Bronnen bij Veeleisendheid: armen
Niet alleen bijna rijken,
maar ook bij armen komt veeleisendheid voor. Ook daar begint het met: "Ik wil me
... niet ontzeggen, want ..." De hele bedrijfstak van postorderbedrijven, en de
bijbehorende schuldhulpverlening, draait op deze veeleisendheid, iets dat ook
waar te nemen valt in het bekende feit dat je de nieuwste en duurste technische
snufjes vaak in de kleinste huizen vindt. Hier iemand die deze kwestie aan de
orde heeft gesteld:
Uit: De Volkskrant, 15-10-2005, door Peter Giesen
INTERVIEW | THEODORE DALRYMPLE In het nieuwe boek van Theodore Dalrymple
wordt een weinig florissant beeld van de samenleving geschetst. Iedereen is uit
op het zo snel mogelijk bevredigen van de eigen behoeften. 'Er moet een
middenweg zijn tussen de benauwende relaties van vroeger en de chaos van nu.'
Beschaving? Welke beschaving
... Minstens zo belangrijk was naar zijn idee het offensief van
rechtse vrije markt-aanhangers, die burgers vertelden dat zij primair
consumenten waren, met de bijna morele plicht hun eigen behoeften te bevredigen.
Elke keuze is goed, als jij je er maar prima bij voelt. Dalrymple wijst ook om
de grote impact van de popcultuur, die voortdurend suggereert dat het geluk ligt
in de - seksuele - piekervaring.
Juist aan de onderkant van de samenleving hebben zulke ideeën
een desastreus effect, vindt Dalrymple. Je ziet het bijvoorbeeld aan eetgedrag.
Mensen willen eten op het moment dat ze daar zin in hebben, zonder er moeite
voor te doen. Ik ging vaak op huisbezoek bij patiënten. In de meeste huizen trof
ik niet eens meer een eettafel dan. Er wordt nooit meer gezamenlijk gegeten, de
gezinsleden liepen de hele dag maar wat te grazen. Ik zag ook geen kookspullen
meer, hooguit een magnetron: mijn patiënten aten alleen kant-en-klaarmaaltijden.'
...
Via de hippies bereikte het ideaal van de ongeremde seksuele
zelfontplooiing de Britse achterstandswijken, en Dalrymple zag het resultaat in
zijn praktijk. Hij kwam zelden vaders tegen die bij hun kinderen woonden, of er
zelfs maar enige verantwoordelijkheid voor wilden nemen. Ook vrouwen versleten
vaak de ene minnaar na de andere. Hij vertelt het verhaal van een jongen die
zijn moeder te hulp schoot, als haar vriend haar te lijf ging. De man keert zich
tegen de jongen en slaat hem in coma. De moeder wil echter niet dat haar zoon
aangifte doet, want, zo zegt ze: 'Hij neukt beter dan je vader.' Vervolgens doet
de jongen een zelfmoordpoging.
Dalrymple's nieuwe boek staat vol met dit soort weinig
opwekkende verhalen. Hij schetst een rauw pandemonium, waar mensen geobsedeerd
worden door de onmiddellijke bevrediging van behoeften, seksueel of anderszins.
'In feite leefden veel van mijn patiënten niet meer in een sociale wereld', zegt
hij.
Is uw visie niet erg vertekend, doordat u altijd aan de onderkant van de
samenleving heeft gewerkt?
'Het is waar dat er nog altijd grote delen van de samenleving zijn waar het goed
gaat. Maar je moet je wel afvragen wat de trend is. In Engeland wordt al 40
procent van de kinderen buiten het huwelijk geboren. Natuurlijk zitten daar ook
kinderen bij van mensen die samenwonen, maar samenwoonrelaties zijn minder
stabiel dan huwelijken. Ik zie ook andere dingen: meer openbare dronkenschap,
mensen die hun voeten in de trein op de bank leggen. Asociaal gedrag komt gewoon
meer voor dan vroeger.'
U wilt een samenleving met meer discipline. Dan moet ook de gemiddelde
burger, die helemaal niet zo veel verkeerd doet, iets van zijn vrijheid
inleveren. Is hij daartoe bereid?
'Maar dan vindt de middenklasse haar eigen vrijheid belangrijker dan het lot van
de mensen aan de onderkant. Ik ben het daar niet mee eens. Bovendien bestrijd ik
dat de samenleving zo veel vrijer is geworden. Als je vrijheid definieert als
het zo veel mogelijk wegnemen van beperkingen, dan hebben we meer vrijheid. Maar
ik geloof dat vrijheid meer is dan simpelweg doen waar je zin in hebt. Vrijheid
is ook de mogelijkheid controle over je leven te hebben, niet alleen
onmiddellijk je begeerten te bevredigen, maar ook naar hogere zaken te streven.
In die zin hebben we tegenwoordig minder vrijheid. Dat zie je aan de enorme
toename van het aantal mensen dat verslaafd is drank, drugs of gokken.
'Vroeger werden mensen in Engeland geacht zichzelf te
beheersen. Sommigen voerden dat tot in het extreme door en konden niet over hun
emoties praten. Maar al met al is de stiff upper lip een beter ideaal dan
het psychotherapeutische ideaal dat zegt dat mensen zichzelf altijd moeten
uiten, dat het slecht is gevoelens op te kroppen. De ultieme consequentie
daarvan is de moordenaar die tegen me zei: ik moest haar wel vermoorden, dokter,
anders had ik niet voor me zelf ingestaan:
'Je moet je gevoelens wel kunnen uitdrukken, maar ook altijd
een zekere mate van zelfbeheersing hebben. Zonder beheersing is er weinig zelf
over. Het "zelf" wordt vormloos, een speelbal van je emoties.
U bent ook tegen het legaliseren van drugs.
'Dat is ook weer typisch zo'n middenklasse-idee. De middenklasse kent alleen het
drugs-gebruik in eigen omgeving: recreatief, alleen in het weekend. Maar aan de
onderkant ligt het heel anders. Daar verliezen mensen sneller de controle over
het leven. Als je drugs legaliseert, zullen ze goedkoper worden. Desondanks zal
het aantal gebruikers van drugs niet toenemen, zeggen de voorstanders van
legalisering. Ik ben daar niet zo optimistisch over. In elk geval lijkt het me
een onverantwoord experiment. Bovendien is het ook weer zo'n uiting van extreem
liberalisme: je moet zelf maar weten wat je met je leven doet. Daarbij wordt wel
vergeten dat een drugsverslaafde een ramp voor zijn naaste familie is.'
...
U vindt dat de verzorgingsstaat mensen zielig maakt. Maar de meeste mensen
die u beschrijft zijn zwaar beschadigd, opgegroeid in een liefdeloze en
gewelddadige omgeving.
'Maar je moet mensen nooit vertellen dat ze slachtoffer zijn, zelfs al zou dat
de waarheid zijn. Als jij ervan overtuigd bent dat je het slachtoffer bent van
machtige krachten die je niet kunt beheersen, dan zul je je slecht gedragen.
Omdat je denkt dat het zinloos is naar verbetering te streven, en omdat je
altijd een excuus hebt.
'Ik behandelde een vrouw die zei dat ze depressief was. Ik
zei: u bent niet depressief, u bent ongelukkig, omdat u samenwoont met een man
die fuck off op zijn voorhoofd heeft getatoeëerd en u elke avond in een
kast opsluit. Ze gaf zelf ook toe dat iedereen meteen zou zien dat deze man niet
deugde. Ik zei tegen haar: omdat u voor zo'n man kiest, bent u mede-auteur van
uw eigen ongeluk.'
Toch heeft u ook vaak gezien dat zulke vrouwen zich bij fatsoenlijke mannen
snel gingen vervelen.
'Dat heeft alles te maken met de popcultuur waarin ze leven. Ze willen de hele
tijd drama, net als in een soap. Als ze in hun eigen leven geen drama
produceren, raken ze snel verveeld. Een man die bloemen en chocolaatjes
meeneemt, confronteert ze met de leegheid van hun bestaan. Omdat ze geen enkele
intellectuele of culturele stimulans krijgen, leiden ze een heel dramatisch,
maar ook heel uitzichtloos leven.'
...
Wat zouden we dan moeten doen?
'We moeten niet langer tegen mensen zeggen: het is oké wat je kiest. Sommige
keuzes zijn helemaal niet oké. Het is niet oké om alleenstaand ouder te zijn.
Kinderen van alleenstaande ouders doen het vaak slechter, zeker aan de onderkant
van de samenleving. Daarom moet de samenleving zeggen: we betalen niet meer voor
kinderen die buiten het huwelijk worden geboren. Ik verzeker dat je het aantal
alleenstaande ouders snel zal afnemen. In de Verenigde Staten is dat tot op
zekere hoogte ook gebeurd.'
'Sommige mensen vinden dat ik klink als een
moslimfundamentalist. Maar ik wil helemaal niet terug naar vroeger toen het
vrijwel onmogelijk was te scheiden. Ik denk alleen dat er een middenweg moet
zijn tussen de benauwende relaties van vroeger en de chaos van nu.
'Het huwelijk van mijn eigen ouders was diep ongelukkig. Ik
heb nooit goed met mijn vader kunnen opschieten. Hij was iemand die alleen dacht
in termen van macht, en nooit iemand naast zich duldde. Maar vergeleken met de
duizenden kinderen die ik als arts heb gezien, heb ik geen slechte jeugd gehad.
Ze gaven me tenminste nog een basis, zodat ik kon ontsnappen aan een ongelukkig
thuis. Mijn vader vond in elk geval dat hij plichten had tegenover mij. De
vaders die ik als arts zag, waren slechts passanten.'
In uw boek schetst u een uiterst zwartgallig beeld van de samenleving. Heeft
u nog enige hoop?
'Het enige wat me optimistisch stemt is dat alles wat ik tegen u gezegd heb, ook
tegen mijn patiënten heb gezegd. En er werd nooit iemand boos. Ze lachten, hoe
ongelukkig ze ook waren, omdat ze wisten dat ik gelijk had.'
Red.: Dat zijn een aantal juiste observaties, voor een
praktisch voorbeeld, zie hier
. Maar waarbij als
eerste aangetekend moet worden dat ze voor een aanzienlijke deel verergerd zijn
door de context van de Engelse samenleving, met zijn sterke en moeilijk te
overbruggen klassenverschillen (daarom hebben de Engelsen ook zo veel comedy
series, de meesten ervan draaien om klassenverschillen). Het heeft weinig zin je
op te werken, als daarna nog steeds voortdurend op je minderwaardigheid wordt
gewezen, alleen omdat je vader niet dezelfde achtergrond heeft.
Een tweede grote bezwaar tegen Dalrymple's aanpak, is als hij zijn observaties aangaande veeleisendheid gaat veralgemeniseren. Op dat moment is het
essentieel dat hij ook het andere eind van het spectrum meeneemt, namelijk de
rijken. Veel van de aspecten van rijkdom, met name ook de Britse vorm, zijn op
zijn minst even lelijk als tattoo's. Alleen zie je de smerigheid er niet aan af,
omdat het verguld. Maar geestelijk is de geaffecteerde en arrogante houding van top natuurlijk
even smerig, zo niet smeriger dan de door Dalrymple zo fijn geanalyseerde
houding van de armen. Maar Dalrymple zal dat nooit zelfstandig inzien,
geïnfecteerd als hij is door de Engelse cultuur.
Terug naar Veeleisendheid, sociologisch
, Sociologie, overzicht
, of naar site home
.
|