Toelichting bij Het alfa en bèta denken: de twee wetenschappelijke
methodes
Ook in de praktische uitvoering van de twee wetenschappen zijn komen de
verschillen in denken op nadrukkelijke wijze tot uiting, zie onderstaand
uittreksel uit een artikel dat eigenlijk over innovatie gaat:
.Leids universiteitsblad Mare, 14-04-2005, door Thomas Blondeau
Knokken voor je ziel
Al in 1972 zag de K. U. Leuven de noodzaak van een goede begeleiding van
de universitaire spin-offs. Toch waarschuwt Leuven Research & Development
voor overspannen verwachtingen. En vergeet de verschillen niet, zegt de
hoogleraar kerkelijk recht. `Een fysicus kan briljant zijn op zijn achttiende,
een wetenschapper in de Letteren niet.'
...
Rik Torfs zal niet snel contact zal zoeken met de dienst
[Leuven Research & Development,
red. IRP] van Paul van Dun. Torfs is hoogleraar kerkelijk recht en zo'n 35
studenten, vaak priesters, volgen deze richting. ...
Torfs schuwt de toepassing van de sjablonen van bepaalde
exacte wetenschappen op de geesteswetenschappen. 'Er is een dergelijke
stroomlijning aan de gang binnen de universiteit. Bij exacte wetenschappen is
collectief onderzoek van kapitaal belang. Mensen zijn daar op hun top in hun
late twintiger jaren en in feite kunnen ze simpelweg voortbouwen op wat er al
bestaat. Ze komen makkelijker een trapje hoger; zoals het winterkoninkje op de
schouder van de arend. In hun late dertiger jaren gaan ze dan over op
coaching functies en worden ze begeleiders van doctoraten. De exacte
wetenschapper moet op de top van creativiteit zijn bij het schrijven van zijn
promotie.
'Dat patroon wil men ook naar de humane wetenschappen
doortrekken, en dan vooral het stimuleren van heel veel promoties want in die
hoek is men het over de citatenindexen nog lang niet eens.
'In de humane wetenschappen is een onderzoeker zeker niet op
zijn best als hij promoveert. Integendeel zelfs, de promotie is "slechts" een
toegangskaartje. Een humane wetenschapper heeft veel meer tijd nodig en is op
zijn hoogtepunt als hij veertig, vijftig is of mogelijk nog ouder. Historici
schrijven meestal hun grote werken als ze zestig zijn. Bij hen is het meer een
accumulatie van kennis, maturiteit, ervaring, levenswijsheid, en lateraal
denken. Een dichter of een fysicus kan briljant zijn op zijn achttiende. Maar
een wetenschapper uit de Letterenfaculteit of uit de kerkelijk recht niet.'
Naar Alfa en bèta denken
, Wetenschap lijst
, of naar site home
|