Bronnen bij Psychologische krachten: conformisme
De eerste experimenten aan het verschijnsel conformisme zijn gedaan door
Solomon Asch, zie hier
. In Beslissingen
wordt een wat gewijzigde vorm ervan gebruikt: in het experiment vult men een
kamer met enkele tientallen vrijwilligers, die een scherm te zien krijgen
met daarop de volgende afbeelding:
Aan de zaal wordt gevraagd: welk van de staafjes in het linker diagram is
even lang als het staafje in het rechter diagram? Het is niet al te
opzichtig maar toch wel redelijk duidelijk dat dit het middelste is.
Vervolgens wordt de zaal geïnstrueerd om
foutief te antwoorden: het linkerstaafje. In de zaal wordt de proefpersoon
binnen gelaten, die niets weet van de afspraak. De vraag wordt weer gesteld:
welk van de staafjes in het rechter diagram is even lang als dat in het
linker diagram? De zaal antwoordt openlijk foutief: de linker. Wat doet de
proefpersoon: stemt hij op het juiste staafje: de middelste, of volgt hij de
meerderheid in hun foute keuze? Oftewel: volgt hij zijn verstand, of zijn
emoties? Het antwoord na het doen van een aantal van deze tests is: circa
tachtig procent van de mensen volgt de meerderheid, en kiest voor het foute
staafje. Conformisme.
Er zijn inmiddels talloze andere omstandigheden ontdekt waarbij het
verschijnsel werkt (de Volkskrant, 20-05-2011):
De onderzoekers noemen nog wat conclusies:
Dat laatste is een gevolg van een ander reeks onderzoeken, naar de uitkomst
van het giswerk van een grote groep mensen naar een waarneembaar feit uit de
werkelijkheid -het standaardvoorbeeld zijnde het gewicht van een koe (of
varken of zoiets). Naarmate je dat door meer mensen laat doen, klopt de
gemiddelde uitkomst beter met de werkelijkheid, en is ook beter dan van
"deskundigen" als boeren. Waarbij de clou dus zit in het aantal. Als de
deelnemers elkaar uitkomsten kunnen zien, oordelen ze niet meer
onafhankelijk maar conformistisch, en neemt effectief het aantal
onafhankelijke deelnemers sterk af - de uitslag komt verder van de
werkelijkheid.
Een overbekend voorbeeld van de afwijkingen veroorzaakt door conformisme
is de financiële wereld (de Volkskrant, 06-08-2011, hoofdredactioneel commentaar, door Fokke
Obbema):
Waarbij het duidelijk is dat de auteur dit als een bekend
gegeven beschouwd: door kuddegedrag, conformisme, reageren financiële
markten altijd disproportioneel op kleine veranderingen in de markt.
Een nieuw onderzoek
(de Volkskrant, 21-11-2013, van verslaggever Jeroen Trommelen):
Het kan nog preciezer geformuleerd worden, met behulp van
de het hier geformuleerde centraal stellen van scenario's als
verwerkingseenheid van geheugen en evaluatie: voetstappen maken deel uit van
een menselijk scenario, pijlen niet. Dat wil zeggen: door middel van
voetstappen wordt het reflexmatige en emotionele systeem aangesproken, met
pijlen het rationele.
En als je iets wilt bereiken moet je dan in eerste instantie vertrouwen
op het groepsgedrag - en het conformisme. En dit gaat dus fout:
Want men past zich dus aan aan het gemiddelde.
Dit alles is nu steeds beter te meten:
Maar natuurlijk. Want het evolutionair niet effectief om een vastgesteld
idee van wat "fout" is te hebben, want de omstandigheden kunnen veranderen.
En dat geldt op alle mogelijke terreinen:
En op deze daadwerkelijke processen moet je je beleid aanpassen. Met dit als
voorbeeld van ene al redelijk bekende fout:
Tenzij de straffen, boete is een straf, natuurlijk echt effectief zijn. Geen
boete voor te snel rijden in de bebouwde kom, maar in beslagname van de
auto. Dat werkt automatisch wel.
Naar Psychologische krachten
, of site home
·.
|