|
Je moet streng zijn
De koets waarin André Rieu (51) zijn Sissi de grootste stadions liet
binnenrijden, was beschilderd met bladgoud. ‘Nou en of het publiek dat ziet.
Dát is het sprookje.’ Maar het was wel een eenmalig sprookje. ‘Ik had alles
beleend, was alles kwijt. Dat vond mijn vrouw geen leuke tijd.’ Nu
organiseren ze samen een concert op de Noordpool.
Op zijn 5de begon André Rieu met vioolspelen en dat doet hij nog steeds;
tegenwoordig op een Stradivarius, uit 1667. Zijn Johan Strauss-orkest is
uitgegroeid tot een organisatie van 150 medewerkers, maar hij blijft alles
zelf regelen, samen met zijn vrouw Majorie en zijn jongste zoon Pierre. Voor
zijn tournee Een Romantische nacht in Wenen, liet hij het keizerlijke
kasteel Schönbrunn nabouwen – het grootste transporteerbare decor ter
wereld.
De gouden koets, waarin hij de afgelopen jaren zijn Sissi
achter zes witte paarden de grootste stadions liet binnenrijden, heeft André
Rieu net opnieuw laten vergulden. Sissi’s rijtuig raakte wat versleten, na
op tournee te zijn geweest in Toronto, Nederland, Duitsland, België,
Frankrijk, Australië, noem maar op – om nog een laatste toegift te geven in
de Arena. Een kostenbewuste medewerker beging een kleine omissie: de koets
kreeg slechts een goudkleurig verfje. De violist, dirigent en ondernemer:
‘Ik zeg: weg ermee. Echt bladgoud! En anders niet.’
...
U houdt de boel strak in de hand.
‘Zeker weten. Maar niet op een vervelende manier. Zo repeteer ik ook. Ik kan
schreeuwen tegen het orkest en iedereen stopt dan meteen, maar ze weten ook
dat het door die directheid het snelste gaat en het duidelijkste is. Niemand
denkt: o god, wat is-ie nou boos.’ Ik maak grapjes hè. Vanochtend riep ik
nog tijdens een repetitie: ‘Marcia, hier!’ Dat zég je niet, dat zeg je tegen
een hond. Maar dat is humor, begrijp je?’
Uw gevoel voor detail is vermaard. Zo is er het verhaal dat u als enige een
tikkend geluid hoorde, dat de oorbel van een zangeres tegen de microfoon
bleek te zijn.
‘Ik hoor alles. Als ik iets afwijkends hoor, draai ik me expres niet om. Dan
denken ze: o, hij heeft het niet in de gaten gehad. Maar na afloop van het
muziekstuk kijk ik snel even naar degene die de fout inging. Die realiseert
zich: shit, hij heeft het toch gehoord.
‘Afgelopen jaar stond ik op het Vrijthof in Maastricht, met
vierhonderd amateurblazers. Iedereen maakte zich van tevoren zo’n zorgen:
dat krijgt hij nooit op tijd klaar. Maar vanaf de eerste dag van de
repetities ging het perfect. Ik straal het uit. Het is ook wel mijn
strengheid. Je moet hartstikke autoritair zijn, anders gaat het niet.’
Een democratisch orkest bestaat niet.
‘Mensen willen leiding. Niet alleen in een orkest. Vroeger bij de
indianenstammen was de oudste al de baas. Als je een leider wilt zijn, is
daar niks vies aan. Helemaal niks.’ ... |