Bronnen bij Linkse denkfouten: man-vrouw


17 jan.2009

De rolverdeling tussen man en vrouw is één van de meer opzichtige manieren waarop het linkse intellectuele denken zich in de ideologische kaart heeft laten kijken. Want, zo is het in de hoofden waarschijnlijk gegaan: de zestiger-jaren revolutie zegt dat alle mensen gelijk zijn, dus moeten  man en vrouw ook gelijk zijn. Met als bijkomende gedachte: de nazi's hadden het over biologische verschillen, de nazi's waren fout, dus de biologische verschillen tussen man en vrouw zijn fout. Dit is de zo'n beetje de meest gemaakte denkfout, bekend onder namen als  zwart-wit-denken, uitgesloten derde, of vals dilemma.
    Tot voor een jaar of tien was die gelijkheidsopvatting absoluut dominant, maar sinds het linkse denken ook op andere terreinen zware nederlagen heeft geleden, is ook gedurende jaren aan de stoelpoten van deze gezaagd. De diepte van de dominantie, en de ernst van het ideologische gehalte, kan men goed constateren door het verschijnen van onderstaande artikel, dat over de biologische realiteiten gaat (meer daarover hier  ):


Uit: De Volkskrant, 05-01-2009, door Jelle Reumer, directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam

Het feminisme is dood, leve de biologie

Het klassieke feminisme is dood. De natuur joeg de gelijkheidsideologie naar de mestvaalt van de 20ste eeuw. Leve de biologie.

Tussentitel: Klassieke feministen zie je gelukkig nog maar zelden

Beste Andreas, lieve Naema. Wat heb ik genoten van jullie briefwisseling. Er kwam ook zoveel aan de orde: de man/vrouw verhouding, het feminisme, de vreugde van het ouderschap, maatschappelijke dwang en drang, carrièreplanning en – bovenal – de liefde. Liefde voor de partner, de kinderen, de ouders, zelfs voor de maatschappij in oost en west – ja, een alles doordesemende liefde lijkt de rode draad in jullie opstellen.
    Als bioloog vraag ik me dan al snel af wat dat nou eigenlijk is, die liefde. De emotie die wij liefde noemen is zo universeel bij mensen, dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat er een genetische basis voor bestaat. Liefde (niet te verwarren met verliefdheid, een door hormonen en dopamine veroorzaakte toestand van tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid) lijkt echter ook een zich los van de chromosomen voortplantende gedragsuiting, die we aan onze naasten doorgeven door middel van taal en houding. Gedrag dus. Laten we proberen de achtergronden van ons gedrag te analyseren en vervolgens wat we nou eigenlijk begrijpen van de verschillen tussen mannen en vrouwen.
    Om bij het begin te beginnen: we bestaan al ongeveer 200.000 jaar, maar het grootste deel van die periode waren we doende met overleven. De gevaren van sabeltandtijgers, leeuwen, ongeneeslijke botbreuken en infecties, de perikelen van het klimaat en periodieke hongersnoden hielden ons aardig bezig. Pas nadat we alles zo’n beetje onder controle hadden, in steden woonden en de taal en het schrift beheersten, kwam er gelegenheid tot enige zelfreflectie. De culturele ontwikkeling nam daarna een hoge vlucht, met het ontstaan van de grote godsdiensten en de ontplooiing van kunsten en wetenschap. Maar desondanks zijn we gewoon de zoogdiersoort Homo sapiens gebleven, de naakte aap van de Oost-Afrikaanse savanne. En dat betekent nogal wat.
    Zoogdieren kennen twee geslachten. De mannetjes produceren zaadcellen in astronomische hoeveelheden; de vrouwtjes hebben een schaars aantal eicellen, ze broeden de jongen uit in de baarmoeder en ze zogen ze na de geboorte. Na de door middel van een copulatie tot stand gekomen bevruchting van de eicel kan het mannetje weer fluitend zijns weegs gaan, maar het vrouwtje is voorlopig uit de running.
    Dat simpele biologische gegeven ligt aan de basis van de in jullie opstellen ter discussie staande problematiek. Mannen en vrouwen hebben volstrekt verschillende belangen en dat vinden we terug in veel gedragingen die in jullie brieven figureren, zoals het voor vrouwen ‘wanstaltige en stuitende libido van heel gewone mannen’ (Forum, 17 oktober).
    Veel van ons gedrag wordt primair gestuurd door de genen. Dat gaat veel verder dan louter hormoongerelateerde voortplantingsdriften. Charles Darwin – in 2009 vieren we zijn 200ste verjaardag – heeft ooit één van zijn pasgeboren kinderen zo deerlijk aan het schrikken gebracht dat het arme kind een uur lang bleef huilen. Het was een experiment en het bewees dat angst een aangeboren eigenschap is. Zo zijn er vele: behalve de angst voor een boze vader, slangen en spinnen zijn ook verdriet, territoriumdrift, kudde-achtige volgzaamheid, ontvankelijkheid voor het onverklaarbare en de hang naar aandacht en liefde in onze genen verankerd.
    Zonder deze eigenschappen hadden we de savanne, de leeuwen en tijgers en onze opdringerige naasten nooit overleefd. Bij sommige eigenschappen kunnen we ons afvragen of we ze bij gebrek aan slangen en tijgers nog wel nodig hebben, maar die vraag wordt door onze chromosomen niet gesteld. We moeten het ermee doen, ook in de urbane postindustriële samenleving.
    Daarnaast wordt ons gedrag sterk bepaald door individuele verschillen en door de cultuur. Die individuele verschillen zijn er, maar im grossen Ganzen doen ze niet ter zake. Voor de maatschappij als geheel telt het gemiddelde.
    Cultuur, de derde gedragsbepalende factor, is een door de groep gedragen stelsel van handelingen, gedrag en normen, dat van generatie op generatie, al dan niet gemodificeerd, wordt overgedragen. Sinds Richard Dawkins wordt dit ook wel aangeduid met de term memetica, waarbij een meme een zichzelf replicerend ‘stukje’ gedrag is dat binnen een groep van generatie op generatie blijft ‘leven’. Het christelijk geloof is zo’n meme, de islam, het geloof in Sinterklaas, de kerstboom, de westerse democratie en de Conventie van Genève.
    Het is natuurlijk geen toeval dat jullie briefwisseling grotendeels in beslag genomen wordt door memetische verschijnselen, zoals het huwelijk en de manier waarop het in verschillende culturen tot stand komt, het feminisme en zijn afkeer van het traditionele rolpatroon, en allerhande vormen van gelijkheidsdenken. ...
    Ik wil nog wel een stapje verder gaan en mijn afkeer uiten van alle memen die zich baseren op een heilsverwachting. De islamist wacht een hemel vol maagden; de ware christen leeft naar de verlokking van het hemelse Jeruzalem; de socialist/communist heeft de arbeidersheilstaat in het verschiet en voor de feminist lonkt een maatschappij waarin mannen en vrouwen gelijk zijn, geen jaloezie voorkomt en het opvoeden van kinderen een taak is voor de maatschappij terwijl de ouders werken aan hun zelfontplooiing. Zulke -ismen met een heilsverwachting stellen zichzelf boven de rest en dat leidt tot verkettering en ellende. Ze bedoelen het misschien goed, maar het wordt nooit wat fraais.
    Het klassieke feminisme richt zijn pijlen op de biologische verschillen tussen man en vrouw. Alles moet gelijk zijn – een wansmakelijk ideaal dat in de jaren zestig, gesteund door het toen en vogue zijnde socialistische gelijkheidsideaal, aan kracht won: alle kinderen naar de middenschool en alle moeders naar hun werk, gekleed in tuinbroek, met kortgeknipt haar en op platte schoenen.
    Gelukkig zie je ze nog maar zelden. Het klassieke feminisme is dood omdat het de menselijke natuur ontkende. De vrouw mag weer vrouw zijn, de man weer man. De natuur joeg de gelijkheidsideologie door de achterdeur naar buiten, rechtstreeks naar de mestvaalt waar de rest van de 20ste eeuw al lag te composteren. Leve de biologie!
    Teveel verkeerde memetica is dus verstikkend, maar een juiste dosering van de goede kwaliteit is heilzaam. Een prettige dosis normen en waarden is nodig om de natuur in toom te houden. Mannen hoeven niet dagelijks hun pik achterna te lopen, vrouwen hoeven geen repeterende broedmachines te zijn. Maar de grote en opvallende verschillen tussen de geslachten hoeven ook niet verdoezeld.
     Aan onze hormoonhuishouding kunnen we weinig veranderen, maar de maatschappij kunnen we wel zo inrichten dat er voldoende ruimte ontstaat voor waar het uiteindelijk om draait: de door jullie veelvuldig bezongen liefde. Liefde is de herkenning van onszelf in de ander, waarmee de ander een deel wordt van onszelf. Wat nodig is, is het laten van voldoende ruimte aan de ander, en daarbij passen geen door -ismen opgedrongen ketenen, sluiers, nepvrijheid of carrièredwang. ...


Red.:   Hier is toch weinig fouts aan te ontdekken, zou je zeggen. Maar de IRP-redactie vermoedde al dat er de nodige reacties zouden komen - ze werd niet teleurgesteld:


Uit: Volkskrant weblog, 05-01-2009, door Peter Giesen, wetenschapsredactie Volkskrant.

Stop de terreur van de evolutiepsychologie

In de Volkskrant stond vandaag een opiniestuk van de bioloog Jelle Reumer: de natuur heeft het feminisme de nek omgedraaid. De feministen van de jaren zestig en zeventig probeerden de biologische verschillen tussen man en vrouw te ontkennen. Wij weten inmiddels beter, aldus Reumer: man en vrouw zijn evolutionair anders geheel anders geprogrammeerd.
    Het was een leuk stuk, maar ik geloof er niet veel van. Ik geloof best dat er om biologische redenen altijd een zeker verschil tussen man en vrouw zal blijven bestaan. Maar de afgelopen 20 tot 30 jaar zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen radicaal veranderd. In 1960 bleven de meeste vrouwen thuis om voor de kinderen te zorgen, nu werken ze buitenshuis. In de jaren zestig geloofden veel mensen ook nog dat de man seksueel actief was, terwijl de vrouw "van nature" geneigd was de daad passief te ondergaan. De man vond het vooral belangrijk dat hij zelf aan zijn gerief kwam. Orale seks vond hij maar een vies karweitje, zo valt onder meer te lezen in het uitstekende werk van de socioloog Cas Wouters over veranderde zeden in de 20ste eeuw.
    Hoe kunnen de verhoudingen tussen de seksen zo sterk veranderen, als wij in miljoenen jaren evolutionair geprogrammeerd zouden zijn om ons 'typisch' mannelijk of vrouwelijk te gedragen?
    Ideeën over onze biologie worden vaak gelegitimeerd door te verwijzen naar een tijdloze, natuurlijke orde. In werkelijkheid zijn ze veelal cultureel bepaald en zeer tijdgebonden. In Nederland wordt vaak gedacht dat vrouwen geen topfuncties willen, omdat ze nu eenmaal "van nature" hun kinderen geen vijf dagen in een crèche willen onderbrengen. Maar veel Scandinavische vrouwen denken daar heel anders over. Ik was ooit op IJsland waar de kinderen de hele week in de crèche zitten en de ouders zo hard werken dat ze in onze ogen nauwelijks tijd voor elkaar hebben. Toch beroemen de IJslanders zich op hun hechte familiebanden.
    Toen ik een paar vrouwen mijn Nederlandse bedenkingen voorlegde, begrepen ze niet waar ik het over had. Nederland kent nog altijd een sterke moederschapsideologie, een restant van de sterke positie die de kerken ooit hadden.
    ...  We kunnen de natuur niet zo maar overboord zetten. Daar heeft Reumer gelijk in. Maar het behoort tot het wezen van de mens dat hij de natuur zijn hand probeert te zetten. Kortom, ten eerste heeft ons idee over "de natuur" altijd sterk tijdgebonden elementen en ten tweede schuilt onze vrijheid juist in het vermogen om ons aan de natuur te onttrekken.
     Uiteindelijk zullen evolutiebiologie en -psychologie even modieus blijken als het feminisme van de jaren zeventig. Wetenschappelijke disciplines die een sterke ontwikkeling doormaken, zijn geneigd zichzelf te overschatten. Na verloop van tijd keert de slinger weer terug naar een evenwichtiger beeld.


Red.:   De opvattingen van Peter Giesen blijken uit wat hij leest, maar er niet staat. Zo stelt Reumer niet dat feminisme niet deugt, maar het klassieke feminisme, en hij specificeert ook wat hij bedoelt: 'Alles moet gelijk zijn – een wansmakelijk ideaal dat in de jaren zestig, gesteund door het toen en vogue zijnde socialistische gelijkheidsideaal, aan kracht won: alle kinderen naar de middenschool en alle moeders naar hun werk, gekleed in tuinbroek, met kortgeknipt haar en op platte schoenen.' Het gaat hier vooral om om het woordje 'alle' -  dat wil zeggen: het klassieke feminisme zegt dat de vrouw die alleen moeder wil zijn en niet wil werken niet deugt. En dat is geen overdrijving van Reumer - dat is deel geweest van de linkse ideologie gedurende vele tientallen jaren.
    Maar in feite zegt de titel al genoeg: er mag nu over de rol van biologische factoren gesproken worden, maar dit is zeker niet dominant, en dus al helemaal geen terreur. Dit soort overdrijving kan maar door één enkel ding gedreven zijn: de emotionele positie van de degene die de uitspraak doet - die dus nog diep in de gelijkheidsideologie en het gender is nurture-kamp staat.
    Van deze auteur was dit stuk verrassend - van de volgende had de IRP-redactie een reactie verwacht:
 

Uit: Volkskrant website, Opinie, 06-01-2009, column door Malou van Hintum

Biologische verschillen zijn geen absolute verschillen

Zeker verschillen vrouwen en mannen van elkaar. Maar de laatste eeuwen wordt dat steeds minder.


Tussentitel: Veel mannelijke en vrouwelijke dertigers hebben juist gedeelde belangen
                  en wensen


‘Het feminisme is dood, leve de biologie’ schrijft bijzonder hoogleraar vertebraten-paleontologie Jelle Reumer.
    Zijn artikel bestaat uit een opeenstapeling van misverstanden en halve waarheden. Daarbij valt op dat hij nergens zijn stelling onderbouwt dat er sprake is van ‘volstrekt verschillende belangen’ tussen mannen en vrouwen en ‘grote en opvallende verschillen tussen de geslachten’. Welke zijn dat dan wel?

Vaderende dertigers
Tegenwoordig houden steeds meer vaders een dag in hun werkweek vrij om met hun kinderen rond te sjouwen, en blijven steeds meer moeders werken na de geboorte van hun kind. De ‘volstrekt verschillende belangen’ en ‘grote en opvallende verschillen’ van Reumer ten spijt, laten veel dertigers juist zien dat ze niet alleen als ouders overeenkomstige belangen hebben en gemeenschappelijke wensen delen, maar ook als professionals.
    Ze gunnen elkaar hun werk, hun carrière, hun inkomen. Dat gaat allemaal niet vanzelf, maar dat gebeurt wel. Sterker nog: dat móét ook wel gebeuren. Ouderwetse afhankelijkheidsrelaties tussen mannen en vrouwen zitten hun ontwikkeling in een moderne maatschappij in de weg.    ...
    De tegenwoordige tijd biedt mogelijkheden ons te ontwikkelen tot intellectueel, sociaal en emotioneel goed geëquipeerde, zelfstandige individuen. Waarom zouden we die mogelijkheden niet gebruiken?

Dom
Wie op biologische gronden mannen en vrouwen wil verdelen in twee elkaar uitsluitende categorieën, doet daarmee bijna alle mensen tekort. Daarmee is niet gezegd dat biologische verschillen er niet toe doen, want dat doen ze wél. Maar ze zijn niet zo deterministisch en allesbepalend als Reumer, en vóór hem Tahir en Kinneging in hun briefwisseling, beweren.
    Wie oog heeft voor de kracht van biologische verschillen, begrijpt veel beter waarom er zoveel vrouwen in de zorg werken, waarom de top van hiërarchieën voornamelijk bezet wordt door mannen, en waarom gedragingen en gewoonten die samenhangen met seks en geweld zo vaak ‘typisch mannelijk’ en ‘typisch vrouwelijk’ zijn.
    Biologische verschillen ontkennen is dan ook dom; maar ze op een voetstuk plaatsen als absolute en onveranderbare grootheden is dat ook.


Red.:   Hier geldt precies hetzelfde argument als voor Peter Giesen: er is niet goed gelezen, en daaruit blijkt de voorinstelling. Nergens heeft Reumer de biologische verschillen verabsoluteert - in tegendeel:  'Mannen hoeven niet dagelijks hun pik achterna te lopen, vrouwen hoeven geen repeterende broedmachines te zijn.' Er is dus zeker niet sprake van het door Van Hintum toegeschreven 'op biologische gronden mannen en vrouwen ... verdelen in twee elkaar uitsluitende categorieën'. Dit is de bekende redeneertruc van de glijdende schaal (of ook: stroman): het standpunt van je tegenstander in het extreme trekken, en dat aanvallen.
    Hiermee was de zaak wel voldoende esproken, zou je zeggen. Maar ook de redactie doet mee, door het volgende artikel te plaatsen:

 
Uit: De Volkskrant, 15-01-2009, door Rutger van Ree, studeerde Genderstudies

Prehistorie is een slecht ijkpunt

Rutger van Ree wil dat man-vrouwverschillen niet onnodig worden benadrukt. Als je je niet aan de normen houdt, kun je juist meer uit jezelf en je relaties halen.

Jelle Reumer schetst in zijn reactie op de briefwisseling tussen Andreas Kinneging en Naema Tahir een karikatuur van wat hij ‘klassieke feministen’ noemt (Forum, 5 januari). Dat zijn vrouwen met kort haar en tuinbroek (en ongetwijfeld nog lesbisch ook). ‘Gelukkig’ zie je ze nog maar zelden en is er een revival gaande van het idee dat mannen en vrouwen heel verschillende soorten zijn. Omdat na de ‘copulatie (…) het mannetje weer fluitend zijns weegs kan gaan, maar het vrouwtje voorlopig uit de running is’. Dat korte haar was dus een vergissing, en vrouwen moeten weer erkennen dat ze in wezen anders zijn dan de mannelijk jager. Het staat er werkelijk.
    Opgroeien als jongen of als meisje betekende voor velen sinds de jaren zeventig iets anders dan voor voorgaande generaties. We hadden meer mogelijkheden, juist door deze onbeschaamde feministes. Dat veel vrouwen de normen trotseerden was uiteraard hun goed recht; dat iedereen hetzelfde moest worden hebben zij vrijwel nooit beweerd.
    De vraag is niet primair of mannen en vrouwen in alle opzichten gelijk aan elkaar zijn. Wezenlijker, is de vraag of (vermeende) verschillen tussen de seksen een goede basis zijn om een cultuur in stand te houden die mensen elke dag weer beperkt in hun keuze voor kleding, partners, taalgebruik en voedingsmiddelen. Een cultuur die mensen vanaf hun geboorte in een bepaalde hoek dwingt. Vrijwel alle pleidooien voor de herwaardering van de verschillen tussen mannen en vrouwen zijn oerconservatief, zij projecteren maatschappelijke wensen (de vrouw achter het aanrecht) op vage ideeën over biologische verschillen en de prehistorie. Sinds wanneer is die periode een moreel ijkpunt?
    De verschillen tussen individuen binnen de seksen zijn veel groter dan de verschillen tussen die seksen. Belangrijker nog, het is moreel onverdedigbaar om grote groepen over een kam te scheren omdat ze verschillen. Die verschillen – of ze nu zeer wezenlijk zijn of vrij marginaal – zijn veranderlijk. ‘Biologie’ is geen vastomlijnde maatschappelijke factor. Men ervaart zijn of haar lichaam wisselend, en voert zijn of haar sekserol (gender) wisselend op, al naar gelang de maatschappelijke context. Sekse en gender zijn niet hetzelfde, hoe graag conservatieven dat ook zouden willen.   ...
    Vanuit een ideaal van gelijkheid is er niks tegen vrouwen die houden van roze, of mannen die houden van voetbal. Maar ook niet op het omgekeerde. Waar wel iets op tegen is, en daarvoor pleit Jelle Reumer, is dat dit soort diverse menselijke eigenschappen worden vastgepind aan de sekse.   ...
    Het aantal mensen dat zich niet beperkt tot een keuze uit twee rollen zou veel groter kunnen zijn. Je niet aan de regels houden, is geen probleem, maar een mogelijkheid om meer uit jezelf en je relaties te halen. Dat wordt structureel miskend door adepten van de man-vrouwdichotomie, een krampachtig stelsel dat door de werkelijkheid wordt gelogenstraft. Het lijkt me wenselijk en vrolijker de menselijke vrijheid en diversiteit tot bloei te brengen, ongehinderd door de oordelen van chère Naema, lieve Andreas of beste Jelle.


Red.:   Een lijstje van uitspraken  hieruit gedestilleerd:
-  De verschillen tussen individuen binnen de seksen zijn veel groter dan de verschillen tussen die seksen.
-  Het is moreel onverdedigbaar om grote groepen over een kam te scheren omdat ze verschillen. Die verschillen – of ze nu zeer wezenlijk zijn of vrij marginaal – zijn veranderlijk.
-  ‘Biologie’ is geen vastomlijnde maatschappelijke factor. Men ervaart zijn of haar lichaam wisselend, en voert zijn of haar sekserol (gender) wisselend op, al naar gelang de maatschappelijke context.
-  Sekse en gender zijn niet hetzelfde, hoe graag conservatieven dat ook zouden willen.
    Om Van Ree te citeren: het staat er echt. De aloude klassiek-feministische leerstellingen - indien omgezet in klare taal wordt dit:
-  Verschil in lengte is belangrijker dan verschil in geslacht.
-  Je mag niet over groepen praten, alleen individuen benoemen.
-  Biologische feiten als chromosomen zijn kunnen veranderen afhankelijk van wat een mens ervan denkt.
-  Sekse en geslacht zijn niet hetzelfde, oftewel: als man kan je kiezen om vrouw te zijn.
    Ach jee.
    En meteen weer een toetje:


Uit: De Volkskrant, 24-01-2009.

Vrouwelijke hersenen hebben langer honger

EETTEST Voor vrouwen is het moeilijker hun honger te onderdrukken dan voor mannen. Dat blijkt uit hersenscans die onderzoekers van het National Laboratory of Upton hebben gemaakt toen dertien vrouwen en tien mannen na zeventien uur vasten hun favoriete eten kregen voorgezet. Beide seksen werd gevraagd hun trek te onderdrukken, en beide rapporteerden een afname van hun hongergevoel. Maar uit de scans bleek dat het 'hongergebied' in de vrouwelijke hersenen veel actiever bleef. Een van de speculaties is dat vrouwen meer gericht zijn op eten omdat zij van oudsher verantwoordelijk zijn voor het voeden van de kinderen.


Red.:   Volgens mevrouw Van Hintum en de heren Giesen en Van Ree is dit ongetwijfeld het gevolg van het feit dat meisjes in de wieg een roze pyjama aankrijgen, en jongetjes een blauwe ... Voor nog meer bewijzen van het tegendeel, zie hier  .
    Er is nog iets opmerkelijks aan deze reacties, en dat is dat ze komen van mensen die het ontstaan van dit soort opvattingen, tijdens de jaren 60-70 revolutie, niet hebben meegemaakt - Peter Giesen en Milou van Hintum zijn beiden in de veertig. Dus kunnen ze deze ideeën niet uit direct contact hebben opgedaan. En gezien hun onnatuurlijkheid, kunnen ze er ook niet zelf op zijn gekomen.
    Die ideeën hebben ze natuurlijk van hun sociale en opvoedkundige omgeving. Het zijn opvattingen die hun doorgegeven zijn door ouderen - het zijn rasechte memen, de term die Richard Dawkins gebruikte voor het sociaal overdragende karakter van de opvattingen der religie: om een religie te krijgen,moet je er via sociaal contact mee besmet worden.
    De conclusie is in feite al getrokken: de linkse opvattingen als de gelijkheid van de seksen zijn ook memen, doorgegeven binnen iets analoogs als bij religie, te vertalen als "de kerk".  Niettegenstaande stellige beweringen van het tegendeel bestaat hij dus wel degelijk: de "linkse kerk" - voor een greep uit de lidmaten, zie hier  .
    En Milou is er nog steeds niet van af:


Uit: De Volkskrant, 29-05-2010, boekrecensie door Malou van Hintum

Een tenger oermensfossiel is natuurlijk het vrouwtje

Omdat al jarenlang wordt geroepen dat er ‘echt écht’ biologisch verankerde verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, en omdat die verschillen almaar groter worden gemaakt, zette Asha ten Broeke (1983) de kont tegen de krib en schreef Het idee M/V, dat komende week verschijnt.
    De oplettende lezer ziet het meteen: ‘idee’ en ‘denkbeeld’. Niks biologie. Dat we mannen en vrouwen seksespecifieke eigenschappen toeschrijven, heeft niets met hun lichaam te maken, maar alles met ons eigen hoofd en de malle gedachten die we daarin al millennialang cultiveren.
    De auteurs van boekjes als Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus en Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen krijgen er flink van langs van de wetenschapsjournalist.   ...
    Het idee M/V is verplichte kost voor iedereen die stellige uitspraken doet over man-vrouwverschillen. Ten Broeke laat zien dat we op allerlei manieren worden ‘gefopt door onze vooroordelen’.    ...


Red.:   Het "man en vrouw zijn identiek" is fout, en heeft een nog veel fouter gevolg: het streven naar evenredige vertegenwoordiging. Natuurlijk zijn kunstmatige barrières tegen het aannemen van vrouwen is volkomen uit den boze. Maar nog meer uit den boze is het kunstmatig bevoordelen van vrouwen. Het eerste kan tegen gestreden worden, en levert sterke vrouwelijke vertegenwoordigers op. Het tweede kan niet tegen gestreden worden, en levert een veel grotere groep zwakke vrouwelijke vertegenwoordigers op. En dus grote schade voor bedrijf en maatschappelijke organisatie.
    Gelukkig zijn er ook een aantal vrouwen die dat inzien:


Uit: De Volkskrant, 15-12-2010, door Wilco Dekker en  Ben van Raaij

Interview | SER-Kroonlid Louise Fresco

'Echt ambitieuze vrouw zal nooit een quotum willen'

Louise Fresco is de op een na hoogste vrouw in de Volkskrant Top 200. Een quotum voor meer vrouwen in de top is onzin, zegt ze. Want er zijn gewoon niet zo veel goede topvrouwen in Nederland.

Tussentitel: Machovrouwen zijn minstens net zo erg als machomannen

In de vijfde Volkskrant Top 200 is het aantal vrouwen weer een paar procentpunt gestegen, tot ruim eenvijfde nu. De opmars van vrouwen in de bestuurlijke elite van Nederland gaat dus gestaag door. Dat is mooi, zegt de op een na hoogste vrouw, Louise Fresco (58). Maar het debat moet verder gaan dan alleen om meer vrouwen, wat nu steeds de discussie bepaalt. De diversiteit in de top is namelijk niet noodzakelijkerwijs gediend met meer vrouwen.
    'Diversiteit is wel belangrijk voor goed bestuur, maar het begrip is veel breder. Je moet mensen van diverse leeftijden in je organisatie hebben, mensen met specifieke kennis en ervaring op verschillende terreinen. Het gaat niet zozeer om man of vrouw. Sekse is wat dit betreft geen goed selectiecriterium. Machovrouwen zijn minstens zo erg als machomannen.'
    Louise Fresco is de nummer 26 van de Volkskrant Top 200 en na Agnes Jongerius de hoogste vrouw op de lijst van invloedrijke Nederlanders. Ze had jarenlang een topfunctie bij de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN in Rome. Ze is nu onder meer Kroonlid van de SER, universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, commissaris bij de Rabobank en Unilever en columniste van NRC Handelsblad.
    Omdat het om andere dingen gaat dan man of vrouw, ziet Fresco ook niets in een wettelijk quotum. Onder anderen Jongerius pleit daarvoor.   ...


Red.:    Wat dus niet gaat werken - zoals de praktijk uitwijst:
      'Ik kom vaak in Spanje, waar een quotum geldt', zegt Fresco. 'Daar zeggen de vrouwen: we hebben die functies nu wel, maar de beslissingen worden nog gewoon genomen door 'de boys'. Je moet weten hoe netwerken en invloed werken. Het gaat om de informele circuits, de inner circle waar de meningsvorming plaats vindt en besluiten worden voorgekookt. Daar moet je bij zijn. Een vrouw die op een quotum is binnen gekomen, heeft veel minder kans door te dringen tot die circuits. Echt ambitieuze vrouwen zullen dus ook nooit een quotum willen.'

Waar het bestaan van een inner circle een andere probleem is, dat deels ook bestreden moet worden. Op dezelfde manier: het moet gaan om de inhoud van het werk en de argumenten.
    Bij de al eerder genoemde Rutger van Ree zijn de leerstellingen van de gender-studie diep geworteld. Alle nieuwe bevindingen omtrent bijvoorbeeld de verschillende ontwikkelingsfasen van meisjes en jongens worden gewoon glashard ontkent. Rutger geeft zelf de aanleiding voor zijn hernieuwde missie:


Uit: De Volkskrant, 19-08-2011, door Rutger van Ree.

Jongens zijn niet zus en meisjes niet zo

Rutger van Ree | De auteur is leraar maatschappijleer. Hij ziet geen heil in aparte lessen voor jongens en meisjes. Er worden steeds weer grote verschillen tussen de seksen 'ontdekt' - die vervolgens veel minder om het lijf blijken te hebben.

Wim Kuiper van de Besturenraad, een belangenclub voor christelijk onderwijs in Nederland, stelt voor jongens en meisjes op school een deel van de tijd apart les te geven. Het is allerminst de bedoeling terug te keren naar de jaren vijftig, bezweert Kuiper. 'Integendeel, het idee is gebaseerd op de nieuwste inzichten in de neuropsychologie. (...) Traditionele stereotypen hebben hier niets mee te maken.'    ...


Red.:  Kuiper reageert hiermee op de alom vastgestelde bevindingen dat jongens het slechter zijn gaan doen op school, sinds de feminisering daarvan door een overdaad aan vrouwelijke leerkrachten en een overdaad aan taalkundigheid in het lesmateriaal - gewone sommen zijn min of meer verboden.
    Het is Rutger een doorn in het oog, die verschillen:
  Toch doet men al zo'n honderdvijftig jaar - sinds de eerste feministische golf - verwoede pogingen om de 'nieuwste inzichten' uit de wetenschap te gebruiken om allerlei verschillen tussen de seksen van een natuurlijk fundament te voorzien. 'Mannen zijn zus, vrouwen zijn zo, accepteer dat nu maar.'

Rutger vindt dat we niet moeten accepteren dat vrouwen kinderen krijgen, en manen niet. Dus gooit hij alle oude vooroordelen en de nieuwe wetenschappelijk vastgestelde feiten op één hoop, zodat hij ze tezamen kan weggooien:
  Achtereenvolgens is aangedragen dat vrouwen zwakkere zenuwen hebben dan mannen, te kleine hersenen, een grotere verbinding tussen de hersenhelften, een kleinere prefrontale cortex, noem maar op. En hoe onzinnig deze beweringen achteraf ook blijken, men blijft het maar proberen.

En net als multiculturalisme, is ook deze vorm van ideologie volstrekt immuun voor de aanwezigheid in de geest van de kennis van het tegendeel:
  Van de kant van deze voorstanders van een aparte 'jongens-' en 'meisjesdidactiek' hoort men doorgaans dat jongens 'van nature' drukker, zelfstandiger en experimenteler gedrag vertonen, maar hierin momenteel ernstig geremd worden door de 'gefeminiseerde' schoolomgeving. En dat er tot overmaat van ramp van hen gevraagd wordt 'typisch vrouwelijke' verbale en emotionele kwaliteiten te ontwikkelen. Jongens moeten daarom meer ruimte krijgen om buiten te spelen, te ravotten en te experimenteren. Het is opvallend dat Kuiper vanuit dezelfde aannames tot diametraal tegengestelde conclusies komt. Hij meent nu blijkbaar juist dat jongens 'meer behoefte hebben aan structuur, en gebaat zijn bij directe kennisoverdracht'.

Natuurlijk zit er niets tegengestelds in de conclusie van Kuiper. Meisjes hoeven niet geremd te worden in hun wildheid, jongens wel. Maar op de jongens-manier: met jongens-dingen. En niet met taal en kringgesprekken. De tegenstelling die Rutger ziet is die met de ideologie in zijn eigen hoofd.
    Waarna hij, de volorde van het artikel hanterende, eerst even uitlegt waar de ideologie vandaan komt:
  Cordelia Fine fileert in haar recente boek Delusions of Gender (vertaald onder de titel Waarom we allemaal van Mars komen) al dit soort 'neuroseksistische' pogingen om de geest van de emancipatie weer in de fles te krijgen.

Dat wil zeggen: gender-ideologen die beweren dat het geslachtsverschil niet in het lichaam zit maar een kwestie van opvoeding is  . Waarna in twee stappen de basis van de ideologie wordt geformuleerd:
  Het nature-nurture-debat is heel interessant voor aan de borreltafel en in het psychologie-lab. Maatschappelijk is veel wezenlijker dat, voor zover er beperkte verschillen bestaan, deze nooit een reden kunnen zijn om de bestaande ongelijkheid mee goed te praten.

Dat wil zeggen: als er een verschil gevonden wordt, is dat fout. En wat fout is, mag je niet goed praten.
  Het voornaamste punt is niet dat er geen fundamenteel verschil zou bestaan tussen mannen en vrouwen, maar dat iedereen een fundamenteel recht heeft op gelijke behandeling en gelijke kansen.

En wat abstracter: iedereen heeft het absolute recht op gelijke behandeling  en gelijke kansen, dus eventueel bestaande verschillen moeten gelijk gemaakt worden. Iedereen naar de universiteit, iedereen een gelijk inkomen, en iedereen hetzelfde geslacht.
   Van Ree maakt in zijn ideologische koorts nog wat fouten:


Uit: De Volkskrant, 22-08-2011, ingezonden brief van Lauk Woltring, Landsmeer

Gescheiden onderwijs?

In de Volkskrant (Opinie & Debat,19 augustus) trekt Rutger van Ree ('Jongens zijn niet zus en meisjes niet zo') nogal van leer tegen ondergetekende (en Wim Kuiper van de Christelijke Besturenbond en William Pollack). Daarbij dicht hij mij standpunten toe die ik niet heb, om die vervolgens af te wijzen. Ik pleit juist tegen apart onderwijs, maar heb met alle respect voor vrouwenemancipatie al dertig jaar gepleit voor herbezinning op de rol, positie en ontwikkeling van jongens. Als hij op mijn naam had gegoogled was hij op mijn site terecht gekomen en had hij mijn precieze en gewogen standpunten kunnen lezen. Ik pleit overigens wel voor meer aandacht voor de soms verschillende leerstijlen van jongens en meisjes, maar verbind daar juist andere conclusies aan dan bijvoorbeeld Wim Kuiper.


Red.:   Lezen is voor ideologen altijd een enorm probleem geweest.
    Ook voor de reageerders op de website van de Volkskrant was het vrij schieten  .
    En voor wie de gender-wetenchap niet helemaal vertrouwd, legt de onderwijssociologie het allemaal nog een keertje uit:


Uit: De Volkskrant, 20-08-2011, ingezonden brief van Wietske Idema, onderwijssocioloog, Utrecht

Presteren kinderen beter als je jongens en meisjes scheidt?

De hersenontwikkeling van jongens loopt achter op die van de meisjes en daarmee missen ze bepaalde vaardigheden zoals plannen en structureren. ...


Red.:   Ja, dat hebben we gemeten.
  Gaan kinderen wel beter presteren wanneer je jongens en meisjes van elkaar scheidt? Maak je de verschillen niet alleen maar groter?

Dat is de bedoeling dat je gaat onderzoeken - is er iets dat aan die verschillende ontwikkeling tegemoet komt? Maar...:
  Neem neurowetenschapper Lise Eliot, die ons wijst op de overheersende jongens- en meisjescultuur in de media, reclames en de speelgoedindustrie (je zou wel gek zijn als je als ouders een roze rugzakje koopt voor je zoon). Volgens Eliot vinden volwassenen het lastig om de stereotiepe beelden van jongens en meisjes los te laten. Ik denk dat deze stereotypering in het klaslokaal en thuis aan de keukentafel gestaag doorgaat.

Hoe is het mogelijk, dat jongens anders behandeld worden dan meisjes ... dat moest toch verboden worden?
    Waarom:
  Psychologe Cordelia Fine gaat nog een stapje verder en denkt dat zo'n 'stereotiepe dreiging' zelfs alle sekseverschillen veroorzaakt. Volgens haar hoef je vrouwen voor een wiskundetest alleen maar te vertellen dat mannen en vrouwen even goed scoren op de test, om ervoor te zorgen dat ze dat ook daadwerkelijk doen.

Ha, zo zat het dus: jongens worden jongens omdat we ze blauwe sokjes aandoen in de wieg - en wie de roze sokjes omkrijgt worden de meisjes. Dat verklaart alles. En omdat meisjes en jongens bij de geboorte gelijke capaciteiten hebben in wiskunde, welke capaciteiten verdwenen zijn door die roze sokjes, moeten we ze op school extra wiskunde geven om die door genderdiscriminatie ontstane verschillen op te heffen:
  Gaan kinderen wel beter presteren wanneer je jongens en meisjes van elkaar scheidt? Maak je de verschillen niet alleen maar groter? Met andere woorden: worden jongens niet nog beter in wiskunde en meisjes in taal?

Want dat is de bedoeling van onderwijs, volgens de leerstellingen van de onderwijssociologie: iedereen moet even goed worden in alles.
    Overigens: er zijn twee beroepsgroepen waarin de vrouwen over de laatste decennia sterk aan invloed hebben gewonnen: onderwijs en het recht. Beide zijn ook sterk in kwaliteit gedaald. Nu mag je niet zomaar een verband leggen tussen twee gelijklopende trends. maar in dit geval is er wel degelijk een aanwijsbare causale overeenkomst: in beide gevallen zijn ratio en inhoud is verruild voor vorm en emotie.
    De discussie is nog wel regelmatig gaande, maar op deze website elders genoteerd. De volgende bijdrage hoort hier, omdat er een echt linkse denkfout aan ten grondslag ligt:


Uit: De Volkskrant, 12-02-2014, van verslaggeefster Ianthe Sahadat

Interview | Socioloog Laurens Buijs

De Nederlandse seksparadox

Opmerkelijk: de seksuele revolutie ten spijt, blijven heteroseksualiteit en monogamie hardnekkig de norm onder jongeren.


Seks is in onze samenleving bespreekbaar, zichtbaar en alom tegenwoordig. Toch signaleren sociologen iets opmerkelijks: jongeren omarmen nog altijd vrij conservatieve normen en waarden, losbandige vrouwen worden anders bejegend dan hun mannelijke evenknieën en de acceptatie van homoseksualiteit valt nog behoorlijk tegen.
    Socioloog Laurens Buijs van de Universiteit van Amsterdam stelde met collega-wetenschappers Ingrid Geesink en Sylvia Holla een boek samen over de seksuele stand van zaken in Nederland: De Seksparadox. Het boek is deze week verschenen. ...


Red.:   De paradox is natuurlijk veroorzaakt door een fout in het denken van de sociologen, want de betreffende groepen, de werkelijkheid, doen gewoon wat ze doen, en de werkelijkheid kan geen paradox zijn - de werkelijkheid "is".

  Wat is de seksparadox?
'Seksualiteit is meer dan ooit bespreekbaar en zichtbaar, maar heteroseksualiteit en monogamie blijven ook onder hedendaagse jongeren nog hardnekkig de norm. ...'

Wat allemaal in één klap opgeklaard wordt, door te constateren dat n het 'Seksualiteit is meer dan ooit bespreekbaar en zichtbaar' natuurlijk slaat op de aandacht van linksige intellectuelen en media op allerlei seksuele afwijkingen, zoals homoseksualiteit, die bijvoorbeeld op televisie in diverse kunsten zwaar oververtegenwooridgd zijn, , en de de gewone burgers gewoon zijn wat ze zijn: hetero.
    Wat de sociologen eigenlijk ook wel weten:
  Het valt dus tegen met onze seksuele openheid?
'Seksualiteit is steeds bespreekbaarder geworden, maar ze is ook meer gepolitiseerd. Lange tijd was seksuele emancipatie exclusief verbonden aan linkse, progressieve ideologieën, maar tegenwoordig bestaat er een grote consensus, van links tot rechts, dat homo- en vrouwenrechten belangrijk zijn.
    'Tegelijkertijd gelden nog zeer traditionele normen en waarden in de maatschappij. Meisjes zoeken nog altijd een prins op het witte paard, jongens vinden meisjes die veel seks hebben sletten en het blijft moeilijk om jong uit de kast te komen. Ik denk dat we niet goed beseffen hoe conservatief we eigenlijk nog denken.'

Dus vervang dat 'we' door de betreffende doelgroepen, en alles is verklaard. Maar het linksige- en sociologen-vooroordeel maakt blind, zoals bekend.


Naar Linkse denkfouten  , Politiek lijst  , Politiek & Media overzicht  , of site home  .