Bronnen bij Denkfouten: contradictie
Van alle denkfouten
en indien bewust gedaan retorische trucs
, is contradictie qua logica de ernstigste. Een favoriete stelling van deze
redactie is "Alle denkfouten zijn terug te voeren tot '1 = 0' ", en het kan
niet duidelijker dan dat - vooral als je voor "1" invult "Het bestaat wel"
en voor "0" invult "Het bestaat niet" (probeer zelf de herleiding voor het
bekendere "1 + 1 = 3").
Dus van alle denkfouten is bij
contradictie het duidelijkst dat er iets mis zit bij het redeneren, oftewel:
dat er iets mis zit in de geest.
Nu is die duidelijkheid nooit
volkomen, want de wereld is een vrijwel onbegrensd veelzijdig gebeuren, en
de menselijke
representaties ervan en ideeën erover zijn dus altijd een aftreksel daarvan.
En als aftreksel zal het nooit helemaal kloppen (volgens de algemene
semantiek
: "The map in not the territory"
). Dus kan het voorkomen dat onderdelen van dat aftreksel elkaar
tegenspreken. Praktisch gezien is dat geen probleem. Je kijkt gewoon een
beetje beter naar je aftreksel, en corrigeert daar wat aan, zoals ze dat
doen in de wetenschap
.
Ook de contradictie komt dus in allerlei gradaties voor,
afhankelijk van de grootte van de tegenstelling en hoe dicht ze op elkaar
zit. Met als dichtste de "oxymoron": wanneer de tegenspraak in dezelfde of
naburige woorden zit, met als archetypische voorbeeld de "onderhoudsvrije
tuin"
.
De belangrijkste problemen ontstaan zodra men één of meerdere onderdelen
van het aftreksel van de werkelijkheid een grotere waarde toekent dan de werkelijkheid zelf - dat
heet "ideologie"
. Dat
is een fundamentele of basale denkfout, die een verzameling secundaire denkfouten tot
gevolg heeft - één ervan is de contradictie.
Het onderhouden van "ideologie" leidt tot vele soorten van contradictie,
zoals de "interne": in de ideologie zelf zitten
zaken die elkaar tegenspreken. Een oude en bekende is die van de Goede en
Almachtige God. Het bestaan van Kwaad is onomstreden. Dan kan de God Goed
zijn, of Almachtig, maar niet Goed én Almachtig - de christelijke
theologische filosofen uit de Middeleeuwen hebben een kleine duizend jaar
besteed (mede) aan dat probleem.
Na nog eens 500 jaar strijd is de dominantie van de (christelijke)
religie als voornaamste denkmodel doorbroken (in Noordwest-Europa). Maar de behoefte aan zekerheid
en het zichzelf "goed" vinden zijn dat natuurlijk niet, dus zijn er nieuwe
ideologieën ontstaan, met (wat men zelf vindt) als belangrijkste die van het
beginsel van "Gelijkheid". Die komt voor in minstens drie varianten:
"Gelijkheid van Individuen", "Gelijkheid van Culturen", en "Gelijkheid van
Etnieën" of "Gelijkheid van Rassen". Over de
"Gelijkheid van Individuen" is ooit eens gezegd (prof. Hans Galjaard in de
televisieserie Alle mensen zijn ongelijk (VARA, 1994)):
En hoe langer het duurt, hoe meer kwaad. En hetzelfde geldt in
aanzienlijke verhoogde mate voor de tweede variant, en nog meer voor de
derde. En alle drie worden weerlegd door het noemen van slechts één feit:
het bestaan van evolutie.
In de maatschappelijke praktijk wordt de
"Gelijkheid van Individuen" uitsluitend en alleen met de mond beleden - alle
inkomensverschillen zijn een schending ervan. De "Gelijkheid der Rassen" zit
volkomen vastgeklonken en kan niet bediscussieerd worden want dat is
"RACISME!!!" - maar natuurlijk (sic!) is dit ook onzin (zie Cro-Magnon en
Neandertaler). De middelste bevindt zich in de storm van het maatschappelijke
debat, vooral in Europa met zijn recente immigratie (schrijvende de jaren
2010) van Afrikanen en moslims.
De ideologie van de "Gelijkheid der
Culturen" met zijn afgeleide vormen van "multiculturalisme" en
"politieke-correctheid" leidt tot een schier oneindige stroom van
contradicties, met als meest basale dit tweetal: "Gekleurde immigranten
hebben een volkomen gelijkwaardige cultuur" en "Gekleurde immigranten zijn
sneu en zielig en moet je steunen en mag je geen kritiek op hebben"
.
Van deze hoofdstelling bestaan dus eindeloos veel varianten, zoals "Niet-westerse immigranten
vormen een groep die sociaal achterloopt en die (dus) onze steun nodig heeft
en verdient", en "Overlast door niet-westerse immigranten bestaat niet, want
niet-westerse immigranten vormen geen groep". Een in de politiek praktisch
uitgevoerde versie daarvan is "Hoofddoekjes (boerka's, inteelt ...)
verbieden heeft geen zin - je moet die mensen geleidelijk laten wennen aan
onze cultuur"
, versus: "Blanke ouders moet verplicht worden hun kinderen naar een
gemengde school te sturen, want dat is goed voor de integratie". Dit is een
dusdanig veel uitgesproken en gepropageerde combinatie dat hij gewend is, en
dat het dienstig is het equivalent van de eerste van dit tweetal even op te
schrijven: "Blanke ouders moet je niet verplichten hun kinderen naar een
gemengde school te sturen - je moet die mensen langzaam laten wennen aan hun
cultuur". Als je dat laatste zou zeggen, komen de ideologen meteen met het
weerwoord: "Maar iedereen weet dat dit niet gaat werken, omdat die gewenning
zo veel te lang duurt, als het al gebeurt, want mensen blijven liever in hun
eigen oude en vertrouwde cultuur zitten, en voor het zo ver is zijn de
problemen dan al uit de hand gelopen".
Hier nog een paar concrete voorbeelden uit de tijd van de eerste versie
van dit artikel, de eerste komen van Bert Wagendorp
, voormalig
sportverslaggever en nu algemeen Volkskrant-columnist gedurende drie
dagen in de week en opvolger van Jan ("Christenen zijn christenhonden en
moslims mag je niet op schelden") Blokker
die hem heel goed vindt (uit de Volkskrant, 29-06-2009, column door
Bert Wagendorp):
Oftewel: het is goed dat deze groep van allochtonen dit doet, want het is zo
dat de groep van allochtonen niet bestaat.
Een ander zeldzaam voorbeeld, wat ook alleen maar een plaats in de krant
kreeg omdat de auteur zelf een allochtoon is - het gaat eigenlijk alleen
maar om de ondertitel (van Volkskrant.nl, 29-06-2009, door Hafid
Bouazza, schrijver) - de auteur legt het zelf uit:
Oftewel: dit is een interne contradictie, lijkende op een oxymoron
.
Veel frequenter dan de interne contradictie kom je de tweede vorm
tegen: die tussen ideologie en werkelijkheid. We nemen als eerste voorbeeld
van een ideoloog weer een multiculturalist. Stel dat een multiculturalist
een bericht onder ogen krijgt dat cultuurvermenging leidt tot een gunstig
effect. Dan roept de multiculturalist: "Vermenging is goed - we moeten er
mee doorgaan". En stel dat een geval van cultuurvermenging een ongunstig
effect heeft (de Volkskrant, 18-06-2010, van verslaggever Robin Gerrits):
Dan roept de multiculturalist (de Volkskrant, 22-06-2010, column
door Pieter Hilhorst, politicoloog):
In deze categorie is het aantal voorbeelden eindeloos.
Ook in de politiek zijn talloze voorbeelden van
contradictie te vinden. Zo is de beweging rond Europese eenwording een
glaszuivere vorm van ideologie. Als een of ander Europees gebeuren positief
uitpakt, roepen ze in koor dat er meer Europa moet komen. En als er iets
Europees gigantisch desastreus uitpakt, bijvoorbeeld het creëren van een
gezamenlijke munt voor totaal verschillende economieën, dan zal de
Euro-ideoloog roepen (de Volkskrant, 23-06-2009, door Herman van
Rompuy, voorzitter Europese Raad):
Dit naar aanleiding van de Griekse crisis natuurlijk, waarvoor de
Noord-Europese burgers de rekening betalen. En Van Rompuy is uitgekozen uit
een lange rij oligarchen, plutocraten en imperialisten die precies dezelfde
contradictie hebben verkondigd.
Deze contradictoire manier van redeneren is literair beschreven door
George Orwell in 1984, samen te vatten in "Oorlog is vrede". En met
die laatste constatering zien we meteen het grote gevaar van de
contradictie: het is een hellend vlak ingesmeerd met olie, een valkuil
, richting de ergst mogelijke uitwassen waaronder, in dit Europese geval,
fascisme
.
Een paar losse voorbeelden van contradictie. De
eerste is columnist Max Pam over de kunst van het overdrijven (de Volkskrant, 01-10-2010, column door Max Pam):
En (de Volkskrant, 15-10-2010, column door Max Pam):
Voor de conclusie dat Pam hier zichzelf tegenspreekt,
moet je wel even aannemen dat Joden niet meer mogen dan niet-Joden aangaande
het overdrijven, wat we dus maar even doen.
De reden voor deze contradictie is niet moeilijk te achterhalen:
overdrijving is toegestaan als Max Pam het met de inhoud eens is, maar
afkeurenswaardig als Pam het er niet mee eens is.
De volgende is van christenpoliticus André Rouvoet, die zich keert tegen
dwang van de overheid richting de religieuze groep (de Volkskrant, 15-10-2010, door André Rouvoet):
De staat mag zich dus niet met het groepsgedrag van de
religie bemoeien.
En uit hetzelfde stuk:
Maar de religieuze mogen als groep zich wel bemoeien met een groep binnen
hun groep - zij mogen vrouwen wel tot iets dwingen.
Natuurlijk is de staat ook niets anders dan een groep, namelijk de groep
van alle Nederlanders. Die dus volgens Rouvout niet een subgroep iets mogen
opleggen. Terwijl hij dat recht wel aan zijn eigen groep toekent.
Contradictie.
Naar Denkfouten
, of site home
·.
|