Alfa en bèta, sociologisch: de macht van het woord

Het handhaven van en vasthouden aan de macht door de alfa's gebeurt voor een groot deel middels hun grotere capaciteiten op het gebied van het gebruik van woorden en taal. In de interactie tussen mensen gebeurt veel van de informatie uitwisseling en andere beïnvloedingsprocessen via het gesproken woord. Vroeger was dit vooral van belang in de interactie met de machtigen, die zelf meestal op heel andere manieren aan de macht gekomen waren, geweld en afkomst bijvoorbeeld. In de tijd van de democratie en de moderne communicatiemiddelen is het gesproken woord zelf bijna het ultieme machtsmiddel geworden. Als charismatisch aangeduide leiders zijn bijna allemaal begenadigde openbare sprekers.

De kunst van het spreken is een creatieve kunst, waarin de uitwisseling van informatie een ondergeschikte rol speelt. In Het Alfa en bèta denken  hebben we laten zien dat dit soort vaardigheden veel sterker zijn bij de alfa's. In het huidige politieke debat zullen de alfa's beter naar voren komen, en alfa's vormen dan ook de overgrote meerderheid der politici. Als er al bèta's te vinden zijn, zijn het de bèta's met de minste bèta- en de meeste alfa neigingen.

Maar die eigenschappen die alfa's in de rol van politici brengen, maken hen ook het minst geschikt. Want de politiek is er om de maatschappij te besturen, dat wil zeggen de problemen door de voortdurende veranderingen van de mens en zijn omgeving op te lossen. En zoals al gezien: alfa's zijn goed in het praten, maar niet in het oplossen van concrete problemen.

Iets dergelijks geldt natuurlijk ook voor de capaciteit van het schrijven. Neem nu bijvoorbeeld één van onze kwaliteitskranten: de Volkskrant. Neem dit stuk over een politieke partij:
  De Volkskrant, 28-04-2010, column door Ronald Giphart

Ondemocratisch

Een excuus aan het adres van de Socialistische Partij! Anderhalve week geleden bezocht ik het partijcongres van GroenLinks, waar ik mij verbaasde over de oeverloze stroom in stemming gebrachte pietlul-amendementen. Ik zat naast een journaliste van de Volkskrant, die vertelde dat dit bij de SP beter was georganiseerd, omdat daar taalfouten en onzinnigheden er bij de afdelingen al waren uitgefilterd. In mijn column schreef ik - de journaliste citerend - dat er bij de SP maar 'een stuk of 6 amendementen' werden ingediend.

Ronald Giphart is geen politicus of politiek commentator. Hij is schrijver. Hij heeft een reguliere plaats in de Volkskrant, en geeft zijn mening of talloze andere zaken waar hij geen verstand van heeft
     Volgende onderwerp: genetische manipulatie:
  De Volkskrant, 16-10-2009, door Arnon Grunberg

Sleutel gerust aan uw nageslacht

Brodeloze dominees vermomd als politicus, cabaretier en romancier hebben ons te lang vermaand. Hoe heilig zijn onze genen, vraagt Arnon Grunberg

In het pokerspel bestaat een variant waarbij de speler een of meer van de kaarten die hij heeft toebedeeld gekregen, kan ruilen voor een andere kaart. In sommige gevallen moet hij voor deze ruil betalen.
    Adoptie zou je kunnen vergelijken met het kopen van een kaart.
    Maar ingrijpen in het genetisch materiaal van je eigen kind kan worden gezien als het vervangen van één kaart uit een spel kaarten voor een andere.

Arnon Grunberg is geen geneticus, of iets dergelijks. Hij is schrijver. Hij heeft een reguliere plaats in de Volkskrant, en geeft zijn mening of talloze andere zaken waar hij geen verstand van heeft.
   Derde onderwerp: huisvestingsbeleid:
  De Volkskrant, 01-04-2010, column door Max Pam

De kleine man in zijn eigen huis

Bij elke verkiezing kom ik voor de vraag te staan of ik zal stemmen tegen mijn eigenbelang.
    Zo zijn er verschillende partijen waarvoor ik een zekere sympathie heb, maar die maatregelen voorstaan die rechtstreeks ingaan tegen mijn eigenbelang. En vice versa. Neem de hypotheekrenteaftrek. Verschillende partijen willen die afschaffen Of inperken en zij zullen mij daarmee direct treffen in mijn portemonnee.

Max Pam is geen deskundige op het gebied van volkshuisvesting. Hij is ook geen politicus of politiek commentator. Hij is schrijver. Hij heeft een reguliere plaats in de Volkskrant, en geeft zijn mening of talloze andere zaken waar hij geen verstand van heeft.
    Vierde onderwerp: kernenergie:
  De Volkskrant, 20-04-2010, column door Bert Wagendorp

Kernenergie

De discussie over kernenergie is ook weer losgebarsten. Om de zoveel tijd barst de discussie los en worden de stellingen betrokken. Daarna gaat iedereen weer over tot de orde van de dag, tot de discussie andermaal losbarst.

Ditmaal is de discussie losgebarsten door een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dat constateerde na onderzoek dat de discussie ingewikkeld is.

Bert Wagendorp is geen deskundige op het gebied van kernenergie, of iets dat daar op lijkt. Hij is ook geen politicus of politiek commentator. Hij is journalist - begonnen als sportjournalist. Hij heeft een reguliere plaats in de Volkskrant, en geeft zijn mening of talloze andere zaken waar hij geen verstand van heeft.
    Vijfde onderwerp: AOW:
  De Volkskrant, 26-10-2009, column door Kader Abdolah

AOW

AOW is een onderwerp waar ik me niet populair mee kan maken. Ik wens natuurlijk een goede pensioenregeling voor hen die een leven lang hard gewerkt hebben.   ...

Kader Abdolah is geen deskundige op het gebied van sociale wetgeving, of iets dat daar op lijkt. Hij is ook geen politicus of politiek commentator. Hij is schrijver. Hij heeft een reguliere plaats in de Volkskrant, en geeft zijn mening of talloze andere zaken waar hij geen verstand van heeft.

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit in andere en andersgezinde publicaties veel anders is. Onder een voorbeeld uit de rechtse kant van het opiniespectrum, hier toevallig uit de Volkskrant, maar normaliter schrijvend in bladen als NRC Handelsblad en Elsevier:
  De Volkskrant, 02-01-2010, door Leon de Winter, schrijver:

Luister naar klimaatdissidenten

Er zijn zoveel dissidente wetenschappelijke stemmen in het klimaatdebat dat minister Jacqueline Cramer zich daarvoor moet openstellen, betoogt Leon de Winter.

...    Het is niet voldoende te beweren dat ‘de’ wetenschap het er over eens is dat wij, mensen, kwalijke klimaatverandering veroorzaken. Ik heb de namen van vele honderden serieuze wetenschappers die iets anders beweren. ...
    ‘De’ wetenschap is zeer verdeeld over de oorzaken van klimaatverandering. De zon en kosmische straling, waarover de Israëlische fysicus en klimaatdissident Nir Shaviv heeft gepubliceerd, lijken een veel grotere rol te spelen bij de vorming van ons klimaat dan menselijk handelen.
    Maar Cramer aanvaardt de legitimiteit van klimaatdissidentie niet. ...
    Een leek als ik vind elke dag berichten die de klimaatwaarheden van Cramer ernstig ondergraven. Zoals het bericht dat de Nederlandse moleculair paleontoloog Jaap Sinninghe Damsté in Nature uiteenzet dat het smelten van de sneeuw op de Kilimanjaro het gevolg is van een natuurlijk proces van grote klimaatschommelingen – de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek meldde dit.   ...

En buiten het veld van schrijvers geldt dat voor iedereen die regulier of incidenteel bijdraagt aan de media, dat men een goede schrijfstijl vereist (het argument van De Winter is natuurlijk flagrante onzin: er is een veel grotere groep dissidenten die beweert dat de aarde in zeven dagen geschapen is, en de aanhangers van tovenarij zijn waarschijnlijk over de hele aarde genomen ook nog in de meerderheid - wat meer over De Winter's artikel hier  ).

De selectie op schrijfvaardigheden lijkt logisch, maar is het niet. Alle capaciteiten zijn normaal verdeeld, dat wil zeggen, hoe beter hoe zeldzamer - beter presterenden zijn dus relatief zeldzaam  . En degenen die goed zijn in zowel schrijven en, zeg, kernenergie, zijn zeldzaam maal zeldzaam, dus heel, heel erg zeldzaam. Die zijn dus moeilijk te vinden. En als het over de media gaat, en men moet kiezen uit minder goed schrijven en minder verstand van kernenergie, dan is de de keuze duidelijk: men kiest voor de betere schrijver - niet degene die de verstand heeft van kernenergie (of watermanagement):
  De Volkskrant, 16-10-2009, column door Arjan Peters

Bedwelmd door kunst

... De Beierse keizer Ludwig II liet een Shakespeare-acteur nachten lang aan zijn bed komen declameren. Zulke anekdotes worden geregeld aangehaald als bewijzen van idiotie. Maar als ik moest kiezen tussen een koning die alles weet van watermanagement, of eentje die weet wat het betekent om door kunst te worden bedwelmd, dan wist ik het wel.

    Nu zijn de gegeven voorbeelden allemaal uit de wereld van de columnisten, voor wie dit allemaal misschien het meeste geldt. Er is natuurlijk een heel spectrum van dit verschijnsel, met aan de andere kant mensen in de media en commentatoren die wel degelijk de inhoud voorop stellen. Maar gemiddeld genomen over dat hele spectrum, treedt er dus wel degelijk een vervorming op volgens het beschreven verschijnsel.

Dit alles zou je kunnen zien als alleen een zaak van de media. Maar dat is het natuurlijk niet. De media zijn een essentiële schakel in het maatschappelijke debat, en wat daar gebeurt bepaalt in aanzienlijke tot soms zelfs in hoge mate de uitkomst van dat maatschappelijke debat:
  De Volkskrant, 12-03-2005, door Wim Bossema

Het debat in: Verenigde Staten. Over: zoekt de Amerikaanse regering wel de goede raadgevers? Door: antropologen, opiniemakers. Waar: universiteiten

De pundits hebben het mis

Tussentitel: Antropologen slaan terug: invloedrijke mode-auteurs verkopen onzin

De pundits hebben de macht achter de schermen in Washington. Pundits zijn de opinieleiders die invloed hebben op de Amerikaanse regering, op de machtigen die het te druk hebben om dikke wetenschappelijke studies te lezen over de wereldproblemen, die ze willen oplossen.
    Over de pundits verscheen onlangs het boek Why America's Top Pundits are Wrong (University of California Press). Onderkop: Anthropologists Talk Back. De antropologen schetsen een nogal angstaanjagend beeld: de leiders van de enig overgebleven supermacht nemen beslissingen over oorlog en vrede op grond van de eenzijdige visies van een paar auteurs met een goede pen.   ...

(Meer details hier  ). Of uit een andere studie:
  De Volkskrant, 25-11-2011, column door Sheila Sitalsing

Doem

Elke avond paraderen de experts ... langs op tv, waar ze hun eigen als-dan-scenario's mogen schetsen voor de eurozone. Ik denk dan aan Philip Tetlock, een Amerikaanse psycholoog, en zijn befaamde studie Expert political judgment: How good is it? How can we know?. Daarin liet hij mensen die hun brood verdienen met het duiden van politieke en economische ontwikkelingen voorspellingen doen op hun eigen terrein. De resultaten waren vernietigend. Wie beter ingevoerd was voorspelde iets beter dan wie minder kennis had. Maar wie de meeste kennis had, zat er het vaakst naast, verblind door de eigen brille.

Voorbeelden van zulke wereldwijd bekende pundits en mode-auteurs zijn mensen als Ian Buruma  (Wikipedia), Timothy Garton Ash  (Wikipedia) en Michael Ignatieff  (Wikipedia):
  De Volkskrant, 13-08-2007, door Stieven Ramdharie

Pek, lof en veren voor de grote Ignatieff

Een prangende vraag: moeten we het de voorstanders van de Irakoorlog, na het ten grave dragen in vier jaar tijd van 655 duizend Iraakse mannen, vrouwen en kinderen en bijna vierduizend coalitiesoldaten, nu kwalijk nemen dat ze zo dead wrong waren? ...
    Andere, even prangende vraag: dienen sommige invloedrijke pleitbezorgers van de invasie nu terstond met pek en veren te worden besmeurd en de stad uitgejaagd omdat ze als ‘facilitator’ de geesten rijp hebben gemaakt voor een onnodige oorlog? ...
    Michael Ignatieff, schrijver, beroemd commentator en voormalig Harvard-hoogleraar, is zo’n belangrijk denker met ladingen boter op het hoofd. Ignatieff ... heeft nu oprecht spijt. ...
    Ignatieffs mea culpa is van belang omdat zijn publieke steun voor verdrijving van Saddam Hussein indertijd dankbaar werd omarmd door het Witte Huis. De steun van deze voorvechter van de mensenrechten, een gerespecteerd academicus van progressieve signatuur, verschafte de oorlog een zekere mate van legitimiteit.   ...

Wat mensen als Ian Buruma, Timothy Garton Ash en Michael Ignatieff gemeen hebben is dat ze de capaciteit hebben hele boekenplanken te vullen met beschouwingen met steeds groter wordend abstractiegehalte ...
  Arme Ignatieff. Veilig achter het bureau oreren dat geweld in Irak een noodzakelijk kwaad is om een dictator te verdrijven is één ding, maar je zult daarna ook de gevolgen onder ogen moeten durven zien. Ignatieff: ‘De filosoof Isaiah Berlin heeft ooit gezegd dat het probleem met academici en commentatoren is dat ze er meer om geven of een gedachte boeiend is dan of ze waar is. Politici kunnen zich niet de luxe veroorloven om met gedachten te spelen die alleen maar boeiend zijn. In de politiek kunnen verkeerde ideeën de levens van miljoenen te gronde richten.’
    Arme, naïeve Ignatieff. Terwijl tal van Irakdeskundigen voor de invasie waarschuwden voor anarchie en sektarische strijd, geloofde hij heilig in een ontluikende Iraakse democratie.

 ... gaande over zaken die in wezen redelijk tot een stuk simpeler zijn. Neem nu dit onderwerp van de oorlog in Irak:
  De Volkskrant, 29-07-2010, column door Marcel van Dam, socioloog

Oorlog en beschaving

Tussentitel: Je kunt de beschaving niet met oorlog aan de man brengen

De geschiedenis herhaalt zich tevergeefs. Dat was mijn eerste gedachte na het uitlekken van de Pentagonpapers over de oorlog in Afghanistan. In 1971 publiceerde the New York Times zevenduizend soortgelijke geheime documenten van het Pentagon over de oorlog in Vietnam. ...
    De tweede nederlaag is in Irak nog niet afgerond. Die oorlog voerden de Amerikanen om in het Midden-Oosten een pro-westerse voorbeeld democratie te vestigen ter lering van de rest van de regio ...
    De derde nederlaag is in de maak in Afghanistan. Nadat Amerika met koffertjes gevuld met een miljoen dollar de steun van warlords had gekocht om het Taliban regime te verdrijven, wordt nu een vergeefs gevecht geleverd tegen corruptie om Afghanen over te halen niet de warlords en de Taliban te volgen, maar de regering in Kabul. ... Obama volgt ook in Afghanistan een exit strategie, maar deskundigen zeggen dat het decennia vergt om te voorkomen dat het land weer in handen valt van de Taliban. In de Amerikaanse democratie gaat het beginnen van een oorlog vrij snel, maar het beëindigen kost te veel tijd.
    Wanneer zou het besef doordringen dat oorlog ongeschikt is om de westerse beschaving te exporteren? Moeten we dan maar accepteren dat regimes als de Vietcong, van Saddam Hoessein en de Taliban hun eigen bevolking terroriseren? Het antwoord is ja. Niet uit cynisme, maar in de overtuiging dat het leed van een oorlog veel groter is dan het leed dat geleden wordt in de strijd voor meer beschaving in landen waar die nog niet is geland. Je kunt de beschaving niet met oorlog aan de man brengen, omdat een oorlog de beschaving om zeep heeft geholpen voordat hij beëindigd kan worden.

Wat Van Dam hier schrijft, laat ook meteen zien dat het een zaak die is iedereen kan weten, en voor "deskundigen" een zaak die ze moeten weten: de geschiedenis laat zien dat het met geweld brengen van "beschaving" niet werkt - met een zeer oude sociologische regel op de achtergrond: eigen schurk is beter dan andermans heilige.

We hebben nu twee zaken geconstateerd: in de media gaat de kwaliteit van de verwoording boven de vakinhoudelijke kennis, afgekort in het alfa-adagium "vorm boven inhoud", en dat er in sommige gevallen zaken ernstig fout gaan. Toch is dat geen bewijs van oorzakelijk verband: mensen als Ignatieff hadden, zelfs daar waar ze wat minder inhoudelijk kijken naar de dingen ...
  De academicus-politicus zegt nu zijn lesje te hebben geleerd. Hij zal zich minder laten leiden door ‘emoties’.

... tot de juiste conclusies kunnen komen. Want, zoals gezegd: veel maatschappelijke zaken die ingewikkeld lijken, zijn dat in werkelijkheid een stuk minder.

Een eventueel oorzakelijk verband is ook moeilijk in één klap sluitend te bewijzen, maar er zijn wel sterke aanwijzingen voor te vinden. Ignatieff noemt al de invloed van emoties - dat is inderdaad een algemeen probleem  . Dat kan je dan als volgt uitwerken: Als de auteur in de media geen vakkennis heeft om een handleiding te vormen bij het componeren van zijn artikelen en stukjes, gebruikt hij een alternatief, en het meest voor de handliggende alternatief is zijn emoties.

Nu is "emoties" een algemene term staande voor vele smaken ervan  , en dus zijn de volgende vragen: welke emoties spelen in dit soort zaken, en welke daarvan het meest? Op de vraag naar de belangrijkste emotie heeft de psychologie een simpel antwoord, zo oud dat er een Latijnse term voor is: quisque sibi proximus, oftewel "ieder is zichzelf het naast". Max Pam, ook bekend als cynicus  , noemde boven het enkele woord ervoor al: "eigenbelang".

Maar wat is het eigenbelang van mensen als Ignatieff, Buruma en Garton Ash, of de pundits in het algemeen, in het soort zaken dat ze bespreken: de grotere politieke en maatschappelijke zaken. De clou vind je als je hun meeste opvallende opvattingen in een enkel woord samenvat: Buruma: migratiefundamentalist, Garton Ash: anticommunist, en Ignatieff: liberaal. In feite zijn ze alle drie dit allemaal, en verschilt alleen hun punt van nadruk. Dus de heren zijn anticommunistische, migratiefundametalistische (neo)liberalen - die over de hele wereld opereren. De samenvatting hiervan in een enkel woord staat er al bijna: dit zijn allemaal kosmopolieten - kosmopolieten van de intellectuele soort, maar die soort is onverbrekelijk verbonden met de andere smaak ervan, zie dat anticommunisme: de kapitalistische of plutocratische soort  .

Nu is de fout van Ignatieff aangaande Irak onmiddellijk verklaard: dit ging over pure macht van de eigen groep: de uitbreiding van het rijk van het neoliberalisme. Ook de keuze van Buruma voor multiculturalisme en islam boven verlichting is nu logisch: het kosmopolitisme heeft migratievrijheid nodig, en de beweging tegen de islam wordt door Buruma gezien als een beweging tegen vrije migratie, wat het deels ook is.

Op globale schaal is dit dus allemaal logisch: de globaal opererende deskundigen zijn bijna automatisch kosmopolieten, en staan dus een kosmopolitisch beleid voor. En op Nederlandse schaal geldt iets dergelijks. Degenen die werkzaam zijn in de media zijn bijna allemaal hoger opgeleid, en hoger opgeleiden hebben een, deels sterk, voordeel bij een globaliserende wereld, en dus bij kosmopolitisme. En ook hier speelt migratiefundamentalisme, net als bij Buruma, een rol (Arnon Grunberg, Max Pam, Bert Wagendorp).

Maar natuurlijk kan je dit soort vormen van eigenbelang en eigengroepsbelang niet (al te) openlijk belijden, want dan gaat het opvallen en gaan anderen aan hun belangen denken: vrije immigratie betekent minder werk voor lager opgeleiden. Maar daar komen dus die zo belangrijke schrijverscapaciteiten weer om de hoek kijken. Net als Ignatieff pak je je keiharde eigenbelangen dus in in prachtige idealen en de bijbehorende woorden:
  Ignatieff: ‘De filosoof Isaiah Berlin heeft ooit gezegd dat het probleem met academici en commentatoren is dat ze er meer om geven of een gedachte boeiend is dan of ze waar is.

En wat mensen boeit als het niet belangrijk is of het waar is, is al te makkelijk in te vullen: iets dat in hun eigen straatje van pas komt. Multiculturalisme is daar een voorbeeld van. In de woorden van toenmalig (bij de opkomst van de allochtone immigratie) staatssecretaris Hedy d'Ancona, van migranten-afkomst: "De multiculturele samenleving is een verrijking voor ons land". Of multiculturalistisch socioloog Robert Putnam  : "Culturele diversiteit zorgt voor meer creativiteit".

Het verpakken van vieze zaken in mooie woorden is één van de bekendste trucs uit het repertoire van de "mooischrijvers met een slechte boodschap". Ze is tot haar hoogtepunt gevoerd door George Orwell in de uitspraak "Oorlog is vrede", uit zijn boek 1984  (Wikipedia) stammende uit 1948. Je zou denken dat dit toch zeer beroemde boek afdoende waarschuwing zou zijn. Mensen als Ignatieff hebben er niets van geleerd, met hun versie ervan als "Oorlog brengt beschaving". Of in een versie die in dit huidige tijdbestek nog heftig gepropageerd wordt: "Import van sociaal achterlijken brengt sociale vooruitgang".

Maar de ideologische herverpakking is slechts één van de trucs van de misleiders met woorden. Er bestaat een lange lijst van retorische trucs, deels verzameld hier  , die elkaar deels ook nog versterken, en tezamen met allerlei andere trucs en in het inkoppelen van min of meer ongrijpbare emotionele boodschappen, er voor zorgen dat de auteur zaken weet over te dragen die minder of totaal niet juist zijn, en waarin zijn eigen belangen of die van zijn sociologische groep zijn verweven. 

Elders op deze website zijn al een aantal regels geformuleerd om op meer algemene wijze met informatie om te gaan  . Die komen neer op het volgende: "vertrouw geen woorden van mensen in zaken waarin ze een eigenbelang hebben". De media en de mensen die opiniërend en meningsvormend schrijven, hebben een duidelijk sociologisch eigenbelang: zijn behoren tot de bovenste derde van de maatschappij, die leven op de materiële opbrengst van het werk de onderste tweederde. En ook hebben zij er belang in dat die onderste tweederde dat zo goedkoop mogelijk doet. En, al genoemd, ze hebben groot belang bij zaken als globalisering en vrije migratie.

Deze regels komen er dus al op neer dat alles dat vanuit de hoogste derde komt, via de media of anderszins, voor de onderste tweederde niet te vertrouwen is. Het bovenstaande voegt hier aan toe, dat dat wantrouwen moet toenemen, naarmate die uitingen in mooiere of overtuigendere woorden zijn gesteld. De soort mensen uit de top van de maatschappij dat media, informatievoorziening en het maatschappelijke debat beheerst, is heeft weinig verstand van de werkelijkheid, vult haar ideeën en uitspraken met eigenbelang, en gebruiken en gebruiken hun capaciteit op het verbale vlak om hun streven eigenbelang te verbergen achter mooie woorden en idealen. Het gebruik van het in regel vier genoemde spelen op de persoon of emoties is daar een van de uitingen van.

Aan de eerder geformuleerde regels kan daarom de volgende toegevoegd worden:
  Naarmate een argument, redenatie, of idee komende uit de bovenste derde van de maatschappij, inclusief alle media, politiek, sociale wetenschap, of intellectueel debat, in meer woorden, mooiere woorden, met meer beeldspraak, meer emotie, of op andere wijze fraai geformuleerd is, is de inhoud van het gecommuniceerde minder te vertrouwen. En wel in die mate, dat meer dan één of twee voorkomens van dit soort verschijnselen het gezegde of geschreven bij vooronderstelling totaal onbetrouwbaar maakt, en slechts enigerlei geloofwaardigheid heeft voor zover de inhoud direct in de werkelijkheid controleerbaar is.

In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld alle genoemde bovenstaande personen, die allen zeer capabele woord-"kunstenaars" zijn die hun praktijken regelmatig tot dagelijks uitvoeren, aangaande maatschappelijke zaken gezien moeten worden als habituele manipuleerders en leugenaars van de soort beschreven door George Orwell, van wie men slechts die woorden kan geloven die men direct kan controleren.

Meer voorbeelden van de macht van het woord hier  .


Naar Alfa en bèta, psychologisch  , Alfa en bèta, sociologisch  , of naar site home  .

17 mei 2005; 10 feb.2010; 8 aug.2010