Bronnen bij Psychologische krachten: reflexensysteem, impulsen

De drie onderdelen van de hersenen: rationele hersenen, emotionele hersenen en reflexensysteem werken deel geschieden en deels samen. Gescheiden voornamelijk in dat ze hun eigen interne processen hebben, en samen dat ze de uitkomsten van elkaar processen kunnen mededelen en aan elkaar kunnen afwegen. Met een complicerende factor dat het niveaus waarop erover gecommuniceerd wordt: het praten, plaatsvindt in de rationele hersenen, waar als het ware een soort waarnemer zit van deze processen: het bewustzijn. Die waarnemer heeft dus een "vooringenomen" positie, omdat hij wel direct op de hoogte is van de inbreng van de rationele hersenen, maar slechts uit de tweede hand van die van de emotionele, en uit de derde hand, in veel opzichten, van die van de reflexmatige. Daar waar de uitkomst van het geheel van de hersenen dus is dat er gehandeld wordt volgens de uitkomsten van het reflexensysteem, doet zich dat aan de rationele hersenen en het bewustzijn zich dus vaak voor als "iets onverklaarbaars". In één woord: "impulsen".

Het eerste geval toont in haar volle omvang de raadselachtigheid ervan, als er geen verdere details beschikbaar zijn ( de Volkskrant, 04-03-2013, van verslaggever Rik Nijland):
  Man van CDA-politica doodt zijn vrouw en vervolgens zichzelf

CDA-politica Herma Boom (46) is vorige week om het leven gebracht door haar echtgenoot Gerard van Emous (51), oud-woordvoerder van de Universiteit Twente. Emous pleegde daarna zelfmoord. Dat heeft de politie zaterdag meegedeeld. Het echtpaar had geen kinderen.    ...
    Volgens burgemeester van Haaksbergen Hans Gerritsen was niemand op de hoogte van problemen van het stel. Ook uit de reacties op Twitter en Facebook blijkt dat het drama voor vrienden en bekenden als een donderslag bij heldere hemel komt. 'Dit is onbegrijpelijk', zegt Tonnie Buitink, oud-collega van Emous bij de universiteit. 'Het was een prachtkerel. We hadden regelmatig contact. Het is allemaal misschien, misschien. Niemand snapt het.'    ...
'Dit is niet te rijmen met de Gerard van Emous die ik ken', zegt een aangedane Frans van Vught, voormalig rector magnificus en voorzitter van het college van bestuur van de universiteit. 'Gerard was altijd rationeel, bedachtzaam en ingetogen. Dit is niet te bevatten.'

Oftewel: één groot raadsel.

Het tweede geval toont wat meer details van het proces. Eerst de achtergrondfeiten - de citaten staan in een wat andere volgorde (de Volkskrant, 08-02-2013, van verslaggeefster Ana van Es):
  Bij 'schaap' slaan de stoppen door

Met een brandblusser maakte hij een einde aan het leven van zijn vriendin. Een half uur later schoot hij een motoragent dood. Wat bezielde Alasam S.?


De opmaat naar de dubbele moord is een telefoontje, een dag eerder, op woensdag. De secretaresse van zijn advocaat heeft slecht nieuwS: 'Je asielverzoek is afgewezen.' Alasam S., tien jaar eerder naar Nederland gevlucht, moet hier weg.    ...
    Hij luistert naar muziek, die avond, maar dan hoort de bewoner van appartement 1F klanken door de muur die hem niet bevallen. Zijn buurvrouw die 'help, help' schreeuwt. De brandblusser in de gang die bonkend wordt verplaatst. Het geluid van iemand die in elkaar wordt geslagen. Hij belt alarmnummer 112.
    In de gang van de verbouwde villa in Baflo ligt Renske Hekman, 29 jaar, met op haar lichaam de brandblusser waarmee ze negen keer tegen het hoofd is geslagen. Haar vriend Alasam S. rent naar buiten, het stille dorp in. Als hij nauwelijks een half uur later wordt aangehouden, is er een tweede dode gevallen: motoragent Dick Haveman. Drie agenten en twee omstanders zijn in een vuurgevecht gewond geraakt.    ...

Ook hier dus de verbazing. Mede veroorzaakt door dit:
  Op de eerste dag van het proces, dat vandaag en maandag wordt voortgezet, proberen de rechters te achterhalen hoe de 27-jarige asielzoeker uit Benin, die door iedereen als 'rustig en vriendelijk' wordt omschreven ...

Maar door het bericht is er iets in zijn hoofd "gaan spoken", en door een triggeR:
  Zijn vriendin Renske, die als biologe werkt in de zeehondencrèche van Pieterburen, hoort het vernietigende nieuws per telefoon. 's Avonds in de huurkamer van Alasam in Groningen eten ze pizza en bespreken ze hun plan: trouwen en vlak over de grens in Duitsland gaan wonen. Daar krijg je nog wel een verblijfsvergunning, hebben ze gehoord. ...
    Op de ochtend van donderdag 13 april is Alasam 'angstig'. ...
    In het appartement van Renske koken ze samen. Ze luisteren naar muziek. Dan slaat de sfeer om. Renske noemt hem een 'schaap'. 'Ze vond me dom, dat ik me zo liet behandelen', zegt Alasam. Als Renske voorstelt opnieuw de psychiater te bellen -haar vriend is immers zo onrustig - slaan alle stoppen door. Hij wil weg. Renske houdt hem tegen. Hij pakt de brandblusser. 'Daar heb ik haar mee geslagen', zegt hij zachtjes.
    Alasam rent naar buiten. Veel herinnert hij zich niet, zegt hij. ...

Dat laatste is het geval bij vrijwel alle daders en het is inmiddels bekend dat dit niets zegt over de daadwerkelijke hoeveelheid herinnering.
    In ieder geval is wat er daarna gebeurd opmerkelijk gezien een eventueel gebrek aan geheugen (Volkskrant.nl, 11-02-2013, ANP uitleg of detail ):
  OM: twee keer moord met voorbedachte rade

Rechtszaak Alasam S. heeft op 13 april 2011 zijn vriendin Renske Hekman en politieman Dick Haveman opzettelijk en met voorbedachte rade van het leven beroofd. Dat betoogde maandag het Openbaar Ministerie (OM) voor de rechtbank in Groningen, die zich voor de derde en laatste dag over de tweevoudige moord in Baflo buigt.
    Volgens het OM had S. 'tientallen seconden' om na te denken waar hij mee bezig was, voordat hij met een brandblusser insloeg op het hoofd van Hekman. Het OM concludeert dat er geen sprake was van een plotselinge woede-uitbarsting, maar dat S. doelgericht handelde.
Volgens de officier van justitie heeft S. ook politieman Haveman doelgericht gedood. Haveman en S. troffen elkaar in de buurt van het treinstation in Baflo, nadat de verdachte was vertrokken bij zijn inmiddels dode vriendin. Getuigen hebben gezien dat de politieman zo'n 50 meter achteruit is gelopen, gevolgd door S. Haveman had geroepen: 'Blijf bij mij weg! Weg jij!'
    Toen de politieman zijn dienstwapen pakte, schopte S. het uit diens handen, dook er bovenop en vuurde van korte afstand drie kogels af. Twee ervan troffen Haveman. Een kogel ging door zijn mond, de tweede in zijn borst. De laatste was fataal.
    S. schoot daarna nog op twee inwoners van Baflo die waren opgeschrikt door het schieten. Een man kon net op tijd wegduiken, een andere werd van korte afstand in zijn been geraakt. Een tweede kogel miste de man net. 'Een wonder dat hij het heeft overleefd', zei de officier van justitie. Volgens het OM gaat het in beide gevallen om poging tot moord.

Dit is in alle opzichten "in kolen bloede". De dader had nauwelijks een beter mogelijke coördinatie over zijn handelen kunnen hebben.
    De psychologische beschrijving van dit geval is voor de hand liggend: er is een geleidelijk opbouwen van druk door de dreiging van een ramp (de dreiging van uitzetting) waartegen en geestelijke barrière wordt opgebouwd, een ramp die tot een daadwerkelijke realisatie komt maar die de barrière nog in stand houdt, en dan, in een "geestelijk onbewaakt" moment wordt die barrière doorgeprikt (de "schaap"-opmerking), waarna de opgebouwde spanning er in één keer uit komt.
    Uit de psychologische beschrijving is ook de neurologische af te leiden (indien de gebruikte terminologie niet of gedeeltelijk bekend is, raadpleeg dan eerst Neurologie, overzicht  , en vervolg naar behoefte). De waarnemingen komen eerst aan in de rationele hersenen (de berichten komen binnen via lezen en het bewustzijn), die triggeren via herinneringen aan eerdere gebeurtenissen het angstcomplex, de amygdala. De amygdala vraagt van het reflexensysteem om het versturen van de juiste hormonen om het signaal aan de rest van de hersenen en het lichaam door te geven (de persoon ervaart stress). De rationele hersenen bemerken de grote angstgevoelens en proberen die dempen, daarbij in dit geval duidelijk geholpen door medemensen zodat de spanning zich hoog kan opbouwen. Als de angst bewaarheid wordt, en de juiste trigger is afgegeven, neemt het reflexensysteem het over, en voert haar strategieën uit: "vechten of vluchten". In dit geval was die uitkomst "vechten". En aangezien het reflexensysteem niet meer gestoord werd door emotionele en rationele hersenen, kon het de reflexmatige handelingen met haar eigen nauwkeurige coördinatie uitvoeren - net als een sporter als "in een trance" topprestaties aflevert.
    Hier is overduidelijk sprake van wat je wel een klassiek geval kan noemen, dat van langzame opbouw naar catharsis werkt. In deze categorie vallen zeer veel van de impulsieve en onbegrijpelijke extreme psychologische voorvallen.

Het derde geval laat meer details van met name het proces van opbouw. En beschrijft een wat algemenere vorm van het aanloopperiodes - te maken krijgen met een mogelijke uitzetting is tenslotte een uitzonderlijk geval. Het volgende opbouwproces is daarvan het tegendeel (de Volkskrant, 08-02-2013, van verslaggever Peter de Graaf):
  FNV-topman perste geld af voor schooltje in Bosnië

Tussentitel: Ik heb sterk de indruk dat er iets geknapt is bij mij - Willem Linders - Ex-voorzitter FNV Bouw die een oude vrouw afperste

De opgestapte vakbondsvoorzitter Willem Linders (FNV Bouw) heeft met drie dreigbrieven, waarvan de laatste voorzien van een kogel, geprobeerd eerst 20 duizend euro en later 25 duizend euro af te troggelen van een bejaarde vrouw in Veghel. Hij had het geld nodig voor zijn hulpstichting Zjiveli, die onder meer een school en een peuterzaal in het Bosnische dorp Trebinje heeft gebouwd.    ...
    De poging tot afpersing van de 79-jarige vrouw was vorig jaar juni. Een bankafschrift van de vrouw was per abuis bij Linders bezorgd. Hij maakte de brief open en zag dat er een flink bedrag op haar rekening stond. Linders, die in de jaren negentig als marechaussee in Bosnië heeft gewerkt en daarna de hulpstichting heeft opgericht, rook zijn kans. Zijn stichting zat in geldnood, omdat de subsidie was beëindigd.
    'Ze heeft geld zat, waarom zou daar niet iets van naar de stichting voor educatie in Bosnië kunnen gaan', zo citeerde de rechtbankvoorzitter uit verklaringen die Linders eerder aan de politie had gedaan. Hij schreef een eerste dreigbrief, op de laptop. 'U omschreef uzelf als Robin Hood', aldus de voorzitter.
    In de brief droeg hij de vrouw op om 20 duizend euro in een plastic Emtétas op een bepaalde plek in Veghel te deponeren. ...

Met de in de inleiding gegeven voorinformatie spreekt de inhoud van deze bron bijna voor zich: de betrokkene had in zijn rationele hersenen een goed doel voor ogen: een school. het streven naar dat goede werd gevoed door sterke emoties: oorlogservaringen. En met deze achtergrond met de betrokken geconfronteerd met een mogelijkheid om dat goede doel te steunen. En die mogelijkheid werd automatisch voorgelegd aan zijn hele hersensysteem.
    De rationele hersenen kwamen kennelijk tot het besluit dat er geen rationele manier was om van de mogelijkheid gebruik te maken - iets dat vermoedelijk klopte, want het goede doel van de betrokkene is het goede doel van een individu, en in dit geval was het onwaarschijnlijk dat anderen het goede doel met dezelfde sterkte zouden ondersteunen.
    De emotionele hersenen kwamen kennelijk ook niet met een uitkomst - mogelijkerwijs omdat er conflicterende emoties in het spel zijn: die van het goede doel, en die van het bezwaar van toebrengen van schade aan een medemens.
    Het reflexensysteem heeft die laatste overwegingen niet. In het reflexensysteem is het zelfbehoud de primaire factor.
    Het reflexensysteem had een antwoord, en de andere twee niet. De uitkomst van het reflexensysteem werd de aangenomen uitkomst. Vervolgens kwam die boodschap weer in de emotionele hersenen, die de gewenste handeling voorzag van de juiste emotionele middelen: iets dat een externe waarnemer "afpersing" noemt. En aan het einde van het geheel, als het hele proces door externe waarnemers wordt geëvalueerd, komt de betrokken tot de conclusie dat 'er iets geknapt is bij mij'. Oftewel: er heeft zich een fenomeen voorgedaan gestuwd vanuit het reflexensysteem, waar de rationele hersenen geen vat op hadden. Iets dat ook de externe waarnemers wel constateren, maar kennelijk niet begrijpen:
  Wat heeft u bewogen, wilde de rechtbankvoorzitter weten. Want Linders staat bekend als een sociaal betrokken persoon die zich inzet voor kwetsbare mensen, van Veghel tot in Bosnië. Hij zat jarenlang voor een lokale partij in de gemeenteraad en werkte zich binnen de vakbond op tot voorzitter van FNV Bouw. 'Het is zo mal wat er gebeurd is, als je naar uw achtergrond kijkt', aldus de rechter. 'Het lijkt niet bij u te passen.'

En dat doet het ook niet. Als je de persoon definieert als alles in zijn rationele en emotionele hersenen. Maar er is dus dat derde onderdeel, dat wel degelijk er ook deel van uitmaakt. Ook dat derde deel behoort tot "het karakter".
    Nu is dit een wat extreem uitziend geval, maar niet eens zo extreem:
  Linders heeft dat zich ook afgevraagd: 'Ik heb sterk de indruk dat er iets geknapt is bij mij.' Hij concludeert dat het mogelijk aan een posttraumatische stress stoornis (PTSS) ligt. Hij heeft vreselijke dingen in Bosnië gezien, 'mensen die door een mijnenveld liepen'. Maar de psycholoog die hem onderzocht, heeft geen PTSS-symptomen opgemerkt.

Mensen met PTSS gedragen zich, met als algemene karakterisering van "impulsief gedrag", nog veel vreemder - vandaar het oordeel van de psycholoog.
  Volgens de psycholoog, die Linders verminderd toerekeningsvatbaar verklaarde, kan het ook een neurologische afwijking zijn. Dat moet nader worden onderzocht.

Dat nader onderzoek is dus ondoenlijk, omdat dit natuurlijk een continuüm van verschijnselen betreft, waarvan het zeer moeilijk is de grens te leggen tussen normaal en afwijkend gedrag. Veelal zal die uitsluitend getrokken kunnen worden aan de hand van de gevolgen, waarbij eerst fysieke en dan emotionele schade aan derden belangrijke afwegingsfactoren zijn. In het bovenstaande geval is er geen sprake van fysieke schade, maar de emotionele schade is duidelijk genoeg om tot een gerechtelijke vervolging en vermoedelijk ook veroordeling te komen.
    Ook in dit geval werd een belangrijk kenmerk van het proces zichtbaaR:
  'Er werd gevraagd om coupures van 1.000 euro', merkte de rechtbankvoorzitter op. 'Dat is vreemd, want die bestaan niet eens.'  

Dat wil zeggen: een sterke dissociatie met de werkelijkheid. Bij de invulling van het proces hebben de rationele hersenen kennelijk weinig invloed, want er treden gewoonlijk sterke contradicties en feitelijke onmogelijkheden bij op.
    Die laatste opmerking wordt ingegeven door het doortrekken van het redelijk extreme en bijzondere geval boven, naar minder extreme en meer voorkomende gevallen. Wat mensen in het algemeen onder "goede doelen" verstaan, en met name in die gevallen die betrokken zijn bij dit type storingen, blijkt vrijwel altijd sprake te zijn van "ideologie", war in dit geval wil zeggen: "het goede doel is dusdanig absoluut (gemaakt), dat (vrijwel) alle andere zaken moeten wijken". Waarvan het voorgaande geval dus eigenlijk ook een voorbeeld is.

Het volgende voorbeeld geeft iets aan van de geleidelijkheid die ook in het proces zit: (Volkskrant Magazine, 23-02-2013, door Rein Jansen):
  En nu dan

Je leven loopt op rolletjes, en opeens is-ie daaR: de paniekaanval. Het overkwam Jelmer Jepsen (36), tobbend met het fameuze dertigersdilemma.


Op 30 november 2006 werd ik 30. Een nieuwe mijlpaal was bereikt, en, al zeg ik het zelf, ik had de zaken goed voor elkaar. Ik had een baan als accountmanager communicatie bij een grote gemeente in het midden van het land, ik had net mijn eerste huis gekocht, een riant stadsappartement met groot dakterras, en zat al ruim zeven jaar in een fijne en steady relatie. Ik was, kortom, hartstikke gelukkig, en het leven schaterlachte me toe. Mijn vrienden dachten daar anders over. Op mijn verjaardagsfeestje overhandigden ze me het boek Dertig, en nu?, van Don Duyns. 'Dertig is een moeilijke leeftijd: stond er op de achterflap. 'Je jeugd is voorbij, grote beslissingen moeten van de ene op de andere dag worden genomen. Tijd om ergens over na te 'denken is er niet, gevangen als je zit in een leven waarin geld moet worden verdiend, voor onderdak gezorgd en je - zo mogelijk geluk en roem moet vergaren.'
    Ik keek de kring rond, veinsde een dankbare glimlach, en schoof vervolgens mijn misplaatste geschenk diep weg in mijn boekenkast. Ik draaide het volume van de stereotoren omhoog, nam nog een pilsje en proostte op mijn zorgeloze bestaan.
Een week later zou ik mijn eerste paniekaanval krijgen.
    Het moment dat ik die eerste paniekaanval kreeg, staat me nog helder voor de geest. Het gebeurde op een doordeweekse dag, op mijn werk. Achter mijn bureau corrigeerde ik een persbericht, toen ik ineens mijn hand niet meer kon bewegen. De kantoortuin leek in vorm en diepte te verspringen, en mijn hart begon onrustig in mijn borstkas op en neer te gaan. Mijn ademhaling ging omhoog. Aanvankelijk dacht ik dat ik niet goed had ontbeten, een slechte gewoonte in die tijd, maar toen na het nuttigen van een halve chocoladereep het kantoor om me heen nog steeds niet was terugveranderd in de rustige oase waarin ik normaliter geconcentreerd mijn werk deed, sloeg de paniek andermaal toe. Weer die hartkloppingen. Weer dat gejaagde, vreemde gevoel. Het enige dat ik kon bedenken was dat ik weg moest. Weg uit de kantoortuin, weg van mijn collega's. En dus pakte ik mijn jas en liep naar buiten. Later die dag zou ik dat om dezelfde reden nog een keer of vier moeten doen, en de paniek zou in de weken hierna uitgroeien tot een crisis. Een vervroegde midlifecrisis, welteverstaan, of, populairder gezegd, tot het gevreesde 'dertigersdilemma'.    ...

Kijk er eens, daar staat het allemaal al: er is een probleem op de achtergrond, en dat probleem is in eerste instantie een probleem van de rationele hersenen: er wordt voortdurende nagedacht over te nemen beslissingen en over al genomen beslissingen.
    Dat probleem begint (relatief) klein en wordt allengs groter - omdat het niet als probleem in het bewustzijn komt en dus niet wordt aangepakt. Op een gegeven moment wordt het te groot, en er wordt ingegrepen. Vermoedelijk komt het eerste besluit daartoe van het emotionele systeem. Maar dat hoeft niet. Want in ieder geval komt het eerst symptoom duidelijk van het reflexensysteem: de betrokkene kon zijn hand niet meer bewegen. Zonder voorafgaande waarschuwing.
    Beide van die tekenen wijzen op het reflexensysteem: als het emotionele systeem de "dader" was, waren er, bijna per definitie, emoties bij betrokken en dat was duidelijk niet het geval want er was geen waarschuwing. En als tweede: het zo plotseling stoppen van een enkel deel van het bewegingsapparaat wijst op een punt van lokale controle - en die ligt bij de hersenstam als het niet het bewustzijn is. Of nog lager, want het gaat hier bijvoorbeeld dus over één enkele hand. Niet allebei, maar alleen de linker. En in de hersenstam worden al op talloze plekken de verbindingen naar linker- en rechter lichaamshelft gekruist om de coördinatie van het lichaam als geheel te verzorgen.
    Hetgeen allemaal wordt versterkt door de volgende aanwijzingen: verstoringen in het waarnemingsapparaat (signalen komen binnen en worden voorverwerkt in de hersenstam), opgejaagd hartritme (wordt geregeld in de hersenstam en de opjaaghormonen komen uit de hersenstam), versterkte ademhaling (idem - alles wijst op een toevoer van adrenaline), en tenslotte: ook na de waarneming van de verschijnselen nog steeds geen idee waar ze vandaan komen.
    Vervolgens gaat de rest over het aanloopproceS: de geleidelijk opbouw van de spanning. Niet in de juist volgorde, maar die corrigeren we even:
  De ironie wil echter dat de zoekende en twijfelende dertiger de hendel van dat valluik vaak zelf in handen heeft. Lijkt de paniek aanvankelijk uit het niets te ontstaan, bij bijna iedereen die ik sprak, liggen er wel degelijk aanwijsbare oorzaken aan het ontstaan ervan ten grondslag. Want daar zijn ze weer, de keuzen: loondienst of zzp'en? Huren of kopen? Relatie of vrijgezel? Het blijkt dat paniekstoornissen vaak voor het eerst opduiken voor, tijdens, of vlak na emotioneel belastende situaties. Het wisselen van werkgever wordt over het algemeen gezien als emotioneel belastend. Op je 30ste een contract tekenen voor een lening van drie ton idem dito, en in mijn geval werd de paniek dan ook niet veroorzaakt door het overslaan van mijn ontbijt, nee, een paar maanden ervoor had ik de netgenoemde lening afgesloten. Tegelijkertijd speelde ik met het idee een andere baan te zoeken. En ik moest toch ook eens iets met kinderen. Of ging ik nou nog snel aan een nieuwe studie beginnen?

Dit slaat op het geval van de dertiger, maar dat is natuurlijk slechts een specifiek geval van een meer algemeen proces - door allerlei redenen kunnen zich spanningen opbouwen. Overigens lijkt bij dit geval nog twee vermoedelijk doorslaggevende maar niet benoemde factoren te pas te komen: perfectionisme en/of veeleisendheid. Personen met andere karakters zien bij verschillende mogelijkheden geen problemen maar kansen, of zelfs stimulerende uitdagingen.
  Psychologe en loopbaanadviseur
Nienke Wijnants (1974) doet al enige jaren onderzoek naar het dertigersdilemma. Uit een van haar studies blijkt dat liefst 72 procent van de door haar ondervraagde dertigers zegt in meer of mindere mate last te hebben van dilemma's, twijfels of levensvragen. En 72 procent, dat is veel, heel veel, voor een leeftijdsgroep met in principe nog een heel leven voor zich. Toch toont een kort eigen, volstrekt niet representatief, onderzoek onder vrienden en collega's van in de 30 aan dat dit percentage klopt (ik kom op zo'n 80 procent). Wat vooral opviel, was dat veel van de door mij ondervraagde mensen niet zozeer moeite hadden met de overdaad aan keuzen, maar last hadden van een heel ander probleem: van de eerdergenoemde paniekaanval, die ook mij destijds zo overviel. En dus vroeg ik me af: waarom? Waarom paniek, en geen, bijvoorbeeld, depressie? Waarom paniek, en geen overdreven enthousiasme? ...

Dit soort karakterologische eigenschappen liggen waarschijnlijk aan balansen in de emotionele hersenen en het reflexensysteem.
    En vervolgens komt nog een aspect aan de orde:
  'Een paniekstoornis wordt wel vergeleken met het staan op een valluik, vele verdiepingen hoog in de lucht terwijl je niet weet of, en zo ja, wanneer, het zich onder je zal openen.' Deze zin komt uit het zelfhulpboek Gedachten en Gevoelens (McKay, Davis & Fanning 2009). Ik kocht het op aanraden van een vriendin, en inmiddels is het een van mijn meest uitgeleende boeken. Hoofdstuk negen heet Met paniek omgaan, en telt ruim twintig bladzijden, en de valluikomschrijving, die in de inleiding van dit hoofdstuk staat, geeft wat mij betreft zeer juist weer wat een paniekstoornis inhoudt. Het probleem is namelijk niet de aanval zelf, het gaat om de dreiging ervan. Wanneer begint het weer? Wanneer zal ik mij weer angstig voelen? Hoe erg zal het dit keer zijn?
    Dit mechanisme wordt in Gedachten en Gevoelens de 'paniekreeks' genoemd: de hersenen raken op een onbewaakt moment geprikkeld ('Als ik zometeen maar weer niet in paniek ra-haak!'), waarna het lichaam zich gaat klaarmaken voor 'de strijd: Het begint adrenaline af te scheiden, gooit de hartslag omhoog en versnelt de ademhaling. Vervolgens begint je hoofd, naar aanleiding van deze fysieke symptomen, zogeheten rampgedachten te ontwikkelen ('Misschien krijg ik dit keer wel een hartinfarct), dit leidt weer tot meer onrust, meer symptomen, en zo verder. De aanvankelijke angst om toch vooral niet in paniek te raken, is op deze manier een selffulfilling prophecy geworden.

Op deze website al beschreven onder de terminologie "valkuil"  .Of meer technisch: een proces van zelfversterking  . Valluik is minder goed, want nog plotselinger dan valkuil. Glijbaan is waarschijnlijk juister. Die kan variëren in hellingshoek.
    De ervaring van een valkuilproces, en een proces van zelfversterking, wijst dus op het sluiten van een kringproces. Dat kan op twee manieren: dit is een heel nieuwe kringproces, of, en dat is waarschijnlijker, er was al een kringproces (dat van de aanloop), maar dat heeft er een nieuwe tak bij gekregen - die lopende door het bewustzijn. Met nieuwe mogelijkheden van koppeling. Is het meekoppeling, wordt het in een kringetje draaien erger - wat kan uitlopen in ernstige psychologische kwalen. Die worden dan behandeld met medicijnen, allemaal van de neurologisch soort. Aangrijpende dus op het reflexensysteem.
    Maar het bewustzijn kan ook gaan tegenkoppelen. Dan is er sprake van therapie - zelf-therapie, of extern, maar allebei van de soort "cognitieve therapie"  .
    Bij de behandeling van de rol van de neurotransmitters in het overzicht van de hersenstam, zijn de betreffende circuits beschreven  - wat daar als neurologische processen wordt beschreven, is boven weerspiegeld in psychologische ervaringen.
    In dit geval begonnen de verschijnselen met een lichamelijke vorm van blokkade. Ook de geestelijke vorm is mogelijk (de Volkskrant, 23-02-2013, door Hans Bouman):
  De muze zwijgt

Verlamd door afkeer en angst kon Renate Dorrestein opeens niet verder schrijven aan haar nieuwe roman. Over de raadsels van het writer's block schreef ze het meeslepende De blokkade.


...    De afgelopen maanden heeft Renate Dorrestein zich laten omscholen. Tot stemacteur, zoals de officiële benaming luidt. ...
    Dorrestein is namelijk sinds meer dan een jaar in de greep van een dermate hevig writer's block dat ze onzeker is of er ooit nog een roman uit haar pen zal vloeien. Ze doet hiervan verslag in het zojuist verschenen De blokkade.
    De blokkade is uitgesproken soepel en meeslepend geschreven. Dat mag merkwaardig klinken, een tegenspraak is het niet. Het aaneenrijgen van zinnen gaat Dorrestein nog even gemakkelijk af als altijd. Maar dit is non-fictie, het doorgeven van de werkelijkheid. De blokkade waardoor zij getroffen is, betreft de verbeelding.    ...

Dit refereert, kennelijk zonder dat men het weet, aan de twee aspecten van de taalvorming in de hersenen: de woord- en zinsvorming die gedaan wordt in het ene deel van de hersenen, het gebied van Broca, en de betekenis of inhoudsvorming, gedaan in een ander, het gebied van Wernicke uitleg of detail . Bij writer's block is duidelijk sprake van blokkade aan het laatste, en niet het eerste.
    Even nog een uitleg van hoe het normaliter werkt:
  'Mijn romans zijn mij altijd komen aanwaaien. Ik ben een intuïtief schrijver, niet iemand die werkt met plots en schema's. Al mijn romans zijn begonnen met een beeld, een tafereel dat ik als het ware kreeg aangereikt en waaruit stap voor stap het verhaal voortkwam.'

Maar op een hoger plan dus hetzelfde fenomeen als het voorgaande: ineens is een "normale" functionaliteit verdwenen. En komt niet meer terug. Dus dan ook hier de aanloop:
  Zomer 2011. Dorrestein heeft het manuscript ingeleverd van haar roman De stiefmoeder en begint aan een nieuw project, dat over de gevoelige relatie tussen een vrouw en haar schoonmoeder zal gaan, werktitel Schoondochter. Het gaat over een zwangere vrouw, Mila, en haar nieuwe vriend Dennis. Dennis heeft een strafblad. En, zo valt Dorrestein wat later in, zijn vader heeft zelfmoord gepleegd. Of Dennis hiervan op de hoogte is, en wat hiervan de consequenties zijn, zal in de loop van het boek nog moeten blijken.
    Zonder dat ze begrijpt waarom, heeft de schrijfster dan al enige tijd het gevoel dat er iets mis is met haar roman. En naarmate ze er verder aan probeert te werken, wordt dat gevoel heviger. De gedachte dat ze haar personage opscheept met een vader die zelfmoord heeft gepleegd, gaat haar steeds meer tegenstaan. 'Er mag dan geen agressievere daad jegens jezelf bestaan dan suïcide, ook jegens je omgeving is er geen agressievere daad denkbaar', schrijft ze.
    Dan strandt het boek. Dorrestein wordt bevangen door een afkeer van haar tekst en ze durft letterlijk haar werkkamer niet meer binnen te gaan. 'Aanvankelijk dacht ik dat ik door een soort walging was bevangen. Pas later ontdekte ik dat de misselijkheid een uiting van angst was. Ik durfde het niet meer. Maar niet durven is natuurlijk je eer te na. Dus ging ik op zoek naar een verklaring voor die angst.'
    Dorrestein begint een uitvoerig onderzoek naar het fenomeen writer's block in het algemeen en haar eigen blokkade in het bijzonder. ...
    'Hoe meer ik het onderwerp las, hoe duidelijker het mij tot mijn verbijstering werd dat er wereldwijd geen steekhoudend wetenschappelijk onderzoek is verricht naar writer's block. Heel opmerkelijk, want het fenomeen wordt wel degelijk als probleem onderkend. Veel promovendi en andere wetenschappers die moeten publiceren, worden ermee geconfronteerd. Het wordt in die kringen ook als een economisch gegeven erkend: je raakt arbeidsongeschikt. Dat vond ik een heel stichtende ontdekking, maar vervolgens heb ik niets gevonden aan inhoudelijk onderzoek naar de werking van het fenomeen. Toen ik Dick Swaab erover raadpleegde, zei hij: hier weet ik niets vanaf.'

Logisch. Psychologen en zelfs neurologen wordt nooit geleerd om procesmatig te denken, in ene meer mechanische zin: hoe werken systemen? En vooral: hoe werken zelfregulerende systemen. Zoals afgekort hieR:
  Hersenwetenschappen zijn hooguit in staat de verschijnselen te omschrijven, ontdekte Dorrestein. 'Ze leggen uit hoe het lymbisch systeem de macht over de prefrontale cortex overneemt, dat je door je stress en paniek almaar adrenaline en cortisol blijft afgeven en daardoor in die paniek blijft steken.
    'Neurologen als de Brit Malcolm T. Cunningham en de Amerikaanse Alice Flaherty beschouwen writer's block als een falen van het neurologische netwerk. De geblokkeerde schrijver moet beseffen dat zijn neurologisch systeem faalt, niet hijzelf. Hij moet dat systeem als het ware opnieuw configureren door zichzelf te zien als iemand die beroepshalve risico's neemt, niet gaat voor middelmatigheid en voortdurend bereid is zijn reputatie op het spel te zetten.'

Die laatste zin is onzin. Het is nog basaler. Fantasie komt uit een specifiek deel van de hersenen, vermoedelijk de hippocampus en omstreken. Daar worden in de nacht scenario's afgespeeld, om het individu beter voor te bereiden op de gebeurtenissen van de volgende dag  . De schrijver heeft tijdens zijn bewustzijn op een of ander manier toegang tot dit systeem. In ieder geval het soort schrijver als Dorrestein, dat gezien het eerdere citaat, intuïtief doorschrijft over beelden die haar voor het geestesoog komen. De vraag iS: waar komt de blokkade van wat er wel was vandaan?
  Maar hoe doe je dat precies? Schrijfcoach Rosanne Bane, die op dezelfde lijn zit als Cunningham en Flaherty, adviseert het schrijven te voorzien van positieve associatieS: luister onder het werk naar muziek, eet iets lekkers, brand een kaarsje op je bureau. Dorrestein koopt een schandalig duur stuk geitenkaas, roostert brood en klapt haar laptop open. 'De kaas is voortreffelijk. Ik eet er met smaak van, zonder dat er een zin op mijn scherm verschijnt.'

Ook allemaal onzin, natuurlijk. De weg is een cognitieve:
  Ook een lange reeks persoonlijke gesprekken maakt deel uit van Dorresteins speurtocht. Ze steekt haar licht op bij de auteur Thomas Rosenboom en de journalist Frénk van der Linden, de psychologen Erik Scherder en Jan Derksen en de filosofen Piet Meeuse en Ad Verbrugge.

De verkenning.
  Pas na haar gesprek met Verbrugge begint het de schrijfster te dagen dat die ene cruciale gebeurtenis uit haar leven, waarvan ze ruim dertig jaar na dato nog de gevolgen ondervindt, weleens een belangrijke rol zou kunnen spelen.
    'In 1981 maakte mijn jongste zusje, na een verscheurende strijd tegen boulimia, op 20-jarige leeftijd een eind aan haar leven door van een flatgebouw te springen. Net als ik wilde mijn zusje schrijver worden. Toen zij er niet meer was, had ik het gevoel dat ik mijn boeken namens ons beiden zou moeten schrijven. Dat haar talent na haar dood naar mij was overgegaan en ik mijn schrijverschap in feite aan haar dood dankte.
    'Natuurlijk heeft mij dat met een geweldig schuldgevoel opgezadeld. Niet voor niets is er in mijn eerste vijf romans voortdurend sprake van personages die te pletter dreigen te vallen. Maar in die boeken doe ik op het beslissende moment wat ik in het echte leven niet kon: ik breng redding met mijn pen.'
    Dorrestein begon zich te realiseren dat dat kennelijk niet genoeg was geweest. Haar dertigjarig jubileum als schrijver was aanstaande en ze vermoedde dat ze, in de aanloop naar die datum, onbewust haar oeuvre de revue had laten passeren.
    'Ik moet toen hebben beseft dat het boek dat ik eigenlijk had moeten schrijven nog steeds niet uit mijn handen was gekomen: het boek dat zelfmoord uit de wereld zou helpen. En dat ik daarmee mijn hele oeuvre en schrijverschap in een nieuw licht zag, namelijk in het besef dat al mijn boeken eigenlijk tussendoortjes zijn geweest.'

En het min-of-meer toevallige voorkomen van een zelfmoord in haar laatste boek, toen de geest voldoende "rijp" (lees: murw-gebeukt) was, was de trigger. Het kanaal ging dicht.
    In de voorgaande voorbeelden zat al een afgenomen ernst in de bij de buitenwacht waargenomen verschijnsel - van moord naar twee niemand-lastig-vallend privéproblemen. Natuurlijk beslaat de werkelijke totale reeks van gevallen een continu spectrum - een glijdende schaal  . Tussen die privéproblemen en de afpersende vakbondsman is zit het geval van de ideologen. Of beter gezegd: ideologen in het algemeen. Want ook de vakbondsman handelde uit ideologische motieven - hijzelf werd er niet rijk van en het geld ging naar en schooltje in de derde wereld. Zijn persoonlijke betrokkenheid strekte zich maximaal uit tot een gevoel van toegenomen eigenwaarde - een zichzelf-goed-voelen.
    Nu kan dat laatste ook een zeer sterke motivatie zijn, en het is zeker dat het meer voorkomt, vooral bij mensen met diverse vormen van ideologieën. Met de term "ideologie" als uitgangspunt, zijn op deze website al een groot aantal observaties gedaan van mensen die soortgelijke denkprocessen hebben doorgemaakt als genoemde betrokkene. Zonder tot het niveau van bedreiging te komen, maar wel alle andere processen doorlopend.
    De schade die de archetypische ideoloog ondervindt van zijn op hol slaande cortex-emoties-reflexensysteem lijkt op die van de schrijver met zijn writer's block. Maar wat geblokkeerd wordt bij de archetypische ideoloog is niet zijn fantasie, maar zijn rationele denksysteem. Voor het geval van de afpersen vakbondsman blijkt dat uit het eisen van geld in niet-bestaande coupures. Absurd. Volgens het rationele denksysteem. Maar niet volgens de emotionele en reflexsystemen: geld is geld, en hoe meer hoe beter. Dus meteen maar coupures van duizend euro (in het fantasiesysteem zat vermoedelijk nog iets over guldens - het fantasiesysteem kenmerkt zich door het werken met beelden in plaats van werkelijkheden).
    De blokkade van de archetypische ideoloog blijken uit soortgelijke zaken. Die ideoloog verlangt verantwoording van degenen die het niet met zijn ideologie eens zijn, en dat tegen hem zeggen in woord of schrift, gepaard gaande met niet bestaande vormen van logica, zoals "Een koe is veel en geeft melk - een kip is vee - dus een kip geeft ook melk". Of: "De allochtone immigrant is gelijk aan de autochtone Nederlander - de allochtone immigrant heeft een maatschappelijke achterstand - dus de autochtone Nederlander discrimineert"  (bijvoorbeeld als het over de arbeidsmarkt gaat). Dit soort redenaties zijn vrijwel allemaal te herleiden tot contradicties, en contradicties worden door het rationele denken als schadelijk ervaren. Contradicties zijn vormen van cognitieve ziekten  .
    Dit soort denkfouten zijn op deze websites op diverse niveaus gedocumenteerd. Het minst sterke niveau zijnde dat van het cultuurverraad wat betreft het multiculturalisme uitleg of detail , en dat van de leugens gedebiteerd in de discussie rond Europa uitleg of detail . De meer extreme gevallen die dicht bij of volledig in het reflexmatige vallen, staan onder Ideologie, denkafwijkingen uitleg of detail . De meestal nog ergere religieuze en cultuur-etnische gevallen zijn vertegenwoordigd door Allochtonen, woordvoerders uitleg of detail .
    De neurologische achtergronden van de processen zijn beschreven hier  .

Een verdere bevestiging (de Volkskrant, 29-03-2013, door Ana van Es en Elsbeth Stoker):
  'In een flits dacht ik: do bist fan my'

Onder grote belangstelling legde Jasper S. donderdag bij de rechter in Leeuwarden zijn verklaring af over de moord op Marianne Vaatstra. Het werd een relaas vol gruwelijkheden.


De rechter, tegen de zaal: 'U krijgt feiten te horen die buitengewoon onaangenaam zijn. Laat ik het maar gewoon zeggen: schokkend. Ik zou u willen vragen: als iemand het te kwaad krijgt, probeer dan op een rustige manier de zaal te verlaten.' ...
R: 'U ging 's nachts vaak fietsen.'
S: ''s Nachts is een heel rustig moment. Je bent dan alleen. Dat heb ik nodig om mijn gedachten te ordenen. Het was een drukke tijd, ik moest mijn hoofd leegmaken.'
R: 'U herinnert zich dat u iemand tegenkwam. Dat was Marianne.'
S: 'Ik zag twee jongens op het fietspad, in het licht van de straatlantaarn. Terwijl ik naar die jongens kijk, komt iemand me tegemoet op de fiets. Dat blijkt een jonge vrouw te zijn.'
R:'U zegt tegen de politie: ze komt uit de richting van Buitenpost. U fietst beiden heel snel. U ziet elkaar in een flits. En u ziet dat het een vrouw is. Wat denkt u dan?'
S: 'Vanuit het niets flitst door mij heen: jij bent van mij.'
R: 'Do bist fan my. Waar komt dat vandaan?'
S: 'Ik weet dat niet. Ik heb dat nog nooit gehad. Ik weet nu nog niet waar het vandaan gekomen is.'    ... 

Uit de hersenstam. Een seksuele impuls. Een voortplantingsimpuls.
  R: 'Deskundigen achten u volledig toerekeningsvatbaar. En dan ineens die gedachte. Dat kan ik niet plaatsen.'

De rechter weet ook als beroeps-mensenbeoordelaar te weinig van psychologie.
  S: 'Ik kan het ook niet plaatsen.'

Zie voorheen: degene die het overkomt weet niet waar het vandaan  komt omdat het buiten zijn bewuste bereik ligt - elders in de hersenen.
  R: 'U ging weleens naar de prostituees. Maar dit is een jongedame die over de openbare weg fietst. En deze gedachte', - de rechter kijkt naar Jasper S. - 'die houdt áán.'
S: 'Er gaat een knop om. Mijn geweten is uitgeschakeld.'

Klopt.
  R: 'U fietste ook weleens door, naar Groningen. Om een prostituee te zoeken. Kan er in uw fietstocht geen overweging hebben gezeten dat u toch... Dat u dacht: misschien fiets ik wel naar Groningen?'
S: 'Ik ben helemaal niet met die gedachte van huis vertrokken.'
R: 'En dat weet u heel zeker?'
S: 'Er speelde van alles rond die 1ste mei. Ik had stress. Ik ben op mijn fiets gestapt om de stress kwijt te raken.'
R: 'Maar dan komt u Marianne tegen en u draait om. Met de gedachte, ik wil seks met haar.'
S: 'Dat klopt.'

Een herhaling van zetten volgende uit het totale onbegrip bij de rechter.
  S: 'Sorry, daar blijf ik het antwoord op schuldig. Ik heb haar met het mes bedreigd. Ik denk dat het zo veel impact op Marianne had dat ze haar verzet opgegeven heeft.'
R: 'U gaat een weiland in. U maakte een aantal afwegingen. De fiets moest van het fietspad, u wist precies de juiste doorgang te vinden het weiland in. U handelde vrij rationeel. Heeft u zich bedacht dat dit kon uitkomen?'
S: 'Op dat moment niet. Ik zat in een soort roes. Ik was toen helemaal niet bezig met ontdekking.'

Precies als bij de vakbondsman.
  R: 'U wilde seks met haar hebben. Marianne gaat mee het weiland in. Ze weet hoe laat het is. Dit gaat niet goed aflopen. Het kan slecht aflopen of zeer slecht aflopen. Het is zeer slecht afgelopen. Wat doet ze? Niet schreeuwen, krabben en bijten?'
S: 'In de verhoren heb ik mijn stinkende best gedaan om het me voor de geest te halen. Het lukt me niet. Ik heb gaten in mijn geheugen.'

Allemaal volkomen verklaarbaar.
  R: 'De politie wilde van u weten: had u van tevoren al bedacht dat Marianne het er niet levend af zou brengen? Toen zei u: 'Nee. Ik deed het niet, mijn lichaam deed het.' Wat bedoelt u daarmee?'
S: 'Als ik bij mijn volle bewustzijn ben, doe ik zoiets niet.'

Nog eens een herhaling van het basale proces.


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

15 feb.2013