Drugs psychologisch, de lichtere gevallenDrugsverslaving wordt vaak als een grote geheel behandeld, maar dat is aanleiding voor verwarring. Er zijn op zijn minst drie grote tweedelingen te maken: lichtere en zwaardere middelen, lichtere en zware psychologische problemen, en jongere en oudere gevallen.De eerste twee vallen grotendeels samen. Er is wel een verschil in dat in een eerlijke analyse van lichtere drugs, ook de sociaal aanvaarde versies die meestal niet als drugs worden gezien, roken, drinken, winkelen, enzovoort, moeten worden meegenomen - dit is gedaan hier . Dat artikel laat zien dat veel van de lichtere "drugs" een weerslag zijn van sociologische problemen - waarin de psychologie slechts een rol speelt als kwetsbaarheidsfactor. Een ander verschil tussen de eerste twee volgt uit de derde tweedeling, die van jong-oud, want die laat een opmerkelijk verschijnsel zien: ongeveer 80 procent van de jongere verslaafden aan de zwaardere drugs houdt daar na ongeveer het dertigste levensjaar vanzelf mee op. Dat wordt gewoonlijk gerelateerd aan het krijgen van een relatie en/of baan, maar de overeenkomsten die daarin te vinden zijn, kunnen met het grootste gemak ook andersom uitgelegd worden: die groep krijgt een relatie en een baan omdat ze met de drugs stoppen. Dus een volkomen gelijkstelling tussen zwaardere middelen en zwaardere psychologische problemen is niet juist - van zware psychologische problemen kom je niet zomaar af op je dertigste. In deze analyse houden we de groep van zware psychologische gevallen er buiten. Waarschijnlijk komt ze overeen met ernstigere neurologische problemen, en ligt de aanpak daarvan vrijwel geheel of volledig op het medische vlak, met gebruik van (zwaardere) psychofarmaca. In dit artikel gaat het over het gebruik van zwaardere drugs, bij het bestaan van slechts lichtere psychologische problemen. De analyse waarvan overigens ook van toepassing is op de lichtere en de sociaal aanvaarde drugs - beide soorten zullen hieronder langskomen De belangrijkste maatschappelijke discussie gaat natuurlijk over de zwaardere drugs. Die discussie is in een stroomversnelling gekomen door de opvattingen van voormalig psychiater Theodore Dalrymple, die diverse boeken over onder andere dit onderwerp heeft geschreven. Onderstaand een weerslag van die discussie. We beginnen met een artikel dat niet van of over Dalrymple is, maar in feite dezelfde opvattingen verkondigt (de Volkskrant, 03-01-2006, door Caspar Janssen):
Nu een stuk uit één van de artikelen van Dalrymple (de Volkskrant, 03-10-2006, door Theodore Dalrymple):
Dit mag hier daar wat overdreven gesteld zijn, maar de overeenkomsten met de ervaringen van Geurtz zijn opmerkelijk. Natuurlijk slaat de politieke-correctheid meteen terug (de Volkskrant, 17-11-2006, boekrecensie door Martin Sommer):
En ook de belanghebbenden, de behandelaars-ideologen, komen in het geweer (de Volkskrant, 09-11-2006, door Freek Polak, psychiater en bestuurslid van de Stichting Drugsbeleid):
Hoewel die laatste bewering van Dalrymple wel enig hout snijdt, lijkt het effect van het verbod toch dusdanig negatief (te rijke criminelen) dat legalisering overwogen zou kunnen worden. Nog meer commentaar (de Volkskrant, 30-11-2006, door Cor de Jong, Arnts Schellekens, Ben van de Wetering, en Pieter-Jan Carpentier):
Een kleine analyse van deze argumenten hier . Nu de "buitenstaanders" die een wat frissere blik hebben (de Volkskrant, 05-12-2006, ingezonden brief van Harrie Jansen, medisch socioloog (Rotterdam)):
En dit is wat de echte deskundigen ervan vinden. Eerst een verpleegkundige die ook constateert wat de redactie al bij voorbaat heeft gedaan en de heren professionals vergaten: het splitsen in categorieën (de Volkskrant, 09-12-2006, ingezonden brief van Bauke Koekkoek, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige (Zeist)):
En voorlopig tot slot in deze kleine reeks het door Koekkoek al genoemde artikel van de beste deskundige, de ex-verslaafde (de Volkskrant, 05-12-2006, door G. Buisman, ex-heroïneverslaafde):
Voor een voorbeeld van dit soort verslaafde als ze er nog aan toe zijn, zie hier . Hier wat over de meest verspreide verslaving (VARA TV Magazine, nr. 50-2006, door Caspar Janssen):
Daarmee is de cirkel wel rond. Natuurlijk is de simpele oplossing niet de oplossing voor alle gevallen, maar het is nu wel duidelijk dat de simpele oplossing de voorkeursaanpak voor de meeste gevallen. De meeste gevallen zitten met andere geestelijke problemen die de verslaving makkelijk hebben gemaakt, en het zijn die problemen die oplossing behoeven, niet de verslaving. Voor een groot deel van die mensen is de aanpak van die geestelijke problemen ook eerder simpel dan ingewikkeld: het vinden van een levensdoel dat voldoende afleiding biedt, en toch niet te ingewikkeld is. Waarop onmiddellijk het model van de Rijnlandse zorgboerderij/-gemeenschap in het beeld komt . Caspar Janssen geeft ook een duidelijke clou voor de zoektocht naar de reden van het niet kunnen stoppen. De zinnen volgende op het laatste fragment luiden: 'Een heel leuk gesprek', zegt Van Hoorn na afloop en ik ben het helemaal met hem eens. In staat van euforie meld ik me later in een nachtcafé in Amsterdam. Oftewel: het roken past in de stadse levensstijl: uitgaan, cafés, roken, en voor velen drugsgebruik. Nog eens in de woorden van Harrie Jansen, boven: Nog een stapje verder, en dan is verslaving weer gewoon verslaving: een eigenaardig gedragspatroon dat in vele varianten voorkomt, soms gebonden aan een stof die ingenomen wordt, soms aan een activiteit. In heel veel gevallen nauwelijks een probleem, maar in een klein aantal gevallen heel problematisch zowel voor de persoon in kwestie als voor zijn omgeving. De stof die Caspar Janssen inneemt, nicotine, is voor een belangrijk deel een activiteit, roken, en dat hoort weer bij andere activiteiten, zoals het naar nachtcafés gaan. Van dat soort verslavingsactiviteiten zijn er vrij veel, en allemaal hebben ze zowel een psychologische als een sociale component. Meer over dat laatste hier . En de voorgaande letters waren nog nauwelijks getypt, toen Caspar Janssen onbedoeld zelf deze analyse bewees - samen met uitgebreid commentaar te vinden . Een paar jaar later een voor de centrale stelling, veel drugsgebruik is een probleem van levenshouding, zeer betrouwbare ondersteuning, namelijk komende uit een bron die niet over het onderwerp gaat (de Volkskrant, 20-07-2010, door Annette Posthumus):
Natuurlijk heeft die klassieke muziek niets met drugs te inmaken. Het heeft wel te maken met de psychologische leefomgeving. En uit een heel ander onderzoek bleek één van de mogelijk relevante aspecten van die totale levenshouding (DePers.nl, 21-06-2010, door Marcel Hulspas):
Dit klopt als een bus met het vorige: het min of meer recreatieve drugsgebruik als in het hotel, de correlatie met bepaalde soorten muziek, en sterke de beperking tot jongeren. Naar Psychologische krachten , Psychologische praktijktips , of site home . |