Bronnen bij Linkse denkfouten: slachtofferschap
Onderstaand een bron over de algemene cultuur van het slachtofferschap. Over de
linkse variant volgt nog een apart stuk:
Uit:
De Volkskrant, 02-03-2007, door Martin Sommer
Alleen maar slachtoffers
Compassie en slachtofferschap komen in de plaats van ideologie en
belangenstrijd. Daar krijg je geen sterke mensen van.
Tussentitel: Politieke belangenafweging legt ‘t af tegen de ethiek van de
schuld
Wat is er mis met schuldgevoel?, vroeg Adriaan van Dis zich onlangs in Cicero
af. Hij schreef een roman over zijn wandelingen in Parijs, een keurig gesteven
heer die zich geneert voor zijn blakende toestand te midden van hompelaars,
gaarkeukeneters en brandslachtoffers. Wat schieten we op met schuldgevoel?, was
de retorische vraag van Pascal Bruckner, schrijver en filosoof in datzelfde
Parijs. Hij publiceerde La tyrannie de la pénitence – ‘Tirannie van het
berouw’, ondertitel ‘Essay over het westerse masochisme’. Titel en omslag, een
afbeelding van het vagevuur, spreken voor zich. Wij in het Westen leven met een
ontkerstende versie van de erfzonde, en naarmate we denken dat het geloof langer
achter ons ligt, wordt de christelijke boodschap sterker.
Dat het crypto-christendom een vlucht neemt, zal niemand in
Nederland verbazen, met zo’n VU-kabinet. En dat socialisme christendom is met
andere middelen, kun je in deze domineesdelta evenmin nieuws noemen. Gelukkig
heeft Bruckner meer in de aanbieding. Hoe komt het, is zijn vraag, dat we eerst
de Koude Oorlog met vlag en wimpel gewonnen hebben, en dat we uitgerekend nu
meer dan ooit ineenkrimpen van schuldgevoel en schaamte? De halve Derde Wereld
staat op de deur te bonzen omdat Europa de zaken goed voor elkaar heeft, van
uitkeringen tot mensenrechten. Maar wijzelf kennen geen hoger gebod dan onszelf
in het stof te wentelen. ...
Waar je ook kijkt, wij Europeanen, of meer in het algemeen:
wij westerlingen, zijn verantwoordelijk. Voor de slachtpartijen van Pol Pot in
Cambodja, voor het Iran van de mollahs, voor de ellende in het Midden-Oosten.
Vaak hoor je de klacht, aldus Bruckner, dat er in de westerse media zo
clichématig over Afrika wordt bericht – als een continent van zielepoten. Maar
wie zegt dat Afrikanen zelf voor hun ontwikkeling moeten zorgen, krijgt de wind
van voren. Wij hebben kennelijk juist die clichés nodig om onszelf te kunnen
kastijden. ...
Je zou kunnen zeggen dat Bruckner met zijn nieuwe boek de ideeën uit De snik van
de blanke man nog een keer door de machine haalt. Met dien verstande dat zijn
opvattingen over Afrika met de immigratie zijn meeverhuisd naar Europa. In
Frankrijk wordt altijd wat meer met de hamer gefilosofeerd dan hier, en dus
liggen de krasse voorbeelden voor het oprapen.
Zo vond de onlangs overleden filosoof Derrida dat we allemaal
terroristen zijn, aangezien we niet voldoende ondernemen tegen de aids in
Afrika. Zijn collega Baudrillard schreef na 11 september 2001 een ophefmakend
stuk in Le Monde, waarin hij duidelijk liet blijken klammheimliche
Freude te koesteren over de aanslagen. Strekking: wij westerlingen hebben
dit over ons afgeroepen en verdienen niet beter. Een opvatting die in Nederland
door het leven gaat als de voedingsbodemtheorie. ‘Men slaat ons, dus wij zijn
schuldig’, is de slotsom van Bruckner.
Bij die gedachtengang hoort dat uitsluitend Europa een
koloniale macht is geweest, nooit Turkije, China of de Arabieren. De misdaden
van het christendom worden breed uitgemeten: de heksenprocessen, de inquisitie,
de kruistochten. Klachten over de islam worden vlot bestempeld als ‘islam
bashing’ – christendom-bashing bestáát niet eens.
In de Franse Assemblée werd in 2002 de geruchtmakende
wet-Taubira (naar het gelijknamige, uit Frans-Guyana afkomstige Kamerlid)
aangenomen. Daarin werd de Europese slavernij als misdaad tegen de menselijkheid
bestempeld – maar geen woord over de Arabische slavernij of die in de zwarte
Afrikaanse rijken. Opmerkelijk, temeer omdat uiteindelijk in Europa het
initiatief werd genomen de slavernij af te schaffen, hetgeen in Mauretanië
bijvoorbeeld pas in 1980 gebeurde.
Je kunt met Adriaan van Dis zeggen: wat is er mis met
schuldgevoel, daar wordt de wereld alleen maar beter van. Maar dat is niet zo,
meent Bruckner. Onze houding is in wezen een hoogmoedige. Europa eist alle
barbarij voor zich op. Als er voor de anderen, de Afrikanen, de Palestijnen of
de immigranten, geen verantwoordelijkheid meer over is, resteert slechts de
infantiliteit, het slachtofferschap. Dat heeft aantrekkelijke kanten, want
slachtofferschap geeft rechten zonder plichten. Lijden wordt een politieke
ambitie.
De kwestie is of er op grond van lijden, schuld en boete,
fatsoenlijke politiek te maken valt. Daarover schreef de Franse socioloog
Guillaume Erner La société des victimes – ‘De slachtofferssamenleving’ –,
dat leest als een vervolg op Bruckner. ...
Ook Erner stelt vast dat ideologie of belangenstrijd plaatsmaakt voor compassie.
Het gevolg is een ‘épidemie victimaire’, een enorme proliferatie van het
slachtofferschap. ...
En zo wordt de stoet van slachtoffers op het Journaal
steeds langer, van aanslagen, van misdrijven, van oorlogen, van honger of
werkloosheid. Erner geeft een voorbeeld uit Le Monde, waar een neergestort
vliegtuig bij Parijs met 364 mensen aan boord dertig jaar geleden werd beschouwd
als een ‘gemengd bericht’, een toevallige gebeurlijkheid. Daarvoor volstond een
berichtje van tien regels. Twee jaar geleden stortte er weer een vliegtuig neer,
ditmaal met 143 mensen, waarover de kwaliteitskrant niet minder dan 38 artikelen
publiceerde.
Wij hebben Adriaan van Dis, in Frankrijk heb je de
‘compassionele intellectueel’, type wijlen Pierre Bourdieu, die met zijn Misère
du Monde een vuistdikke catalogus schreef van alle leed dat je maar kunt
bedenken. De geestige variant was de cabaretier Coluche, helaas allang
overleden, die zich in 1981 kandideerde voor het presidentschap namens alle
slachtoffers, te weten ‘verslaafden, alcoholisten, vrouwen, parasieten,
jongeren, ouderen, artiesten, gevangenen, nichten en niet te vergeten
oud-communisten’.
Net als Bruckner het schuldgevoel verklaart Erner de passie
voor het slachtofferschap vooral met het vacuüm van ‘oud-links’. Helemaal nieuw
is dat niet. De Nederlandse criminoloog Hans Boutellier verbond al in zijn
dissertatie Solidariteit en slachtofferschap (1993) de populariteit van
het slachtoffer met het verval van ‘de grote verhalen’, zoals daar zijn God, de
Natuur, de Mens, de Ratio, de Natie of de Geschiedenis. Bij gebrek aan een
samenhangende ideologie blijft alleen het slachtoffer over als moreel ijkpunt.
We delen als enige waarde nog de idee dat lijden niet mag. Boutellier was om die
reden positief over de herontdekking van het slachtoffer, maar ook omdat na de
vrijheid-blijheid van de jaren zestig en zeventig voor het eerst weer over
criminaliteit en moraal kon worden gesproken. ...
In Frankrijk bestaat er sinds drie jaar een speciaal staatssecretariaat voor
slachtoffers. Met een gratis telefoonnummer om leed te melden. Wekelijks komen
er zevenduizend telefoontjes binnen. Elk lijden is ondeelbaar en onverteerbaar,
moet worden voorkomen of aangepakt. De uiterste consequentie van het
slachtofferdenken is de Dierenpartij. Dieren liegen niet en bedriegen niet, kun
je dezer dagen op de radio horen. Dieren zijn per definitie niet
verantwoordelijk, kunnen geen daders zijn en zijn dus slachtoffers. Aan zo’n
Dierenpartij kun je zien hoe fundamenteel de verschuiving is naar een door
compassie aangedreven politiek. De dieren zijn als het ware mens geworden.
...
Christelijke wortels of niet, de moeilijkheid van
slachtofferspolitiek is dat hij te mooi is voor deze wereld. Al het leed moet
worden aangepakt, en daarom wordt de politiek permanent en hopeloos overvraagd.
‘Goede doelen’ eigenen zich het lijden toe, er ontstaat
slachtoffersondernemerschap en concurrentie tussen slachtoffers. De
reclamespotjes zijn niet te negeren. ‘Kindermishandeling. Verwaarlozing.
Honderdduizenden slachtoffers. In Nederland! Wanneer gaan onze ogen open?’
De politiek staat machteloos, kan niet kiezen, want je kunt
niet besluiten wat erger is: een tsunami, pedofilie of huiselijk geweld. Kant
zei het al: het huilende kind eist alle aandacht op. Tegen een snik kun je geen
nee zeggen. En dus wordt de vraag steeds prangender waarom wel Irak en niet
Darfur, waarom wel aids-pillen en geen malariaprik, wel liefde voor de kat en
niet voor de kip?
Zo legt de politieke belangenafweging het af tegen de ethiek
van de schuld. Politici kunnen niet veel meer dan van de nood een deugd maken.
Machiavelli wees er al op: de heerser moet zo nu en dan een brok in de keel
hebben. Maar Max Weber voorzag al een kleine eeuw geleden dat de ergste
dictaturen worden gegrondvest op de beginselen van het Leger des Heils.
Compassie in de politiek leidt tot terreur, aangezien het lijden ten koste van
alles teniet moet worden gedaan. De weerzin om te moeten leven met leed, bracht
eerst de Franse Revolutie, toen de guillotine en de terreur. Revoluties worden
niet half gemaakt, zei Saint-Just, en Stalin zei het hem na. ...
Naar Linkse denkfouten
, Politiek lijst
,
Politiek & Media overzicht
, of site home
.
|