelijk ook een oerverschijnsel aangzien men vermoedt dat dat ook al op het niveau van moleculair leven
mogelijk was (zie virussen), heeft vermoedelijk geleid tot het leren ontdekken van de aanwezigheid van mede-levensvormen
in de vorm van tast via de
huid
en trillingen (in het water) - wordende de tastzin in de huid, en het
oor
.
Pas later in de evolutie kwam er het
oog
, bij verschillende soorten op verschillende tijden en met verschillende soorten ogen.
Aanvullend bij het oog is er ook nog het
evenwichtsorgaan
, hoewel de locatie in het oor een eerdere evolutie doet vermoeden.
De donker- en zwart-getekende gebieden zijn geen holle leegtes, maar gewoon plaatsen die leeggelaten zijn
om de tekening beter leesbaar te houden. In werkelijkheid is de schedel tot krampens toe gevuld.
Neurologie, interactief overzicht, anatomisch
In aansluiting op het functionele overzicht
hier eenzelfde aanpak, maar meer gericht op de anatomische details, mede om andere literatuur over het onderwerp,
met name de meer vaktechnische, beter leesbaar te maken.
Probleem hierbij is dat het brein een driedimensionale structuur is compleet volgepakt met
honderden elementen, deels kriskras door elkaar. Deze noodzakelijkerwijs tweedimensionale versie
is dus een compromis, staande voor een vloed aan driedimensionale aanzichten.
Uitgangspunt is de schematische vorm van een bekend zijaanzicht, met slechts een deel van de structuren
direct zichtbaar. Zonodig wordt dit tussendoor aangevuld.
Dit is eigenlijk de inleiding bij een uitgebreidere presentatie van de structuur, die start hier
Neurologie, interactief overzicht
Deze inleiding in de neurologie is een interactieve plaatjes-met-tekst galerij met drie niveaus van uitleg,
die een overzicht geeft van de structuur van het brein volgens de aanpak "van basaal naar complex", dus
van hersenstam naar cortex.
Het bevat de basisinformatie die zowel voor de geïnteresseerde leek ("Waarom wind ik me daar nu
zo erg over op?") als voor professionals als psychologen ("Waarom heeft seroxat zo veel bijwerkingen?" -
"Waar zit verslaving?") onontbeerlijk is bij verdere vragen over de werking van het brein.
En, wat het eigenlijke doel is van deze studie, het geeft de neurologische basis voor het gaan begrijpen
van gedreven en gestoord sociaal denken en handelen, van oude zoals religie tot nieuwe zoals politieke-correctheid,
globalisme, wokisme, enzovoort, zoals beschreven hier
.
De inhoudelijke structuur is gebaseerd op het volgen van de
informatiestromen, komende van de waarnemingsorganen, wat automatisch leidt tot een hoofdindeling
in reflexensysteem (hersenstam, automatismes), emotie-organen (intuïtief, analoog denken -
1 + 2 > 2 + 1 ), en cortex (rationeel, logisch denken -
1 + 2 = 2 + 1).
Technisch is dit uitgevoerd op drie niveaus. Het meest gedetailleerd is het volgen van het knoppenmenu
onder de afbeeldingen, van boven naar beneden, waarbij aan het einde van menu en overzicht gewisseld wordt
om weer hogere ontwikkelingen te presenteren.
Terug kan men telkens met de bovenste menuknop.
Wie sneller door de onderdelen zichtbaar in het
eerste globale overzicht wil lopen, klik of tapt op het
symbool, en volgt het nieuwe menu. Voor desktops/laptops werkt dit ook met mouse-over.
Nog sneller gaat dit door de tekstuele uitleg te
verwijderen met de knop
.
Elders staan meer gedetailleerde beschrijvingen van hersenstam
, emotieve organen
, en cortex
.
Uitleg van begrippen is te vinden hier
.
De uitleg horende bij XXX.
Zie ook aldaar.
En nog veel meer hier.
En hier.
En hier.
En hier.