Bronnen bij Cultuur, vermenging: xenofobie
Waar vertrouwen iets is dat de maatschappij bij elkaar houdt, zijn er ook
krachten die mensen en groepen uiteen drijven. De meest "beruchte" daarvan
is xenofobie of "angst voor het/de vreemde".
De opsprong van xenofobie ligt vermoedelijk in de tijd dat mensen, en
hun voorgangers, in kleinere groepen leefden. De ontmoeting met een andere
groep, vreemden, hoefde niet per se vreedzaam te verlopen - reden voor
voorzichtigheid dus
. Xenofobie. Onder wat bronnen die die elementaire basis behandelen (de Volkskrant, 20-11-2004, wetenschapsbijlage, door Simone de
Schipper):
Dit artikel vervalt natuurlijk wel weer in het
standaardpatroon: de autochtonen of Nederlanders hebben last van xenofobie,
en de immigranten/allochtonen/moslims zijn terecht bang hun cultuur te
verliezen (integratie wordt gelijk gesteld aan assimilatie. Terwijl het met
het grootste gemak ook andersom kan worden geformuleerd: Nederlanders zijn
terecht bang hun cultuur te verliezen (moskeeën schieten als paddenstoelen
de grond uit), en immigranten/allochtonen/moslims staan xenofoob ten
opzichte van de Nederlandse cultuur.
Een van de talloze populaire
voorbeelden (de Volkskrant, 11-08-2010, tv-recensie door Jean-Pierre Geelen):
Wat Geelen even "vergeet" is dat "mannen in
gewaden" in Afghanistan op Nederlandse militairen en hulpverleners schieten,
omdat die Nederlandse militairen en hulpverleners geen "mannen met gewaden"
zijn.
Ook het volgende artikel stapt in deze valkuil (de Volkskrant, 09-12-2006, door Peter Giesen):
Grappig: men is wel in staat in te zien dat wat
voor Nederland geldt, ook voor vele andere Europese landen geldt - want die
discrimineren allemaal. Maar men is niet in staat dit uit te breiden naar de
logische conclusie dat het voor alle landen of volken geldt.
Vermoedelijke reden: als je zou herkennen dat dit
overal geldt, kan je de toestanden in Europa en Nederland niet zo gemakkelijk
wegzetten als "discriminatie". Of xenofobie. Daar zou dan eigenlijk een nieuwe,
neutrale, term voor gevonden moeten worden - iets als afwijzingsdrift. Heel
gewoon, eigenlijk.
Een paar jaar later wordt deze fout nog eens dunnetjes
overgedaan (de Volkskrant, 07-03-2009, door Peter Giesen):
Het onderzoek dat Renkema gedaan heeft, gaat
over mensen. Niet autochtonen of allochtonen. De conclusies slaan dus op zowel
autochtonen als allochtonen. Toch wenst Renkema, waarschijnlijk onder sturing
van de journalist, Peter Giesen, de bevindingen alleen toe te passen op
autochtonen - als interpretatie van de redenen voor het stemmen op Geert Wilders
- je reinste vorm van politbureau-sociologie: je mag alleen iets publiceren dat
in overeenkomst is met de partijlijn.
In werkelijkheid is het natuurlijk voornamelijk anders.
Degenen die het meeste reden voor angst hebben, zijn de immigranten die van een
achtergebleven cultuur zijn verhuisd naar een verder gevorderde. Waar de grote
meerderheid der mensen totaal andere gewoontes hebben. De door de theorie van
Renkema voorspeld reactie dat ze meer onder elkaar kruipen. Wat precies is wat
we zien: het begon met eigen winkels en eigen café, en daarna eigen
klederdracht en eigen kerken, tot nu eigen voedsel, eigen wijken, enzovoort,met
tegelijkertijd steeds sterkere tekenen van afwijzen van de anderen, zoals de
overlast, criminaliteit, weer die klederdrachten, en gewoon de uitspraken:
"Wij haten jullie!"
.
Overigens: de redenaties die gebruikt worden zijn ook een
archetypisch voorbeeld van de denkfout van inconsistentie of
gelegenheidsargumenten (Ad hoc)
: Vraag één: wat gebeurt er als mensen bang zijn? - antwoord: 'De mensen die aan
de dood waren herinnerd, sloten zich in meerderheid aan bij de grote groep'.
Vraag twee: 'Maar hoe verklaart hij de huidige situatie in Nederland?' -
antwoord twee: 'In een angstig maatschappelijk klimaat lopen de traditionele
grote middenpartijen leeg, terwijl de steun voor kleine partijen als de PVV
toeneemt'.
Natuurlijk praat de multiculturalistische elite van intellectuelen,
sociologen en media in termen van blanke xenofobie, maar de zwaartekracht
van het verschijnsel ligt natuurlijk elders (de Volkskrant, 30-12-2009, van verslaggever Stieven Ramdharie):
Eerst even het uitgangspunt van het zo
vredelievend samenlevende multiculturele Suriname. Die vredelievendheid is het
gevolg van enkele honderden jaren onderdrukking door de Nederlandse koloniale
macht die dit mengsel bijna elkaar heeft geraapt. Het mengsel is, letterlijk en
figuurlijk, onder druk tot stand gekomen. Het bestaan van dit mengsel zegt dus
niets over de levensvatbaarheid van mengsels in normale omstandigheden.
De rest van het verhaal doet dat wel. Zodra in dit mengsel
nieuwe instroom is gekomen, zonder een compenserende druk, traden onmiddellijk
de normale groepsprocessen in werking: boven een bepaald percentage:
afscheiding.
Zodra de culturele en etnische afscheiding van een nieuw
ingestroomde grope een feit is,is er van de nieuwkomers relatief weinig
aanleiding nodig om tot een definitieve afstoting te komen. In dit geval de
bekende: een individueel geweldsmisdrijf. Precies als gebeurd is in Italië met
de Roma, die zich altijd afscheiden en min of meer crimineel zijn. Een
verkrachting was daar de aanleiding voor geweld.
In Nederland was er, net als in Italië, meer dan genoeg oorzaak
voor geweld jegens allochtonen, in dit geval voornamelijk Antillianen en
Marokkanen, wegens criminaliteit en geweld jegens Nederlanders. Bovendien was er
op een gegeven moment ook een hele goede aanleiding: de moord door een Marokkaan
op Theo van Gogh. Om zijn blanke Nederlander-zijn.
Desondanks is de reactie in Nederland beperkt gebleven tot
wat knullige en mislukte pogingen tot brandstichting bij een school en een
moskee. Geen moslim is fysiek lastig gevallen. In Italië zijn wat Roma
gemolesteerd. Maar in Suriname zijn er acht doden gevallen, en een twintig
vrouwen verkracht.
Xenofobie is een natuurlijke
menselijke reactie, en komt overal voor waar er onderscheiden menselijke groepen
elkaar ontmoeten. Maar de hevigheid van de reactie als er iets mis gaat,
oftewel: de ernst van het verschijnsel, is overduidelijk veruit het grootst in
de niet-blanke wereld.
Een psycholoog heeft wat minder moeite met het beschrijven van dit soort
verschijnselen (de Volkskrant, 01-05-2010, door Malou van Hintum):
Dat wij-gevoel is natuurlijk de voorloper van de
sociologische vorm van xenofobie, in de zin van de angst voor een andere
groep in plaats van de angst voor een andere invididu of een specifiek
vreemd verschijnsel. Er is doodgewoon een groepsdenken nodig om een
onderscheid te kunnen maken met niet-groepsleden:
|
Veronderstelt een wij-gevoel altijd een vijand?
‘Nee, dat zie je aan Koninginnedag. Dan zijn we één groot wij. |
Dat gropes- of wij-gevoel kan er in diverse mate zijn. De effectieve sterkte
ervan wordt mede bepaald door een tegenkracht: het individualisme:
|
Hoe zit het met het individualisme van al die oranje
gekleurde Nederlanders?
‘Individualisme en wij-gevoel zijn niet tegengesteld. Individualisme
betekent dat je als persoon vrij bent je eigen keuzes te maken zonder dat
een familie of groep je ergens toe dwingt. Studie, werk, vrienden – je mag
het zelf weten. Maar dan kun je je nog wel identificeren met bepaalde
groepen.
‘Daarnaast bestaat er verschil tussen groepsmensen en mensen
die veel liever hun eigen gang gaan. Maar zelfs de meest doorgewinterde
individualist zal zich identificeren met een groep, al zal hij niet meedoen
met de symbolen en liedjes die daarbij horen.’ |
In minder individualistische culturen, zelfs als ze ongeveer dezelfde
wij-rituelen hebben, kan de effectieve wij-houding een stuk sterker zijn als ze
door dat verminderde individualisme minder remming op de wij-neigingen.
Nederland heeft, zoals men hier constateert, wel een aantal
wij-rituelen, maar die zijn effectief niet zo sterk door een vrij grote mate van
individualisme:
|
Veronderstelt een wij-gevoel altijd een vijand?
‘Nee, dat zie je aan Koninginnedag. Dan zijn we één groot wij. Het is wel zo
dat er bij sportwedstrijden gewonnen moet worden van de tegenstander. Als we
verliezen, is de identificatie een stuk minder en worden alle oranje
symbolen weggemoffeld.’ |
Alle culturen zie je dus wij-rituelen - ook in westerse culturen zoals de
Nederlandse. Maar die wij-rituelen zijn meer gebaseerd op de westerse
organisatievormen van buurt, vereniging, enzovoort, en minder op familie, clan,
etnie enzovoort. De westerse wij-rituelen zijn dus flexibeler en losser, zelfs
daar waar ze er sterker uitzien door de grotere neiging tot sociaal samenwerken
- zoals de Nederlanders bijna georganiseerd optreden als Oranje-supporters.
Maar de sterkere vormen van de wij-zij-houding die gebaseerd
is op de wij-rituelen zijn dus te vinden in niet-westerse culturen, zie de
voorbeelden hier
.
Ondanks heersende ideologie gaat de wetenschap
gewoon door, en komt met steeds nauwkeuriger beschrijvingen
(de Volkskrant, 12-06-2010, door Malou van Hintum):
Welk laatste resultaat natuurlijk te veel was
voor het Bambi-achtige hulpverlenerscomplex van de zeer
multiculturalistische en politiek-correcte Malou van Hintum
- die ongetwijfeld ook een langdurige poging zou wagen om zowel de leeuw als
de gazelle te sparen. Vandaar de terminologie in de kop van het artikel. De
professor legt het allemaal nog een keertje geduldig uit:
|
Hoe kan dat? ‘Mensen hebben altijd in kleine groepen geopereerd,’
zegt Carsten de Dreu.
‘Binnen de groep kreeg het individu bescherming, en de
samenwerking tussen groepsleden zorgde ervoor dat iedereen altijd te
eten had. Samenwerking was ook nodig om bedreigingen van buiten beter
het hoofd te kunnen bieden. Samen sta je sterker.
‘Als concurrerende groepen op jouw territorium, voedsel en
vrouwen uit waren, was samenwerking binnen de groep het beste manier om
dat te voorkomen. Je kunt samenwerking binnen de groep dan ook niet los
zien van eventuele agressie naar andere groepen toe.’ |
In Psychologische krachten
hebben we verondersteld dat specifieke emoties overeenkomen met specifiek
stoffen - dit is een voorbeeld:
|
En daar komt de oxytocine in het verhaal. Oxytocine komt vrij in een
situatie waarin mensen prettig met elkaar omgaan. Het versterkt de
vertrouwensrelaties en het altruïsme binnen een groep. |
Een betere term voor de emotie nummer 7: "liefde", is daarom "binding".
Liefde is één van de uitingsvormen van binding - in een voor de hand liggende
formulering: de basale emoties zijn die van "binding" en "seks" of
"voorplanting", een combinatie ervan leidt tot "liefde".
Van Hintum wilde nog veel meer weten over hoe het dan kon dat de
binding ook tot afstoting kon leiden:
|
Wordt de loyaliteit aan de groep op de proef gesteld wanneer die
groep wordt aangevallen en verdedigd moet worden, dan keert het
altruïsme zich als het ware naar buiten. De Dreu: ‘Het wordt nog steeds
ten gunste van de groep gebruikt, maar nu tegen de tegenstander. In
zulke gevallen stimuleert oxytocine niet alleen altruïstisch gedrag naar
de eigen groep toe, maar ook agressie naar de bedreigende andere groep.
Opmerkelijk was bovendien dat oxytocine vooral verdedigende
agressie opriep; aanvallende agressie die puur gericht was op het
uitbuiten van een andere groep werd niet door oxytocine beïnvloed. Het
gaat dus echt om het beschermen van de groep.’
De bevindingen van De Dreu c.s. zijn in lijn met de theorie
van Charles Darwin, die stelde dat groepen waarvan de leden onderling
altruïstisch zijn en agressief tegenover andere groepen, een grotere
kans hebben om te overleven dan groepen die intern niet altruïstisch
zijn.
De Dreu: ‘Als hij gelijk zou hebben, moesten er in het brein
mechanismen zijn die tegelijk altruïsme en agressie aansturen. Dat is
precies wat oxytocine doet.’ |
Allemaal zeer voor de hand liggend voor iedereen die wel eens water, dat een
sterke onderlinge binding heeft, gemengd heeft met olie, met een iets minder
sterke doch ook aanzienlijke binding, en geconstateerd dat die twee elkaar
afstoten.
Maar hoewel Malou van Hintum dit soort wetenschappelijke
artikelen, die over psychologie, in haar portefeuille heeft, hebben haar
ideologische neigingen altijd sterk de overhand - waarvoor er een meer
neurologische verklaring is
.
Twee artikelen die de zaak eigenlijk definitief afronden. Het eerste
is geschreven min of meer vanuit de psychologische invalshoek (de Volkskrant, 19-01-2012, door Tonie Mudde):
Waarna auteur, die tevens een column in het
wetenschapskatern van de Volkskrant heeft waaruit blijkt dat hij een
typische alfa, politiek-correct en een multiculturalist is, verder doorgaat
over het racisme van de blanken. Terwijl het natuurlijk zo is dat dit gedrag
voor alle menselijke etnieën geldt. Al was het maar omdat het doodgewoon
overgeërfd gedrag is (Wetenschap in Beeld, nr. 1-2012, door Anders Enevold Christensen):
Kennis van het soort à la Goethe: "Je hoeft niet
in China geweest te zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is" (voor meer
van het artikel, zie hier
). Xenofobie o racisme of hoe je het ook noemt is een natuurlijke neiging, die
natuurlijk is omdat hij in vele omstandigheden gunstig is: van de vreemde heb je
significant vaak problemen te verwachten. Zo is het in de natuur altijd geweest.
En er is geen enkele reden dat dat voor de menselijke omstandigheden niet geldt.
Misschien wel "minder geldt", maar niet "niet geldt". En het zeker is
gerechtvaardigd in die gevallen dat een deelgroep van de vreemden geweld in jouw
richting gebruikt. De xenofobie is in dat geval gewenst en gezond: weg met dat
gevaar!
Naar Cultuur, vermenging
,
of site home
.
|