Bronnen bij Psychologische krachten, uiterlijk: uiterlijk en persoon

De relatie tussen uiterlijk een persoonlijkheid was lange tijd een verboden gebied in de psychologie, door gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog, waarbij men meestal de primitieve theorie van Lombroso als voorbeeld gebruikte. Tegenwoordig is er een beweging in die houding (de Volkskrant, 23-02-2007, door Suzanne Weusten):
  Sociale psychologie voor leken over de eerste indruk

Aardig of onaardig?

U hebt op een feestje een man ontmoet met wie u tien minuten hebt gesproken. De volgende dag vraagt een vriendin u wat voor type de man was. ‘Vriendelijk’, zegt u, ‘en een tikkeltje verlegen. Hij leek me wel aardig.’ Pas nadat u vaker met de man hebt gepraat, kunt u uw oordeel aanvullen of bijstellen. Maar de basis voor uw oordeel werd in die eerste tien minuten gelegd.
    Meestal gaat het zo. Na de eerste ontmoeting hebben we een globale indruk van de persoon. We weten of hij zelfverzekerd is of niet, of hij verlegen is, spontaan, vriendelijk of arrogant. Maar is die eerste indruk ook de beste?
    In De eerste indruk beschrijft sociaal psycholoog Roos Vonk hoe we ons een beeld van iemand vormen, welke processen daarbij onbewust een rol spelen. Natuurlijk krijgen we bij een ontmoeting nooit alle kanten van iemands persoonlijkheid te zien. Iemand is nooit alleen maar zelfverzekerd of vriendelijk, verlegen of spontaan. De doortastende onderwijzer kan thuis een watje zijn, en de vriendelijke buurman is op zijn werk misschien wel een botterik.
    Toch zijn er aanwijzingen dat de eerste dertig seconden in een ontmoeting veelzeggend zijn. Uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het oordeel dat we vormen op basis van non-verbaal gedrag in de eerste halve minuut, soms zelfs beter klopt dan het beeld dat de persoon van zichzelf heeft.
    Zo kunnen we aan de manier waarop iemand beweegt en spreekt, veel afleiden. Mensen kunnen bijvoorbeeld onbewust signalen afgeven van onzekerheid. Ook de stem herbergt een schat aan informatie. Iemand die liegt, gaat vaak hoger en monotoner praten en oppervlakkiger ademhalen.    ...

Hier gaat het om gedragingen verbonden aan het uiterlijk, maar dat is natuurlijk een nogal diffuse grens.

Nog een voorbeeld (de Volkskrant, 26-04-2008, door Frans Verstraten
  Jij bent zo...

...    Meer dan een halve eeuw geleden dachten enkele wetenschappers dat delen van meningen en vooroordelen niet eens gevormd werden door onze ervaringen, maar hard ingebakken onderdelen van ons lichaam en geest waren. Dat een deel van onze persoonlijkheid in onze genen is vastgelegd, was bekend.
     Maar dat persoonlijkheid zich manifesteerde in het uiterlijk en dat dit zelfs voor dieren zou gelden, dat was best nieuw. Het plaatje hiernaast komt uit een boek met de titel De fysiologische basis van persoonlijkheid. Ik heb dit plaatje gebruikt in mijn colleges en de aanwezige studenten een aantal vragen gesteld. Zo bleken de karaktertrekken voor de persoon vooral om het concept traag te centreren. Het valt soms niet mee om een goede eerste indruk achter te laten.
    Ook mochten de studenten kiezen tussen de volgende namen voor de hond: Bodos, Loffus en Iepsie. Bij mij weten zijn dit nonsens namen, maar toch kiezen de meeste studenten voor Loffus. Die naam zou het beste bij deze hond passen en daarvoor was vooral de associatie van de naam met sloom en onhandig bepalend.
    Dit verraste me een beetje. Dat uiterlijk iets doet, daar kon ik me nog iets bij voorstellen, maar dat zelfs aan klanken van niet bestaande woorden kenmerken worden toegekend had ik minder verwacht. Overigens bleek de naam Bodos geschikt voor een ruige hond en Iepsie voor een bibberig schootjoekeltje.
    Achteraf gezien had ik kunnen weten dat klanken een rol spelen in meningsvorming: ik mag dat als geboren Brabander nog geregeld ondervinden. Ooit bezocht een verslaggever van ons universiteitsblad een van mijn colleges. Hij schreef een positief verhaal. Mijn colleges waren bijna cabaret en ik deed hem denken aan Hans Teeuwen. Om te vervolgen met dat ik een onmiskenbaar Brabantse tongval had. En nu hoop ik voor mijn studenten dat mijn manier van lesgeven de associatie met Hans Teeuwen opriep en niet mijn accent uit de Peel, waar ik overigens best trots op ben. Gelukkig krijg ik wel ieder jaar bij een nieuwe lichting studenten de kans om een eerste indruk te maken.

Naar aanleiding van het noemen van Brad Pitt: het verband tussen uiterlijk en karakter is in het film-beroep natuurlijk een vanzelfsprekende uitleg of detail .

Een voorbeeld uit het praktische leven (de Volkskrant, 26-07-2014, door Loes Reijmer):
  Interview | Horecaondernemer Casper Reinders

'Ik ben zó niet verliefd op geld'

U kent Casper Reinders misschien niet, maar dan toch wel Jimmy Woo, zijn club bij het Amsterdamse Leidseplein waar Pharrell Williams en Mick Jagger op de dansvloer stonden (en Britney Spears lag). Zo heeft hij nog 13 horecazaken geopend. En hij groeit maar door. Tijd voor een kennismaking.


De avond voor het interview is de loft van Casper Reinders (44) bijna in vlammen opgegaan. ...

Reinders is dus een succesvol ondernemer in de horeca, een beroep waarin er een sterke concurrentie heerst. Ook een vak waarin de keuze van personeel erg belangrijk is, omdat dit personeel in direct contact komt met de klanten. En hier is hoe Reinders aan zijn goed personeel komt:
  Karakters

Wie werken in de zaken van Reinders? 'Ik selecteer erg op uiterlijk', zegt hij. 'Dat mag je eigenlijk niet zeggen, maar zo werkt het wel. Het gaat mij om karakters, niet om het knapste personeel. Iemand kan op het eerste gezicht niet zo mooi zijn, maar wel een karakteristieke kop hebben. Als ik ergens binnenkom waar gewoon tien lekkere wijven achter de bar staan, denk ik altijd: hoop je nou echt dat ik zo dom ben dat ik daarvan extra geld ga uitgeven?'

En hij benoemt ook nog eens het taboe.

Twee gevallen die men ook onder de sociologie zou kunnen plaatsen (de Volkskrant, 11-08-2014, column door Harriet Duurvoort):
  Vermoorde onschuld

Het is een zomer vol vermoorde onschuld. Nooit kwam beestachtige werkelijkheid dichterbij. Het blijft ons altijd bij. De norse, agressieve koppen van de Russische separatisten, die op geen enkele wijze ook maar een greintje menselijke empathie toonden om de resten van honderden onschuldige slachtoffers ook maar het geringste respect te betonen. ...

Ja ja, ook de politiek-correctheid uitleg of detail weet uitstekend wat uiterlijk zegt als het ze uitkomt.

Weer een aantal jaren verder (dit soort veranderingen in attitude van de politieke-correctheid gaat langzaam), en weer een stap verder (Volkskrant.nl, 01-03-2017, door Ianthe Sahadat):
  Onderzoek toont aan: we lijken bovengemiddeld vaak op onze voornaam

We lijken bovengemiddeld vaak op onze voornaam. Dat blijkt uit onderzoek dat deze week verscheen in vakblad Journal of Personality and Social Psychology.

Tussentitel: De onderzoekers suggereren dat mensen gedurende hun leven een gezicht kunnen ontwikkelen dat past bij hun voornaam

Wie Willem heet, ziet er vaker uit als een Willem dan als een Wesley, ontdekte een groep internationale onderzoekers. Of in de studie: een Itamar ziet er anders uit dan een Daniel en een Barbara oogt niet snel als een Aurélie.
    De sociaal psychologen uit Israël, Frankrijk en de VS lieten proefpersonen in Israël en Frankrijk foto's van gezichten zien. Zij moesten telkens uit een lijstje met vier of vijf voornamen de juiste proberen te kiezen. Dat deden de paar honderd deelnemers in de twee landen opvallend goed, volgens de onderzoekers. Bij sommige namen wist bijna de helft van de deelnemers het juiste gezicht te vinden.
    Omdat mensen van verschillende generaties andere namen hebben, werden alleen personen tussen de 20 en 30 jaar gefotografeerd. Ook hadden ze allemaal dezelfde etniciteit, een neutrale gelaatsuitdrukking en was er geen kleding zichtbaar.
    Volgens de onderzoekers is de uitkomst van hun studies grotendeels te verklaren vanuit onze associatie van bepaalde namen met bepaalde kenmerken van het gelaat. Met name de haardracht bleek een goede indicator voor het raden van de juiste naam.    ...

Men vond zelfs een contra-indicatie (naast een als → dan een als-niet → dan-niet):
  De Franse proefpersonen konden de Israëlische gezichten en Hebreeuwse namen veel minder goed aan elkaar koppelen dan Franse gezichten en namen, en vice versa, zo bleek. Wie niemand kent met de genoemde naam, heeft geen referentiekader, verklaren de onderzoekers het verschil.

Wat niet het ontstaan van de koppeling naam → uiterlijk verklaart. Wat in beide gevallen wel werkt: de koppeling verloopt via klankverschillen. Die worden namelijk niet herkend door degenen die de taal niet beheersen.
  In een ander experiment trainden de onderzoekers een computer om namen en gezichten aan elkaar te linken. Ze gebruikten hiervoor een database met bijna honderdduizend foto's. De computer bleek bij de keuze uit twee namen vaker goed te zitten dan een willekeurige selectie (tot wel 64 procent tegenover 50 procent). Opnieuw een bewijs dat namen iets zeggen over hoe iemand er vermoedelijk uit zal zien, volgens de onderzoekers.

Wat dus iedereen met enig gezond verstand al weet: een zaal vol GroenLinksers ziet er anders uit dan een zaal vol VVD'ers, en een tabel met GroenLinksers-namen ziet er anders uit dan een tabel met VVD'ers-namen.
  Tot slot suggereren de onderzoekers dat mensen gedurende hun leven een gezicht kunnen ontwikkelen dat past bij hun voornaam en de door anderen verwachte uiterlijke kenmerken ervan.

Waarom niet? Alleen: Hoe? en Waarom?
    Ook nog grappig:
   ... dat gaat Gerrit Bloothooft, namenonderzoeker van de Universiteit Utrecht, te ver. 'Daar geloof ik niets van.' Hij noemt de studie goed uitgevoerd maar plaatst wel enkele kanttekeningen.
    Bloothooft wijst op het feit (waarvan ook de onderzoekers zich bewust zijn) dat de resultaten afhangen van de lijst van namen waaruit proefpersonen moeten kiezen. 'Als één naam zeker niet van toepassing lijkt, kan deze meteen weggestreept worden en is de kans de juiste naam te kiezen al groter.'

Lachen!!! WAAROM kunnen bepaalde mogelijkheden meteen weggestreept worden, als je alleen maar "uiterlijk" voor je neus hebt als proefpersoon? Juist: Aan de hand van het uiterlijk!
    Wat hier dus zichtbaar wordt, is het botte vooroordeel dat uiterlijk geen rol speelt. Zelfs bij een onderzoeker op een aanverwant veld:
  Als sociale groepen herkenbaar zijn aan het gelaat, vermoedt Bloothooft dat Jan, Friso of Kevin te onderscheiden gezichten zouden kunnen hebben. 'Binnen een sociale groep lijken systematische gezichtsverschillen tussen mensen met een naam als Lisa en Eva, of Kimberley en Kelly me onwaarschijnlijk.'

"Ik geloof het niet omdat ik het niet wil geloven".


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

27 apr.2008