Bronnen bij Psychologische krachten: empathie

Van vele intermenselijke emoties is al bekend, gewoon uit het dagelijkse leven, dat ze sterker zijn naarmate de band, voornamelijk de familiaire band, tussen de betrokkenen groter is. Het blijkt ook te gelden voor de basale emotie van empathie (de Volkskrant, 12-12-2011):
  Waarom werkt 'zien gapen' aanstekelijk?

Kinderen gapen al in de baarmoeder en ook dieren doen het, van apen en katten tot schildpadden aan toe. Maar de functie van geeuwen is nog altijd onduidelijk.   ...
    Wél duidelijk is dat een gaap aanstekelijk werkt: zien geeuwen, doet geeuwen. Eigenlijk zit daarin een tegenstrijdigheid, zegt Harold Bekkering, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud universiteit Nijmegen. 'Waarom zou je gedrag overnemen dat geen functie heeft?'   ...

Grappig zoiets - natuurlijk heeft het dan dus een functie ... het doet denken aan iets dat de redactie nog geleerd heeft op de middelbare school: "90 procent van de hersenen heeft geen functie".
  Toch denkt hij niet dat er sprake is van automatisch kopieergedrag. 'Het is geen reflex, want dan zou iedereen gaan gapen bij het zien van andermans gegeeuw.' Volgens Bekkering spelen cognitieve processen een rol bij het overnemen van gaapgedrag.
    'Wie gaapt, is meestal moe. Als we een ander zien geeuwen, realiseren we ons dat wij eigenlijk ook moe zijn. Je ziet de gaapbeweging, maar je tilt dat meteen naar een hoger niveau, naar een gevoel. Als we dingen zien gebeuren die we ooit hebben aangeleerd, activeren we het aansturingsprogramma in onze hersenen. Dat gebeurt hier ook: je ziet een gaap, denkt aan je eigen moeheid en produceert dan zelf ook een geeuw.'

Dan zou het bij iedereen even sterk zijn - en dat is niet het geval:
  Daarnaast lijkt er sprake van een sociale en emotionele component. Wetenschappers denken dat meegeeuwen een manier kan zijn om de band met anderen te onderhouden. Gedrag op elkaar afstemmen, is een manier van communiceren. Empathie speelt daarbij een rol: besmettelijk gaapgedrag begint bij kinderen op de leeftijd van een jaar of vijf, vanaf het moment dat ze andermans emoties kunnen peilen. Het gedrag blijkt veel minder sterk bij mensen met bijvoorbeeld autisme, die problemen hebben met het maken van contact.
    Vorige week verscheen in PLoS One een Italiaans onderzoek naar geeuwbesmetting, waarvoor ruim honderd volwassenen een jaar lang waren geobserveerd. Daaruit blijkt dat de besmettelijkheid groter is naarmate de band tussen mensen sterker is. We geeuwen sneller mee met een familielid dan met een wildvreemde.

Waarna de stap naar de overeenkomstige sociologische verschijnselen recht-vooruit is  .

Uit het volgende blijkt al dat het een nogal "mechanisch" proces (de Volkskrant, 24-04-2013, van verslaggever Tonie Mudde):
  Mens lijdt mee met robot

Robots in nood wekken medelijden op, blijkt uit een experiment van de Universiteit van Duisburg-Essen. Proefpersonen lieten hun hersenen scannen terwijl ze keken naar martelscènes, soms met een mens als slachtoffer, soms met een robot. Beide filmpjes zorgden voor vergelijkbare hersenactiviteit en afkeurende reacties achteraf.
    Filmpjes waarin de robot 'lief' werd behandeld, konden rekenen op positieve reacties. Het Duitse onderzoek draagt bij het groeiende bewijs dat mensen een emotionele band kunnen aangaan met robots. ...
    Onderzoekers van University of Washington lieten vorig jaar zien hoe dit bij kinderen uitpakt. De helft van de kinderen, tussen de 9 en 15 jaar oud, vond het 'niet oké' als de op een mens lijkende robot Robovie in een kast werd gestopt. Toch gunden ze Robovie niet dezelfde rechten als een mens. Zo verdiende de robot geen stemrecht, en mocht hij worden verkocht.
    Zowel Robovie als de dino-robot uit het Duitse experiment lijkt qua uiterlijk op een levend wezen. 'Dat draagt zeker bij aan het indrukken van de juiste evolutionaire knopjes om empathie te triggeren', zegt Alwin de Rooij, expert op het gebied van mens-machine-interacties bij City University London.

Oftewel: het gaat ook om vormen.
 
De onbekendheid van psychologen en sociologen met de betekenis en reikwijdte van het verschijnsel is aanzienlijk (KIJK, nr. 5-2013, AvH, bron: New Scientist):
  Door robot verhoorde getuige betrouwbaarder

... De informatie van ooggetuigen kan voor de politie essentieel zijn om een misdaad op te lossen. Maar het interviewen van dit soort mensen is een gevoelige klus. Zo kan de verhoorder een getuige beïnvloeden door bepaalde woorden te gebruiken. Onderzoekers van de Missisippi State University hebben daar iets op bedacht: een ondervraagrobot.
    Om te onderzoeken of ook een robot getuigen met bepaalde woorden kan sturen, toonden de onderzoekers aan honderd personen eerst een slideshow. Hierin was te zien hoe een man geld en een rekenmachine uit een lade steelt, terwijl hij doet alsof hij een auto aan het repareren is. Daarna werden de proefpersonen in vier groepen verdeeld. Per groep vroeg óf een mens óf een robot naar wat de getuigen hadden gezien. Bij twee groepen probeerde de interviewer, robot of mens, de getuige te beïnvloeden. Zo noemden ze objecten die eigenlijk niet in de slideshow aanwezig waren en vroegen hier later naar. Wat bleek? De getuigen die door een mens werden geïnterviewd, herinnerden zich ineens voorwerpen die er nooit waren geweest. Maar de proefpersonen die van de robot verkeerde informatie kregen toegespeeld, hadden nergens last van. ...

Een volkomen helder gevolg van het verschijnsel van empathie: dat hebben mensen met andere mensen, maar niet met robots. Dus nemen ze, zowel bewust maar vermoedelijk nog meer onbewust, zaken aan en over van medemensen. De onderzoekers hebben er geen weet van:
  Waarom mensen door robots niet worden beïnvloed, is nog niet zeker. Maar de onderzoekers vermoeden dat het te maken heeft met het feit dat we nog niet gewend zijn om met robots te werken.

Wat overigens ook schril licht werpt op de meest recente pogingen om de leerkracht te vervangen door een machine - een iPad in dit geval, want die zijn in de mode ...

En natuurlijk is dit niet beperkt tot de mens (de Volkskrant, 23-05-2013, van verslaggever Tonie Mudde):
  Aapje weet zich in ander te verplaatsen

Tussentitel: Het empatisch vermogen is een belangrijke stap in de evolutie

Apen zijn strategische denkers, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. .
    Hij ziet de situatie vanuit een ander perspectief dan ik, en daar kan ik maar beter rekening mee houden. Die strategische denkstap - waarvan biologen lang dachten dat hij was voorbehouden aan mensen en mensapen - is nu ook bij een kleine aapsoort aangetoond.    ...

Een ernstig misverstand. Empathie hoort gewoon bij het leven in groepen. En naarmate de soort een ingewikkelder leven dus een ingewikkelder geestelijk leven heeft, zal het vermogen tot empathie zich mee ontwikkelen. Zoals men dus weet uit te vinden:
  De Utrechtse biologen Anne Overduin en Liesbeth Sterck legden twee pinda's buiten de kooi van een java-aap. Het dier kon er niet bij; daarvoor moest eerst het luik open. Vanuit zijn kooi kon de aap zien dat de ene pinda vanwege een scherm alleen zichtbaar was voor hemzelf. De andere pinda lag echter ook in het vizier van een dominante aap in de tegenoverliggende kooi.
    Bij het openen van de kooien rende de onderdanige aap opvallend vaak naar de 'veilige' pinda, om geen ruzie met de dominante aap te krijgen. Alleen de snelste apen kozen soms voor de pinda die de dominante aap ook kon zien, om vervolgens door te sprinten naar de tweede pinda. Enige mogelijke verklaring: de onderdanige aap analyseert zijn situatie vanuit het standpunt van de dominante aap.
    Bij eerdere observaties van apengedrag bleef er ruimte voor alternatieve verklaringen. Stel: een kleine aap rent weg wanneer een grote aap opduikt achter de bosjes - dan kan het vluchten ook voortkomen uit pure angst, niet per se omdat de kleine aap eerst inschat hoe goed de grote aap hem kan zien.
    De Utrechtse onderzoekers leveren nu sterk bewijs dat apen een situatie wel degelijk vanuit elkaars perspectief kunnen overdenken. ...
    Het vermogen om situaties vanuit andermans perspectief te bekijken, is de basis van empathie en samenwerking, en vormt daarom een cruciale stap in de evolutie van de mens.

Het is dus vermoedelijk andersom: de langdurige basis van samenwerking is de basis om te leren om de zaak in andermans perspectief te kunnen gaan bekijken - en dat is de basis voor empathie. Eerst komt het gedrag, en dan de hogere gedachten.

De volgende is een fameus schrijver over dieren, die een betoog houdt dat geheel onbedoeld een sterk argument is voor de positieve werking van empathie (VARA TV Magazine, nr. 6-2006, door Midas Dekkers):
  De padvinder

Het verschil tussen een hond en een poes is de padvinderij. Nooit in mijn leven heb ik een poes ontmoet die er ook maar over piekerde padvinder te worden. Honden zijn het zonder uitzondering. Elke dag verrichten ze een goede daad. Altijd werken ze aan een volgende insigne. Hangen ze niet toevallig met wapperende oren uit het raampje van een auto of hebben ze het niet te druk met verharen dan dromen ze van het redden van kleine meisjes uit brandende pakhuizen. Ze zijn paraat.    ...


En dit is niet geschreven uit sympathie voor de hond:
  Wat een hond, behalve de taal, gemeen heeft met een Duitser, is het gevoel het voorgoed fout te hebben gedaan.

En samengevat betoogt Dekkers dit:
  In tegenstelling tot de poes, die van geen prins ooit enig kwaad heeft geweten, is een hond geheel gevuld met schuldgevoel.

Oftewel: "Een hond heeft empathie, een kat niet".

Empahtie heeft ook een cognitieve component (de Volkskrant, 04-10-2013, van verslaggever Casper van der Veen):
  Literatuur maakt empathischer

Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen. Dat concluderen Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
    Onderzoekers van The New School verdeelden proefpersonen in twee groepen. Sommige vrijwilligers lazen Tsjechov, anderen lazen verhalen van 'mindere' literaire statuur. Direct hierna volgden tests waarbij zij onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden. Mensen die literaire fictie lazen, scoorden het hoogst.
    De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft. Lezers moeten zich maximaal inleven in de gedachtenwereld van de hoofdpersoon. Bij populaire fictie is dit volgens de onderzoekers minder het geval, omdat de hoofdpersonen zich een stuk voorspelbaarder gedragen.
    Dit is het eerste onderzoek dat een direct causaal verband tussen literatuur en empathisch vermogen aantoont. ...

Maar eigenlijk is die verklaring ...

  ...    Ook blijft het raadselachtig welke specifieke eigenschappen van literatuur het inlevingsvermogen stimuleren. De onderzoekers hopen dit met vervolgonderzoek te achterhalen. Ook hopen ze te bepalen hoe andere kunstvormen, zoals toneelstukken en films, empathische vaardigheden kunnen versterken.

... een suggestie. Gokken.

Een overzicht (KIJK, nr. 8-2014, door Ronald Veldhuizen):
  Het empathisch onvermogen

Sommige wetenschappers zien in empathie de oplossing voor alle conflicten. Dat klinkt nobel en logisch, maar ook aan inlevingsvermogen blijken nadelen te kleven. En niet de minste: te veel empathie zou zorgen voor stress, angst, burn-out, uitbuiting en zelfs vreemdelingenhaat.

Tussentitels: Een ander probleem van empathie is dat we daardoor niet altijd de juiste keuzes maken

Empathie is onmisbaar om als aangenaam mens door het leven te gaan. Zien we iemand pijn lijden, dan wordt binnen 0,1 seconde het pijnnetwerk in onze hersenen ook een beetje geactiveerd, met de bijbehorende emoties. Zien we iemand zwoegen, huilen of genieten, dan voelen de hersenen zich een beetje moe, verdrietig of voldaan.
    De voordelen van zo'n systeem waarmee we andermans emoties spiegelen, zijn helder. Dankzij empathie helpen we een ander graag. We troosten iemand die verdrietig is, geven aan goede doelen en zijn bereid om na onze dood onze organen ter beschikking te stellen.
    Geen wonder dus dat veel wetenschappers razend enthousiast zijn over het vermogen om ons in anderen te verplaatsen. Empathie is hot. Nadat psycholoog Daniel Batson in de jaren zestig het idee van empathie als basis voor menselijke samenwerking en weldoenerij naar voren schoof, kreeg de theorie in de jaren negentig flink vaart.
    Inmiddels is het een van de meest besproken punten waarop de mensheid zou kunnen verbeteren. Maar volgens sommige onderzoekers mist er een kritische kijk op de minder leuke kanten van empathie.
    Eerst even de zonnige zijde. De Nederlandse primatoloog Frans de Waal schreef in 2010 de wereldwijde bestseller Een tijd voor empathie. Het hebberige ik-ik-ik-kapitalisme dat de economische crisis heeft veroorzaakt is volgens De Waal gebaseerd op een verkeerde lezing van de natuur. Die is niet alleen maar wreed, maar zit vol empathie en zorgzaamheid. Ook apen bezitten immers een vorm van inlevingsvermogen. De (economische) wereld kan volgens de primatoloog wel wat empathie gebruiken.    ...
     ... negatieve gevolgen van meer empathie zijn er wel degelijk. Uit enkele nieuwe studies blijkt bijvoorbeeld dat artsen, verpleegkundigen en andere zorgwerkers na verloop van tijd een soort empathievermoeidheid ervaren. Dat blijkt uit onderzoek van Nadine Najjar van het Amerikaanse Regenstrief Institute. Najjar analyseerde 57 studies waarin de mentale gezondheid werd gepeild van artsen en verpleegkundigen die vaak met kankerpatiënten werken. Ze moesten aangeven hoe gestrest ze waren én hoe empathisch ze zich opstelden tegenover de patiënten. In een deel van de studies kwam een duidelijk verband bovendrijven: hoe empathischer de verzorgende, hoe hoger de kans op een bum-out.
    Empathievermoeidheid kan een belangrijke oorzaak zijn voor de grote hoeveelheid stress en bumouts in deze beroepsgroep, vermoedt Najjar. Dat is op de lange termijn niet alleen gevaarlijk voor de dokters, maar ook voor de patiënten: gestreste medici nemen vaker verkeerde beslissingen. Dat wil volgens Najjar niet zeggen dat de wereld van kankerbehandeling beter af is zonder empathie. Emotionele steun kan bijvoorbeeld de zelfredzaamheid na een behandeling vergroten. Maar een gulden middenweg waarbij artsen en patiënten optimaal met empathie omgaan, zou volgens haar moeten worden onderzocht.    ...

Een typisch voorbeeld dat voor bijna alles geldt: er kan te veel van zijn.
    Hier is het te veel veroorzaakt omdat de synchroniciteit van gevoelens en emoties er eentje is met negatieve emoties.
  ...    Een overschot aan empathie kan al op vroege leeftijd belemmerend zijn, nog voordat iemand op de werkvloer staat. Dat zegt psycholoog Ariel Knafo van de Universiteit van Jeruzalem. Knafo volgt al jaren de sociale ontwikkeling van duizenden kinderen, onder wie die van identieke tweelingen. En er blijken tweelingparen te zijn die aanleg hebben voor extreme empathie. Dat wil zeggen: al op jonge leeftijd willen ze alles delen, in en om het huis helpen en meer sociaal contact zoeken.
    Dat zijn in principe positieve eigenschappen, maar uit Knafo's gegevens blijkt dat deze zijn gekoppeld aan minder leuke zaken. Zo blijken de empathische kinderen vaker last te hebben van nervositeit, overmatige zorgen, verdriet, stress en angst. Continu bezig zijn met andermans gevoelens lijkt niet bepaald gezond.    ...

Redelijk open deuren.
  ...    Een tweede probleem van empathie is al wat beter onderzocht: we maken er niet altijd de beste keuzes door. Dat weten we in eerste instantie dankzij het inmiddels klassieke onderzoek van psycholoog Paul Slovic: hij ontdekte dat we liever geld geven voor het redden van één arm persoon van wie we een foto hebben, dan voor het redden van duizenden anonieme mensen. We doneren daarom vaker aan doelen die zichtbaar zijn - zoals een aardbeving in Haïti maar laten een aanhoudende hongersnood links liggen. Empathie leidt dus feitelijk tot voorkeursbehandeling.    ...

Goh ... "Het hemd is nader dan de rok"
  ...    Empathie ondermijnt het maken van juiste keuzes ook op een subtielere manier. Oxytocine, een stofje dat in ieders lichaam voorkomt, leek lange tijd de ideale kandidaat om mensen behulpzamer gedrag te laten vertonen. Een vleugje 'knuffelhormoonspray' verbetert bij veel mensen de scherpte waarmee ze andermans emoties aflezen; zelfs het inlevingsvermogen van autisten lijkt erdoor te stijgen. Uit experimenten met financiële spellen blijkt dat een snufje oxytocine het wederzijds vertrouwen verhoogt, waardoor mensen eerder geneigd zijn onderling geld te verdelen.
    Hoewel oxytocine daarmee als veelbelovend empathiemiddel wordt beschouwd door zowel Simon Baron-Cohen als Frans de Waal, zijn enkele wetenschappers daarop teruggekomen, zoals Carsten de Dreu van de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft in de loop van de jaren bij honderden proefpersonen onderzocht hoe oxytocine hun gedrag beïnvloedt. En dat is niet alleen maar rozengeur en maneschijn.
    In één experiment liet De Dreu mensen een standaard psychologisch geldspel spelen met een twist: de deelnemers speelden in teamverband. Elk team had telkens twee keuzes: of met het andere team samenwerken, of vals spelen. Als beide teams voor samenwerking kozen, was er voor elk een kleine geldbeloning. Werkte één team samen maar speelde het andere vals, dan kreeg het valsspelende team veel geld en het samenwerkende team niets. Speelden beide teams echter vals, dan kreeg niemand geld.
    Het geldspel - voor kenners een variant van het gevangenendilemma - blijkt in teamverband vijandiger te verlopen wanneer oxytocine zijn intrede doet. Terwijl de deelnemers zonder het hormoon vrijwel altijd met het andere team samenwerken, halveert dat goede gedrag onder invloed van oxytocine. Kortom: er wordt harder gespeeld en meer mensen verliezen geld. Hoewel proefpersonen die met het 'knuffelhormoon' zijn 'bedwelmd' in principe vriendelijker zijn, blijkt dat alleen voor hun eigen groep te gelden.    ...

Tja ... Als iets zorgt voor binding binnen een groep, geldt het niet voor de niet-leden van de groep ... Dat is bijna de definitie van een "groep" (in de sociologie).
  ...    De Dreu noemt die bevinding parochiale samenwerking. Je kunt het vergelijken met wat je bij voetbalsupporters ziet. Supporters van hetzelfde team verbroederen en pinken samen aarillg wat traantjes weg. Staat de groep onder druk door supporters van een ander team, dan zorgt juist die verbroedering ervoor dat ze gemakkelijk een knokpartij tegen de buitenstaanders beginnen. Kortom, onze naastenliefde aanspreken kan weleens samengaan met vreemdelingenhaat.     ...

Een archetypisch geval van "te veel empathie". Te veel empathie voor vreemdelingen. Waarom zou je empathie moeten koesteren voor vreemdeling. Dat doen dus alleen politiek-correcten. Gestoorde mensen.
  ...        Daarnaast maakt extra empathie sommige mensen kwetsbaar voor uitbuiting. Dat ontdekte onder meer Thomas Baumgartner in een gezaghebbende studie die hij in 2008 publiceerde in het tijdschrift Neuron. Met oxytocine werden zijn proefpersonen empathischer en meer geneigd om samen te werken tijdens een digitaal geldspel dat zij via een computer speelden met een fictief persoon. In de volgende ronde nam die tegenstander al hun geld weer af.
    De door empathie bedwelmde proefpersonen vonden dat niet erg en lieten zich daarna zonder problemen nogmaals bedonderen. Deelnemers zonder oxytocine waren verstandig en waagden niet nog een gok met de valsspeler.
    "De realiteit is dat niet iedereen in onze samenleving het beste met ons voorheeft", concludeert Oakley. 'We moeten leren om ons tegen kwaadwillende figuren te beschermen. En empathie lijkt daar niet de handigste eigenschap bij te zijn:'    ...

Inderdaad: de verstandige samenleving die eenmaal de gok heeft gewaagd met allochtone immigranten, gaat zich na ervaringen met jahidisten en messentrekkers zich tegen dat soort immigratie beschermen.
    Gestoorde mensen noemen dat "vreemdelingenhaat".
    Maar ze weten het wel:
  ...    "De realiteit is dat niet iedereen in onze samenleving het beste met ons voorheeft", concludeert Oakley. 'We moeten leren om ons tegen kwaadwillende figuren te beschermen. En empathie lijkt daar niet de handigste eigenschap bij te zijn:'

Je moet er alleen niet bij zeggen dat het om "vreemdelingen", oftewel "mensen met een kleurtje" gaat.
  ...   Als empathie niet altijd het beste recept is om een betere samenleving te bouwen, wat voor opties zijn er dan wel? Om het bij de geldspellen en valsspelers te houden: mensen blijken beter samen te werken zodra de opties 'straf' en 'reputatie' meespelen. Het belangrijkste onderzoek dat dit aantoont, is van Ernst Fehr en Simon Gächter. Zij ontdekten dat deelnemers die een flinke straf kregen omdat ze geld bij anderen probeerden af te troggelen, dat niet meer probeerden.
    Opvallend was dat de emotie woede ervoor zorgde dat proefpersonen eerder geneigd waren om straffen uit te delen. Een goede reputatie is ook belangrijk: als deelnemers die altijd samenwerkten herkenbaar waren, wilden anderen liever met ze spelen. En voor al dit goede is empathie niet nodig.
    Er is zelfs onderzoek waaruit blijkt dat het benadrukken van egoïstische motieven soms beter werkt in het ontlokken van goed gedrag, dan empathische motieven. Eamonn Ferguson van de Universiteit van Newcastle vroeg zich af wat mensen bewoog om bloed te doneren. Hij liet 943 personen een vragenlijst invullen over hun houding wat betreft naastenliefde en hulp. In de vragenlijst verstopte hij enkele kwesties over het doneren van bloed.
    Een halfjaar later trok Ferguson bij de Britse bloedbank na wie van de deelnemers in die tijd bloed gedoneerd had. Wat bleek: niet de mate van empathie of sociale overtuigingen bepaalde iemands beslissing. Belangrijker was de wens dat er ook voor jou bloed beschikbaar is als jij het eens nodig hebt. "Campagnes om het aantal bloeddonors te verhogen zouden niet onze empathie moeten aanspreken, maar onze zelfzuchtige motieven", schrijft Ferguson.
    Je zou bijna gaan denken dat empathie volledig de prullenbak in kan. Maar dat is onzin, zeggen zowel Barbara Oakley als Jesse Prinz. Empathie is een goed startpunt waarmee we elkaars emoties en belevenissen leren begrijpen. Maar: zodra we overgaan op hulp, is het misschien verstandig om je hoofd koel te houden en even afstand te nemen. ....

En dat is advies dat ook op vele plaatsen geldt.

Een studie van een specialist op het gebied (de Volkskrant, 22-01-2016, van verslaggever Mickey Steijaert):
  Knuffelwoelmuis troost soortgenootje

Empathie is niet per se iets menselijks: ook sommige knaagdieren leven met elkaar mee en troosten elkaar als het even niet meezit. Dat blijkt uit onderzoek bij prairiewoelmuizen door een internationaal team biologen, waaronder de bekende Nederlandse primatoloog Frans de Waal.    ...

Prairiewoelmuizen oftewel prairy voles zijn "beroemd geworden door onderzoek naar het verband tussen monogamie en de stoffen (neurotransmitters) oxytocine en vasopressine.
  ...    Tot nu toe was troostgedrag alleen nog vastgesteld bij intelligente dieren als mensapen en olifanten. De vondsten van De Waal en collega's bewijzen dat ook dieren met minder hersencapaciteit in staat zijn tot empathie.    ...

Grappig: dat 'minder hersencapaciteit'. Dat heeft namelijk voornamelijk te maken met de cortex, de cognitieve hersenen. De mensen deelt de organen voor zijn emotionele functioneren in hoge mate met alle zoogdieren. Mensen worden ook aangestuurd door oxytocine en vasopressine.
  De onderzoekers lokten het troostgedrag uit door twee woelmuizen uit hetzelfde kooitje van elkaar te scheiden. Eén van hen kreeg vervolgens een piep te horen en lichte stroomschokken toegediend. Na de hereniging met het kooimaatje werd het gestreste knaagdier uitbundig door zijn huisgenoot gevlooid en gelikt - de woelmuisvariant van een troostende arm om de schouder. Bij gescheiden kooigenoten waar géén stressvolle schokken werden toegediend, was de reünie een stuk minder uitbundig.
    'Blijkbaar kennen alle zoogdieren een soort natuurlijke empathiereactie', aldus Liesbeth Sterck, hoogleraar ecologische determinanten van gedrag aan de Universiteit Utrecht en niet betrokken bij de woelmuisstudie. 'Mensen zijn in staat zich in de ander te verplaatsen. Dat kunnen knaagdieren door hun beperkte cognitieve vermogen waarschijnlijk niet. Deze studie laat mooi zien dat ze desondanks met een soortgenoot meevoelen.'    ...

Vraag aan deze mevrouw: definieer "Je in een ander verplaatsen"
  ...    Het troostgedrag van de prairiewoelmuizen lijkt veroorzaakt door oxytocine, een hormoon en neurotransmitter in het brein. Wanneer de onderzoekers de werking van oxytocine bij de prairiewoelmuizen met een injectie blokkeerden was het gauw over met het troostgedrag.    ...

Toepassing:
  ...    Co-auteur Frans de Waal laat per mail vanuit Chili weten dat daarin de waarde van deze vondst schuilt. 'Uit onderzoek blijkt dat oxytocine wellicht sociale betrokkenheid bij autisten kan verhogen. We hebben nu een ideaal proefdier voorhanden voor neurologisch onderzoek naar oxytocine en empathie. Bij apen of mensen is dat veel lastiger, en bovendien controversieel.'

Brullen van de lach, dat laatste. Want het voor de hand liggende onderzoek is dat te doen bij mensengroepen die notoir slecht zijn in samenwerken.
    Zwarten en moslims.
    Beiroet-barbaren en getto-bewoners.

Mensen die zich bewegen onder dit niveau (de Volkskrant, 30-01-2016, ingezonden brief van Annet Kroon, Heino)>
  Empathisch vermogen

Uit eigen waarneming kan ik bevestigen dat sommige knaagdieren empathisch zijn (Ten eerste, 22 januari).
    Toen onze kinderen nog klein waren hadden we een konijn en een cavia. Aanvankelijk zaten beide dieren gescheiden van elkaar in een hok, later mochten ze samen in een groot buitenhok. Dat ging wonderwel goed.
    Tot de dag dat onze dochter geschrokken meldde dat er iets mis was met de cavia. Ik keek en zag dat de cavia aan het doodgaan was. Onze dochter (8 jaar toentertijd) had vanzelfsprekend heel veel medelijden met haar zieke cavia. Ze legde dan ook liefdevol een dekentje over het diertje, zodat hij het niet koud zou krijgen. Na een tijdje gingen we weer bij het hok kijken. Daar zagen we dat het konijn het dekentje van de cavia had afgetrokken en heel dicht tegen de cavia was gaan aanliggen als om de cavia warm te houden.
    Toen we een half uur later weer gingen kijken, was de cavia dood. Het konijn zat stilletjes in een hoekje van het hok. Het konijn had de cavia op een prachtige manier stervensbegeleiding gegeven.

Begrip van de dood en rouwen is ook bekend van apen.

Buiten de natuurwetenschappen is de bekendheid met wat heet "de literatuur", alle eerdere (relevante) onderzoeken, niet altijd wat het zou moeten zijn (de Volkskrant, 16-03-2020. door Joris Westerveld):
  Ratten van nature empathisch

Wie denkt aan lieve dieren zal niet snel uitkomen bij de rat. Daar mag vanaf nu verandering in komen. Uit onderzoek blijkt dat de knaagdieren empathisch gedrag vertonen - weliswaar voor snoepjes.

Tjonge ...
    Dat men dat niet weet ...
    Ratten zijn ook zoogdieren ...
  De meeste mensen zien elkaar liever niet lijden. Een specifiek gebiedje in het midden van de hersenen is daarmee gemoeid. In het onderzoek laten wetenschappers van het Nederlands Herseninstituut voor het eerst zien dat dit hersengebied ook bij ratten een onmisbare rol speelt als ze pijn van soortgenoten vermijden.
    De wetenschappers leerden de ratjes dat het overhalen van hendels in hun kooi een snoepje opleverde. Nadat de dieren een voorkeur hadden ontwikkeld voor een van de hendels, kregen ze gezelschap van een ander ratje in de aangrenzende kooi. De voorkeurshendel betekende nog steeds een snoepje, maar ook een elektrische schok voor de buurman. Wat bleek? De meeste ratten kozen de andere hendel om aan snoepjes te komen, waarbij de buurman ongedeerd bleef.
    Net als bij mensen, is er wel een grens aan de empathie die de ratjes kunnen opbrengen. Zodra de hendel met de schok drie snoepjes opleverde en de pijnvrije hendel maar één, verkozen de ratjes het lekkers steevast boven het welzijn van hun buurman.
    Tijdens een herhaling van het experiment deactiveerden de wetenschappers het gebiedje in de hersenen van de ratjes met een injectie. De pijn van hun buurman boeide ze daarna niet meer: ze kozen minder vaak de pijnvrije hendel om hun snoep  te krijgen.    ...

Dat gebied is de ACC, de anterieure cingulate cortex uitleg of detail , waarvan al lang bekend is dat het betrokken is bij dit soort oordelen.


Naar Psychologische krachten  , of site home  ·.

 

30 apr.2008