Bronnen bij Psychologische krachten, cirkels: gedragstherapie

Gedragstherapie legt veel meer de nadruk op de gevolgen van psychische problemen, dat wil zeggen: gedrag, dan op de oorzaak. Gedragstherapie is altijd een ondergeschoven kindje geweest in de wereld van de behandeling, maar de opkomst van cognitieve gedragstherapie, een combinatie met het aanspreken van rationele argumenten, heeft het wat meer in de belangstelling gebracht. Met resultaten (de Volkskrant, 16-04-2011, door Mark Mieras):
  Biertje wegduwen, niet pakken

Een training die alcoholisten van hun verslaving moet afhelpen met behulp van foto's op een laptop: de Amsterdamse hoogleraar Reinout Wiers boekt er opmerkelijke resultaten mee. Mark Mieras deed de test en doet verslag van zijn bevindingen.

Tussentitel: Zie een alcoholist bier, dan kleeft zijn aandacht eraan vast

De bestaande therapie voor alcoholverslaafden is vaak dweilen met de kraan open. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam ontwikkelen een training waarbij onbewuste breinprocessen worden aangepakt.  ...
    60 procent van de verslaafden valt na ontwenning en behandeling in een kliniek terug. Ondanks al die uren praten, gebeurt dat soms al op weg naar huis. Net of er in hun hoofd iemand anders aan het stuur zit, en zo is het eigenlijk ook, meent Wiers. Althans bij een deel van de alcoholverslaafde is dat het geval. Bij de helft tot tweederde, taxeert hij.   ...

Het is wat betreft roken al enkele tientallen jaren bekend, althans: bij de redactie, dat een flinke portie van de verslaving in roken zit in de erbij horende handelingen: de bezigheid met de handen, het territorium afbakenen met materiaal als pakjes op tafel en de rook, en dergelijke. Op visites heeft roken een hoge component van "bezigheidstherapie" om de verveling te verjagen.
    Dat werken aan het gedrag bij verslaving dus effectief kan zijn, is nauwelijks een verassing. Er zit ook veel in van al jaren bekende maximes van Dr. Phil  : "Je gaat door met gedrag om een heel andere reden dan je er mee begonnen bent" - bijvoorbeeld: gedrag dat logisch is na een of ander psychisch trauma blijft doorgaan door gewoonte. En als remedie: "Sommige (ongewenste) gedragingen moet je gewoon mee stoppen" - dat wil zeggen: zonder te gaan graven in het verleden. In wat meer woorden:
  Wiers lacht: 'Bijna iedereen associeert verslaving met heftige therapie, met vechten. Maar als je goed kijkt hoe verslaafden terugvallen dan is dat ook heel 'light', het gebeurt gedachteloos. Ineens staat de alcoholist weer met een bierfles in zijn hand.'    ...
    Als het om bier, wijn, whisky en wodka gaat, wordt hun gedrag vooral door onbewuste processen bepaald: door 'impliciete cognitie'. Die onbewuste processen leiden een alcoholist vanzelf naar de alcohol toe, schreef Wiers een aantal jaar geleden al in zijn boek Slaaf van het onbewuste. Zijn aandacht, zijn geheugen en zelfs zijn reflexmatige bewegingen sturen allemaal diezelfde kant op als een auto met stuurafwijking. De afwijking is meetbaar in de experimenten die Wiers met alcoholisten doet.
     Zodra een alcoholist een flesje bier ziet, blijft de aandacht eraan kleven, hij reageert ineens een stuk trager als je hem vraagt op een knop te duwen. Een flesje cola heeft dat effect niet. Alcoholisten associëren alcoholhoudende drank ook sterk met een beweging naar zich toe.   ...

Daar is dus ook wat aan te doen. En natuurlijk is het net als met straf zo dat de remedie een relatie moet hebben met de oorspronkelijke daad - in dit geval dus werken aan gedragsgewoontes:
  Voor een effectieve behandeling tegen alcoholverslaving zou je iets grimmigers verwachten. Hoogleraar Reinout Wiers van de Universiteit van Amsterdam heeft een laptop met een joystick voor me neergezet. Op het scherm verschijnen foto's van alcoholische en non-alcoholische drank.
    Met de beweging van mijn hand kan ik ze wegschuiven of naar mezelf toe halen. Met de fles roosvisee, het kopje kruidenthee en het glas cola mag ik dat laatste doen.
    Maar verschijnt er een glas witte wijn, een fles bier of een borrel dan is de opdracht mijn hand van mij af te bewegen en zie ik op het scherm de foto in de verte verdwijnen. Vaarwel alcohol! Maar het gaat hier niet om symboliek; niet om wat ik denk, maar om wat ik doe. In de cadans van de monotone oefening verandert er geleidelijk iets in mijn hersenen, zo blijkt uit de metingen. Het reactiepatroon verschuift.
    Zes tot acht sessies van een kwartier aan de joystick is genoeg om de automatismen te veranderen die alcoholverslaafden naar de fles doen grijpen. ...

Waarom heeft het zo lang geduurd voordat de bij iedereen, althans: velen, bekende feiten rondom verslaving geleid hebben tot een aanpassing van de bekende therapieën? Dat heeft een simpel antwoord:
  Het klinkt bedrieglijk simpel. Naïef zelfs. Kan de behandeling van alcoholverslaving zo 'light' zijn?     ...
Gedragspsychologen vermoeden dat ons doen en laten grotendeels gestuurd wordt door onbewuste processen.

Reden één: het is simpel, en vrijwel alle alfa's, gamma's, intellectuele types en dergelijke, dus inclusief psychologen en therapeuten, hebben een ontzettende hekel aan "simpel"   . Vooral als het over de geest gaat.
  Gedragspsychologen vermoeden dat ons doen en laten grotendeels gestuurd wordt door onbewuste processen.

Reden twee: al deze mensen hangen als verslaafden aan de illusie dat de mens volledig bestaat uit vrije wil.
    Natuurlijk zijn er ook andere factoren in het spel:
  De bewuste hersenen kunnen wel bijsturen. Maar het ene brein is daar beter in dan het andere. Alcoholverslaafden met een goed werkgeheugen slagen daarin vaak goed. Om van de alcohol af te blijven is voor hen een goede motivatie voldoende.
    Maar wie een slecht werkgeheugen heeft, is de pineut. 'Voor hem of haar is het dweilen met de kraan open', zegt Wiers over de gangbare behandeling, die vooral gericht is op het bevorderen van motivatie. Dat is voor deze groep niet voldoende. De nieuwe training biedt uitkomst.

De achtergrond van de uitspraak: "een goed werkgeheugen" wordt niet duidelijk uit het artikel. De feiten die op deze website verzameld zijn omtrent de neurologische werking van de hersenen doen vermoeden dat er in iedere geval nog andere factoren in het spel zijn. Denk bijvoorbeeld aan datgene dat gemeten wordt door het marshmallow-experiment: de capaciteit tot beheersing van de emotionele impulsen door de rationele   (Wikipedia - en vergeet niet om naar de filmpjes ervan op internet te kijken).     
    De resultaten van het onderzoek zijn volkomen bevestigend voor het belang van de gedragsmatige component:
  Ruim tweehonderd alcoholverslaafden deden in 2009 de training in een kliniek in het Duitse Lindow, nabij Berlijn. Een jaar later deden zij het nog steeds opvallend goed. Komende maand publiceerde Wiers en zijn team de resultaten: in plaats van de gebruikelijke 60 procent was maar 46 procent teruggevallen. Wiers is zelf verbaasd.
    'Ik had wel verwacht dat het effect van de training zich over een paar weken kon uitstrekken maar dat het zonder herhaling een jaar later nog effect sorteerde, is een verrassing. Een van de deelnemers vertelde ons hoe hij maanden na de ontwenningskuur zich voor het eerst weer op een feestje waagde.
    In de keuken ging hij op zoek naar een glas en een fles frisdrank. Toen hij de koelkast opentrok bleek die volgeladen te zijn met bier. In een reflex gooide hij de deur dicht. Zo'n reactie kan het verschil uitmaken tussen terugvallen of niet.'
    Wat wetenschappelijk indruk maakt aan Wiers' resultaten is dat na een aantal trainingssessies het effect onafhankelijk is van de gebruikte foto's. Ook bij een heel andere foto met alcohol zie je een ontwijkende reactie.
    Nog opmerkelijker: het effect zie je niet alleen tijdens de oefening met de joystick maar ook in andere testsituaties. Wiers meet bijvoorbeeld hoe gemakkelijk de deelnemers de plaatjes van bierflesjes en glazen wijn met woorden als 'pakken' en 'wegduwen' associëren.
    Terwijl daarbij heel andere hersencentra betrokken zijn, zie je toch dezelfde verschuiving optreden: associëren alcoholisten alcoholische drank aanvankelijk veel makkelijker met het woord 'pakken', na afloop van de training is de associatie met 'wegduwen' juist gemakkelijker.   ...

De betrokkenheid van diverse heel andere hersencentra zijn een sterke aanwijzing dat de verandering en dus het oorspronkelijke proces plaatsvindt op hoger organisatorisch niveau. Dus bijvoorbeeld op de plaats waar alhier het emotionele beheersingsproces wordt verondersteld: de anterieure cingulate cortex  . Hetgeen wordt bevestigd door dit:
  De training heeft zelfs een effect op de manier waarop mensen aan een glas nippen. Van een groep studenten in de categorie 'zware sociale drinkers' kreeg de helft een standaard trainingssessie (alcohol wegduwen). Bij de controlegroep werd de training omgekeerd: alcohol moesten ze naar zichzelf toehalen en frisdrank van zich wegduwen. Na afloop werd hun gevraagd een smaaktest uit te voeren. Hoe beoordeelden ze de smaak van verschillende alcoholische en non-alcoholische dranken? Wat de deelnemers niet wisten, was dat de glazen waren afgepast zodat de onderzoekers achteraf precies konden zien hoeveel er gedronken was. De groep die getraind was om de meeste alcoholplaatjes weg te duwen dronk 65 procent minder alcohol dan de rest. 

En daarnaast is er natuurlijk ook die andere allesoverheersende factor:
  Wiers: 'Motivatie blijft belangrijk bij de behandeling van alcoholverslaving. Ook voor het effect van onze training trouwens. Het werkt waarschijnlijk zo verrassend goed omdat we intensief trainen. Dat vraagt aandacht en discipline. Vooral om de training helemaal af te maken. Eén keer oefenen is niet voldoende.' 

Motivatie.


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

16 apr.2011