Bronnen bij Psychologische krachten: creativiteit en activiteit

Er zijn al oudere, min of meer anekdotische, aanwijzingen van de relatie tussen creativiteit en ruimte of beweging. Hier worden ze aangehaald (Fac. Soc. Wetens. Univ. Leiden, 29-11-2013, uitleg of detail ):
  Regelmatig sporten maakt creatiever

Regelmatig sporten bevordert de creativiteit. Dit is de uitkomst van een onderzoek van cognitief psychologe Lorenza Colzato en haar collega-onderzoekers aan de Universiteit Leiden, dat volgende week wordt gepubliceerd in 'Frontiers in Human Neuroscience'.

Henry James en Thomas Mann
Creatieve mensen gebruik soms lichamelijke beweging om mentale blokkades en gebrek aan inspiratie te overwinnen. Auteurs zoals Henry James en Thomas Mann lopen een stuk voordat ze gaan schrijven. Maar is het echt waar dat je creatiever wordt van lichaamsbeweging?    ...

Dat is dus het onderwerp geweest van onderzoek, en de resultaten lijken bevestigend (Front. Hum. Neurosci., 02-12-2013, Lorenza S.Colzato, Ayca Szapora, Justine N. Pannekoek, and Bernhard Hommel uitleg of detail ):
  Summary

The impact of physical exercise on convergent and divergent thinking


Anecdotal literature suggests that creative people sometimes use bodily movement to help overcome mental blocks and lack of inspiration. Several studies have shown that physical exercise may sometimes enhance creative thinking, but the evidence is still inconclusive. In this study we investigated whether creativity in convergent- and divergent-thinking tasks is affected by acute moderate and intense physical exercise in athletes (n = 48) and non-athletes (n = 48). Exercise interfered with divergent thinking in both groups. The impact on convergent thinking, the task that presumably required more cognitive control, depended on the training level: while in non-athletes performance was significantly impaired by exercise, athletes showed a benefit that approached significance. The findings suggest that acute exercise may affect both, divergent and convergent thinking. In particular, it seems to affect control-hungry tasks through exercise-induced “ego-depletion,” which however is less pronounced in individuals with higher levels of physical fitness, presumably because of the automatization of movement control, fitness-related neuroenergetic benefits, or both.

Het is ook mogelijk dat in dit onderzoek het "andere kamer"- en soortgelijke effecten en rol spelen, maar om dit soort details gaat het hier niet. Het gaat erom dat geheugen en cognitief functioneren niet een simpel opslaan en verwerken van bits is, maar dat gebeurtenissen eromheen ook een rol spelen.

Ook uit dit onderzoek komen aanwijzingen (de Volkskrant, 04-06-2014, door Maria Konnikova (The New York Times)):
  Wie schrijft, onthoudt beter

Schrijven met de hand is nog lang niet achterhaald. Nieuwe onderzoeken tonen aan dat we daardoor beter informatie kunnen opnemen. Pen en papier zijn juist goed voor ons geheugen.


Tussentitel: Het neerzetten van letters leert je te focussen op wat belangrijk is - Paul Bloom  - psycholoog

Leren schrijven, is dat niet hopeloos ouderwets? Handmatig schrijven doen we immers nauwelijks meer. Doe het niet te snel af als iets van vroeger, waarschuwen psychologen en neurowetenschappers. Nieuw onderzoek suggereert belangrijke verbanden tussen handmatig schrijven en de bredere ontwikkeling.
    Kinderen die eerst handmatig leren schrijven, lezen niet alleen sneller, ze kunnen ook beter informatie onthouden en ideeën ontwikkelen. Met andere woorden: het maakt niet alleen uit wat we schrijven, maar ook hoe we dat doen.
    'Tijdens het schrijven wordt automatisch een uniek hersencircuit geactiveerd', verklaart Stanislas Dehaene, psycholoog aan het Collège de France in Parijs. 'Er is een basisherkenning van het gebaar, een soort herkenning door mentale stimulatie in je brein. Het lijkt erop dat dit hersencircuit leren makkelijker maakt.'
    Dat idee wordt ondersteund door een onderzoek uit 2012 onder leiding van Karin James, psycholoog aan de Indiana University. Kinderen die nog niet konden lezen en schrijven, kregen een kaart met een letter of vorm te zien. Dat beeld moesten ze reproduceren: door het te traceren via een stippellijn, het zelf te tekenen op een leeg vel, of het in te typen op de computer. Daarna gingen de kinderen in een hersenscanner waar ze het beeld opnieuw zagen.
    Wat bleek: bij kinderen die de letter zelf hadden geschreven was een toegenomen activiteit te zien in drie hersengebieden die volwassenen gebruiken als ze lezen en schrijven. Dat effect was niet te zien bij kinderen die de stippellijn of computer gebruikten - de activiteit was bij hen zwakker.
    Het verschil zit volgens James in de rommeligheid van een handschrift. Elke reproductie is net weer anders. Ons brein moet leren dat elke 'a' hetzelfde betekent, ook al ziet die er in elk handschrift net iets anders uit. Het moeten 'ontcijferen' van die slordigheid zou beter zijn om de letter te leren onthouden dan steeds dezelfde reproductie zien.
    'Dit is een van de eerste voorbeelden van een veranderend brein als gevolg van die oefening', licht James de studie toe.
    In een ander onderzoek vergelijkt James kinderen die fysiek letters vormen met kinderen die slechts toekijken hoe anderen dat doen. Haar observaties suggereren dat de inspanning zelf de hersencircuits activeert en het leervoordeel oplevert van handmatig schrijven.    ...

Al duidelijk genoeg: leren met handmatig dingen doen gaat beter, en leren met variatie aangaande het te leren proces gaat beter. Beide open deuren, als je geen last hebt van intellectualistische afwijkingen als abstractisme  .
    Maar het gaat nog verder:
  Met een onderzoek dat kinderen volgde tussen groep vier en zeven toonde psycholoog Virginia Berninger van de Universiteit van Washington aan dat blokletters, schrijfletters en typen op een toetsenbord verschillende hersenpatronen laten zien. De kinderen produceerden niet alleen sneller en meer woorden met handmatig schrijven dan via een toetsenbord, ze uitten ook meer ideeën.
    Bij de oudste kinderen leek de samenhang tussen schrijven en ideevorming het verst te gaan. Wanneer hun werd gevraagd om ideeën voor een compositie, lieten degenen met een beter handschrift grotere hersenactiviteit zien in de gebieden die met werkgeheugen worden geassocieerd, en een grotere algemene activiteit in de lees- en schrijfnetwerken.

En dat is weer begrijpelijk als je het idee van deze website volgt aangaande het werken van de hersenen met scenario's - hele gebeurtenissen en reeksen van gebeurtenissen. Als je meerdere gebeurtenissen tegelijk aanbiedt, bestaat het leerproces uit rijkere scenario's, en het beter getraind worden in scenario's, leert je dus beter denken. Je ziet overeenkomst tussen scenario's waar er ook verschillen zijn tussen die scenario's, en de verschillen kunnen je op op nieuwe ideeën brengen. Het "nieuwe" eraan is gewoon een overzetten van een aspect uit een bepaald scenario op een ander.


Naar Psychologische krachten  , of site home  .

8 jun.2014