Beslissingen: risico-analyse

Wetenschapsjournalist Huub Schellekens, in de Volkskrant van 16-10-2004, geeft als voorbeeld van de inschatting van risico's door de mens het geval van de gevaren voor een kind in een vliegtuig in twee gevallen: als kind op schoot van de ouder, of als passagier in een aparte stoel.

Het Amerikaanse congres heeft een hoorzitting gehouden over dit geval, naar aanleiding van een noodlanding (UAL232, Sioux City, uitleg of detail ) waarbij kinderen die op schoot zaten bij het ongeluk door het vliegtuig waren geschoten en omgekomen. Het besluit was het op schoot meenemen te verbieden. Dit besluit is emotioneel en onjuist.

De rationele afweging is de volgende: het verplichten tot het meenemen van kinderen in een aparte stoel vermindert het aantal doden onder kinderen bij vliegtuigongevallen. Maar het laten reizen van kinderen in eigen stoelen betekent dat het reizen voor een gezin aanzienlijk duurder wordt. Of de ouders moeten voor de stoelen van hun kinderen betalen, wat voor een gezin met twee kinderen een verdubbeling van de reiskosten betekent, of de kosten van de kinderstoelen worden omgeslagen over alle inzittenden, wat betekent dat de reiskosten van iedereen aanzienlijk stijgen.

Als de kosten van een reis per vliegtuig aanzienlijk stijgen, zal er een verschuiving optreden in de aantallen die per vliegtuig of per auto reizen, en het aantal autoreizen zal toenemen. In het geval van het betalen door de ouders zelf, zal die toename aanzienlijk. Nu is algemeen bekend dat het reizen per auto veel gevaarlijker is dan per vliegtuig. De toename in autoreizen betekent een toename in doden en gewonden. Het is zelfs zonder rekenen makkelijk in te zien dat deze toename van het aantal reisdoden veel groter is dan de afname in het aantal vliegtuigreis doden ten gevolge van een verplichte stoel voor kinderen.

Het Amerikaanse congres kwam tot zijn besluit mede onder invloed van de getuigenis van de stewardess van de ongeluksvlucht die aanleiding was voor het onderzoek. Ze had bij de aankondiging van de noodlanding de ouders opgedragen de kinderen stevig op de grond voor hen te zetten, en na het ongeval ouders helpen zoeken naar omgekomen kinderen. In de woorden van Schellekens: zij gaf het gedode kind een gezicht, daar waar de tientallen kinderen die om zullen komen in het verkeer in de statistiek verstopt zitten en anoniem blijven.

Dit geval is een van de vele waarin mensen en instanties besluiten nemen op grond van emoties, die lijnrecht ingaan tegen de doelstelling die ze met hun besluit nastreven, maar die door kleinmenselijke emoties en kortzichtigheid voor hen het beste lijken.

Een ander, grootschaliger, voorbeeld zijn de afwegingen rond de terreurdreiging door groepen als Al Qai'da. Ondanks het schijnbaar grote aantal doden bij diverse aanslagen, is het risico voor een gemiddelde burger miniem, vergeleken met diverse bedreigingen uit het dagelijkse leven, zoals autorijden en epidemie (de Volkskrant, 25-08-2005, column door Marcel van Dam):
  De pandemie van de angst

Neem twee risico's waaraan mensen bloot staan. Het risico van een terroristische aanslag en het uitbreken van een wereldwijde griepepidemie met een gemuteerd vogelgriepvirus. Van beide mogelijkheden zeggen deskundigen dat het niet de vraag is of het gebeurt maar wanneer het gebeurt.
    Griep vormt feitelijk een veel groter gevaar dan terrorisme. Aan de gewone griep sterven nu al in Nederland in een beetje griepjaar enkele duizenden mensen. Een pandemie met een nieuw griepvirus zal wereldwijd vele miljoenen mensen het leven kosten. In Nederland zullen zelfs met een heel goede voorbereiding vele duizenden, wellicht tienduizenden mensen het slachtoffer worden.
    Vergelijk nu eens de angst die heerst voor een pandemie met een nieuw griepvirus en de angst voor het terrorisme. ...

Desalniettemin is zowel de financiële als maatschappelijke kosten van de tegenmaatregelen tegen het eerste zeer vele malen groter als tegen de tweede, wat dus en volstrekt irrationele keuze is.

Een rationele politiek is er op gericht om mensen deze fouten niet te laten maken. Omdat bewezen is dat in dit soort gevallen waarin statistische gegevens een rol spelen de gemiddelde mens niet in staat is de juiste redenaties te volgen, moeten ze niet de mogelijkheid krijgen om dit soort besluiten te nemen; dit sluit de gewone bevolking uit. Het betekent ook dat de mensen die dit besluit voor hen moeten nemen zich niet door deze mensen mag laten beïnvloeden; dat sluit de politiek in haar huidige vorm uit. Voorlopig is er dus maar een manier om het aantal van dit soort foute besluiten terug te dringen: ze overlaten aan degenen die wel met statistiek kunnen werken, in zijn algemeenheid: wetenschappers. De kans op een dergelijk stap genomen wordt moet echter vergeleken worden met de overeenkomstige situatie dat iemand arachnofobie zal leren om niet bang te zijn voor spinnen, niet erg groot dus. Voor een voorbeeld waaruit dit blijkt, zie hier  .


Naar Beslissingen  , of site home  .