De algemene basis, toelichting

De oorsprong van het idee van de overcapaciteit van de hersenen is niet helemaal duidelijk, maar de webredactie kent het via psycholoog Piet Vroon (de Volkskrant, 27-01-1990, door Douwe Draaisma)
  Prikkelend boek van psycholoog Piet Vroon over te snelle evolutie van de hersenen

Mens, paard en krokodil onder één schedeldak

...   Uitgezet op een andere schaal hebben de hersenen een majestueuze omvang. Volgens schattingen tellen de hersenen ongeveer honderd miljard cellen, evenveel als het aantal sterren in de Melkweg. Deze microkosmos is het produkt van een ware Big Bang: tijdens de embryonale periode groeien de hersenen met een kwart miljoen cellen per minuut. In de volwassenheid schrompelt dit universum weer ineen, zij het langzaam, want we verliezen per dag "maar" een slordige tienduizend hersencellen, evenveel als er in de embryonale fase elke twee tellen werden gevormd.
    Over wat de fysioloog Dubois-Reymond in de vorige eeuw "de moleculaire astronomie van het brein" noemde is nog maar weinig bekend. Zeker is dat de hersenen als biologisch produkt een lange geschiedenis hebben. Wie vijfhonderd miljoen jaar evolutie versneld zou afdraaien in een documentaire van vijftig minuten, ziet tijdens het eerste half uur hoe bovenaan het ruggemerg langzaam een verdikking zichtbaar wordt, een soort knop die zich uitvouwt. Deze structuur bestaat uit de hersenstam en de "kleine hersenen" en lijkt op het brein zoals reptielen dat nu nog bezitten.
     Zo'n twintig minuten voor het einde ontstaat een structuur die boven de hersenstam komt te liggen, het limbische systeem. Ook dit deel van het brein neemt maar langzaam in omvang toe.
Het komt globaal overeen met de hersenen van zoogdieren.
    Maar dan, een halve seconde voordat de film afbreekt, op een punt dat overeenkomt met honderdduizend jaar geleden, valt er nog net iets spectaculairs te zien. Boven het limbische systeem begint het weefsel plotseling te zwellen. Binnen enkele tienden van seconden ontstaat een ronde, geplooide structuur. Het laatste beeldje lijkt op een pan overkokende melk: de neocortex die schuimend en kolkend over de rand stroomt.
    Gaat hier misschien iets mis?
    Het nieuwste boek van Piet Vroon, Tranen van de krokodil, is een poging aannemelijk te maken dat inderdaad het een en ander mis gaat. Onze hersenen zijn te snel geëvolueerd en vertonen daardoor defecten.   ...

Onder neurologen schijnt het idee bekender te zijn, gezien de enige andere vermelding ervan die deze redactie kent (de Volkskrant, 22-09-2007, door Max Pam):
  Interview | Hij maakte uitgeverij Elsevier groot en daarmee werd Pierre Vinken een van Nederlands succesvolste ondernemers. Een eenmalig vraaggesprek met een man die eigenlijk hersenchirurg was en nooit een publieke figuur heeft willen zijn

‘Geloven duidt op een verkeerd gebruik van de hersenfunctie’
...
Als je terugkijkt op de jaren uit je jeugd, beschouw je dan het katholicisme als een achterlijke godsdienst?
‘Ik beschouw alle godsdiensten als achterlijk. Op mijn school heerste in de jaren dertig een fundamentalistisch regiem, en het leven in de Limburgse dorpen leek meer op dat van de middeleeuwen dan op dat van nu. Er zijn natuurlijk verschillende graden van achterlijkheid, maar het blijven tenslotte allemaal dwalingen, producten van een verkeerd gebruik van de hersenfunctie.’

God wordt dus in ons hoofd gecreëerd, omdat er in onze hersenen allerlei wissels verkeerd staan. Bedoel je zoiets?
‘Zo zou je het ook kunnen zeggen. Evenals de andere organen kunnen de hersenen meer dan nodig is, het is een soort klier met overcapaciteit. Daardoor kun je denken wat onbestaanbaar is. Die overcapaciteit op zichzelf is wel goed, want doordat je verder kunt denken dan de werkelijkheid, kun je nieuwe inzichten krijgen en kun je nieuwe voorwerpen en situaties laten ontstaan. Dat is vooruitgang.   ...

Overigens bleek die Vinken later een schurk die van gepensioneerden stal ...

Een paar jaar later een nieuwe vondst (de Volkskrant, 12-11-2009, van medewerkster Floortje Smit):
  Verblijf in Europa heeft niets veranderd aan de levenshouding van de weer in New York filmende 73-jarige regisseur

Ik ben nog steeds even pessimistisch als toen ik kind was’

In Whatever Works keren zijn oude thema’s terug. ‘Wie niet zo slim is, wordt niet gekweld door de leegheid van het bestaan.’

Woody Allen is terug in New York. Terug in zijn eigen bed, in de buurt van zijn vaste restaurants – na vier films in Europa filmde hij Whatever Works weer in zijn oude, vertrouwde stad. Leverde afstand hem een nieuw inzicht op? ‘Nee’, vertelt hij aan de telefoon. ...
    En dat is misschien ook de reden dat hij het script voor Whatever Works na ruim dertig jaar zo weer kon oppakken. ‘Mijn houding tegenover het leven is niet veranderd. Ik ben nog steeds even sarcastisch, pessimistisch en kritisch als toen ik kind was. Ik heb niets meegemaakt dat mij op andere gedachten heeft kunnen brengen.’ ...
    Maar het is vooral Allens oude thema van intelligentie als handicap die uit de film spreekt – zo gelukkig als de simpele Melodie zal de slimme Boris nooit worden. Misschien is Whatever Works ook wel een ode aan domheid. ‘Nou ja, Melodie wordt natuurlijk wel volwassener. Maar het is zo dat ze zich ook niet de verschrikkingen van het leven realiseert. Mensen die niet zo slim zijn leven simpel, onnadenkend, hebben geen last van ambitie. En ze worden niet gekweld door de leegheid van het bestaan.’ Klinkt daar jaloezie doorheen? ‘Nee, zeker niet. maar ik benijd wel mensen die in God geloven. Mijn gezond verstand en het beetje opleiding dat ik heb gehad, maken dat volstrekt onmogelijk. Maar ik wou dat ik zo’n rotsvast geloof had dat er méér is, dat het leven een doel heeft. Dat is een geschenk.’

Het trieste lot van de alfa-intellectueel: te veel verstand om echt dom en ongevoelig te zijn,en te weinig van de juiste soort om met dat verstand om te kunnen gaan.
 

Naar W&D, basis , of site home .