Bronnen bij Neurologie: use it or lose it

Voorbeelden van de in Engelse termen bekend geworden regel use it or lose it, zeggende dat als je een bepaalde functionaliteit van je hersenen niet gebruikt, je er slechter in wordt (de Volkskrant, 27-08-2009, door Malou van Hintum):
  'Beweeg in gedachten en je revalideert beter’

Patiënten die vanwege peesletsel aan hun hand een spalk dragen, herstellen sneller wanneer zij in gedachten handbewegingen oefenen. Dat zegt plastisch chirurg in opleiding Martin Stenekes (1976), verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij promoveert 2 september op zijn bevindingen.

Wat een opmerkelijk verhaal.
‘We wisten al dat bij beschadigingen van het centrale zenuwstelsel, zoals een hersenbloeding, motorische verbeelding helpt om lichaamsdelen weer aan de gang te krijgen. En we wisten ook dat sporters beter presteren als ze hun training niet alleen in het echt, maar ook nog eens in gedachten doen. Maar dat het ook zou helpen bij lichamelijk letsel, dat is nieuw.’

Waarom helpt denken?
‘Omdat je daarmee het proces in de hersenen in stand houdt dat nodig is om een bepaalde beweging te maken. Doe je dat niet, dan treedt er verval in. ‘Een spalk zit er zes weken. Dat lijkt kort, maar zes weken zijn al voldoende om onhandig te worden in je bewegingen. Kennelijk verleren de hersenen dat snel. Blijf je de bewegingen in gedachten maken, dat kan de revalidatie sneller verlopen.’   ...

Wat alleen maar opvallend is omdat het om beweging in gedachten gaat.

Hier het klassiek geval (de Volkskrant, 07-08-2013, van verslaggeefster Sterre Lindhout):
  Rust roest: studie bewijst dat bewegen hersenen fit houdt

Ouderen die veel bewegen, zijn mentaal ook fitter. Dat komt doordat zenuwbundels in hun hersenen beter op peil blijven, ontdekten neurologen van het UMC St Radboud in Nijmegen in een onderzoek onder 450 ouderen die een beroerte hebben gehad. De resultaten van de studie staan vandaag in het medische tijdschrift NeuroloyR.
    Artsen vermoedden al langer een positief verband tussen beweging en denkvermogen, maar hoe dat kwam, wist men niet. Nu wel: de onderzoekers vonden bij fysiek actieve ouderen minder beschadiging in de hersenzenuwen, de 'witte stof'. Die bestaat uit bundels van miljoenen vezels die de hersengebieden met elkaar verbinden.
    'Simpel gezegd is het de telefoonbedrading van ons brein', zegt neuroloog Frank Erik de Leeuw. 'Als die beschadigd is, ontstaan allerlei stoornissen, in het denken, maar ook in het lopen en praten.' Ook toonde het onderzoek aan dat beweging een positieve invloed heeft op het voorste deel van de hersenen, de frontale kwab, die onder meer verantwoordelijk is voor keuzes maken en handelen.    ...
    Het verband tussen beweging en de kwaliteit van de hersenzenuwen is gemeten met een internationaal erkende methode. De ouderen kregen punten per type activiteit. Op grond daarvan werden ze in vier groepen verdeeld. De eerste groep bewoog per dag een uur, de laatste twee tot drie uur.
    'Met beweging bedoel ik geen topsport', zegt De Leeuw. 'Gewoon tuinieren, of een stukje fietsen is al genoeg om de hersenzenuwen in een goede conditie te houden.'
    De groep patiënten is tussen de 50 en de 85 jaar en wordt al sinds 2006 gevolgd. Hun brein wordt geregeld gescand met een nieuw type MRI-scan, de Diffusie-tensor Imaging (DTI). Daarnaast vulden ze vragenlijsten in over hun opleiding, sociale positie, ziektegeschiedenis en bewegingspatroon.    ...

Iets dat gezond verstand allang wist.

Een moderne versie (de Volkskrant, 05-09-2013, van verslaggever Marc Seijlhouwer):
  Oudere hersens fitter door game

Een potje racen op de computer heeft een gunstig effect op de hersenen van ouderen. Dat is nogal verrassend, want speciale hersentrainspelletjes werken nauwelijks.


Tussentitel: Na een maand trainen waren de ouderen even goed als beginnende twintigers

Ouderen worden alerter en kunnen langer hun aandacht bij een taak houden na het spelen van een videospelletje. Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit van Californië, waarover Nature vandaag bericht.
    Nadat ouderen een maand lang een racespelletje speelden, kost het ze veel minder moeite om te multitasken. Bovendien verbeterde het werkgeheugen van de ouderen en konden ze hun aandacht langer bij een taak houden. Dat zijn opmerkelijke successen, aangezien het spel alleen was ontworpen om het multitasken te verbeteren.
    Ouderen werd gevraagd om in een maand tijd minstens twaalf uur in het spel te steken. Tijdens de eerste ontmoeting keken de onderzoekers hoe het gesteld was met de cognitieve vermogens van de ouderen en vergeleken die met de vaardigheden van een controlegroep met jongere mensen.
    Multitasken blijkt veel meer moeite te kosten naarmate mensen ouder worden. Met het spelletje kon die aftakeling volledig worden gekeerd: na een maand trainen waren de ouderen net zo goed in het spel als twintigers die het voor het eerst speelden en was hun vermogen om te multitasken op hetzelfde niveau.
    Bovendien bleef de verbetering in stand; een half jaar na het spelen van het spel waren ouderen nog steeds aanzienlijk beter in verdelen van de aandacht.    ...
    De verbetering van hersenfuncties is opmerkelijk, omdat zo'n effect bij eerder onderzoek naar 'hersentrainers' niet gevonden werd. ...

Die hersentrainers doen gewoon geheugen- en rekenoefeningen. Er zijn dus twee redenen waarom de oefening uit bovenstaande onderzoek wel werkt, en die hersentrainingen veel minder of niet: ten eerste: het betreft bewegingen. De directe tegenwerping luidt dat gamen geen beweging is. Dat is onjuist. Uit andere experimenten is bekend dat het zien van bewegingen in aanzienlijke mate dezelfde effecten heeft als het bewegen zelf uitleg of detail - en dit spel was een racespel, dus met een aanzienlijke component van bewegen. De hersentrainspelletjes zijn puur intellectueel.
    De tweede reden waarom dit racespelletje wel werkt, is omdat het direct te maken heeft met ruimtelijke ervaringen. Moderne onderzoeken naar de werking van het geheugen laten zien dat dit in sterke mate een "totaalpakket" effect heeft, en complete gedragservaringen opslaat met een belangrijke rol voor de ruimtelijke aspecten uitleg of detail .
   Kortom: de verrassing die spreekt uit het artikel, in de kop van de webversie letterlijk uitgesproken, wijst op gebrek aan inzicht in de werking van de hersenen. Dat is geen computer voor de verwerking van informatie, maar veel eerder een gedrags- en ervaringsverwerkingsmachine.

Weer eens een letterlijk gebruik (de Volkskrant, 29-02-2020, door Ranne Hovius):
  Wandel en blijf gezond

In een aanstekelijk overzicht legt breinonderzoeker Shane O'Mara uit hoe en waarom wandelen je welzijn bevordert en je hersenen jong houdt.


Tussentitel: Zodra een mens overeind komt en gaat lopen, schiet ook het brein overeind

Koop een stappenteller en wandel: zo luidt het kort samengevatte advies van de Ierse breinonderzoeker Shane O'Mara in Te voet. We bewegen te weinig en eten te veel, terwijl ons lichaam is afgestemd op een tijd waarin voedsel schaars was en lopen het enige transport. Tot zover niets nieuws. We weten dat meer bewegen goed is voor alles aan ons: van hart, gewicht, longen en spijsvertering tot levensduur en stemming. Maar waarom speciaal die stappenteller en dat wandelen?    ...
    O’Mare, die als hoogleraar breinonderzoek de cognitie en het geheugen bestudeert, laat aan de hand van verzamelde onderzoeken, experimenten, moderne scantechnieken en statistieken zien hoe de positieve ervaringen van de wandelende filosofen en hemzelf gestaafd worden door de wetenschap. Zo laat een simpel experimentje zien dat zelfs overeind gaan staan al een positief effect heeft: wanneer deelnemers aan het experiment gevraagd werd een eenvoudige cognitieve taak te verrichten deden ze dat opvallend beter wanneer ze stonden dan als ze zaten. En uit een ander experiment bleek dat bij een groepje ouderen dat een jaar lang drie maal in de week een wandeling deed, de normale veroudering van hersengebieden voor leren en geheugen met twee jaar werd teruggedraaid.
    Wat er gebeurt, aldus O’Mara, is dat zodra een mens overeind komt en gaat lopen, ook het brein overeind schiet. Verspreid over het hele brein worden gebieden actief: het gehoor, gezichtsvermogen en de reactiesnelheid verbeteren, je doet een beroep op je evenwichtsgevoel en op de coördinatie van je motoriek, je moet anticiperen op de bewegingen van anderen om je heen, de in je brein gevormde cognitieve kaarten van de omgeving worden geactiveerd en bijgewerkt en het geheugen helpt ons naar onze bestemming. En in een actief brein vormen hersencellen gemakkelijker nieuwe verbindingen, wat goed is voor het nemen van beslissingen, het oplossen van problemen en voor je creativiteit.
    Hoe nauw bewegen en het brein met elkaar verbonden zijn, illustreert O'Mara aan de hand van de zakpijp, een zeediertje dat leeft in poeltjes in rotsen langs de kust. Als larve zwemt hij vrij rond, jaagt hij op voedsel en probeert hij uit de buurt te blijven van wie trek in hem heeft. Als hij groter wordt, hecht hij zich aan een rots en verliest zijn bewegingsvrijheid. Als larve beschikt hij over een oog, een simpel brein en een ruggegraatje. Maar zodra hij vastzit aan de rots eet hij alle drie op. O'Mara: 'Wat we hiervan leren is overduidelijk: de hersenen hebben zich ontwikkeld ten behoeve van het bewegen. Als je vast zit, op één plek, met je voedsel om je heen, waarvoor zou je dan nog een kostbaar brein nodig hebben?' Use it or lose it. Hetzelfde geldt voor menselijke hersencellen: gebruik ze want anders verdwijnen ze.    ...

Juist.


Naar Neurologie, organisatie  , Neurologie, overzicht, globaal  , of site home  ·.

13 sep.2009