De traditionele economische wetenschap

4 apr.2006; 2 dec.2011

Economie behoort tot de sociale wetenschappen, en van de sociale wetenschappen in het algemeen is bekend dat ze slecht functioneren . De basale reden van dat algemene slechte functioneren is dat de sociale wetenschappen niet erkennen dat er een objectieve werkelijkheid bestaat bestaat , omdat het bestaan van een objectieve werkelijkheid in strijd is met de behoefte van de beoefenaars van de sociale wetenschappen tot het onderhouden en ontwikkelen van ideologieën, iets dat vermoedelijk afstamt van, of een gemeenschappelijke basis heeft met, de neiging tot religie .

Economie is in principe een van de meer exacte sociale wetenschappen, en je zou dus verwachten dat het daar beter gaat dan bij de gemiddelde sociale wetenschap. Dat lijkt nauwelijks het geval. Ook hiervoor is er een vermoedelijke en basale verklaring: het eigenbelang. Economie gaat ook over de materiële welvaart van individuen, en dus ook over de materiële welvaart van degenen die het vak economie bedrijven. Waarmee er onmiddellijk een drijfveer om de hoek komt lijken die even fundamenteel is als religie: "Quisque sibi proximus", oftewel: "Een ieder is zichzelf het naast". 

Het eigenbelang is net als ideologie een factor waardoor degenen die het vak bedrijven belang hebben bij het ontkennen van het bestaan van een objectieve werkelijkheid. Waar een persoon de andere uitbuit, huurt de uitbuiter een econoom in om te verklaren dat de uitbuiting geen objectief feit is, maar een persoonlijke interpretatie van economische processen die op een hoger niveau noodzakelijk zijn - zoiets als "de vrije markt". En uiteindelijk iedereen daar rijk van wordt.

De factor van het eigenbelang is vermoedelijk nog sterker dan die van de ideologie en de religie, hetgeen de slechte toestand van de economische wetenschap, ondanks haar grotere principiële exactheid, goeddeels verklaart. Maar die grotere exactheid beidt ook een betere mogelijkheden dan bij de overige sociale wetenschappen om waar het fout gaat te achterhalen. Waarmee met dit artikel een begin wordt gemaakt.

Het exacte aspect van de economische wetenschap zit er in dat veel economische effecten uitgedrukt kunnen worden in een meetbaar getal: geld. Aan de andere kant maakt die exactheid ook duidelijk dat er problemen zijn met de wetenschappelijke kant van de de economie, zie deze bron . De daar geconstateerde onwetenschappelijkheid van de economie wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat een van de basisaannames van de economie: dat mensen over het algemeen rationeel handelen en beslissingen nemen, niet klopt .

Het gebrek aan wetenschappelijkheid van het vak economie zorgt voor diverse problemen. Zo maken economen vele soorten fouten, van simpele rekenkundige tot meer morele; het meest opvallend is de consequent gemaakte fout van de verwarring van centen en procenten, een fout zo opvallend, dat zelfs het gewone publiek de economen hierin met regelmaat moet corrigeren . Andere dingen die men ziet zijn zichzelf tegensprekende uitspraken, en irreële en onjuiste stellingen die als waar worden versleten door velen, zoals marktwerking is efficiënter dan regulering (tegenvoorbeeld: marktwerking leidt tot veel te hoge topinkomens), privatisering leidt tot lagere prijzen (energieprijzen zijn gestegen), privatisering leidt tot efficiëntere dienstverlening (die van de NS is afgenomen), vergrijzing kan alleen bestreden worden met bezuinigingen (een tijdelijke belastingverhoging kan net zo goed), enzovoort.

De grootste gemeenschappelijke oorzaak van die vervormingen van de werkelijkheid is dat economie wordt bedreven door mensen met directe persoonlijke belangen in hetgeen ze beschrijven. Het directe slaat op het eerste aspect van economie: dat het gaat over geld - de persoonlijke belangen van de economen kunnen direct in geld uitgedrukt worden, zo horen economen tot de hogere inkomensgroepen, en hebben dus belang bij zo vlak mogelijk belastingtarieven. Dit nog afgezien van regelrecht persoonlijk frauduleus wetenschap bedrijven . De meest opvallende manier waarop men dit eigenbelang terug ziet is dat men economen vrijwel alleen bij de rechtse politieke partijen vindt, bij partijen die opkomen voor het eigenbelang en de hoge inkomens .

De tweede grote oorzaak is het feit dat economen alle maatschappelijke verschijnselen reduceren tot een materiële waarde, liefst uit te drukken in geld, en alle maatschappelijke verschijnselen waarvan dat niet kan een waarde gelijk aan nul toekennen. Vrijwel alle economen, en zeker die binnen maatschappelijk relevante posities, zijn voor zaken als de vrije markt of marktwerking , privatisering , lage overheidsuitgaven, lage belastingen enzovoort. Deze houding is samen te vatten in de term homo economicus, en dat deze houding een vernietigende werking heeft op allerlei belangrijke waarden is eigenlijk evident, want al van oudsher bekend als de Dans rond het Gouden Kalf   - meer over de homo economicus hier .

Met als gevolg ook overeenkomstige opvattingen op algemenere maatschappelijke vlakken, zoals hun vrijwel universele steun aan de immoraliteiten van het kapitalisme en het kosmopolitisme .

Door die misvormingen zijn de meeste economen slechts in staat om nog maar heel weinig van de werkelijkheid waar te nemen. Het gevolg is dat als ze voor een of andere vraag met een economisch aspect gesteld worden, ze wel mooie verhalen ophangen, maar meestal achter hun persoonlijke groeps- of klassebelangen aanlopen ; voor een kras voorbeeld, zie hier .

Ter illustratie van deze stellingen hebben we op deze site een aantal bronnen over economen en hun uitspraken verzameld. De reputatie van economen wordt toegelicht hier . Voor het algemene beeld hebben we gekozen voor de bekendste verzamelplaats van economen in Nederland: het Centraal Planbureau (CPB). Het CPB heeft op alle vragen en problemen van de overheid hetzelfde soort antwoorden: belastingverlaging, uitgavenvermindering, lastenverlichting, en ongebreidelde economische groei. Dat zijn geen economische antwoorden, maar politieke, namelijk die van het Angelsaksische model. Uit de voorbeelden die hier verzameld zijn, blijkt bovendien dat als men de normen die het CPB gebruikt bij de beoordeling van andere instituties, op het CPB zou aanleggen, men onmiddellijk tot de opheffing ervan zou moeten besluiten op grond van gebrek aan effectiviteit en economisch nut, zie hier - alles wat het CPB doet, is hier boven al grotendeels samengevat. Iets dergelijks geldt ook voor alle internationale economenclubs , en ook het ministerie van Economische Zaken , en De Nederlandse Bank .

Als illustratie van het proces hoe economen tot hun opinies komen, hebben we een paar specifieke voorbeelden genomen - als eerste één van de in de openbaarheid meest prominente economen, economie-redacteur (tot 2006) en vaste columnist van de Volkskrant, gepromoveerd econoom Frank Kalshoven - als tweede topeconoom en raadgever van de regering (in 2006/2007): Jules Theeuwes , en als derde nog andere een topeconoom: Bas Jacobs .

Een paar voorbeelden uit de praktijk laten de gevolgen van de subjectieve en onwetenschappelijke houding van economen zien. Zo zorgt het ervoor dat het huidige vak moeilijk is uit te leggen (uit De Volkskrant, 23-06-2010, door Arnold Heertje, oud-hoogleraar economie):

  Economieonderwijs berokkent leerling grote schade

Het economieonderwijs aan havo en vwo is zo slecht dat leerlingen bij hun studie- en beroepskeuze op het verkeerde been worden gezet.

Onlangs heeft Ferry Haan zijn beklag gedaan over de eindexamens economie havo en vwo, beide op basis van het nieuwe programma (vk.nl/opinie, 9 juni). Hij stelde vast dat sprake is van haastwerk door een gebrek aan menskracht bij het Cito dat onder verantwoordelijkheid van het College voor Examens (CvE) de examens ontwerpt.
     Haan laat zien dat de teams voor havo en vwo volledig langs elkaar heen hebben gewerkt waardoor twee pilotexamens zijn ontstaan die een sterk uiteenlopende interpretatie van het nieuwe programma behelzen. Voorts stelt hij twee overeenkomsten vast: beide examens zijn veel te omvangrijk en bevatten ernstige technisch-economische fouten.   ...


De reden daarvan is dat huidige economie vol zit met inconsistenties en fouten en dat  inconsistenties en fouten niet uit te leggen zijn. Neem een geval van de econoom die gaat uitleggen dat bepaalde vormen van arbeid niet productief genoeg zijn (uit: de Volkskrant, 03-08-2010, door Michael Persson):
  'Voor Oss is het heel erg, maar sluiting is begrijpelijk'

Hoe pijnlijk ook, de voorgenomen sluiting van Organon is begrijpelijk, zegt innovatiehoogleraar Dany Jacobs van de Universiteit van Amsterdam. De Nederlandse overheid zou ook niet moeten proberen de zaak te redden met een Bio Science Center in Oss. ‘Dat is toch een vorm van defensief industriebeleid waarvan we afstand hebben genomen.’

Waarom vindt u de geplande sluiting van Organon begrijpelijk?
... farmaceutisch onderzoek vergt een grote schaal, en die schaal had Organon niet.

En neem nu eens het geval dat je dit ook elders in de maatschappij toepast (uit: de Volkskrant, 05-08-2010, ingezonden brief van J. de Rooij, Ravenstein);

  Moe

‘Voor Oss is het heel erg, maar sluiting is begrijpelijk’, aldus innovatiehoogleraar Dany Jacobs (Economie, 3 augustus). Volgens de hoogleraar moeten we niet treuren en ons toeleggen op datgene waar we sterk in zijn. Waarschijnlijk zal de hoogleraar bij de volgende liquidatie van een bedrijfstak hetzelfde verhaal ophangen.
    Moe word je van al die hoogleraren en economen, zelf geen last hebbend van een globaliserende wereld en riant etend uit de staatsruif, mede gevuld door de werknemers van MSD, die ons vertellen dat het allemaal niet zo erg is met die globalisering en dat die juist nieuwe kansen biedt. Welke kansen wordt nooit goed duidelijk.


Natuurlijk kunnen economen niet expliciet gaan beweren dat je de regels van productiviteit wel mag toepassen op de onderste tweederde van de maatschappij, maar niet op de bovenste derde. Dit verschijnsel blijft dus op de achtergrond hangen terwijl het wel wordt gehanteerd, en vanwege dit soort inconsistenties is de huidige economische theorie ook niet goed uit te leggen, en het is voor economen dus ook van belang dat mensen niet te veel verstand krijgen van economie.

Wat het doel is van het vak economie is volkomen duidelijk. Naar aanleiding van de Europese financiële crisis, veroorzaakt door slechte economische beslissingen, maakte dit nog eens volkomen duidelijk (De Volkskrant, 30-11-2011, door Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen ):

  Even geen Nobelprijs economie meer

De economie verkeert wereldwijd in een crisis die maar moeilijk te beteugelen blijkt. De wetenschap die tot doel heeft zo objectief mogelijke kennis van de economische patronen te produceren, is de economische wetenschap.
    De economen bedrijven geen l'art pour l'art, maar zijn ervoor onze economie wereldwijd in een goede staat te houden en deze te helpen verbeteren. Dit is mislukt. Deze mislukking moeten de wetenschappers zich aantrekken. Als ze dit niet doen, kunnen we niet verwachten dat ze echt verder komen met hun theorieën en modellen en dan doen ze niet waarvoor ze zijn uitgevonden: de menselijke beschaving op peil brengen, houden en verder vooruit helpen.


Wat we hebben gekregen in plaats van deze wetenschappelijke en humane economische wetenschap, is pure belangenbehartiging, met twee doelgroepen voor ogen: de eigen groep van lakeien, en de groep waar het om gaat en die zij bedienen en waar een groot van het kwaad in de wereld schuilt: de top. De oligarchie uitleg of detail . Of in de woorden van de psycholoog:
  Voorts is, mede als gevolg van de politieke economie, de verwarring tussen zo objectief mogelijke economische kennis produceren enerzijds en politieke ideologie en praktijk anderzijds een oorzaak van deze crisis. Economen zijn niet in staat gebleken de politiek te voorzien van zodanige kennis dat deze op grond hiervan hun politieke gedachtengoed en hun politieke praktijk moesten aanpassen. De economen zijn te veel onderdeel van de politieke ideologie en praktijk geworden en dus 'medeplichtig' aan politieke blunders.

Waarna de psycholoog komt met een typisch psychologisch aanpak:
  Het zelfonderzoek waarvoor de academische economen nu staan kan een adequate symbolische start krijgen met het voorlopig, in elk geval de komende vijf jaar, niet meer uitreiken van de Nobelprijs voor de economie. Als psycholoog geef ik de economen hiermee een voorzetje, maar ze zouden er goed aan doen dit zelf te organiseren en daarmee publiekelijk te getuigen van hun kwetsbaarheid en tekortschieten.

En onderzoek uit 2012-2013 geeft een van de betrokken factoren aan (Joop.nl, 28-01-2013, door Dan Ariely - Gedragseconoom uitleg of detail ):
  Economen liegen meer dan anderen

Wat kunnen we anders verwachten als we studenten de voordelen en logica van eigenbelang blijven onderwijzen?


Een vriend stuurde me onlangs deze studie toe. Volgens de studie vertellen economen minder vaak de waarheid dan anderen. Die ontdekking is gedaan door onderzoekers Raúl López-Pérez en Eli Spiegelman, die wilden onderzoeken of bepaalde karakteristieken (zoals religiositeit of geslacht) maken dat mensen minder liegen.    ...
    De uitslagen lieten weinig verschil in eerlijkheid zien tussen de socio-demografische karakteristieken of het geslacht. Maar de studierichting maakte wel degelijk verschil. Het bleek dat de studenten geesteswetenschappen, die het eerlijkst waren, in iets meer dan de helft van de gevallen de waarheid spraken. De brede groep ‘overig’ was iets minder eerlijk, met ongeveer 40%. En hoe zat het met de business- en economiestudenten? Zij bleven achter met 23% eerlijkheid.

(Meer details hier uitleg of detail ). En het ontbreekt economen op diverse manieren aan moraliteit, zie bijvoorbeeld de analyse van de financiële wereld .

Op deze website gebruiken we een andere methodiek, namelijk het uitwerken van een wetenschappelijke economisch wetenschap. De basisregels daarvoor zijn al geformuleerd in het kader van de menswetenschappen in het algemeen . Een voor de hand liggend aangrijpingspunt daarvoor, indachtig de wet dat nieuwe ideeën geen ingang vinden doordat je er de mensen van de oude ideeën ervan overtuigt maar omdat ze uitsterven, is de aanpak van het onderwijs in de economie, waarvan eerder al is geconstateerd dat het dezelfde fouten bevat als de "grote" economie - vanzelfsprekend. 

Het wetenschappelijke en simpele economie-onderwijs begint natuurlijk met de basis van de economie: productie en de waarde van de arbeid van de productieven. Waarna de belangrijkste aspecten van het functioneren van de economie makkelijk uit te leggen zijn, zie de serie die start hier , inclusief de rol van de financiële wereld als ondermijner van de economie . Welke wetenschappelijke benadering ook gebruikt kan worden als criterium voor de activiteiten en nuttigheid van economen, waarna het overgrote deel der huidige economen veel minder productief zal blijken te zijn dan de werknemers van Organon, Oss, en ontslagen kunnen worden.

Het is duidelijk dat de opvattingen en denkbeelden van de huidige economen een grote invloed op de huidige maatschappij. In welke richting deze invloed stuurt is duidelijk: die van de Angelsaksische graaiers-economie. De schade die dat aanricht aan de hele maatschappij wordt zichtbaar hier .
 

Naar Economie, basis I , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .