Bronnen bij Alfa-denken, orde en netheid: Zwitserland

Intellectuelen van bijna alle pluimage hebben niet alleen weinig met het nette en ordelijke Zwitserland, ze hebben er vaak zelfs een regelrechte bloedhekel aan. Een paar voorbeelden (de Volkskrant, 28-02-2004, door Michael Persson):
  Kosmopolitisch én keurig

De stad Basel doet zijn best de Zwitserse truttigheid van zich af te schudden. Ik mengde me tussen het design-publiek in strak ontworpen gebouwen.

De stad is op zijn mooist vanaf de toiletpot op de dertigste verdieping van de Messeturm, het hoogste gebouw van Zwitserland. Zeker 's avonds, als de bassen van de disco door drie dunne scheidingswandjes naar binnen dreunen. Dan zie je voor je, door de compleet glazen buitenwand en honderd meter lager, de auto's doodstil richting Rijn rijden. Broek op je knieën, Basel aan je voeten.
    Pottenkijkers die hun blik vanaf het plein buiten omhoog richten kunnen de feestgangers open en bloot zien zitten, daar boven op de wc's. En dat in Zwitserland, het land dat groot geworden is met het bewaren van geheimen. Zo Zwitsers is Zwitserland kennelijk niet, in deze noordwestelijke uithoek.   ...
    Dus is de stad goed voorzien van cafés, bars en loungetenten. ...
    Heel kosmopolitisch allemaal, maar daarnaast heeft Basel ook gewoon zijn poppenhuisjes, jarenvijftig-trammetjes en mountainbikes met boodschappenmandjes. Het blijven Zwitsers, zegt een Engelse architecte. Dat betekent aan de ene kant dat auto's keurig voor de zebrapaden stoppen. Maar ook dat fietsers door de politie kunnen worden bekeurd omdat ze een tas aan het stuur hebben.    ...

De afkeer druipt er aan alle kanten van af ...

Voorbeeld 2, met illustraties (Volkskrant weblog, 02-07-2007, door Rene Scheffer):
  Zwitsers – de laatste Europese exoten

 Tot 10 of 15 jaar geleden konden wij ons vergapen aan Oost-Europese landen, met een vreemd regime. De zogenaamde communistische of Oostbloklanden. We gingen op vakantie naar Polen, Tsjechië en Roemenie voor de saaiheid, leegheid, goedkoopheid, staatsarchitectuur, de somberheid van de mensen en het in bijna alle opzichten mindere. Kamperen aldaar werd soms zelfs gezien als een daad van verzet tegen de Westerse consumptiemaatschappij. Zelf toog ik in 1990 naar de DDR om een glimp op te vangen van Trabants, gratis bananen uitdelende meisjes, nog schuwe mensen, CV’s met dikke buizen en standaard op 25 graden, bruinkool, kasseien en Spartaanse hotelkamers. De behoefte aan het bezichtigen van exotica bestond ook bij mij. Anno nu lijkt alles door euro en kapitalisme gelijkgeschakeld.

Op doorreis van en naar Italië kom ik altijd door Zwitserland. In dit land staat de tijd stil. Hier is nog de CHF, die 0,65 euro waard is. In dit land is het vrouwenkiesrecht pas in de jaren ’70 ingevoerd. Het land werkt met referenda, waardoor het “alles blijft zoals het is” wordt versterkt. Het land schijnt een regering te hebben, maar niemand kent de president.
Er is iets van een bankgeheim, een onguur verschijnsel, waarvan Zwitserse bankmensen ongetwijfeld precies kunnen uitleggen dat het afschaffen ervan tot volstrekt onaanvaardbare gevolgen zal hebben voor…..ja, voor wat eigenlijk.

Dan de Zwitsers zelf. Burgerlijk, braaf, schoon, saai, humorloos. Erg op het milieu, op regels en op het houden zoals het is. In de jaren ‘50 vierde het toerisme hoogtijdagen. Nog staan er borden langs de wegen “zimmer mit warm und kalt fliessend wasser”, zoals in Oostenrijk ik de jaren ‘60. De Wet van de Remmende voorsprong is dat. Zwitsers hebben ook iets lulligs over zich. Als ze al niet een wat pafferig hangend gelaat hebben dan vertonen ze wel een vaag lullig lachje dat ingebakken lijkt in hun gezicht. Maar dat moet ook wel met het taaltje dat ze spreken, een kindertaaltje. Ik probeer me voor te stellen hoe ze echt serieuze dingen moeten zeggen. Een ontslag bijvoorbeeld. “Lieblichi frauleine, ich mussli saegen dass ich dichli entkundiglien mussli, hihi”. Sex kan ik me al helemaal niet voorstellen tussen Zwitsers.


Ik ben heel wat keren van de snelweg afgegaan om ze te bekijken en om in een konditorei een kop koffie met taart te bestellen voor 8 CHF, 15 jaar geleden en nu nog steeds. De brave huismoeders met schorten, die de geraniums bijknippen. Soms zie je een jongere. Een Zwitserse jongeman heeft vaak lang haar en een oorbel, als een soort laatste onbewust protest tegen het onomkeerbaar nakende burgerdom.

 Ik heb ze dit jaar bekeken, de Zwitsers, op de terrassen in Lugano en Locarno en rondom de huisjes in het Villagio Ollandese in Luino waar we een week waren. Altijd zijn ze rustig, ze schuifelen op straat. En op de snelweg rijden ze precies 120 en als je 80 mag, precies 80. En ze eten veel te dure gerechten op de terrassen (een pasta tussen de middag voor 22 CHF). Dat laatste leidt bij mij tot boosheid. Dezelfde boosheid die ik heb op eerste klas reizigers. Ik sis dan wat voor me uit…”kan niet, kan nooit eerlijk verdiend zijn, wie doet dat nou, kies een normaal beroep, zoals loodgieter, buschauffeur of onderwijzer”.


 Ik koop ook altijd een Zwitserse krant om te kijken of het echt is wat ik zie. Klopt het wel en zijn we niet in een soort live soap verzeild geraakt, zoals prachtig weergeven in “The Truman show” van Peter Weir, met Jim Carrey in de hoofdrol. Gisteren kocht ik het Zwitserse schandaalblad, de `Blick`. Daarin berichten over een buitenlandse jongeren, die een groot aandeel in de criminaliteit hebben, een politiek schandaal, een moord, een auto-ongeluk, waar een met drank en drugs volgestopt jongeman, drie wegwerkers doodrijdt. Seksadvertenties ook, notabene!

Wacht er niet te lang mee, ga op bezoek in Zwitserland en bekijk het allemaal eens heel goed, voordat het voorbij is.

Voor de duidelijkheid ook nog even het profiel van de auteur, genomen van hetzelfde weblog:
  Auteur:
renescheffer48.volkskrantblog.nl
Rene Scheffer
Woonplaats: Zeist
Leeftijd: 49
Geslacht: m
Interesses: Voetbal, lezen, pc, reizen, politiek, tv.
Omschrijving: Ik ben tamelijk polyvalent en heb overal een mening over.

Ik schrijf graag en heb dit medium 2 februari 2007, pas ontdekt.

Mijn verhalen zijn soms alleen poetisch of beeldend, maar ook weleens op het randje.
Maar dat moet kunnen gelet op het columnachtige karakter ervan.
Critici zeggen dat ik naar schriftelijk exhibitionisme neig op zoek ben naar bevestiging en dat is ook zo.

Heerlijk hè, alle vooroordelen bij elkaar. Deze auteur leeft kennelijk veel liever in de stad, naast een vuilnisbelt, met injectienaalden in zijn portiek, zichzelf gemolesteerd, en zijn dochter verkracht.
    De aldfa-intellectuele wereld in optima forma.

De volgende zegt het allemaal bijna letterlijk (Leids universiteitsblad Mare, 15-05-2008, column door Rosanne Hertzberger (student)):
  De barrière

Het gaat als volgt. De Zwitser stelt het . standaard rijtje vragen: waar ik vandaan kom, hoelang ik blijf en of ik hier al eens eerder ben geweest. De automatische piloot antwoordt dat ik eerder in Zwitserland ben geweest op skivakantie.
    Dit herinner ik me niet echt, maar dit hebben mijn ouders mij verteld.
    De onverstaanbare skileraar, de sneeuw en het kind met de helm (wij noemden haar om onbekende redenen de 'chilichapper') dat telkens het hele skiklasje omver skiede, hadden ook in Frankrijk kunnen zijn geweest, of Oostenrijk. Zwitserland liet al vroeg geen enkele indruk op me achter.
    De reisgidsen die ik voor vertrek las, hadden me al gewaarschuwd. Het Zwitserse volk is nogal gesloten en moeilijk om tot door te dringen. 'Maar', voegen de altijd positieve boekjes daar aan toe, 'als je eenmaal door de barrière heen bent heb je er ook echte trouwe vrienden aan'.
    Tevergeefs probeer ik een reden te vinden waarom ik ongelijk heb, maar ik ben zuiver negatief over het volk en het land.
    Ik vermoed dat die laatste 'positieve noot' eraan toe is gevoegd omdat de waarheid de handelsrelaties zouden kunnen schaden en ruzie met de ambassade zou opleveren.
    De waarheid: 'Ga niet naar Zwitserland. Behalve dat het Zwitserse volk een obsessief oog voor detail heeft (het zogenoemde mierenneuken) zijn ze ook nog eens bijzonder onbehulpzaam, buitengewoon racistische en homofoob.
    Als je er langere tijd verblijft zul je merken dat niet alleen de mensen erg gesloten zijn, maar de winkels ook.
    Boodschappen moet je voor zes uur halen en veel restaurants zijn in het weekend dicht. De reden hiervan is de financiële arrogantie van het land: 'We hebben genoeg, we hoeven niet meer ons best te doen.' Het enige dat je daarvoor terugkrijgt, is dat het land steriel is, iedereen gehoorzaamt, niemand lawaai maakt en alles op tijd rijdt.
    Maar god, wat ga je op den duur van rotzooi houden.
    Zwitserland wordt geregeerd door het volk, wat betekent dat er nooit iets gebeurt, nooit iets verandert en dat het gehele land lamlendig heeft toegekeken hoe miljoenen de gaskamers in gingen minder ook maar een poot uit te steken. En daar bieden ze niemand hun excuses voor aan.
    Zwitserse buren zijn van het type: 'Beter geen buren en geen verre vrienden:
    Klop dus niet aan om even kennis te maken maar controleer wel of de buren het afval goed scheiden en bel de politie als ze op zondag het gras maaien:
    Maar eenmaal door die barrière heen heb je er hele trouwe vrienden aan.
    De automatische piloot zegt dat ik het een ontzettend mooi land vind, net mals je jurken heel bijzonder kan vinden of heel kleurrijk, ik zou de handelsrelaties niet willen schaden. De vraag of ik hier al eens eerder ben geweest is irrelevant.
    De vraag is, of ik hier nog een keer terug zou komen.

De diepte van de instinctieve afkeer lijkt nog eens nadrukkelijk uit de combinatie van het bekende rassenargument: 'buitengewoon racistische en homofoob', tezamen met de bekende joker in dit spel: 'het gehele land lamlendig heeft toegekeken hoe miljoenen de gaskamers in gingen minder ook maar een poot uit te steken. En daar bieden ze niemand hun excuses voor aan.' Het eerste onderscheidt Zwitserland en haar bevolking niet van meer dan 95 procent van de wereld (op de meeste plekken is het zelfs veel erger), en het tweede is volstrekt onredelijk - pure onderbuikgevoelens (is er een emotionele band voor de schrijver?): het kleine Zwitserland kon natuurlijk nooit iets uithalen tegen Duitsland.
    P.S. Voor de bevestiging van het vermoeden van de emotionele band, zie hier  .

De volgende bijdrager gebruikt een van de meest bekende  retorische trucs in deze discussie: het aanhalen van koekoeksklokken (de Volkskrant, 31-05-2008, column door Paul Brill):
  De week van de koekoeksklok en de zachte hand van Europa

...    Ik moest onwillekeurig denken aan een scène in de vermaarde film The Third Man, die speelt in het naoorlogse Wenen. De hoofdpersoon is op zoek naar een oude kennis, Harry Lime, die een louche handel met medicijnen blijkt te hebben opgezet. Wanneer hij hem eindelijk ontmoet, komt er een dialoog op gang waarbij Lime, met unieke bravoure gespeeld door Orson Welles, onder meer deze sarcastische woorden spreekt: ‘In Italie kenden ze onder de Borgia’s oorlog, terreur, moord en bloedvergieten. Maar ze brachten ook Michelangelo voort, Leonardo da Vinci en de Renaissance. In Zwitserland bloeide de naastenliefde en mochten ze zich vijfhonderd jaar lang verheugen in vrede en democratie. En wat heeft dat opgeleverd? De koekoeksklok.’    ...

Columnist Paul Brill is het type reactionaire bal, die op het moment van schrijven actie voert voor het bombarderen van Iran, daarvoor voor het bombarderen en zetten van Irak was, en daarvoor waarschijnlijk voor het bombarderen door Irak van Iran, en nog verder daarvoor voor het bombarderen van Vietnam. Eigenlijk is het wat vreemd dat hij als rechtse bal zich uitspreekt voor wanorde en rotzooi, want meestal is in dit opzicht de formele links-rechts verdeling omgekeerd aan wat je zou verwachten, met links voor de rotzooi en rechts voor de orde. Maar aan de andere kant: Paul Brill schrijft in de Volkskrant - dus dat klopt dan weer wel.

Er is een als Chinees bekend staand gezegde dat je je vijanden interessantetijden toewenst. Zwitserland is dusdanig saai, dat het zelden in het nieuws komt. We hebben er dus niet veel materiaal over. Hier is, vier jaar na het voorgaande, een nieuw stuk erover. En, nauwelijks toevallig, is het weer iemand van joodse afkomst die de auteur is. Net als Paul Brill, trouwens. Het idee van dat zo ordelijke Zwitserland irriteert ze kennelijk. Want positief is het stuk weer niet - te beginnen met een irritante cliché-kop (de Volkskrant, 25-08-2012, door Olaf Tempelman):
  Heidi's Hof van Eden

Het zijn 40 duizend km2 Europa waarop sommigen in Nederland jaloers zijn. In de eerste aflevering van zijn serie Aardse Paradijzen bezoekt Olaf Tempelman Zwitserland. 'Jazeker, ze zeggen hier altijd nee.'


Tussentitel: Wij zijn een uitzondering op de regel dat sl de zon schijnt, de economie niet veel soeps is - René Murmann, oprichter van High End Travel Switzerland
Je moet al die dingen eigenlijk niet opschrijven, wnat dan komen nog mer mensen hierheen - Thomas Aeschi, afgevaardigde van de Zwitserse Volks[partij (SVP)
In mijn jeugd was Zwitserland rijk en Oostenrijk arm, nu is er nauwelijks nog verschil - Bernard Degen - Zwitsers historicus

En het gaat verder met de keuze van de hoofdpersonen - geen representatieve Zwitsers, maar iemand van de PVV, uh SVP, de grote vlieg in de soep van het joodse nomadisme, een (ex-) helikopterpiloot die omgaat met de rijken (ook al zo'n joodse hobby: de focus op de rijken), en tenslotte als deskundige ene Bernard Degen, die aangeduid wordt als Zwitser, maar getrouwd is met een Ooostenrijkse. Nu is er behoorlijk wat haat en nijd tussen Oosternijk en Zwitserland, omdat Oosterijkers zich altijd minder hebben gevoeld. Dus van de neutraliteit van deze deskundige hoef je niet veel te verwachten. Wat, na een tijdje in het stuk aan het woord te zijn geweest, haarfijn blijkt uit dit citaat:
  'Mijn vrouw is Oostenrijkse. Ze vroeg een paar decennia terug de Zwitserse nationaliteit aan. Er kwam een man onze buren ondervragen over haar gedrag. Mijn vrouw was lid van een Zwitserse transportvakbond. Ze gingen onderzoeken of dat geen subversieve organisatie was. Er kwamen dossiers, rapporten. Ze moest voor een comité vragen over Zwitserse kazen beantwoorden. Ik ben een Zwitserse historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van Zwitserland, ik had geen flauw idee van al die kazen. Hoe ver denk je dat de kleinzoon van een Turk het schopt?'

Je reinste migratiefundamentalist dus. Want deze Zwitserse aanpak is precies wat je wenst voor een goed immigratiebeleid: zorgen dat alleen mensen die kunnen integreren erin komen. Dus inderdaad weinig kans voor de geitenhoudende Turk uit Anatolië. Die in de rest van Europa vrij toegang heeft en daar dan ook enorme problemen veroorzaakt, tezamen met zijn soortgenoten.
    Die Zwitserse deskundige is van de soort van de ergste multiculturalisten, die we uit Nederland zo goed kennen. Die ook eindeloos afgeven op eigen land, omdat ze dolgraag willen dat de cultuur ervan kapot wordt gemaakt, zodat de nomaden en nomadisten vrij rond kunnen bewegen in hun culturele woestijn, van beton-en-glas-stad naar beton-en-glas-stad, zonder te kunnen zien of je nu in Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Duitsland of Nederland bent. Iets waar die oud-testamentische nomaden zich prima in thuis voelen, want die woestijnduinen lijken ook allemaal op elkaar.
    Nog een citaatje van Degen:
  Bernard Degen, bekleder van de leerstoel Zwitserse geschiedenis aan de universiteit van Basel: 'We zijn geen eend, maar we hebben wel een snavel, zwemvliezen en we snateren. Er is programmatisch geen verschil tussen de SVP en extreem-rechts elders.'

Het is net of je Nederland-hater en Amerika-bewonderaar Maarten van Rossem hoort.
  Degen, uit de school van Zwitserlands beroemdste 20ste-eeuwse historicus Edgar Bonjour, serveert espresso uit een automaat 'die vaak kapot is en vieze koffie levert, een gewone Europese koffie-automaat kortom'. Bij referenda stemde hij vaak anders dan zijn landgenoten: in 2001 vóór onderhandelingen over het EU-lidmaatschap, in 1992 vóór de EEA. 'Jazeker, ze zeggen hier altijd nee. Maar door bilaterale verdragen maakt Zwitserland de facto al lang deel uit van de EEA. De meeste Europese wetten bestaan hier inmiddels gewoon, 80 of 90 procent is hetzelfde. Maar het gaat mensen niet om feiten, maar om een gevoel. We hebben nog altijd onze eigen stopcontacten.'

En hier spreekt Alexander Pechtold.
    En hier komt de joodse cultuur:
  Om Zwitserland te begrijpen, zegt Degen, moet je de psychologie van de kleine gemeenschap begrijpen. Tot een kleine gemeenschap is het lastiger toetreden dan tot een grote. Zwitserland is vergaand gedecentraliseerd. Je krijgt de nationaliteit pas als een gemeenschap in een kanton je heeft toegelaten. Maar de kleine gemeenschap handhaaft zich door uitsluiting. Het gemeenschapsgevoel bestaat bij de gratie van degenen die er niet bij horen.

Want als er één cultuur meester is in het uitsluiten van anderen, dan is het wel de joodse. Ze hebben zelfs rassenwetten die nauwkeurig vastleggen wie al dan niet jood is.
    Maar het gaat hier dus in feite ook niet om uitsluiten. Het gaat hier om de instinctieve afkeer van nomaden voor boeren. Boeren die hun eigen gemeenschap hebben, en voorzichtig zijn met buitenstaanders, reizigers, marskramers, migranten, waarvan ze de ervaring hebben dat ze heel vaak komen om te parasiteren. Op de welvaart van de residenten en hardwerkende boeren en handwerkslieden. Waar de nomaden jaloers op zijn:
  In de Alpen liggen veertigduizend vierkante kilometers waar je veilig bent - voor kapseizende muntunies, luchtverontreiniging, graaiende belastingambtenaren en Brusselse bureaucraten. Vaak wordt de naam van dit stukje Europa uitgesproken met een zekere jaloezie. Wat als de wereld een groot Zwitserland was: dan was de mens terug in de Hof van Eden. Zwitserleven: dat is een betere naam voor een pensioenverzekeraar dan Italiaanleven of Albaneesleven.

En waaraan nomaden daarom de pest hebben. Want ze achten zichzelf superieur, met hun nomadisme, en kijken neer op de ploeterende boeren en "boeren", en het is dus bijzonder vervelend om het die "boeren" nu zo veel beter te zien doen dan henzelf. Met hun nomadische cultuurtje.
    Dus krijg je een stuk vol verborgen en openlijk afschuw voorgetovert. Waarin de Zwitserlandhater bijna de helft van de tijd het woord is gegeven. En een groot deel van de rest gevuld is met die andere obsessie van de nomadische auteur: de rijken. Het syndroom van het bij het nomadisme horende neoliberalisme verder aanvullend.
    Overigens: Rosanne Hertzberger is ook joods.


Naar Alfa-denken, orde, bronnen  , Alfa-denken, orde  , of site home  .
 

18 mei 2008