Het gevangenendilemma en tit-for-tat
Samenvatting
Het
gevangenendilemma (twee rechercheurs spelen twee gesnapte inbrekers tegen
elkaar uit) is een uit de praktijk getrokken voorbeeld ter illustratie van
een "geformaliseerd spel" of kortweg "spel" waarin twee of meer spelers volgens
vaststaande regels met elkaar in interactie gaan, in wat heet "speltheorie" (game theory).
Voorwaarde is dat beide of alle partijen gelijkwaardig zijn, zie
Gezag en macht
.
De soorten transactie
reduceert men tot "coöperatief" ("Denk aan de wederzijdse belangen") en
"non-coöperatief" ("Denk alleen aan je eigen belang").
Als theorie voert men het spel uit met computers en de opbrengst in punten,
maar veel situaties in groepen en maatschappijen zijn te reduceren tot
transacties in goederen of diensten tussen twee individuen, met name op
economisch terrein.
Het spel-theoretisch onderzoek bestaat
uit het tegen elkaar laten spelen van de diverse
mogelijke vormen van aanpak, strategieën. Daarbij bleek het bestaan van een
strategie met optimale opbrengst voor beide partijen:
Deze strategie heet in het Engels tit-for-tat, ruwweg: oog-om-oog.
Minder (sterk-) goede strategieën bleken onder andere:
En:
Beide zijn één-zets-strategieën, dat wil zeggen: strategieën zonder
terugkoppeling
- in de argumentatie-logica ook bekend als "projectie-operatoren"
, staande voor "processen of handelingen met verlies van informatie"
.
In de mensenmaatschappij zijn deze twee
strategieën zeer populair. De eerste heet "neoliberalisme"
of eufemistisch "de
vrije economie". De tweede is de sociale hoofdleerstelling van het
christendom, historisch ontstaan als reactie op het eerste, zie ook
Gezag en macht
.
De theoretische eigenschappen betekenen dat evolutionair gezien beide leiden tot uitsterven.
Het gevangenendilemma en tit-for-tat zijn zaken horende bij het begrip
sociale empathie
en
het aanverwante en bekendere vertrouwen
, en
erbij horende sociologische interacties in het algemeen, en zijn daarvan
twee aspecten die ruimte bieden voor zowel meer praktische als theoretische
uitwerking.
Gevangenendilemma
Het gevangenendilemma gaat als
volgt: twee inbrekers zijn, verdacht van een kraak, opgepakt door de
politie, maar die heeft geen echt harde bewijzen, en hoopt door
onderhandelingen een van de twee inbrekers tot een bekentenis te dwingen. De
inbrekers worden ieder apart gehouden en verhoord, en aan beiden wordt
gezegd: “Oké, we weten dat jullie het gedaan hebben, en jullie krijgen
allebei drie jaar cel. Maar we willen het jou makkelijk maken: als je
bekent, en dat jullie het alle twee gedaan hebben, krijg jij maar een
jaartje. Maar je moet wel snel wezen, want op dit moment zit je maat al te
praten.” De inbrekers staan nu voor een dilemma: als ze erop vertrouwen dat
de ander niets zal zeggen, weten ze dat ze een goede kans hebben om vrij te
komen, want de politie sluit dat soort dealtjes alleen als ze weinig bewijs
hebben. Maar je kunt ook het zekere voor het onzekere nemen, en er met een
jaartje vanaf komen. Maar als ze dat alletwee doen, zitten beiden in de
boot. Een echt dilemma dus.
Van dat dilemma kan je een schema maken:
Jantje praat wel/ niet, en Pietje praat wel/niet - met een op het internet
veel gebruikte illustratie (van hier
):
Waarna je
verhandelingen kan houden over wat Jantje en Pietje nu het best kunnen doen,
gezien vanuit Jantje en Pietje. Een situatie die ook lijkt op
onderhandelingen tussen de twee partijen in een koop annex verkoop als beide partijen niet precies alles weten over het te verkopen
product. Vandaar dat er onderzoek gedaan is naar dit soort situaties. In wat is
gaan heten "geformaliseerd spel" of speltheorie. Dit is geen spel in
de zin van kinderspel, maar spel in de algemene zin van een situatie waarin
mensen met elkaar in interactie zijn waarbij ook goederen (of andere zaken
die ze belangrijk vinden) uitgewisseld worden, als in de titel van het
grondleggende boek erover: Theory of Games and Economic Behaviour
(Wikipedia). In het kader waarvan veel theoretisch onderzoek is gedaan, met
nadere analyse als het bestaan van zero-sum en non-zero-sum games. In het
eerste geval betekent de winst van de ene partij het verlies van de andere.
Bij non-zero-sum hoeft dat dus niet te zijn. Een enkelvoudige koop is een
zero-sum game: meer opbrengst voor de verkoper is meer kosten voor de koper. De
natuur is een non-zero-sum game: ze begint met het opgaan van de zon, een
opbrengst, en die kost niets.
Veel van dat getheoretiseer bleek overbodig, met de komst
van de computer, dat wil zeggen: de mogelijkheid om het geformaliseerde
spel echt te spelen. Dat leidde tot tit-for-tat.
Tit-for-tat
Game theory was een "spel" voor wiskundigen en econometristen, tot met de
computer de mogelijkheid kwam om de theorieën uit te proberen. Alles met
regels kan in een computerprogramma's omgeschreven worden, want een
computerprogramma is niets anders dan een stel "regels" van voornamelijk de
soort "als dit, dan dat".
Ten behoeve van de computer werd de
inzet veranderd van jaren straf in punten. De meting naar de effectiviteit is gedaan
door Robert Axelrod
(Wikipedia), die een competitie organiseerde voor computerprogramma's die het
coöperatieve versus niet-coöperatieve spel moesten gaan spelen, en experts in
het veld van de speltheorie uitnodigde om zo'n programma te schrijven. Tot zijn
grote verbazing won het simpelste programma, genaamd Tit-for-tat, of
Oog-om-oog (vanwege de bijbetekenis in het Nederlands wordt hier verder de
Engelse term aangehouden), ontworpen door Anatol Rapoport
(Wikipedia). Tit-for-tat start als eerste zet met samenwerking en doet
daarna hetzelfde als de tegenstander: oftewel: medewerking is de norm, maar
tegenwerking wordt eenmalig beantwoord met tegenwerking (voor de techneuten: het
programma heeft vier regels, iets als Windows heeft er miljoenen). Het kan
samengevat worden in een simpele afbeelding, met links het coöperatieve verloop
en rechts het non-coöperatieve:
Als controle van deze uitkomst heeft Axelrod de uitslag gepubliceerd, tezamen
met de code van Tit-for-tat, met de uitdaging aan de deelnemers om het
beter te doen dan Tit-for-tat in een volgende ronde. Dit keer waren er 62
inzendingen, en weer won Tit-for-tat. Ook de variant die start met
medewerking en tegenwerking beantwoordt met twee tegenwerkende zetten bleek
minder effectief.
Zijn verbazing heeft Axelrod omgezet in een boek over deze
ervaringen, The Evolution of Cooperation
, en hierin ziet hij in tit-for-tat een mogelijkheid voor het ontstaan
van samenwerking binnen natuurlijke samenlevingsvormen waarvan de individuen
aanvankelijk puur en alleen voor het directe eigenbelang gaan. De afwijking die
het tit-for-tat individu daar in vormt, is op de lange termijn beter af,
en de tit-for-tat methode zal op den duur dus prevaleren. Wel is
waarschijnlijk dat in de praktijk voor die uitkomst een zekere minimum omvang
aan tit-for-tat individuen nodig is om dit resultaat te bereiken.
Een tweede voorwaarde is dat de individuen meerdere malen met elkaar in
contact komen, omdat de tit-for-tat uitkomst bepaald wordt over vele
zetten. In de praktijk lijkt dit de toepasbaarheid van de tit-for-tat
strategie te beperken. Iemand kan voorzien dat hij slechts eenmalig met een
ander te maken heeft, en daarom besluiten dat gaan voor eigenbelang geen
bezwaren heeft. Dit bezwaar wordt ondervangen als het gedrag van dit individu
wel bekend wordt aan andere individuen, en die anderen dan hun gedrag volgens
tit-for-tat aanpassen. Dit werkt natuurlijk minder direct, en het duurt
langer voor men de uitkomsten ziet, maar het is waarschijnlijk dat dit slechts
vertragend effect heeft, die de uiteindelijke uitkomst niet veranderen, zodat
tit-for-tat
weer de effectiefste strategie is.
Axelrod wijst in zijn boek ook op mogelijke voorbeelden uit het dierenrijk.
Daar is inmiddels meer onderzoek naar gedaan, met name bij primaten, zie hier
.
Dit bevestigt dat
tit-for-tat niet zo maar een gedragsvorm is, maar een gedragsvorm die van
nature voortvloeit uit het onderhouden van sociale samenwerkingsvormen binnen
een groep. Tit-for-tat is de natuurlijke correctievorm om sociaal gedrag
af te dwingen, in die situatie waarbij dit sociale gedrag niet vanzelfsprekend
genoeg is. Is dat sociale gedrag wel vanzelfsprekend genoeg, is het mogelijk dat
andere omgangsvormen effectiever zijn.
Toepassingen, psychologisch
De maatschappij kent allerlei variaties op dit thema, waarbij het
uiteindelijk draait om afwegingen wat betreft de opbrengst en het vertrouwen in
de ander, en waarbij de handeling als uitkomst van de overweging gekenmerkt kan
worden als "meewerking" of "tegenwerking", of in de termen van het formele spel:
de coöperatieve of de non-coöperatieve
zet - houden we met zijn allen een afstandje zodat iedereen een overzicht heeft,
of gaan we net zijn allen staan dringen zodat niemand iets meer ziet
.
De vraag is: wat doe je met degenen die het
eerst van de coöperatieve strategie afwijken?
In het begin is dat
makkelijker. De jonge mens moet, net als alle andere zaken, ook getraind
worden in het sociale gedrag - wat in de psychologie én de gewone
mensenwereld heet "opvoeden". Nu weet iedereen met gezond verstand hoe dat
moet. Maar gezond verstand
is, in tegenstelling tot wat men denkt, een vrij
zeldzaam goedje en met name naarmate men hoger op de
maatschappelijk-"intellectuele" ladder komt, dat wil zeggen: de
beroepsopvoeders, pedagogen en dergelijke. Dat soort mensen heeft last van
allerlei vooropgezette ideeën
, zoals de gedachte dat ieder mens gelijk is,
inclusief kinderen. "Kinderen hebben Gelijke Rechten", roept de speciaal
voor deze ideologie in het leven groepen Ombudspersoon. In dat kader is er
ergens in de jaren 1970 een opvoedkundige school ontstaan die vindt dat je
met kinderen redelijk moet praten, net als met volwassenen.
Iedereen
gelijk, toch ... En weg was tit-for-tat, want kinderen
klieren (ook), en met
klieren kan je slechts tot een bepaalde hoogte omgaan in redelijkheid.
Daarna moet je terugklieren - wat in voor hen begrijpelijke taal (ze kennen
natuurlijk ook slechts in beperkte mate de redelijke taal) heet "straf". Niet
voor de ideologen. En daar was het verwende en later
narcistische gedrag ...
In de jaren 2000 en 2010 in ruime mate in de
maatschappij waar te nemen.
Voor iedereen die erkent dat de mensheid een sociale diersoort is met daarnaast
een aantal extra eigenschappen, is het vanzelfsprekend de varianten uit het
dierenrijk ook hier toe te passen, met name natuurlijk op de meer basale
intermenselijke processen, bijvoorbeeld bij de opvoeding van jonge kinderen -
Supernanny
zet de kinderen die zich echt niet willen gedragen (tat) op de naughty
stool
(tit). Oftewel: alles dat gebruikt maakt van beloning en/of straf als
correctiemethode is een vorm van "spel" in de hier besproken zin.
Toepassingen, sociologisch
In feite is het zo dat de maatschappij, en groepssamenwerking in het
algemeen, een netto-winst spel is. Als iedereen het spel meespeelt, is de
opbrengst het grootst. Dat wil niet zeggen dat er geen individuen zijn die af en
toe verlies leiden, zoals het enkele dier dat afdwaalt van de kudde en opgegeten
wordt door de leeuwen, maar over het geheel genomen is er winst - om te beginnen de winst van
de bescherming door de groep.
In de
daadwerkelijke mensenmaatschappij is toepassing van tit-fot-tat niet
vanzelfsprekend. Er zijn zelfs denkstoornissen die van het afwijken ervan
tot een
basisprincipe, een ideologie, hebben gemaakt.
Als eerste is daar natuurlijk de
"Ieder voor zich en God voor ons allen"-houding die alhier bekend is uit het
Midden-Oosten, beginnend met het Oude Testament zo'n 8000 jaar geleden (de Joodse
cultuur
). In modernere tijden
kent
men het met uitingsvormen als "Het recht van de sterkste", "Ikke, ikke, ikke en de rest
kan stikke", "Winner takes all",
"There is no such thing as society"
, "Nationale staten zijn fascisme",
"Grenzen zijn neonazisme"
, enzovoort, de laatste decennia ook wel bekend
onder de verzamelterm "neoliberalisme"
. Voor de definitieve beschrijving ervan, zie hier
.
Dit zijn allemaal vormen
van de strategie van
"Speel altijd een non-coöperatieve zet".
De anti-sociaalheid als
principe.
Als reactie daarop is in
hetzelfde Midden-Oosten een alternatieve strategie ontstaan: "Speel altijd een
coöperatieve zet" - het christendom
. Dit is destijds, zo'n 2000 jaar geleden, gepubliceerd in wat nu heet het Nieuwe
Testament.
Het meest duidelijk wat het effect van deze strategieën is
wanneer ze direct vergeleken worden. Het model wordt daartoe aangepast met het
volgende als basis:
De uitgebeelde basisaannames zijn: - de mate waarin de
mannetjes zwart zijn, staat voor hun score in het spel; - een coöperatieve
zet van de ene partij wordt uitgebeeld als een score-overdracht aan de
andere partij; - de afname van de gever is kleiner dan de toename
van de ontvanger, zoals bijna altijd in de maatschappelijke praktijk, wat
voor het gemak (en de snelheid) is afgebeeld als een gelijkblijvende score voor de gever. Met dit als aannames ziet het spel voor twee coöperatieve partijen er als volgt uit:
En hier wat er gebeurt als dit spel een aantal keren gespeeld wordt met
een non-coöperatieve tweede partij, die dus zijn winst neemt ten koste van de
eerste partij:
Waarbij het laatste symbool in het linker rijtje in werking treedt als wat er rondgaat
geen "score" is in cijfers, maar een levensbehoefte zoals voedsel - de altijd-gevende partij
overleeft het niet.
De samenvattende conclusie: de christelijke ideologie is
Dwaasheid
,
en de Joodse ideologie is het Kwaad
.
Wat uitgebreider: alle
christelijke en soortgelijke gebruik van termen als "medemenselijkheid", "empathie"
, "altruïsme"
, en hun hogere vormen als "mensenrechten" zijn waanzin, zodra ze als
principes worden gehanteerd in plaats van richtlijnen voor bepaalde
omstandigheden.
En de
neoliberale Joodse ideologie, als hun tegenbeeld, dus minstens evenzeer, maar eigenlijk nog
veel
meer, want een wereld met alleen mensen met de "christelijke" aanpak zou
blijven bestaan, en voortleven (hoe, is anders), maar de neoliberale leidt
tot de zekere ondergang. Zoals dat bij de Joden inderdaad in het geloof
verweven is.
En waar in de getekende voorbeelden de meest
extreme gevallen zijn gecombineerd, om het geheel binnen de omvang van een
plaatje af te laten lopen, is het volkomen duidelijk dat de afloop dezelfde
is ook als je alleen de christelijke ideologie neemt en een neutrale speler
rechts, of een neoliberale rechts en een neutrale links. Of diverse andere
mengvormen. Het duurt alleen
langer.
Een concrete maatschappelijke toepassing: er bestaat geen "sociaal(er)
neoliberalisme". Of "neoliberalisme met een menselijk gezicht". Of "gematigd
neoliberalisme". Of "De derde weg". Het eindigt allemaal met de dood, alleen op andere
tijdstippen.
Waarop de in het kader van tit-for-tat niet relevant lijkende vraag opkomt dat, als
dit zo'n sterke misstand is, hoe deze heeft kunnen ontstaan ondanks het
bestaan van een op andere niveaus van de natuur werkende en effectief
gebleken methodiek?
Het antwoord daarop staat in de inleiding:
voorwaarde voor het functioneren van tit-for-tat is de gelijkwaardigheid van
de betrokken partijen. Dat is niet het geval voor de maatschappelijke
discussie, het veld waar de strijd rond neoliberalisme en alternatieve
opvattingen zich afspeelt. Die strijd is
voornamelijk een verbale strijd, en op het vlak van verbale begaafdheden
is niet voldaan aan de voorwaarde van gelijkwaardigheid: tot de aanhangers
van het neoliberalisme behoren het overgrote deel van de besturende en
intellectuele elite. Omdat die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van
de boeren- en fabrieksarbeid van minder-intellectuelen en verbaal
minder-begaafden.
Dus in de
verbale strijd rond de maatschappelijke discussie is er geen tit-for-tat. En
aanhangers van het neoliberalisme overheersen verbaal dusdanig dat ze het
speelveld de facto voor zichzelf hebben, en iedere nieuwe ronde van het spel
weer de non-coöperatieve zet kunnen doen. Wat in termen van de
maatschappelijke discussie heet "de groeiende tweedeling"
.
Waar "men" dus
wel
over praat, als rookgordijn, maar nooit iets aan doet. "Men" verhoogt de
indirecte belastingen dus de kosten van levensonderhoud, en zegt doodgemoedereerd
"Dat is niet nadelig voor de lagere inkomensgroepen"
. Een botte leugen,
en een dieprode pijl in het spel, die nergens aangekaart en weerlegd wordt. Die nergens
zijn "tat" krijgt.
Conclusies
Waar dit dus allemaal in feite over gaat is terugkoppeling
: is het voor beide partijen mogelijk elkaar te corrigeren? Aan de andere
terug te koppelen wat hij de vorige keer heeft gedaan ... ?
Zodra er
sprake is van een vorm van machtsverhoudingen
tussen de twee (of meer)
betrokken partijen, is die terugkoppeling nauwelijks of meestal niet
mogelijk. En kan er geen tit-for-tat ontstaan.
Eigenlijk bekend
genoeg, maar men wil het niet weten.
Want macht is lekker.
Macht is verslavend.
En omdat er ergens toch een einde moet komen aan
de dingen die onbeperkt groeien want onbeperkt is uiteindelijk niets in een
eindig heelal, komt dat einde dan met een hele grote knal. Een knal ongeveer
ter grootte van de optelsom van alle eerdere "tats" die uitgedeeld hadden
moeten worden, maar wat niet kon vanwege machtsverhouding.
Wilt u
werken aan uw mogelijkheden om weerwoord te bieden tegen de dominantie van
de elite in het verbale tit-for-tat-spelletje, dan zijn hier een paar
bronnen die deels gebaseerd zijn op tit-for-tat: herken "retorische trucs"
. Gebruik spiegeling
. En
gebruik de Informatieregels
.
Vervolg
Het originele tit-fot-tat is tweewaardig, omdat er slechts twee zetten
zijn: meewerking en tegenwerking. Een meervoudig systeem kent keuzen in de
mate van mee- en tegenwerking. In het geval van het gevangenendilemma lijkt
dat niet goed mogelijk: je kan je maat niet half verraden. Maar bijvoorbeeld
voor toepassing in de verbale context van debat, discussie enzovoort, is dat prima
mogelijk: je kan op een lelijke opmerking van je opponent op talloze manieren
reageren, met verschillende mate van lelijkheid. Dit kan geformaliseerd worden
in regels op dezelfde manier waarop het tweewaardige systeem dat kon, met dien
verstande dat er dan natuurlijk meteen veel meer regels zijn. Dat gaat dan in
vormen als: als je de eerste keer lelijk toegesproken wordt, doe dan de eerste
keer half zo lelijk terug. Gebeurt het een tweede keer, doe dan even lelijk
terug. En bij de derde keer, doe dan twee keer zo lelijk terug. Enzovoort. Een
voorbeeld hiervan is gegeven in de Informatieregels
voor enkelzijdige communicatie van meningen en opvattingen.
De tweede uitbreiding aan het tit-for-tat-model, die alleen zinvol is in
de meerwaardige variant, is het toevoegen van de mogelijkheid van positieve
reactie, dat wil zeggen: door op een "zet" van de andere partij te reageren met
een zet die positiever is dan de oorspronkelijke zet - in tit-for-tat zit
zelfs al de naamgeving de automatische suggestie dat het alleen over de
"straf"-vorm van reacties gaat. De variant met positieve reactie bestaat al in
de dagelijkse praktijk van de menselijke sociale omgang, vooral in omgevingen
die gericht zijn op sociale contacten, zoals cafés. Het is gebruikelijk om een
eerste kennismaking neutraal te houden, en bij de eerste de beste wat meer
positieve versterking zelf met extra positieve versterking te komen.
Naar Competitie en samenwerking
, of site home ·.
| 1 mei 2004; 17 nov.2013; 27 nov.2017;
18 sep.2022 |
|