Angelsaksische versus Rijnlandse model: politiek
In Anglicisme versus Rijnlandmodel, belangen
is geconstateerd dat er een langer
durende strijd is tussen maatschappelijke lagen, die op dit moment, juni 2005,
naar buiten is gekomen middels de uitslag van het referendum over de
Europese grondwet als een strijd tussen de Angelsaksische en de
Rijnlandse visie op de samenleving.
De twee maatschappelijke lagen die in deze strijd tegenover elkaar bleken te
staan is de top eenderde, versus de midden en lagere groepen. Dat wordt
bevestigt door het feit dat naarmate men een groep neemt met een hoger inkomen,
het percentage voorstemmers toeneemt.
Een ander opvallend aspect was het contrast tussen de uitslag en de stellingname
van de politieke partijen, althans de leiders van die partijen,
de politieke top, of de politieke elite. Waar de uitslag ongeveer eenderde voor
versus tweederde tegen was, was bij de politieke top ca. 85 procent voor
de Europese grondwet, inclusief linksige partijen als de PvdA en GroenLinks. De
meest prominentste tegenstanders waren de kleinere partijen als de SP en de ChristenUnie.
In Anglicisme versus Rijnlandmodel, belangen hebben we gezien dat de
werkelijke uitslag in belangrijke mate overeenkwam met de werkelijke belangen
van de twee maatschappelijke groepen: de bovenste derde heeft meer belang bij een Angelsaksisch model, en de
midden- en lagere groepen bij het Rijnlandse. Je zou verwachten dat de politieke verhoudingen die van
hun achterban zou weerspiegelen. Hier onderzoeken waarom dat niet zo is, en we
doen dit per richting, te beginnen met principieel rechts
Zodra we accepteren dat de huidige vorm van de EU een voornamelijk
Angelsaksische is, is de steun van de VVD niet meer dan logisch. De VVD is
altijd de vertegenwoordiger geweest van de belangen van de top van de
maatschappij, de groep die het meeste voordeel heeft bij een Angelsaksische
maatschappij. Kijkende naar de uitslag van het referendum bij VVD kiezers valt
op dat het aantaal tegenstemmers groter is dan in de partijtop. Dat is
waarschijnlijk dat deel van de VVD achterban die in de middengroepen zit, en is
waarschijnlijk
geïnspireerd door hun bezwaren tegen de bemoeienis van de EU, "Brussel",
met hun economische vrijheid middels allerlei regels.
De volgende in de reeks is gematigd rechts, met als voornaamste
vertegenwoordiger het CDA. De CDA belijdt in woorden de vertegenwoordiger te
zijn van de middengroepen de gewone man die een tikje conservatief is, en de
meer socialen onder de rechts geneigden. De sterke steun voor het referendum was
dus in tegenstelling tot de belangen van haar achterban, in overeenstemming met
het patroon van het CDA: sociale woorden, pro-elite daden. De achterban van het
CDA is uiterst hardnekkig in het niet-herkennen van dit patroon, waarschijnlijk
omdat die achterban het sterkst autoriteit-volgend is, in ieder geval van de
grote partijen. Dit verklaart ook de relatief sterke ja-stem van CDA stemmers
tijdens het referendum. Net als de VVD heeft het CDA dus haar normale rol
gespeeld.
Ook in de gematigd rechtse hoek wordt normaliter de ChristenUnie ingedeeld, maar
die is te klein om normaal in beeld te komen in dit soort analyses. Nu is het wel
het geval, omdat de ChristenUnie een van weinige partijen was die zich
consequent tegen de Europese grondwet heeft gekeerd, en haar leider, André
Rouvoet, een van de twee leiders van het het tegen-kamp was, en als zodanig veel
in beeld was in de media. De voornaamste argumenten van de ChristenUnie zijn van
culturele aard, meestal van christelijke origine, maar die culturele argumenten
zijn grotendeels in overeenstemming met de waarden van het Rijnlandse model. De
achterban van de ChristenUnie stemde voor het overgrote deel mee met haar
partijtop.
Merk op dat veel van de christelijke culturele waarden ook sterk sociale waarden
zijn, en het feit dat het CDA dit soort waarden ondergeschikt maakt aan andere
en voornamelijk economisch argumenten in feite een vorm van cultuurverraad is.
De gematigd linkse partij, de PvdA en haar intellectueel-elitaire partner, GroenLinks,
spelen een dusdanig aparte rol dat ze hier ook apart behandeld worden, zie
verder.
Tenslotte hebben we nog de principieel linkse partij, de SP. Die heeft als
vertegenwoordiger van de laagste maatschappelijke groepen met haar sterke
nee-stem volledig in overeenstem-ming met de belangen van haar achterban
gehandeld. De SP was de grootste van de partijen in het nee-kamp, en haar leider
op het moment, Harry van Bommel (partijleider Jan Marijnissen was ziek) was de
feitelijk leider van de oppositie, en als zodanig de grote winnaar van de
verkiezingen. De achterban van de SP stemde voor het overgrote deel mee met de
de standpunten van hun partijtop.
Al met al geeft de uitslag van het referendum dus twee zaken helder weer: waar
de belangen van de burgers liggen, en waar de belangen van de burgers
verschillen van de politieke top.
De tegenstelling tussen deze twee viel natuurlijk iedereen op, zonder dat men
een verklaring had anders dan dat het een politieke vertrouwenscrisis aanduidt,
wat niet meer is dan hetzelfde zeggen met andere woorden.
De verklaring voor de tegenstelling tussen de gemiddelde burger en haar
politieke leiders is heel simpel, als men weer kijkt naar belangen. Anglicisme versus Rijnlandmodel, belangen
hebben we al gezien dat de theorie en de praktijk in dat geval goed
overeenstemmen, zodat we dit nu weer toepassen. De theorie staat in een apart
artikel, maar is in feite voor de hand liggend. De praktijk volgt direct uit de
uitslag van het referendum: men heeft geconstateerd dat naarmate men een groep met
hoger inkomen, hogere opleiding, of algemeen hoger op de maatschappelijk ladder neemt, het
percentage voorstemmers groter is. Over de hele bevolking was het 38 procent, en
bij de politici was het 85 procent. Dat betekent dat de politieke top gestemd
heeft als ware ze tot de allerhoogste maatschappelijke klasse: de elite.
De verklaring voor de tegenstelling tussen burger en politiek top bij het
referendum is dus simpel; de politieke top maakt deel uit van de
maatschappelijke elite, de slimmeren, de initiatiefrijken, degenen die al bezit
hebben. Het Angelsaksische model is voordeliger voor
de slimmeren, de initiatiefrijken, degenen die al bezit hebben,
en het Rijnlandmodel is beter voor degenen die het werk doen en de zwakkeren,
oftewel de midden en lagere groepen. Over de hele bevolking gezien is de
verhouding hiervan ca eenderde staat tot tweederde, maar de politieke top maakt
deel uit van de toplaag, dicht bij of in de elite, dus daar is de stemverhouding,
zijnde 85 procent, dicht bij een op een. Kortom: de politieke top is niet
representatief voor de verhoudingen in de maatschappij, en gedraagt zich daar
naar
. De
uitzondering kan men verwachten bij die mensen die tegen het
Angelsaksische model zijn op principiële gronden. En laat nu de SP de meest
principiële linkse partij zijn, en de ChristenUnie (een van de) meest
principiële christelijke partijen; ter herhaling: echte christenen zijn natuurlijk ook
zorgzaam.
Zowel de uitslag als het contrast met de politiek is dus volledig in
overeenstemming met de theorie dat wat bepalend is de maatschappelijke belangen- en machtsverhoudingen
zijn. Het
verbazingwekkende is de verrassing en ontzetting van de waarnemers
. De oorzaak
van de verrassing is dat het de eerste keer is dat beide partijen zich konden
uitspreken waarin die belangen en alleen die belangen in het geding waren.
Normale verkiezingen worden vertroebeld door allerlei associaties en bindingen
die weinig politiek zijn, zoals die met de verschillende godsdiensten, en aan de
linker kant met allerlei ideële principes.
Maar ondanks dat laatste proces is het gezien de grootte van de maatschappelijke
belangentegenstelling is het dus ook eerder verbazingwekkend dat die tegenstelling
zo lang min of meer verborgen heeft kunnen blijven. De belangrijkste reden daarvan
is de bedrevenheid van de politici om totaal andere dingen te zeggen dan de
dingen die ze denken of doen. En wat betreft dat laatste is er eigenlijk ook geen
enkele onduidelijkheid, zie bijvoorbeeld wat ze zeiden en dachten na de uitslag
.
Maar nu eerst meer over de rol van de PvdA en GroenLinks
.
Naar Rijnlandmodel vs Anglicisme, belangen
,
Angl. vs. Rijnl. lijst
,
Angl. vs. Rijnl. overzicht
, of
site home
.
|