Bronnen bij Houding top I: rol
|
28 feb.2007 |
Over de rol die de top van de maatschappij zou moeten hebben:
Uit: De Volkskrant, 23-02-2007, door Geke van der Wal
Interview | Marjolijn Februari
‘Te weinig romans gaan over de machtigen’
Volkskrant-columniste Marjolijn Februari schreef haar (bekroonde)
experimentele romandebuut toen ze 26 was. Daarna wilde ze even geen
prozaschrijver meer zijn. Deze week verscheen haar tweede – en eerste klassieke
– roman.
... De literaire kring speelt zich af in een welvarend
dorp. De leden van de leesclub zijn invloedrijke advocaten, accountants,
kunstaankopers, hoogleraren, bestuurders, bankdirecteuren. Ze lezen en
discussiëren over boeken – op niveau. De intellectuele rust wordt verstoord als
een vroegere dorpsgenote furore maakt met een autobiografisch boek. De leesclub
weigert aanvankelijk deze chicklit te lezen, uit dedain, maar ook omdat ze
vrezen dat de schrijfster – ze komt een lezing geven in het dorp – een
gemeenschappelijk geheim gaat onthullen.
De affaire die achter het geheim schuilgaat, zegt Februari,
is gebaseerd op een bestaande zaak over een Nederlands bedrijf dat zonder
waarschuwing giftige stoffen leverde aan een firma in Haïti als gevolg waarvan
meer dan zestig kinderen de dood vonden. Tot een rechtszaak kwam het niet, de
zaak werd voor een luttel bedrag geschikt door het Openbaar Ministerie. In
diezelfde tijd was er ophef over Marokkaanse jongeren die werden beschreven als
berekenende hangjongeren zonder normen en waarden. ‘Ik dacht: hoe kun je die
jongeren overtuigen dat ze zich anders moeten gedragen als de Nederlandse
overheid precies hetzelfde doet, of eigenlijk veel erger? Ik heb daar een
verontwaardigde column over geschreven, maar ja, dan houdt het op. Ik was blij
dat ik het kon gebruiken in mijn boek.’
Het milieu van machtige mannen in De literaire kring
wordt vernietigend beschreven, vooral de initiator van de club,
universiteitsbestuurder, beroemd hoogleraar, columnist en veelgevraagd
commentator in de media, de slimme, charmante Randolf Pellikaan, die weet dat
het beter is naar Palestrina te luisteren dan naar Mozart, en wiens ambitie
doorzichtig is en hoon oproept, maar omdat die ambitie zich in aangepaste en
betrouwbare vorm uit, is hij ongevaarlijk voor het systeem en dus bij uitstek
geschikt voor de macht. Het levert hem in de loop der jaren alle mogelijke
bestuursfuncties en promoties op.
Marjolijn Februari, die door veel organisaties wordt
ingehuurd als adviseur en meedenker: ‘Ik kom dit soort mensen vaak tegen in mijn
werk. Dan rijd ik altijd in grote woede naar huis. Toen ik hen kon gebruiken
voor mijn verhaal, vrolijkte me dat op. Macht corrumpeert nu eenmaal, dat is
overal zo. Er worden te weinig romans over deze laag van de bevolking
geschreven. Ik vind hen ook niet onsympathiek, ze zijn niet slechter of beter
dan anderen, ze hebben alleen meer macht dan anderen, en ze zouden het verschil
kunnen maken. Ik ben erg geïnteresseerd in goed burgerschap, in normen en
waarden. Ik zou willen dat het in dat debat meer gaat over wat mensen in hun
werk, in hun arbeidzame leven kunnen doen.’...
Red.: Ook wat commentaar van een
derde:
Uit:
De Volkskrant, 26-02-2007, column door Michaël Zeeman
Collaborateurs van de consensus
De leukste stukken in de nieuwe roman van mijn collega in de columnistiek van
deze krant, Marjolijn Februari, zijn de stukken waarin zij vergeten lijkt dat
zij een roman aan het schrijven is, geen column. Dan gaat zij ijskoud voor haar
personages staan en spreekt namens hen, fier en dwars, over wat haar in het
huidige Nederland ergert en wat daarin haar verontwaardiging wekt.
...
Met Marjolijn Februari en haar belangrijkste personages, een
verdienstelijk jurist, een vooraanstaand ‘captain of industry’, een geslaagde
advocaat en, welja, een journalist. Die laatste is enige tijd uit Nederland
weggeweest – ik was er al bang voor – en ergert zich bij terugkeer groen en
geel. Die eerste drie hebben onderwijl op het land en, dat vooral, op zichzelf
gepast. In het contrast dat zij aan hun verschillende posities en belangen
danken, ontstaat het commentaar. ‘Jij hebt geen principes’, wordt er over een
van hen genoteerd, ‘jij hebt een netwerk.’
Is het een roman en is die roman als roman geslaagd? Het zal mij
wat: geldt, juist onder neerlandici, de Max Havelaar niet als het belangrijkste
boek uit onze literatuur? Als ik het goed zie, dan breekt die literatuur nu uit
alle macht uit de kluisters van het naturalistische realisme, die aandoenlijke
verhaaltjes over deerniswekkend lusteloze mensen met beschamend geringe
intellectuele vermogens, en zoekt zij andermaal aansluiting bij de ideeënroman,
de collage en de documentaire die Max Havelaar bij uitstek is. Die romans vragen
van hun lezers een andere houding dan het louter toetsen van de verwachting of
het kunststukje vernuftig in elkaar geknoopt en deugdelijk afgehecht is; die
criteria kunnen altijd nog voor breiwerkjes worden aangewend.
De journalist Victor Herwig in De literaire kring is
achterdochtig en dat komt doordat hij zich interesseert voor het kwaad. ‘Altijd
zodra je ergens in prikte bleek er explosief materiaal in te zitten, altijd
zodra je ergens het deksel vanaf haalde kolkte er een lavastroom uit van
slechtigheid en bederf.’ Maar tegen de onverschilligheid van al die keurige
mensen in de leesclub is hij niet opgewassen: zij zijn de redelijkheid zelve en
redeneren elke rimpel glad. ‘Ik wens mij niet te excuseren voor mijn
pädagogische Provinz’, zegt één hunner, waarop een ander zich afvraagt:
‘waar haalde hij die woorden toch vandaan, uit een puzzelwoordenboek?’
Dat commentaar is niet alleen geestig, het is ook venijnig:
de schrijfster mag dan een in en in keurige dame zijn, met een indrukwekkende
verzameling diploma’s, zij doorziet bovenal de fraude die in al die keurigheid
schuilt. Nette, weldenkende mensen, daar is zij door omgeven – steunpilaren van
de maatschappij, die nooit iets verkeerds zullen zeggen of iets ongepasts zullen
doen. Maar zij zijn collaborateurs van de consensus, want wegkijken en
wegredeneren zijn ook laakbaar. Zij maken zich druk om futiliteiten en hebben
hun kolossale verantwoordelijkheden voor zichzelf teruggebracht tot een amusant
tijdverdrijf, ‘elk jaar is een prullenbak’.
Het sterke is, dat Februari haar personages op niveau
tegemoet treedt: zij bespot de intellectuele en bestuurlijke elite van Nederland
niet alleen, zij leest haar ook de les. ...
Naar Houding top I , Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|