Ras- en cultuurtaboeïsme
| 18 aug.2011 |
Ras- of cultuurtaboeïsme, het verbod over het praten over verschillen in cultuur
of ras, is een houding of ideologie die nauw verwant is aan het
multiculturalisme
. In
het multiculturalisme wordt expliciet of impliciet uitgegaan van de "gelijkheid
der culturen", dat zijn eigen voorgeschiedenis heeft in de antropologie, met als
bekende inspiratoren Jean-Jacques Rousseau en Claude Lévi-Strauss.
Het multiculturalisme heeft ook een zeer dominante stroming die probeert om
tegenspraak tegen hun denkbeelden onmogelijk te maken. En omdat die tegenspraak
in feite erg makkelijk is, door gewoon te wijzen naar de sociologische
werkelijkheid, heeft men die tegenspraak proberen te voorkomen door diverse
vormen van het proces van zwart-maken. De meest krachtige en effectieve vorm
daarvan is de associatie met nazistische ideeën. Afgekort: Wie beweert dat
culturen niet gelijk zijn, beweert in feite dat de rassen niet gelijk zijn, en
beweert dus hetzelfde als de nazi's, en is dus een nazi.
Nu is het inderdaad zo dat er een grote overlap bestaat tussen cultuurgrenzen
en rassengrenzen. Spreken over de Japanse of de Chinese cultuur is in feite
identiek als spreken over het Japanse en Chinese ras. En dat geldt dusdanig
algemeen dat het beschouwd kan worden als de regel.
Op dit of een ander moment is dit soort discussies, vooral als het fout
dreigt te gaan, wil men ook wel eens beweren dat er in feite geen aparte
menselijke rassen zijn - "ze kunnen tenslotte allemaal samen kinderen
krijgen". Dat laatste argument geldt ook voor honden, en toch spreekt men daar
als van nature over rassen. En als je het praktisch wilt zien: voor het
onderscheiden van van het Japanse of Mongoolse ras en het blanke ras is slechts
met zeer hoge uitzondering meer dan één enkel exemplaar van elke soort nodig. En
voor wie er enig oog voor heeft: hetzelfde geldt voor Japanners en Chinezen.
Voor wie er enig oog voor heeft, is het ook volkomen duidelijk dat er
verschillen bestaan tussen culturen, in de zin waarin men spreekt over "de
gelijkheid der culturen". We kunnen daarvoor ingewikkelde verhalen verzinnen,
maar ook doodgewoon het multiculturalistische massavernietigingswapen omkeren:
Kijk maar naar de nazi-cultuur - die is duidelijk niet gelijk aan de westerse
cultuur van de democratie.
En combinerende de ongelijkheid der culturen met het gelijkvakken van
culturele en etnische grenzen, zou je dus ook meteen de ongelijkheid der rassen
kunnen afroepen.
Toch ligt er daar nog een fundamenteel verschil. En dat is de mate van
veranderlijkheid. De culturele eigenschappen liggen vast in gewoontes die van
ouder op kind overgebracht worden middels opvoeding. De etnische eigenschappen
liggen vast in genen, die van ouders op kind worden overgedragen tijdens de
bevruchting van de menselijke eicel. En naar algemene wordt aangenomen
veranderen de laatste eigenschappen heel langzaam, en kunnen de culturele
eigenschappen veel sneller veranderen.
Hetgeen goed zichtbaar wordt als, bijvoorbeeld, Chinese kinderen als baby
geadopteerd worden in Nederland. Cultureel lijken de kinderen volledig Chinees.
Gaan ze tijdens hun kindertijd terug naar China, moeten ze acclimatiseren net
als Nederlanders. Maar raken ze aan het eind van hun kindertijd, gaan vele ervan
steeds meer trekjes krijgen die aan China doen denken, en krijgen ze vaak zelf
ook behoefets om iets met hun Chinese afkomst te doen.
Culturele eigenschappen zijn dus wel veranderlijk, maar niet zo veel als men
wel veronderstelt. Dat is evolutionair logisch, want het zorgt voor behoud van
het door voorouders geleerde en stabiliteit in het algemeen. Aan de andere kant
laten moderne biologische inzichten zien dat genen ook niet zo onveranderlijk
zijn als men eerder veronderstelde, middels de ontdekking van het fenomeen van
epigenese. Ook dat is evolutionair logisch, want het is is handig dat het
langdurig geleerde en te leren op meer fundamentele manier wordt vastgelegd,
zodat het zonder langere leerperiode al aanwezig is, niet snel verloren gaat -
voor een jonge gazelle is het van belang snel te kunnen lopen, zonder dat dat
eerst van de ouders aangeleerd moet worden.
Een van de factoren die de culturele veranderlijkheid bepalen, is de grootte
van groep van de dragers ervan - met de algemene regel: hoe groter de groep, hoe
minder snel de cultuur verandert. Neem weer het voorbeeld van de Chinese
migratie. Stel je migreert niet één Chinees kind, maar een hele Chinese familie.
De kans dat dat Chinese kind de Nederlandse cultuur krijgt, is dan meteen
gedecimeerd. En haal je, zeg, tien Chinese gezinnen hierheen, en blijven die bij
elkaar in de buurt,. nadert het Nederlands worden van de Chinese kinderen naar
nul. Natuurlijk krijgen ze wel een aantal Nederlandse zaken mee, maar ze krijgen
Chinese namen, worden opgevoed in het Chinees, en kunnen, indien ze naar China
gaan, daar met weinig problemen hun weg vinden.
In de context waarin er over de gelijkheid van de culturen gepraat wordt,
gaat het over de cultuur van erg grote groepen. Culturen zijn op dat niveau
weinig veranderlijk. Wel veranderlijker dan genen, maar het verschil is niet zo
dramatisch als het normaal wordt voorgesteld. En kijk je naar een beperkte
hoeveelheid tijd, verschilt die veranderlijkheid zo weinig, dat het nauwelijks
of niet uitmaakt of je het nu over cultuur of ras hebt.
Van deze overeenkomst tussen culturen en rassen maken multiculturalisten,
onbewust of bewust, dus gebruik om de bespreking van verschillen tussen culturen
onmogelijk te maken, middels suggesties, implicaties of meer directe
verwijzingen naar "Het gebeuren in de Tweede Wereldoorlog". Oftewel: Hitler
heeft mensen op grond van ras naar de gaskamers gestuurd, dus mag je niet praten
over rasverschillen. En als je wel praat over verschillen in cultuur, zoals bij
moslims, praat je in feite over verschillen in ras, en als je dat doet, neem je
het risico dat moslims naar de gaskamers worden gestuurd. En om te voorkomen dat
moslims dat de gaskamers worden gestuurd, mag je niet praten over
cultuurverschillen. Af te korten tot "PVV-aanhangers zijn nazi's".
Nu zou het kunnen dat het ras- en cultuurtaboeïsme inderdaad voorkomt dat
mensen naar de gaskamer gestuurd worden. Maar er kunnen op de wereld meer dingen
gebeuren dan mensen naar gaskamers sturen. Je kan beledigen, bespugen, slaan,
verwonden in diverse mate, en tenslotte kan je ze ook doden zonder gebruik te
maken van een gaskamer. En op een of andere manier zijn al die dingen gewoon
doorgegaan ondanks het feit dat we niet meer praten over ras en cultuur.
Nou kan er tegengeworpen worden dat dat beledigen, bespugen, slaan, verwonden
in diverse mate, en doden niets met ras te maken heeft. Maar is dat is iets dat
degenen die dat willen beweren niet waar kunnen maken. Want als je niet mag
praten over ras en cultuur, kan je ook niet aantonen dat het beledigen,
bespugen, slaan, verwonden in diverse mate, en doden niets met ras te maken
heeft.
Stel dat je ten behoeve van deze ene alinea even het verbod van praten over
ras opheft. En gaan kijken of er ergens misschien wel iets aan ras gedaan wordt
dat met het beledigen, bespugen, slaan, verwonden in diverse mate, en doden te
maken heeft. Laten we beginnen bij de zaak waar het verbod oorspronkelijk begon:
de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Daar zijn, naast de doden in de
gaskamers, nog veel meer doden gevallen. Door kogels en dergelijke. Deels waren
dat ook doden die vielen vanwege ras - een ander ras dan de doden in de
gaskamers. Om heel precies te zijn: er zijn meer doden door ras gevallen buiten
de gaskamers dan erbinnen. Toch wordt er veel meer gesproken over de kleinere
groep die viel binnen de gaskamers, dan over de grotere groep die erbuiten viel.
En wel vanwege een verschil in ras. Het ras dat viel in de gaskamers waren
(voornamelijk) de Joden, en het ras dat viel buiten de gaskamers waren
(voornamelijk) de Slaven (Russen).
Dus alleen al in het praten over "De gebeurtenissen in de Tweede
Wereldoorlog" wordt er verschil gemaakt tussen rassen. Reden om nog een
paragraafje lang verder te kijken. Want één van de gevolgen van die
gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog is het ontstaan van de staat Israël.
Het thuisland voor de Joden. Nu kan je op allerlei manieren kijken naar het
bestaan van de staat Israël, en daar allerlei meningen over hebben, maar één
zaak is een niet bestrijdbaar feit: Israël is ontstaan al een staat voor de
Joden, en bestaat nu als een staat voor de Joden. Het bestaan van de staat
Israël, en de staat Israël zelf, maakt een onderscheid naar ras. Een onderscheid
waarover gepraat wordt, en dat geaccepteerd wordt.
Met welke constatering de positie van het taboe op rassenonderscheid
eigenlijk al onhoudbaar is geworden. Want op grond van rassengelijkheid mag je
andere rassen niet onthouden wat de Joden wel wordt vergund: als Joden handelen
op grond van ras, mogen andere rassen dat ook. En als je mag handelen op grond
van ras, is het taboe op het praten over ras volstrekte onzin.
Het taboe op het praten van ras dus weer wat verder opschortend, gaan we
kijken naar wat er in de rest van de wereld zoal op grond van ras gebeurt. Dan
herinneren we ons meteen de met tussenpozen van enige decennia voorkomende
oorlogen tussen de Hoetoe's en de Toetsi's: oorlog op grond van ras. Waarmee we
meteen verder heel Afrika in kunnen: reeksen oorlogen op grond van ras. Waarna
we verder reizen via het Midden-Oosten, dat we al gehad hebben, richting en door
Azië: zodra je een of andere rassenlijn passeert, passeer je een lijn waar
oorlogen gewoed hebben. Met als hoogtepunten de plaatsen waar de ontmoeting der
rassen meer recent is - neem bijvoorbeeld Sri Lanka. En in alle niet-Chinese
Aziatische landen: de regelmatige rassenrellen tegen Chinezen. Enzovoort.
Merk hierin trouwens op dat er in dit soort situaties wel vrolijk over "ras"
wordt gesproken, en niet over cultuur het zijn 'rassenrellen' en niet
'cultuurrellen". En dat dat het gevolg is van het handelen op grond van
ras. Door andere rassen.
Kortom: het niet-praten over ras heeft totaal niet geholpen om
rassenproblemen te voorkomen. Weliswaar waren er geen gaskamers meer, maar in
Afrika bleken de Hoetoe's en Toetsi's elkaar ook zonder de gaskamers prima af te
kunnen maken. Met als reden dat hert verbod op het praten over ras geen algemeen
verbod is, maar eigenlijk uitsluitend slaat op de westerse cultuur. De andere
culturen handelen er vrolijk verder naar. Het ras-taboeïsme is dus zelf een
raciaal verschijnsel. En een ras-onderscheidend verschijnsel.
Het verbod op het maken van onderscheid op grond van ras is dus op diverse
gronden al grote onzin. Laat staan dat dit zou gelden voor verschillen in
cultuur.
En het taboe op verschillen in cultuur, in de zin van "de gelijkheid der
culturen", nog verder opschortend, kan je dus gaan kijken naar de
cultuurverschillen die op aarde zoal voorkomen. En dan is een enkele blik
voldoende om te constateren dat dit uiteenloopt van het kunnen bouwen van een
boomkano tot aan het bouwen van een mammoettanker.
Alleen al deze laatste vergelijking roept zelfs bij de auteur een gevoel van
gêne op: de verschillen zijn zo enorm, dat ze nauwelijks overbrugbaar lijken.
Behalve voor de meest verlichte geesten is er nauwelijks over te praten, behalve
dan door de context te veranderen. Want in een andere context, de
sciencefiction, is dat natuurlijk wel degelijk gedaan, omdat de situatie sterk
gelijkt op die van twee beschavingen op verschillende planeten die met elkaar in
contact komen. Waarbij het uiterst onwaarschijnlijk is dat die op hetzelfde
ontwikkelingspeil zullen staan. Wat altijd een diepe en vrijwel onoverkomelijk
schok is voor de minder ver gevorderde beschaving. Hetgeen sommige sf-auteurs
heeft gestimuleerd tot het uitvinden van afspraken omtrent het al dan niet
contact maken met een nieuw ontdekte beschaving - zoals in de "Star Trek"-serie:
de beschaving moet eerst sneller-dan-licht reizen ontwikkelen
(Wikipedia).
Met dit voorbeeld in de hand zijn ook op onze eigen planeet gevallen aan te
wijzen die daar op lijken. Wat de Aboriginals en de Maori's in Australië en
Nieuw-Zeeland en de diverse "indaanse" stammen in Amerika is overkomen, is
hetzelfde soort sociologisch trauma. Met als gevolg de aldaar gesignaleerde
sociale lethargie.
Die laatste zijn historische voorbeelden, die intellectueel wat moeilijker te
behappen zijn dan die uit de sciencefiction, maar toch goed herkenbaar, en ook
wel, zij het in eveneens beperkte kring, als zodanig besproken zijn. Maar deze
voorbeelden zijn niet de aanleiding voor dit stuk. De voorbeelden die aanleiding
zijn voor dit stuk zijn de veel moeilijker te onderscheiden en nog veel
moeilijker te bespreken hedendaagse gevallen.
Waarna met een alineabreuk de lezer enige tijd is gegeven om te beseffen
welke hedendaagse gevallen hier op gedoeld wordt. Het betreft, net als in de
sciencefiction en net als in de historische gevallen, het in contact komen van
de ene cultureel en raciaal te onderscheiden groep met de andere. Of, om
preciezer te zijn: het trekken van de ene raciale groep naar de andere. In dit
geval: het trekken van groepen uit boomstamculturen naar mammoetankerculturen.
Inderdaad: de allochtone migratie naar het westen, met name Europa.
De allochtone immigratie naar Europa is ook de oorzaak van het ontstaan van
het multiculturalisme. Multiculturalisme is min of meer de uitvoerende tak van
de theorie van "de gelijkheid der culturen" en het cultuur- en
ras-taboeïsme. Omdat de culturen gelijk zijn, en de immigranten hun cultuur
mogen behouden, moeten, om de verschillen die er ook zijn gelijk te maken, de
culturen van de immigranten deel gaan uitmaken van de cultuur van het gastland.
Oftewel: het gastland moet van cultuur veranderen. Met in de extremere vormen:
zonder dat daarbij de cultuur van de gasten hoeft te veranderen - enige decennia
geleden nog beleid in de vorm van "onderwijs in eigen taal en cultuur". De
mammoettankercultuur delen van de boomstamcultuur overnemen - oftewel: voor de
behouden thuisvaart van de mammoettanker moeten we niet gaan rekenen, maar gaan
bidden (tussen twee haakjes: wie dit soort vergelijkingen te sterk vinden: die
met de Tweede Wereldoorlog is dat niet minder).
Door de in eigen land te constateren blijvende grote sociale achterstanden
van de allochtone immigranten is het aanvankelijke "gelijkheid der
culturen"-multiculturalisme in steeds meer problemen gekomen. Daarom ontwikkelde
zich geleidelijk een tweede vorm: het hulp-multiculturalisme: de achterstandige
groepen moeten geholpen worden op het westerse niveau te komen. De
oorspronkelijke vorm ontwikkelde zich daarbij steeds meer tot: "De achterstand
van de allochtone immigranten is niet ten gevolge van de eigen cultuur, maar
door discriminatie door de thuisbewoners" - zeg maar het extremistische
multiculturalisme (als u voorbeelden zoekt, ga dan naar Joop.nl
).
Wat voor beide vormen niet verschilt, is het vasthouden aan het cultuur- en
ras-taboeïsme. Voor de oorspronkelijke en extremistische versies is dat
consequent - voor het hulp-multiculturalisme is het dat niet. Je kan niet
speciale hulp gaan geven aan cultureel en raciaal te onderscheiden groepen,
zonder dat culturele en/of raciale onderscheid te maken. De aanhangers van de
stroming zijn dan ook gedwongen tot eindeloos veel vormen van leugens en
hypocrisie
- de op deze website gemaakte verzameling retorische trucs
stamt voornamelijk uit discussies over de "integratieproblematiek". En als een
merkwaardig maar toch volkomen logisch bij-effect: wie op grond van raciale
onderscheiden steun geeft aan groepen, die per definitie ten koste gaat van
andere groepen, bedrijft zelf een ongelofelijke hoeveelheid racisme
.
Dat allochtone immigranten als groep een sociale achterstand hebben, is dus
buiten de kleine extremistische groep niet meer omstreden. De vraag is of er aan
deze achterstand iets te doen valt voor het een dusdanig probleem wordt dat er
serieuze maatschappelijke strubbelingen door ontstaan. Want dat er een verband
is tussen groepen met achterstanden en maatschappelijke strubbelingen is een
vrijwel onomstreden sociologisch feit.
Wat men echter niet onder ogen wil zien omdat dat onder het ras-taboeïsme
valt, is dat de kans dat het tot strubbelingen komt, de grens waarbij het tot
strubbelingen komt, en de ernst van die strubbelingen afhankelijk zijn van de
zichtbaarheid van het verschil tussen de twee groepen. Dat wil zeggen: ook
afhankelijk zijn van het raciale verschil.
De rol van zichtbaarheid op zich is onomstreden. Experimenten met groepen die
een kunstmatig verschil kregen toegemeten, bijvoorbeeld met rode en blauwe
petjes, hebben laten zien dat dat via groepsdynamische processen razendsnel
leidt tot wrijvingen en afkeer. Het spreekt ondanks alle ontkenningen voor zich
dat dit evenzeer geldt voor uiterlijke verschillen in de maatschappij - ook
middels kleding als hoofddoeken, of nog directer, via huidskleur.
De volgende stap, dat die zichtbare culturele en raciale verschillen in
combinatie met sociale achterstanden leiden tot een verhoogde kans op
sociale strubbelingen is niet een theorie of een voorspelling, maar een te
constateren feit. In Amerika hebben meerdere van dit soort strubbelingen
plaatsgevonden. Waarnemers vanuit Europa beschreven deze strubbelingen als
rassenrellen. Met als bijboodschap dat die voor een belangrijk deel waren
ontstaan door de achterstelling van zwarten in Amerika.
Waarmee we gekomen zijn bij de directe aanleiding voor het schrijven van dit
artikel, en het opheffen van het cultuur- en ras-taboeïsme op deze website. Want
in Europa hebben zich inmiddels soortgelijke toestanden voorgedaan. Het grootst
waren de rellen in Frankrijk in 2005, en recent, de rellen in Londen in 2011. In
beide gevallen is men zeer terughoudend met de omschrijving als "rassenrellen".
Met name in Engeland, dat multiculturalistischer is dan Frankrijk, heeft men de
eerste dagen hardnekkig geweigerd het raciale karakter ervan openlijk te
vermelden, terwijl op de televisiebeelden overduidelijk zichtbaar was dat, in de
begindagen, toen het nog uitsluitend Londen betrof, zo'n 80 procent van de
daders bestond uit zwarten - alleen als kledij, veelal met capuchons en bekend
als de kledij van de vrijwel uitsluitend zwarte bendes, zei genoeg. En na de
eerste paar dagen ging men langs alle mogelijke moeites om maar te benadrukken
dat er mensen van allerlei achtergronden bij de rellen betrokken waren, net als
trouwens de verslaggeving in Nederland
. De raciale factor wordt angstvallig vermeden, en slechts een enkeling durft
hem ten noemen.
De reden daarvan is voor de hand liggend: het raciale verschil is iets dat
zich niet laat oplossen. De dragers hebben een kleur, en houden die kleur. Het
wijzen op die kleur, zo gaat de onbewuste gedachte, draagt op geen enkele manier
bij aan het oplossen van het probleem. Bij dat niet noemen van kleur gaat men zo
ver, dat den betrokkenheid van degenen zonder kleur volkomen buiten proportie
overdreven wordt, en dus in feite de ergste vorm van racisme is
.
Toch is dat iets dat, wetenschappelijk gezien, geboden is. Want met een
wetenschappelijke, sociologische, blik moet je van wat in feite een enkele
voorspelling is, maar moet je werken op grond van een reeks voorspellingen
gedaan onder het variëren van diverse factoren. De voorspelling dat het noemen
van de raciale factor het probleem niet oplost, gaat uit van een bepaalde
relatie tussen een bepaalde factor en een bepaald gevolg. Een te grote
beperking.
Dus het ras-taboeïsme nog steeds opschortend, valt meteen te constateren dat
de sociale achterstanden die de drijfveer zijn van de rellen, hun oorzaak hebben
in culturele en deels raciale factoren. Ten tweede valt te constateren dat er
wel een diversiteit is binnen de achterstandsgroepen die betrokken zijn bij de
strubbelingen, maar dat er, over Amerika en Europa genomen twee hoofdgroepen
zijn: creolen en moslims. In Amerika creolen, in Frankrijk moslims en creolen,
in Engeland creolen, en de kleinere strubbelingen in diverse Europese landen
voornamelijk moslims.
Ten derde valt uit het Amerikaanse geval af te leiden dat de tijd van
verblijf in het gastland een minder- of onbelangrijke factor is - zwarten zijn
er al ergens tussen honderd en tweehonderd jaar in Amerika - hun achterstand als
groep is nog steeds gigantisch.
Ten vierde valt te constateren dat de diversiteit binnen de westerse culturen
en landen ook minder- of onbelangrijk is. Engelsen en Fransen voelen zich maar
weinig verwant, en toch doen zich daar dezelfde verschijnselen met allochtone
immigranten voor. De voor de westerse landen cruciale eigenschappen in het
probleem moeten redelijk basaal zijn.
Al deze praktische verschillen laten zich naadloos vertalen naar de al
genoemde algemene sociologische factoren: het gaat om het verschil in
ontwikkelingsniveau. Waarbij die vertalingen per groep een overeenkomst en een
verschil heeft. De overeenkomst is dat de westerse maatschappijen in veel hogere
mate gebaseerd zijn op leer- en schoolprestaties, en een veel grotere bereidheid
hebben om op basis van wederzijds vertrouwen iets gezamenlijks te ondernemen. In
alle niet-westerse maatschappijen is het vermogen iets gezamenlijks te
ondernemen op basis van vertrouwen minder (Aziatische landen) tot veel minder
(de rest). Dit is de minder belangrijke factor, omdat de immigrantengroepen nog
steeds betrekkelijk kleine minderheidsgroepen zijn.
De overblijvende factor, leren en opleiding, moet dus wel de belangrijkere
zijn. Hetgeen ook direct praktisch aanwijsbaar is, met voor creolen en moslims
verschillende achterliggende processen.
Voor creolen zijn er twee direct aanwijsbare redenen voor hun slechte school-
en leerprestaties: te veel kinderen, en afwezige vaders
. Voor leren en school zijn aandacht en rust nodig. Beide ontbreken in grote en
vaderloze gezinnen.
Voor moslims zijn er ook twee direct aanwijsbare redenen: te veel kinderen
(hoewel ietsje minder dan bij creolen) en een de rationele geest dodende
religie.
Waar het hier om draait, is dat deze uitwerking onderbouwt wat voor creolen
deels al in de praktijk bewezen is: er zit voor beide groepen voor de
eerstkomende generaties betrekkelijk weinig verbetering in. Omdat de oorzaak
ligt op terreinen waarop ingrijpen van buiten onhaalbaar lijkt. Het aanpakken
van het kinderaantal lijkt onbespreekbaar gezien de houding ten opzichte van de
overeenkomstige Chinese politiek, en het aanpakken van religie lijkt zelfs nog
minder mogelijk.
Terwijl de groepen allochtone immigranten dus op zijn allerbest licht
vooruitgaan, is de vooruitgang in de westerse maatschappij niet alleen materieel
maar ook op het culturele vlak de laatste decennia, en ook voorheen, altijd een
stuk groter geweest. De reden dat ook het geconstateerde huidige grote verschil
ontstaan is. Maar dat betekent dat voor de toekomst de kloof met de allochtone
immigrantengroepen alleen maar groter zal worden. En bij grotere
maatschappelijke verschillen horen grotere kansen op maatschappelijke
strubbelingen.
Daarbij komt voor beide groepen nog een complicerende factor, samen te nemen
als "trots". Voor de creolen leeft dit onder de term "respect", zoals frequent
uitdrukt in terminologie lijkend op "I want respect, man!". En daarbij
wordt niet bedoeld de westerse vorm van respect, die gebaseerd is op verrichte
prestaties, maar de inherente vorm van respect die uitsluitend slaat op het
individu - een aangeboren vorm van respect
. Een vorm die ze onderling aan de positieve kant uitwisselen door hand- en
armgebaren, en aan de negatieve kant door schotenwisselingen in hun bendecultuur
.
De moslims hebben een andere vorm van trots, namelijk hun religie en hun
mannelijke opvoeding
. In hun opvoeding worden de mannen van begin af aan bevoordeeld, en binnen het
gezin zijn ze doodgewoon de baas. Vrouwen staan onder hen, en de vader is veelal
afwezig, in het theehuis. Hoewel dit per land verschilt, hebben de jongens ook
in vrij sterke mate een straatcultuur. Daarnaast is er dus ook nog de islam, die
stelt dat gelovigen in die religie inherent superieur aan een ieder die niet in
die religieuze groep zit
.
Dus voor zowel creolen als moslims geldt dat ze een "trots"-cultuur hebben,
terwijl voor een groot deel van hen van redelijk begin af aan duidelijk is dat
ze moeilijk of niet mee zullen kunnen komen in de westerse maatschappij, omdat
omhoog komen daarin vrijwel uitsluitend mogelijk is door goede school- en
leerprestaties. Een gegarandeerd recept voor problemen.
De laatste tien jaar hebben we dan ook al twee als "groot" te omschrijven
uitbarstingen van dit probleem gehad, met meerdere kleintjes ertussen. In in
beide gevallen werd ook volstrekt helder geformuleerd door de daders wat de
motief van hun opstand was: "Geen kansen!", en de rest is af te korten tot
"Wraak!"
Deze kern van de zaak komt razendsnel boven water zodra je een min of meer
open discussie start over de oorzaken van dit soort rellen (in diverse vormen
gedaan op de BBC) - overigens is niemand in staat om uit de aanwezige informatie
het volledige beeld te construeren of de juiste conclusies te trekken, vanwege
de raciale implicaties. Tezamen met de voorgeschiedenis gaat dat als volgt: een
deel van de kansarmen, deels al vol wrok, gaat over tot wapenbezit,
criminaliteit, geweld, bendevorming enzovoort. Er volgen doden in onderlinge
gevechten. Een deel van het publiek roept om strenger politie-optreden. De
politie gaat strenger optreden met bijvoorbeeld systematisch fouilleren op
wapens. De rest van sociologische en raciale groep waartoe ook de kansarmen
behoren, al dan niet geslaagd, voelt zich beledigd en gegriefd door de
fouilleer-acties en krijgt (nog meer) wrok tegen de politie, en zoeken de
oorzaak van de criminaliteit en bendevorming achter andere sociale factoren. De
bendeleden en criminelen onder de kansarmen voelen zich gesterkt door de steun
uit de eigen groep, en gaan zich de volgende keer nog ernstiger misdragen. Et
cetera. Let op dat de kern van het uit de hand lopen, het zelf-versterkende
proces, ligt in de herkenbaarheid als groep van de criminelen en bendeleden, en
de steun vanuit de sociaal herkenbare groep waartoe de criminele en bendeleden
behoren. In het Engelse geval is de onderscheidende factor die van ras.
Een zeer onrustbarende situatie, waarbij naar aanleiding van deze analyse dus
opgeteld kan worden dat de kans op dit soort uitbarstingen alleen maar groter
wordt, net als waarschijnlijk dus ook de ernst.
Want kijk maar naar de aanloop van het verschijnsel, van een aantal jaren
terug (het verschijnsel is nog veel ouder, maar dat is van voor de start van
deze website - een bekende waarschuwing kwam van de Engelse politicus Enoch
Powell
) - eerst een bericht uit de Engelse pers:
|
The real question: why are our children prepared to kill one
another?
We need to ask why so many young lives are being cut short by teenagers
By Camila Batmanghelidjh, Founder of Kids Company
Published: The Independent, 25 August 2007
There are two rates for renting a gun on the streets of Britain. If the weapon
is returned unused, it can cost £50. If it is fired, the price is £250. That is
the cost of shooting someone in the world's fourth richest country. ... |
Keurig verdeeld over blank en zwart. En hier een bericht over het
verschijnsel, een paar weken later, in de in dit geval neutralere
Nederlanders pers (uit Dagblad De Pers, 17-09-2007, door Arjen van
der Horst):
|
Engeland | 'Land staat op springen'
Britse steden vol met jeugdbendes
Kinderen die een kogel in de nek krijgen,jochies van veertien die
achter de tralies verdwijnen voor doodslag. De Britse steden hebben
in korte tijd uiterst gewelddadige jeugdbendes zien opkomen. 'Dit
land staat op ontploffen. Als de regering niks doet, loopt het
helemaal uit de hand.'
Tussentitels: Als je toevallig de verkeerde kant op kijkt, loop
je, al gevaar
Opvangnetwerk van jeugdclubs en jeugdwerkers is verdwenen
|
Het zijn de grenzen die onzichtbaar zijn voor elke normale Londenaar. De
overgang van het ene postcodegebied naar het andere. Maar voor de straatbendes
in de Britse hoofdstad is dat geen geheim. Ze weten precies waar die grenzen
liggen. Tot op de meter.
Toen de Man Dem Crew het postcodegebied SE11 in Zuid-Londen
binnenwandelde, kon je er gif op innemen dat er herrie zou komen. SE 11, dat was
het territorium van de K-Town Crew. Een rivaliserende bende kon zijn domein niet
ongestraft binnenlopen.
Het duurde dan ook niet lang voordat de twee bendes oog in
oog met elkaar stonden. Na wat gescheld over en weer riep Adu Sarpong, de leider
van de K-Town Crew: 'Wat doen jullie in ons gebied? Dit is jullie wijk niet: Het
was het startsein voor een bloederig gevecht waarbij de tieners elkaar met
messen, hamers, metalen staven, flessen en een samoeraizwaard te lijf gingen.
Na afloop bleef Alex Kamondo, een lid van de KTown Crew,
zwaargewond op de grond liggen. Uit zijn lichaam stak een keukenmes, dat met
zulke kracht in zijn borst was geplant dat het in tweeën was gebroken. Het heft,
20 centimeter lang, was dwars door zijn hart en linkerlong gegaan.
Kamondo, een vijftienjarige scholier, overleed niet veel
later in het ziekenhuis. Adu Sarpong, achttien jaar oud, is dit jaar voor de
moord veroordeeld. Hij zit nu een levenslange gevangenisstraf uit. De dood
van Alex Kamondo was geen op zichzelf staand incident. In korte tijd is in alle
grote steden in Groot-Brittannië een uiterst gewelddadige bendecultuur ontstaan,
compleet met rapmuziek, gang-kleuren en afgebakende territoria. Wat het
meeste zorgen baart, is de willekeur van het geweld die de politie als een
'postcodeloterij' bestempelt. ...
|
Dit is dus wat in Engeland in 2007 onbespreekbaar was: er is een zwart
bendeleven ontstaan. En doordat het niet als een zwart bendeprobleem besproken
kon worden, kon het niet als een zwart bendeprobleem behandeld worden. Toen het
nog twee jaar had geduurd, ergens rond 2009, heeft men uiteindelijk geprobeerd
met extra wapencontroles te pogen het probleem in de hand te krijgen. Maar omdat
het bende[robleem én het wapenprobleem vrijwel uitsluitend een zwart probleem
is. werden er dus voornamelijk zwarten gecontroleerd. die ontwikkelden daardoor
een not verder groeiende weerzin tegen de blanke politie en de blanke
samenleving in het algemeen. Met het zichtbare gevolg in 2011. Maar nu het
zwarte probleem op deze manier zichtbaar wordt, kan het door het ras-taboeïsme,
nog steeds net op een een bijpassende manier besproken worden, als zwart
probleem. Want wie denkt dat in Nederland het multiculturalisme en het
ras-taboeïsme erg was: in Engeland is het nog veel sterker. Voor de Britse
televisie is ongeveer de helft van de presentatoren van de diverse gekleurde
gemeenschappen, terwijl ze een nauwelijks grotere minderheid vormen dan in
Nederland. Zelfs in volstrekt "witte" programma's worden ze er met de haren
bijgesleept
. Op de eerste twee dagen van de rellen viel er, terwijl de redactie keek, twee
keer een raciale aanduiding op de Britse televisie - en twee keer was het "whites".
Terwijl op de beelden van de rellen op de eerste twee dagen overduidelijk
zichtbaar was dat ergens rond driekwart of meer van de relschoppers van het type
"met capuchon uitgeruste zwart bendelid" was, zie onderstaande illustratie (let
op de overeenkomst met de foto bij het artikel uit dagblad De Pers) .
|
Het ras-taboeïsme nam in de dagen erop meer dan groteske vormen aan
- met als grappig bijverschijnsel dat in de eerste discussieprogramma's ter
evaluatie, de helft of meer van de gasten uit de zwarte gemeenschap stamde, en
niemand openlijk durfde zeggen dat het een voornamelijk zwart probleem was - als
een soort levend tableau van de Engelse uitdrukking voor zo'n soort
verschijnsel: "An elephant in the room"
(Wikipedia). Overigens waren alle zwarte commentatoren unaniem van mening dat de
schuld van het geheel bij de blanken en hun instituties lag - "Bezuinigingen",
en dat soort argumenten. En ook in de nasleep van de eerste weken erop kwam op
de Engelse televisie voornamelijk blanke betrokkenen in beeld. De omgekeerde
vorm van racisme: de blanke groep wordt uitsluitend op grond van ras nadelig in
het daglicht gesteld. En wel omdat de de raciale identiteit van de groep daders
niet naar voren mag komen.
Hier zien we dus meerdere stappen in het proces naar onlusten die te wijten zijn
aan het ras-taboeïsme: het basisprobleem, te veel kinderen en afwezige vaders,
mag niet benoemd worden vanwege de rassenfactor. hert vervolgprobleem:
bendevorming en wapenbezit, mag niet als groepsprobleem besproken worden vanwege
de rassenfactor. En de uit het gebrek aan aanpak van het secundaire probleem
volgende derde probleem: de rellen, mag niet besproken worden als groepsprobleem
vanwege de rassencomponent. En als vierde gevolg: een andere groep wordt ten
onrechte de schuld van de problemen in de schoenen geschoven, omdat de problemen
van de probleemgroep niet als groepsprobleem besproken mogen worden, vanwege de
rassencomponent.
En, overgaande op de toekomstige ontwikkelingen: omdat het basisprobleem niet
besproken mag worden, komen er steeds meer leden in de probleemgroep. Omdat de
problemen van de probleem groep niet besproken mogen worden, worden die
problemen steeds groter. Omdat de gevolgen van de problemen van de probleemgroep
niet besproken mogen worden, worden de uitingen ervan, de rellen, steeds erger.
En tenslotte, omdat nu ook nog een andere groep, de meerderheidsgroep, de
problemen van de probleemgroep in de schoenen geschoven krijgt, neemt de kans op
een echt groot6schalige rellen, ook wel bekend als rassenoorlog, aanzienlijk
toe.
En voor wie dat te donker geschetst vindt, kijk nog even naar de profetische
eerste kopregel van het artikel uit dagblad De Pers
van 2007, die luidde: Engeland | 'Land staat op springen'. Dit wat
betreft de analyse van de Parijse en Londense opstanden, of beter: Franse en
Engelse opstanden. Op dit punt, en voordat er oplossingen besproken kunnen gaan
worden, moet een besluit worden genomen: is dit genoeg aanleiding om het
ras-taboeïsme af te schaffen?
Voor het definitief beantwoorden van deze vraag is het noodzakelijk beide
kanten tegen elkaar af te wegen: de voordelen en de nadelen. Daarom nog even
terug naar de geschiedenis ervan. Inderdaad: het maken van ras-onderscheid is
een groot probleem geweest in het verleden. Een probleem dat begon met het
ontdekken van verschillende rassen, tezamen met de ontdekkingstochten
geassocieerd met namen als Vasco da Gama, Columbus en Magelhaen. Het oordeel dat
deze primitievere beschaving toen had over nog primitievere beschavingen is, met
het voordeel van een terugblik, niet meer dan begrijpelijk. Het erop volgende
misbruik is dat, met het voortschrijden van de tijd, steeds minder. Resulterende
in de afschaffing van de slavernij, in het westen. Maar het onderliggende
superioriteitsdenken is nog lang doorgegaan, met regelmatige uitwassen tot
gevolg. De gaskamers van Hitler waren doodgewoon een uitloper van dit
historische proces.
Het activistische gelijkheidsdenken is, de even natuurlijke, reactie op de
"uitbarsting" van Hitler. Het gelijkheidsdenken heeft het overgrote deel van het
superioriteitsenken in ras weten te onderdrukken. Binnen de westerse wereld,
want in de niet-westerse wereld gaat het suprioriteitsdenken vrolijk verder,
zoals bij Japanners achter zich superieur bijvoorbeeld ten opzichte van Chinezen
en andere Aziatische volken, bij Toetsi's die zich superieur achten aan Hoetoes,
en bij de moslims die zich superieur achten aan iedereen die geen moslim is. Om
maar enkel voorbeelden te noemen.
Het raciale gelijkheidsdenken heeft dus een nuttige functie gehad, en heeft
dus voordelen.
Nu de nadelen. Die nadelen zijn het gevolg van twee simpele feiten: het
raciale gelijkheidsdenken is vrijwel volledig beperkt tot de westerse cultuur -
raciaal superioriteitenken heeft in de niet-westerse culturen nog steeds zijn
oude en natuurlijke niveau dat wij vroeger ook hadden
- net als het religieuze
. En ten tweede is daar het feit van de massale immigratie van groepen met deze
achterstanden in sociaal denken en de bijbehorende achterstanden in sociale
ontwikkeling naar het westen.
De praktische gevolgen van deze twee basale nadelen besproken in de vorm van
de rellen in Parijs en Londen. Of beter: de rellen in Frankrijk en Engeland. Of
zoals we gezien hebben: de islamitische en creoolse opstanden van 2005 en 2011.
De rellen die uiteindelijk het gevolg zijn van immigratie. En, als je je
concentreert op denkbeelden: de import van het niet-westerse
superioriteitsdenken.
De vraag is dus verder te reduceren tot: wegen op dit moment de nadelen van
het raciale gelijkheidsdenken of het ras-taboeïsme op tegen de voordelen?
Dan nu richting het antwoord. Eerst met behulp van een praktische
tussenvraag: "Wat veroorzaakt meer praktische problemen?" Oftewel: zijn er meer
rellen tegen gekleurde immigranten of door gekleurde immigranten? Het antwoord
is al gegeven: de laatste.
Dan met behulp van een theoretische tussenvraag: "Waar zitten er meer
problemen: in het westerse superioriteitsdenken, of in het niet-westerse
superioriteitsdenken?" Ook hier is het antwoord al gegeven: het westerse
superioriteitsdenken is al grotendeels onderdrukt - het niet-westerse
superioriteitsdenken is dat veel minder.
Het antwoord is dus dat het op dit moment beter is om het cultuur- en
ras-taboeïsme op te heffen.
Met een belangrijke toevoeging: het is dus absoluut niet de bedoeling om zelf
raciaal superieur te gaan denken of handelen ten opzichte van andere, gekleurde,
rassen. Ook als je als cultuur of ras, of hoe je het ook wilt noemen,
constateert dat je bepaalde dingen beter doet dan andere groepen, is dat geen
enkele reden om zoiets als "superioriteit" af te roepen. Het begrip
"superioriteit" is in feite een afkorting van "beter in alle opzichten".
Oftewel: "superieur" en superioriteitsdenken zijn ook weer vormen van ideologie,
van absolutistisch denken. En dus fout. En het is meteen ook een kern van de
problemen met creolen en moslims: "I want respect, man!" en "Ongelovigen
zijn minderwaardig" zijn in feite ideologische houdingen.
Bij deze is het, vanaf augustus 2011, voor deze website dus zo: het raciale
gelijkheidsdenken is afgeschaft, omdat het meer problemen veroorzaakt dan het
oplost.
Dan kan er dus nu overgegaan worden naar het bespreken van oplossingen voor
de Parijse en Londense rellen, oftewel: de islamitische en creoolse opstanden.
Van de multiculturalisten hoeft in deze geen hulp verwacht te worden. Het
extremistischer deel ontkent dat er een oorzaak van de allochtone achterstanden
gezocht moet worden bij de allochtonen zelf, wat de weerzin bij de allochtone
immigranten alleen maar zal versterken. Daarnaast roepen ze ook nog de weerzin
op bij die thuisbewoners die uit eigen ervaring weten dat ze totaal geen schuld
hebben aan de achterstand van allochtone immigranten, hetgeen de ernst van de
mogelijke strubbelingen alleen maar zal vergroten.
De gematigde multiculturalisten kunnen niets ondernemen, want de voor de hand
liggend oplossingen als ingrijpen in de allochtone gezinsstructuren en de islam
is gezien de bij hun multiculturalisme horende overtuigingen onmogelijk. En op
hoger plan misschien ook onwenselijk: het is een te diep ingrijpen in cultuur.
Wat is er dan wel mogelijk? Een richtlijn daarbij is een adagium van Sherlock
Holmes: "Als je al het onmogelijke geschrapt hebt, is datgene dat overblijft,
hoe onwaarschijnlijk ook, de verklaring". We kunnen dus niets doen aan het
eigenlijke probleem: de enorme en groter worden sociale achterstand tussen de
twee groepen. Dat kan je nog wel twee dingen doen - ten eerste: je kan uitleggen
hoe de situatie ligt. Vertel duidelijk en herhaaldelijk aan de
allochtone groepen, dat ze weliswaar een sociale achterstand hebben, maar dat
die, fundamenteel gezien, geheel aan henzelf ligt. En dat ertegen protesteren
dus zinloos en onrechtvaardig is. En beloof ze dat als ze desondanks toch zulke
protesten ondernemen, dat ze passend beantwoord zullen worden. Dat plundering en
brandstichting meteen beantwoord zullen worden met kogels - rubber desnoods
gevolgd door lood.
Dat is oplossing nummer één. Oplossing nummer twee kan eventueel gecombineerd
worden met oplossing nummer één. Dat is ze aan te bieden het omgekeerde pad te
volgen van datgene dat ze in de westerse landen heeft gebracht. Wie eenmaal is
gemigreerd, kan geen fundamenteel bezwaar maken tegen nog een keer migreren. In
de uitspraken van creolen gedaan voor de televisie naar aanleiding van de rellen
komt weinig beters naar voren dan een matige tot diepe haat jegens de
maatschappij waar ze in leven. Dan moet vertrekken een te bespreken optie zijn.
Oplossing nummer twee kan op praktische bezwaren stuiten in dat er geen
plaats buiten het gastland is waar ze heen kunnen. De gastlanden kunnen dan
overwegen binnen hun eigen grondgebied een af te scheiden terrein gebied te
creëren waar van de gastmaatschappij afgekeerde immigranten geconcentreerd
kunnen worden, zodat ze de gelegenheid hebben hun eigen maatschappij in te
richten.
Deze laatste vorm van aanpak heeft vermoedelijk een bij-effect. Die is dat
indien deze aanpak eenmaal gestart, het op een dusdanige manier corrigerend zal
werken, dat het aantal dat aan deze behandeling dient te worden onderworpen,
zeer beperkt is.
Vanuit futuro-sociologisch standpunt is de eerste oplossing waarschijnlijk de
beste. Sowieso is het één van de meest harde regels van de natuur dat
diversiteit voor alles gaat. En de diversiteit van de menselijke cultuur is niet
gediend met één enkel licht-geel-bruine cultuur voor iedereen. Diversiteit is
het als diverse culturen hun eigen sterktes op eigen wijze kunnen uitwerken. Als
moslims vinden dat hun cultuur de beste is, wat ze demonstreren door het bouwen
van moskeen en het dragen van moslim-kledij, dan moeten ze consequent zijn en
dat gaan nastreven in islamitische landen en die cultuur tot verdere bloei
brengen. Als zwarten vinden dat ze onderdrukt worden in het uiten van hun
cultuur, moeten ze terug naar waar ze die cultuur vrijelijk kunnen uitleven: de
zwarte landen van Afrika. Degenen die willen blijven in de landen met de
westerse cultuur, moeten streven naar het versterken van die westerse cultuur.
En moge de beste winnen. Wat misschien de Chinezen zijn.
Vanuit het standpunt van haalbaarheid lijkt die van "de duidelijke uitleg"
nog het meest haalbaar. Deze redactie heeft hem eerder voorgesteld, naar
aanleiding van de aanslag van Mohammed Bouyeri, ook bekend als de moord op Theo
van Gogh
- en een daadwerkelijke soortgelijke verklaring is uitgesproken door toenmalig
Australisch premier John Howard
.
Het is niet moeilijk je in te beelden dat de opstanden in Parijs en die in
Londen voor een belangrijk deel voorkomen hadden kunnen worden, hadden de
regeringsleiders in de Europese landen en de rest van de politieke,
bestuurlijke, intellectuele, en publicitaire elite zich op deze manier
opgesteld.
Het is destijds niet tot een dergelijke oplossing gekomen, en ook nu is het
niet waarschijnlijk. De kniereflex-achtige reactie is het afschuiven van de
Londense opstand tot wat in feite slechts een fractie van het probleem is: de
achterstand - onder begeleiding van hardnekkige campagnes dat het niets te maken
heeft met ras.
Het is niet waarschijnlijk dat er een van de genoemde of een andere
effectieve aanpak van het probleem komt, omdat het hoe dan ook een ideologische
verandering betreft. De geschiedenis leert dat dit soort ideologische
veranderingen in het algemeen pas plaats kan vinden na een overeenkomstige
maatschappelijke schok. De maatschappelijke schok van de rellen in Parijs en
Londen is overduidelijk niet groot genoeg - al na twee weken zijn ze vrijwel uit
het nieuws verdwenen.
Het niveau van maatschappelijke problemen nodig voor ideologische
verandering als deze lijkt te liggen bij de volgende reeks rellen, bijvoorbeeld
in Loden wanneer de rellen gaan tussen twee of meer etnische groepen,
bijvoorbeeld tussen plunderende zwarten en Aziatische winkeliers die hun winkels
verdedigen.
Een vrijwel zeker voldoende aanleiding voor de ideologieverandering is de
volgende fase, waarin ook de meerderheidsgroep, de blanken, zich in de strijd
mengen.
En tenslotte voor degenen die menen dat het in Nederland niet zo'n vaart zal
lopen: alle ingrediënten van de Engelse en Franse opstanden zijn ook hier
aanwezig: een raciaal te onderscheiden onderklasse, een systematisch
onderpresteren van die onderklasse op gebied van school en leren, een
superioriteitsideologie bij die groep, en een groeiende weerzin jegens de
maatschappij waarin ze leven
.
Naar Multiculturalisme
,
Allochtonen lijst
,
Allochtonen overzicht
, of
site home
.
|