Bronnen bij Neurologie, emotie-organen, nucleus accumbens: praktische voorbeelden

De nucleus accumbens (NAcc)  wordt op deze website gezien als onderdeel van de basale ganglia, waar het ook tegenaan ligt. De basale ganglia wordt hier gezien als een compleet systeem voor de basale besturing van het lichaam, waarbij de nucleus accumbens de positieve en stimulerende signalen verwerkt, en de amygdala de negatieve en vermijdende.

De neurotransmitter waarmee de NAcc dit doet is bekend genoeg: dat is dopamine, de bekendste neurotransmitter. Dopamine is bekend als zijnde betrokken bij de meeste zo niet alle verslavingen, en ook heel veel ander gedrag in het dagelijkse leven waar je met een nuchtere blik vraagtekens bij kan zetten. Deze verzameling geeft een aantal soms enigszins verrassende voorbeelden (de Volkskrant, 03-02-2006, (Bloomberg, Atlanta)):
  Risicovol beleggen net zo lekker als seks

Seks, snuiven of risicovol beleggen: voor hersenwetenschappers bestaat er geen verschil. Uit onderzoek van Brian Knutson, hoogleraar neurowetenschap en psychologie aan de Universiteit van Stanford, blijkt dat deze activiteiten een sterk stimulerend effect hebben op het nucleus accumbens - het genotscentrum van het menselijk brein.
    'Om het menselijk gedrag te begrijpen, moet je de hersenen in. Anders leer je nooit hoe het echt werkt', zegt Knutson. 'Ons onderzoek borduurt voort op de bevinding dat niets de hersenactiviteit zo sterk beïnvloedt als geld. Zelfs niet het tonen van blote lichamen of lijken. Mensen willen heel ver gaan voor geld. Zoals honden gemotiveerd raken door eten, werkt geld in op de hersenen van mensen.'
    De hoogleraar geldt als een van de grondleggers van de neurofinance. In dit jonge en controversiële wetenschapsgebied wordt de relatie tussen financiën en de hersenen onderzocht. Knutson put voor zijn onderzoek uit de experimentele economie: hij laat proefpersonen in een test beleggingsbeslissingen nemen. Tijdens het experiment meet Knutson vervolgens alle hersenactiviteit van de beleggers.
    Het onderzoek toont aan dat de hersenen van de proefpersonen bij het nemen van irrationele en riskante beleggingsbeslissingen andere stoffen produceren dan bij het nemen van rationele en gecalculeerde beslissingen.
    Zo lieten de monitoren van Knutson bij elke risicovolle investering koortsachtige activiteit in de nucleus accumbens van de proefpersonen zien. Dat duidt op de aanwezigheid van dopamine, een chemische verbinding die gevoelens van euforie en (seksueel) genot kan veroorzaken.
    Bij rationele beleggingsbeslissingen trof Knutson geen waarneembare activiteit in het genotscentrum van de hersenen aan. Rationele beslissingen prikkelen een ander deel van de hersenen, de anterior insula. Verhoogde hersenactiviteit daar duidt op de aanwezigheid van stoffen die mensen behoeden voor het nemen van overdreven riskante beslissingen, zegt Knutson.
    En dat blijkt effectief: de beleggers bij wie Knutson veel activiteit waarnam in de anterior insula, waren veel accurater in het nemen van beleggingsbeslissingen dan de proefpersonen bij wie de dopamine door het brein gierde.    ...

De rol die geld speelt in de motivatie geldt natuurlijk niet voor "de mens", maar voor het soort mensen dat "belegger" is, dat wil zeggen: zichzelf geselecteerd heeft op het hebben van die eigenschap in voldoende en meer dan gemiddelde mate, en vervolgens die eigenschap zelf sterk gestimuleerd heeft, op dezelfde manier waarop heroïne-verslaafden dat doen. Beide zijn uiteindelijk verslaafd aan hetzelfde stofje: dopamine. Waarom dit bij geld zo makkelijk gebeurt, wordt uitgelegd hier .

De tweede bron laat zien hoe de relatie met de amygdala zit (Dagblad De Pers, 16-01-2009, door redactie wetenschap):
  ‘Oeps-gevoel’ zit diep in het brein

Het verlangen ‘normaal’ te zijn, zit diep in onze hersens verankerd, zo ontdekten Rotterdamse en Nijmeegse neurowetenschappers.

‘Anders dan anderen’ zijn laat diepe sporen na in ons geheugen. Dat blijkt uit een inventief experiment. De onderzoekers lieten proefpersonen, liggend in een scanner, in hoog tempo ruim tweehonderd gezichten op aantrekkelijkheid beoordelen. Nadat ze hun punt hadden gegeven, werd hen een andere score getoond, zogenaamd het gemiddelde oordeel van anderen. Al die tijd werd hun hersenactiviteit gemeten. Na afloop van de test werd er wat gepraat – maar na een uur kwam de onderzoeksleider vertellen dat er ‘iets mis’ was gegaan. Of ze de foto’s nog een keer wilden beoordelen. Zo kregen de proefpersonen de kans hun eerste oordeel aan te passen. En dat deden ze grif, en wel in de richting van het getoonde gemiddelde, maar er waren flinke verschillen – en die werden vergeleken met de scans.
    Zodra proefpersonen ontdekken dat hun oordeel afwijkt van het gemiddelde, wordt een hersengebiedje actief dat fouten opmerkt. ...

Dat is de amygdala.
  Het gebied dat samenhangt met het verwachten van beloning, de ‘nucleus accumbens’, wordt juist minder actief. En dat laatste blijkt een goede voorspeller van de neiging tot conformisme, zo ontdekte onderzoeker Vasily Klucharev. ‘Bij wie de beloningsverwachting sterk onderdrukt werd, werd later de sterkste aanpassing van de mening gevonden.’ En die teleurstelling laat diepe sporen na. Zelfs een uur later is de (onbewuste) herinnering aan deze teleurstelling nog zó sterk dat ze hun eerdere ‘foute’ oordeel corrigeren.

Wat laat zien dat nadat de allereerste "Oeps"-beleving is uitgewerkt, het effect van het al-dan-niet beloond worden nog lang actief is. Oftewel: "schrik" is sneller en korte-termijn, "beloning" komt weliswaar na "schrik" maar is langere termijn.

Een poging tot uitleg aan een breder publiek (de Volkskrant, 19-09-2009, door Eveline Crone, hersenwetenschapper):
  Op verzoek van de Volkskrant wenden briefschrijvers zich tot Charles Darwin. Deze week: hersenwetenschapper Eveline Crone, Leiden

Eveline Crone: Geachte heer Darwin,

Ik las dat u een tijdje hebt gewoekerd met uw beroepskeuze en dat u een aantal keer de verkeerde studiekeuze hebt gemaakt. Veel adolescenten hebben moeite met langetermijnplannen. Vaak wordt hun keuzegedrag gekenmerkt door impulsiviteit en zijn ze erg gevoelig voor de sociale omgeving. De adolescentie is ook vaak de periode waarin jongeren hun talenten en hun passies ontdekken. Uit uw autobiografie begrijp ik dat u dit zelf ook allemaal heeft meegemaakt.
    Hoewel adolescenten vaak zo’n slecht imago hebben, lijkt een pleidooi vóór de adolescentie op zijn plek, en ik zou u graag de hypothese voorleggen dat de adolescentie vanuit evolutionair perspectief ook ergens goed voor is.
    Dankzij beeldvormende technieken is ontdekt dat de hersenen van adolescenten een lange weg afleggen voordat ze werken zoals bij volwassenen. Verschillende hersengebieden ontwikkelen zich met verschillende snelheid. Sommige gebieden spelen al vroeg in de adolescentie een grote rol (zoals die welke belangrijk zijn voor impulsieve acties of emotiebeleving), terwijl andere later de overhand krijgen (hersengebieden die belangrijk zijn voor controle, sturing en rationele afwegingen). Er wordt wel gesproken over de adolescentie als een tijdelijke disbalans in de hersenen.
    Een voorbeeld. Wanneer mensen een afweging maken tussen een kleine kans op een grote winst of een grote kans op een kleine winst, speelt zich in de hersenen een wedstrijd af tussen ten minste twee hersensystemen. De hersengebieden die gevoelig zijn voor beloning, zoals de nucleus accumbens, reageren sterk op het vooruitzicht van een grote winst.
    De hersengebieden die belangrijk zijn voor het schatten van kansen en het maken van rationele afwegingen, zoals de prefrontale cortex, reageren op de opbrengstkans op de lange termijn. Bij volwassenen heeft de prefrontale cortex vaak de overhand, en zij kiezen daarom vaak voor de langetermijnkansen. Bij de puber echter blijken de beloningsgebieden de balans juist in te zetten op de kleine kans op grote winst.    ...
 
Wat dus gaat over de balans tussen de impulsen gedreven door de nucleus accumbens, versus de uitkomsten van die in de cortex. Men vermoedt dat die afweging plaatsvindt in de anterieure cingulate cortex  .

Nog een voorbeeld uit de vroegere tijden van het nieuwe hersenonderzoek (Volkskrant.nl, 10-11-2009, door Peter de Greef):
  Je brein kiest voor jou

Als je in je brein kijkt, dan kun je zien hoe wij een beslissing nemen. Het blijkt een voortdurend gevecht tussen hersencellen te zijn.

De geschiedenis kent nogal wat beroemde ezels. Maria had er een die haar naar Betlehem bracht. Duldul was het witte muildier van de profeet Mohammed. Sancho Panza, de vriend van Don Quichotte, had El Rucio, a.k.a. Dapple. En de Britse koningin Victoria liet Jacko haar koets trekken. De ezel van de middeleeuwse priester en filosoof Jean Buridan (ca 1292-1360) maakte zich door zijn dood onsterfelijk. Het beest, uitgehongerd en uitgedroogd, werd op stal gezet tussen een baal hooi en een emmer water, en kon geen keuze maken... Met fatale gevolgen.    ...

Wat laat zien dat deze processen beslist niet specifiek menselijk zijn - zoogdieren hebben ruwweg dezelfde onderdelen van het zenuwstelsel, met als grote onderscheid de omvang van de (neo)cortex.
  Met dit dilemma wilde Buridan de grenzen van de vrije wil aangeven. Het is tevens een mooi voorbeeld van hoe moeilijk beslissen is. Hoe gaat dat eigenlijk beslissen, in ons brein?
In het VU Medisch Centrum in Amsterdam staat een enorm apparaat, een magneto-encefalograaf (MEG). Het is een hersenscanner, maar geen gewone.

Dat is wat men tegenwoordig een "fMRI-scanner" noemt.
  En wat zie je dan: voor elke beslissing die we nemen gaan er in het brein eerst neuronen (hersencellen) trillen. Op die trillingen reageren hersencentra. Niet elk hersencentrum heeft hetzelfde doel. In het frontaalkwab liggen bijvoorbeeld gebieden die een rol spelen bij het aansturen van bewegingen, bij taal, bij het beoordelen van situaties en het oplossen van problemen en het stellen van prioriteiten,ener is ook een klein gebiedje in het frontaalkwab dat belangrijk is bij het beleven van plezier (het glaasje wijn, de sushi, een mooi schilderij). Het zogeheten limbisch systeem, weer een ander hersencentrum, is verantwoordelijk voor de emoties. De achterhoofdskwab is volledig gereserveerd voor de verwerking van visuele prikkels. En de kleine hersenen zijn weer van belang bij ingesleten gewoonten als lopen en autorijden. Al die hersencentra ‘concurreren’ met elkaar. Als een hersencentrum iets voor elkaar wil krijgen, moet het ervoor zorgen dat het meer hersencellen tegelijk laat trillen dan de concurrerende centra. Het is dus een continu gevecht in je brein. Het ‘sterkste’ hersengebied, dat de meeste cellen kan laten trillen, wint.
    Een voorbeeld. Je ziet een nieuwe mp3-speler. Het nucleus accumbens, het genotscentrum van het brein, wordt geprikkeld. Dan zie je de prijs, de anterior insula, het centrum waar pijn wordt ervaren, wordt actief. De aanschaf van de mp3-speler is dus letterlijk een strijd tussen verlangen en pijn (in je portemonnee). Het sterkste hersengebied wint.

De associatie van "insula" met alleen "pijn" is volkomen onjuist, zie de eerdere bronnen. De insula, de naam betekenend "eiland", is in feite een schiereiland in de kronkels van de cortex, dat ligt precies tegenover de basale ganglia  . Je zou zeggen dat dat ook wijst op een functionele relatie. tot de basale ganglia behoort de amygdala die de pijnsignalen verwerkt, maar ook de nucleus accumbens voor die van genot. De insula maakt hoogstens een nieuwe beslissing op grond van de input van beide. Maar die rol wordt meestal toebedacht aan óf de anterieure cingulate cortex óf de prefrontale cortex.

Ook "lezende" schrijvers kennen hem inmiddels (de Volkskrant, 29-09-2011, column door Ronald Giphart):
  Aantrekkingskracht

Tussentitel: Vrouwen vinden een knap uiterlijk seksueel even aantrekkelijk als humor

Afgelopen zondag was de jeugdige schrijver James Worthy te gast bij het tv-programma Spuiten en slikken. De presentatrice vroeg aan de jonge debutant (nou ja, hij is ook alweer 31) met hoeveel meisjes hij al naar bed was geweest. Na enig gestotter vertelde Worthy dat dit er zeker meer dan honderd waren, een getal waarop met scepsis werd gereageerd. Na verloop van het gesprek bleek Worthy voortdurend verdomd grappig uit de hoek te komen, wat presentatrice Nicolette Kluijver aan het eind van het programma deed opmerken dat ze die honderd vrouwen steeds beter begon te begrijpen. 'Jij hebt humor', zei ze, 'en humor is ook erg belangrijk voor een vrouw'.
    Dat is wellicht meer waar dan ze vermoedde. In het uitgaansleven word ik vaak vergezeld door een paar vrienden. Een van hen is een erg knappe man, hij is lang, heeft een goede kop haar, zijn houding is mannelijk, maar hij heeft ondanks zijn al wat oudere leeftijd nog steeds een jongensachtige oogopslag. Zijn aanwezigheid heeft een enorm effect op vrouwen en meisjes.
    Mensen houden onbewust bij hoe in gezelschap de sociale relaties zijn. We doen dit onder andere door te zoeken naar 'patronen van oogcontacten': wie kijkt er hoe lang met welke blik naar wie? De mannen naar wie door vrouwen het vaakst en het langst wordt gekeken staan het hoogst op de erotische ladder.    ...
    Wetenschappers van de Standford University hebben de inwerking van humor en schoonheid op de hersens onderzocht. Bij vrouwen wordt een bepaald gebiedje genaamd nucleus accumbens in gelijke mate geprikkeld door zowel mannelijke schoonheidskenmerken (brede schouders en een brede kaaklijn) als door uitingen van humor. De conclusie zou kunnen zijn dat vrouwen een knap uiterlijk seksueel even aantrekkelijk vinden als humor. ...

Schijvers weten van wetenschappelijke gegevens meer iets te maken ...

Terug naar de saaie wetenschap (de Volkskrant, 26-02-2013, van verslaggever Ronald Veldhuizen):
  Breinpacemaker zet hersenstoring recht
 
Mensen met een dwangstoornis zijn gebaat bij een hersenimplantaat omdat dat een communicatiestoring tussen het motivatiecentrum en frontale hersenkwabben rechtzet. Dat blijkt uit onderzoek van psychiater Damiaan Denys en collega's van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam.
    Patiënten met een ernstige dwangstoornis herhalen acht tot tien uur per dag dezelfde handeling, zoals handen wassen, huissloten controleren of het nieuws kijken. Volgens Denys komt dat doordat het beloningssysteem te sterk is verbonden met het 'hogere besliscentrum' van het brein.
    Het was al bekend dat bij patiënten bij wie medicijnen of gedragstherapie niet helpt een zogenaamde breinpacemaker alsnog de symptomen verlicht. Die bestaat meestal uit een dunne elektrode die kleine stroomstootjes toedient aan het brein (diepe hersenstimulatie). Waarom het helpt, was echter altijd onduidelijk en blijkt nu voor het eerst uit de studie van Denys, die is gepubliceerd in Nature Neuroscience.
    Aan Denys' onderzoek deden zestien patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis mee. Zij droegen de hersenpacemaker minstens een jaar. De hoogleraar vergeleek de hersenactiviteit van de patiënten met de elektrode in- en uitgeschakeld. Ook vergeleek hij de patiënten met gezonde mensen.
    Daaruit blijkt dat diepe hersenstimulatie de hersenactiviteit van de patiënten meer doet lijken op die van gezonde mensen. Dat geldt vooral voor activiteit in de nucleus accumbens, een hersengebied ver achter de ogen dat betrokken is bij motivatie, en de prefrontale cortex, het gebied achter het voorhoofd dat betrokken is bij het rationeel overwegen van beslissingen.    ...

Die rol is in eerdere bronnen toebedacht aan de insula.
    De prefrontale cortex is het gebied dat helemaal van voren ligt, achter het voorhoofd, het verst weg van alle lichamelijke functies vervuld door de cortex. Hier zetelt men gewoonlijk processen te associëren met planning en strategie, en dergelijke - het "hogere denken".
  Hoe diepe hersenstimulatie die twee hersengebieden weer normaal laat functioneren, werd duidelijk toen Denys en zijn collega's de elektroden tijdelijk uitschakelden. Op dat moment ging de activiteit in de nucleus accumbens en prefrontale cortex meer gelijk op, wat erop wijst dat de verbinding tussen deze gebieden wordt versterkt. 'De prefrontale cortex lijkt bij mensen met een dwangstoornis als het ware gegijzeld door het beloningscentrum', zegt Denys.

Waarvan het neurologische pad bekend is: de nucleus accumbens stuurt de afgifte van dopamine voor de hele cortex aan, en dopamine is één van de vier modulerende neurotransmitters  die alle neurologische processen versterken of verzwakken. Dopamine dus zijnde de versterker van aantrekkende activiteiten.


Naar Neurologie, emotie-organen  , Neurologie, globaal  ,  of site home  ·.

5 jan.2015