De geldvalkuil
De cognitieve therapie beschrijft een aantal
psychologische valkuilen, waarbij de term valkuil staat voor een
proces dat de betrokkene schade berokkent, meestal ook bestaande uit sterk gevoel van ongeluk,
terwijl de betrokkene dit schijnbaar vrijwillig over zich afroept. Het bekendste
voorbeeld is het verschijnsel dat vrouwen die in hun jeugd te lijden hebben
gehad van autoritaire mannen, met als extreem voorbeeld lichamelijk misbruik,
voor hun partners ook meestal hetzelfde soort mannen kiest, met een hernieuwd
lijden tot gevolg
De valkuilen uit de psychologie richten voornamelijk schade aan in de
persoonlijk levenssfeer. Hoe groot die schade, en haar maatschappelijke
vervolgschade, ook is, oneindig veel groter is de maatschappelijk schade van een
andere valkuil, die in de psychologische literatuur zelden apart beschreven
wordt: de geldvalkuil.
De geldvalkuil start, net als die van de mishandeling, met een natuurlijk en
op zichzelf gezond proces. Bij de mishandeling is dat het belang van de vrouw om
een sterke man te hebben. Een sterke man bracht evolutionair gezien meer voedsel
mee naar huis, en kon dus beter voor de kinderen zorgen.
In de huidige maatschappij zijn de diverse gemeenschapsrollen terecht gekomen
bij gespecialiseerde groepen, waarna de specialisten hun producten onderling
ruilen. Dat ruilen gaat sinds mensenheugenis met de ene of de andere vorm van
geld. Waar de sterke man vroeger meer vlees naar huis bracht, brengt hij nu meer
geld. Aan de andere kant streven de mannen in hun verlangen naar een
aantrekkelijke en gezonde partner dus tegenwoordig in hoge mate naar geld.
Het nieuwe in de de moderne geldmaatschappij is dat de hoeveelheid geld niet
meer af hoeft te hangen van werkelijke prestaties in de jacht, maar ook tot
stand kan komen door allerlei willekeurigheden, lopende van geboorte tot puur
toeval. Wat in de moderne maatschappij in belangrijke mate verloren is gegaan, is het
verband tussen prestatie en beloning: de beste jager bracht het meeste vlees mee
naar huis, maar de meest productieve moderne mens brengt zeker niet het meeste
geld mee naar huis. Iedereen weet dat degenen die het meest verdienen degenen
zijn die handelen in geld, dat wil zeggen: in niets, voor zover het de
werkelijkheid betreft. Dat komt omdat geld geen werkelijkheid is, maar iets als
"een belofte tot levering van", een abstractie van de werkelijkheid.
De relaties tussen dingen, waarvan de relatie tussen geld en goed er een is, worden het meest nauwkeurig beschreven door
wiskundigen. Eén van hun bevindingen is dat
zodra je abstracties van de vorm van geld toelaat, je de mogelijkheid tot het
ontstaan van problemen schept, met als bekendste voorbeeld de mogelijkheid om
aan zichzelf te refereren. Dat laatste kent de gewone wereld in de vorm van
symbolen als dat van de vicieuze cirkel of dat van de slang die in zijn eigen
staart bijt. Bij de slang heeft dat tot gevolg dat hij zichzelf opeet, dat hij
verdwijnt, maar het andere extreem gevolg van zo'n vicieuze cirkel, zo'n
terugkoppelproces, is ook mogelijk: dat datgene dat teruggekoppeld wordt steeds
groter wordt.
De behoefte naar geld is een proces dat bij uitstek gevoelig is voor zo'n
zichzelf versterkende vicieuze cirkel. Het overgangspunt van de gezonde versie
naar deze ongezonde versie ligt daar waar de betrokkene meer geld krijgt dan
waar hij op grond van zijn prestaties recht op heeft. Natuurlijk is de
betrokkene, als betrokkene, daar meestal als eerste van op de hoogte, bewust of
onbewust
. En even natuurlijk weet de
betrokkene dat er dan iets niet in de haak is
, het gevoel van rechtvaardigheid
van beloning is reeds bij apen experimenteel bewezen
.
Nu komt een tweede natuurlijk psychologisch proces om de hoek kijken: mensen
die ergens ontevreden over zijn, proberen meestal compensatie te zoeken, en, ook
meestal, niet in hetzelfde waar ze ontevreden over zijn, maar in iets anders,
dat meer voor de hand ligt. Het verschijnsel van roken is de meest zichtbare
vorm van deze compensatiedrift voor gevoelens van ontevredenheid.
Waar roken de enige toevlucht is voor de lagere klassen, hebben degenen in de
top een andere mogelijkheid om hun ontevredenheid te sussen: het vergaren van
meer geld. En daarmee is een vicieuze cirkel gesloten: meer geld bij dezelfde
prestaties betekent meer onbalans, dus meer ontevredenheid, dus nog meer
behoefte aan geld, ad infinitum.
Veel maatschappelijke processen die op eerste gezicht volkomen onbegrijpelijk
zijn, kunnen nu een plaats krijgen. Want iedereen weet dat hij maar in
één huis kan wonen en in
één auto rijden, dat de toegevoegde
emotionele waarde van een tweede huis of auto nog meetbaar is, maar alles daar
voorbij nauwelijks nog iets aan extra tevredenheid opwekt. En de rijkdom van
groep waar we het hier over hebben gaat over vele veelvouden van dit soort
bedragen. Hun gedrag is in normale menselijk termen volledig
onbegrijpelijk, een onbegrijpelijkheid zoals uitgedrukt in de parabel van de
visser
. En even onbegrijpelijk is de
reactie op voorstellen van hogere belastingen voor de rijken: op geen enkele
wijze betekent dit een merkbare invloed op hun leven.
Het is algemeen bekend dat onbegrijpelijk gedrag meestal het gevolg is
psychologische "afwijkingen". Het geldzucht van de rijken is het gevolg van een
psychologische afwijking ten gevolge van de combinatie van twee op zich
natuurlijke processen. De behandeling ervan kan volgens de huidige als
best werkend bekende staande psychologische methodes het best beginnen met
bewustwording. Dit is nodig om de betrokkenen gereed te maken voor de tweede
stap: het afleren van een van de twee processen die samen de vicieuze cirkel van
contraproductief gedrag
vormen; de persoonlijke behandeling van deze psychologische kwaal is beschreven
hier
.
Het geldzucht van de rijken slaat op een groep die te groot is om voor
individuele behandeling in aanmerking te komen. Voorlichting over de oorzaken
van hun gedrag is nog wel mogelijk, maar het het is niet mogelijk hun
individuele zieltjes langs te lopen. Desondanks is het maatschappelijk gezien van
het grootste belang dat dit probleem zo snel mogelijk wordt verholpen, vanwege
het simpele feit dat het geld dat aan de ene persoon teveel wordt gegeven, ten koste
moet gaan van anderen die te weinig krijgen.
Omdat het ook heel moeilijk is om een ieders prestaties afzonderlijk af te
meten, en we niet kunnen wachten tot een dergelijk systeem is ontworpen, kan het
niet anders dan om een globale norm vast te leggen. Die norm kan bepaald worden
door uit te gaan van de maximale ureninzet, een maximale verhouding in de
effectiviteit in arbeid, en een minimumloon gebaseerd op de kosten van
levensonderhoud. Het eerste en het laatste liggen grotendeels vast, en de
belangrijkste keuze is dus de tweede. Kies men iets voor de hand liggends als
10, kan in ieder land een maximum inkomen vastgesteld worden. En uitgaande van
een, ook redelijk vaststaand, maximaal werkzaam leven, tevens een maximum vermogen.
Uitgaande van de maatschappelijk gezien steeds grotere urgentie van het
onderhouden van een eerlijke verdeling van de opbrengsten van het gezamenlijke
werk, is het van het grootste belang dat uit deze analyse zo snel mogelijk de
praktische conclusies worden getrokken: een maximuminkomen af te dwingen door
een belasting van 100 procent op alle inkomen boven dit maximuminkomen, en een
successierecht van 100 procent op alles boven het maximum-vermogen. Omdat dit
grote bedragen zal betreffen, is het economisch gezien waarschijnlijk het beste
om de opbrengst te stoppen in een fonds voor technologische en economische
ontwikkeling, ten einde de ontwikkeling van onze toekomstige wereld te
verzekeren.
Voor een wijdere filosofische context, zie hier
. Voor een sociologisch gevolg ervan, zie
hier
.
Naar Houding top II
,
Psychologische praktijktips
,
Psychologie lijst
,
Psychologie overzicht
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|