Wat voorbeelden van omschrijvingen van wat cognitieve therapie is (www.hulpgids.nl
):
Cognitieve therapie (CT)
Inleiding De cognitieve therapie werd
rond 1960 door Aaron T. Beck ontwikkeld als een gestructureerde, kortdurende, op
het heden gerichte vorm van psychotherapie voor depressiviteit. Inmiddels is CT
uit onderzoek effectief gebleken bij een scala aan aandoeningen zoals:
depressie, gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, fobieën, verslavingen
en eetstoornissen. Het uitgangspunt van de CT is dat alle psychische problemen
of stoornissen worden gekenmerkt door vervormde of disfunctionele denkgewoonten
die de stemming en het gedrag beïnvloeden.
Basisprincipes
1.
beschrijving (die steeds wordt
bijgesteld) van de patiënt en haar problemen in cognitieve termen
2.
solide therapeutische
werkrelatie
3.
accent op samenwerken en
actieve deelname
4.
doel- en probleemgericht
5.
nadruk in eerste instantie op
het heden
6.
educatief: leert hoe eigen
therapeut te kunnen worden en terugval te voorkomen
7.
kortdurend
8.
gestructureerd
9.
leert eigen disfunctionele
gedachten en overtuigingen te identificeren, onderzoeken en ontzenuwen
10.
gebruik van meerdere methoden en
technieken om gedachten, gevoelens en gedrag te veranderen
Gedachten en klachten Ideeën en
opvattingen spelen een belangrijke rol bij allerlei klachten. Bij bijvoorbeeld
een depressie kan een kleine teleurstelling leiden tot allerlei negatieve
gedachten. Deze negatieve gedachten zijn een soort van automatisme geworden. Één
tegenvaller is voldoende om een keten van negatieve gedachten op te roepen
zoals: zie je wel ik kan ook niets of, ik ben een mislukkeling of, niemand vindt
mij aardig. Dergelijke gedachten zijn weer de oorzaak van negatieve gevoelens en
depressieve klachten.
Automatische gedachten Soms kun je
tot de ontdekking komen dat je gedachten afgedwaald zijn. Je eerste gedachte
riep een andere op, en deze weer een volgende etcetera: een razendsnelle cyclus
van gedachten. Van de meeste van dergelijke gedachten ben je jezelf nauwelijks
bewust. Als je echter geconcentreerd nagaat welke keten van gedachten je
afgelegd hebt, toen je afgeleid raakte, ben je meestal wel in staat om deze
gedachten duidelijk te krijgen. Met enige inspanning kun je jezelf bewust worden
van dergelijke gedachteketens. Gedachten waar je normaal gesproken niet bij stil
staat, worden dus automatische gedachten. Ze zijn er wel, maar je denkt er niet
echt over na. Door er echter bewust bij stil te staan is het mogelijk deze
gedachten duidelijk te krijgen en er bij stil te blijven staan.
CT bij depressie
CT legt de nadruk op de subjectieve ervaring en de emotionele gevolgen van
logische denkfouten. De behandeling richt zich op het vaststellen en testen van
deze denkfouten en het ontwikkelen van nieuwe gedachten, opvattingen en
overtuigingen en nieuw gedrag. CT richt zich nadrukkelijk op gedragspatronen als
gevolg van bepaalde logische denkfouten en onderliggende opvattingen en
overtuigingen. De patiënt krijgt uitleg dat de depressieve toestand primair een
gevolg is van onjuiste denkpatronen en dat de therapie er op gericht is deze te
leren herkennen en te corrigeren. Aan de hand van een dagboek houdt hij als
onaangenaam ervaren situaties bij, en beschrijft hij de daarbij behorende
vervelende gevoelens en gedachten. Vervolgens krijgt hij het verzoek de
juistheid van de beschreven gedachten aan te tonen om zo te ontdekken welke
denkfouten er achter schuilgaan. Hierdoor treedt het onderscheid tussen de
objectieve werkelijkheid en de subjectieve gedachten aan het licht. Daarna moet
hij andere interpretaties van de beschreven situaties bedenken en nagaan wat
voor bewijsmateriaal er is vóór of tegen deze alternatieven. Voor het meest
aannemelijke alternatief moet hij de geloofwaardigheid scoren. Ten slotte wordt
het effect hiervan op de gevoelens en het handelen van de patiënt nagegaan.
Wanneer op deze wijze de onrealistische gedachten gecorrigeerd zijn analyseert
de therapeut het materiaal dat in eerdere zittingen is ingebracht en zoekt naar
thema's (acceptatie versus afwijzing, succes versus falen e.d.) die ten
grondslag kunnen liggen aan de automatische, onrealistische gedachten. Zij
worden op dezelfde wijze benaderd als de denkfouten.
J.E. Young, Cognitieve therapie voor
persoonlijkheidsstoornissen
Cognitieve therapie maakt de gedragstherapie geschikt voor een brede groep
mensen met psychische problemen. Voor sommige cliënten geldt immers dat ze, als
ze al weer verbeteren, gemakkelijk terugvallen in hun oude gedragspatronen, dat
andere symptomen optreden, of dat hun emotionele bestaan onbevredigend blijft
ondanks verandering van gedrag. Dat geldt met name voor cliënten die lijden aan
een persoonlijkheidsstoornis. De cognitief-gedragstherapeutische methodiek van
Jeffrey Young is een uitgesproken exponent van deze ontwikkeling. Young heeft
zich ontfermd over de categorie cliënten met een persoonlijkheidsstoornis
volgens as-II van de DSM. We spreken dan over zogenaamd moeilijke mensen, die
niet alleen problemen hebben, maar ook problemen zijn. Ze kunnen het hiermee erg
lastig maken voor de therapeut. Met Youngs methodiek kan men deze moeilijke
cliënten goed behandelen. De conceptuele helderheid vereist dat bij het werken
met mensen met persoonlijkheidsstoornis aan het gebruikelijke (cognitief)
gedragstherapeutisch kader een aantal begrippen wordt toegevoegd. Het
belangrijkste begrip dat in dit boek wordt gelanceerd is het begrip schema. Het
verwijst naar de dysfunctionele, onvoorwaardelijke, persistente, als
vanzelfsprekend waargenomen en zichzelf in stand houdende waarheden die de
persoon koestert over zichzelf en de wereld.